NgèZeRáA[1] Ezra
SEDER 1
\ . .
in jaarandering één: 1.1
/ | \ .
voor-KóWRèSH[2] koning-van PáRàS[3],
// <>
om-het-al-af-worden[4]-van de-inbreng-van~die-JHWH-van-Israël
\ . . .
[vandaan-van-de-mond-van JiReMeJáH;
\ . .
doet-een-gewekte-zijn die-JHWH-van-Israël:
/ | \ .
enwel~de-beluchter-van KóWRèSh koning-van~PáRàS,
|
en-voorts-doet-hij-oversteken~een-stem in-de-al-afheid-van~
.
[het-koningschap-zijner,
<> !
en-ook~in-geschrifte om-te-zeggen.
\ . .
zo zegt: 2
/// \ .
KóWRèSh koning-van PáRàS,
/// \ .
de-al-afheid-van de-koningschappen-van het land,
\ .
geeft aan-mij,
<> \ . . . . . . . . . . . .
die-JHWH-van-Israël gods-van de-helftenhemel;
/// | \ .
en-hij~hij-bemoeit-zich op-tegen-mij om-te-stichten~voor-hem een-huis[5],
EZRA 1
<> // !
in-JeRuWSháLéM dat-is in-JeHuWDáH.
\ . .
wie?~bij-jullie(is) vandaan-van-het-genotenvolk-zijner: 3
/// | .
aan’t-geschieden de-gods-zijner genoot-zijnde-met-hem,
|| <> \ . . . . .
en-aan’t-opgaan-hij voor-JeRuWSháLéM dat(is) in JeHuWDáH;
. .
en-aan’t-stichten-hij:
/// | \ .
enwel-het-huis-van die-JHWH-van-Israël de-gods-van JieSseRáAéL,
// <> // !
hij de-gods die(is) in-JeRuWSháLéM.
. .
en-de-al-afheid-van~het-resterende: 4
| \ \
vandaan-van-de-al-afheid-van~de-opstaanplaatsen waar hij
,
[aanklamper~(is)daar
/ | \ .
aan’t-hoog-heendragen-zijn-hem de-menselijken-van
[de-opstaanplaats-zijner,
// <> \ . . . . . . .
met-zilver en-met-goud en-met-gehechts en-met-gedierte;
.
genoot-met~opoffering,
// <> // !
voor-het-huis-van de-gods die(is) in-JeruWSháLéM.
/ \ . .
en-voorts-staan-op de-eerstdelen-van de-omvamenden: 5
| .
aan-JeHuWDáH en-BiNeJáMieN,
<> . . . . . .
en-de-priesters en-de-LeWieten;
\\ /// | .
aan-al-af-een[6] doet-gewekt-zijn de-gods enwel~de-beluchting-zijner,
\ .
om-op-te-gaan om-te-stichten,
// <> // !
enwel~het-huis-van die-JHWH-van-Israël die(is) in-JeruWSháLéM.
| \ .
en-de-al-afheid-van~de-omsingelenden-hen maken-hard in-de-handen-hunner, 6
\\\ // // <>
met-gerei-van~zilver met-goud en-met-gehechts en-met-gedierte
. . . . . . . . . .
[en-met-lekkernijen;
<> !
afgezonderd van~de-al-afheid-van~zelfopoffering.
=
EZRA 1
\ .
en-koning KóWRèSh, 7
<> \ . . . . . . . . . . . .
hij-doet-uittrekken enwel~het-gerei-van het-huis-van~die-JHWH-van-Israël;
\\ /// | \ .
wat doet-uittrekken NeBuWKàDeNèTsTsàR vandaan-van-JeruWSháLéM,
<> // !
en-voorts-geeft-hij-het in-het-huis-van de-gods-zijner.
. .
en-voorts-doet-uittrekken-het: 8
/// \ .
KóWRèSh koning-van PáRàS,
<> \ . . . .
op~de-hand-van MiTeRreDáT de-thesaurier;
| .
en-voorts-boekstaaft-hij-het voor-ShéSheBàTsàR,
<> !
de-hoogragende[7] voor-JeHuWDáH.
<> . . . . . . . .
en-dit(is) de-boekstaving-daarvan; 9
\\ / . .
kuipen-van goud dertig:
/ | .
kuipen-van~zilver een-kuddetal,
<> // !
wisselschalen negen en twintig.
=
/// | .
kelken-van goud dertig, 10
/// / | .
kelken-van zilver andere,
// <> . . . .
vier honderd en-tien;
// <> !
gereistukken weer-latere een-kuddetal.
=
| \ .
de-al-afheid-van~gereistukken in-goud en-in-zilver, 21
// <> \ . . . . . . .
vijf kuddetallen en vier honderd;
|| \ . .
die-al-afheid doet-opgaan ShéSheBàTsàR:
/// \ .
genoot-mèt het-opgaande[8]-van de-ontmanteling[9],
EZRA 1,2
<> !
vandaan-van BáBèL voor-JeRuWsháLáieM.
=
\ \ . .
en-deze(zijn) stichtkinderen-van het-oordelingsgebied: 2.1
| \ .
die-opgaan vandaan-van-de-wegvoering-van de-ontmanteling[10],
// // // <> . . . . .
die liet-ontmantelen NeBhuWKàDeNèTsTsàR koning-van BáBhèL
[te-BáBhèL;
// // /
en-voorts-keren-zij-terug te-JeRuWSháLàieM en-JeHuWDáH iedermenselijke
!
[tot-de-stad-zijner.
\ . .
zij-die~komen genoot-met~ZeRoeBáBhèL: 2
| ☼ \\ / // //
JéShuWàNg NeChèMeJáH SseRáJáH ReNgéLáJáH MåReDâKhàJ BhiLeSháN
<> \ . . . . .
[BiGeWàJ ReChuWM BàNgæNáH;
|| <> // !
het-geboekstaafde van-de-menselijken-van het-genotenvolk JieSseRáAéL.
=
\ .
de-stichtkinderen-van PàReNgoSh, 3
|| <> // !
een-kudde-dubbeltal honderd zeventig en-twee.
=
\ .
de-stichtkinderen-van ShePhàTheJáH, 4
// <> // !
drie honderd zeventig en twee.
=
\ .
de-stichtkinderen-van AáRàCH, 5
// <> // !
zeven honderd vijf en-zeventig.
=
EZRA 2
// // //
de-stichtkinderen-van PhàChàT MóAáBh voor-de-stichtkinderen-van 6
[JéShuWàNG JóWAáBh;
| // <> // !
een-kudde-dubbeltal acht honderd en twaalf.
=
\ .
de-stichtkinderen-van NgéLáM, 7
| <> // !
een-kuddetal twee-honderd vijftig en-vier.
=
\ .
de-stichtkinderen-van ZáTTuWA, 8
// <> // !
negen honderd en-veertig en-vijf.
=
\ .
de-stichtkinderen-vanZàKKáJ, 9
// <> !
zeven honderd en-zestig.
=
\ .
de-stichtkinderen-van BáNieJ, 10
// <> // !
zes honderd veertig en-twee.
=
\ .
de-stichtkinderen-van NgàZeGáR, 11
| <> // !
een-kuddetal twee-honderd twintig en andertwee.
=
| .
de-stichtkinderen-van AæDoNieJQáM, 12
// <> // !
zes honderd zestig en-zes.
=
EZRA 2
\ .
de-stichtkinderen-van BieGeWáJ, 14
<> // !
dubbelkuddetal vijftig en-zes.
=
\ .
de-stichtkinderen-van NgáDieJN, 15
// <> // !
vier honderd vijftig en-vier.
=
// .
de-stichtkinderen-van AáThàR aan-JeChieZeQieJáH, 16
// !
negentig en-acht.
=
\ .
de-stichtkinderen-van BéTsáJ, 17
// <> // !
drie honderd twintig en-drie.
=
\ .
de-stichtkinderen-van JóWRáH, 18
<> // !
honderd en-twaalf.
=
\ .
de-stichtkinderen-van CháShoeM, 19
<> // !
twee-honderd twintig en-drie.
=
// <> // !
de-stichtkinderen-van GieBBèR negentig en-vijf. 20
=
\ .
de-stichtkinderen-van BéJT~LèChèM; 21
<> // !
honderd twintig en-drie.
EZRA 2
=
// <> // !
de-menselijken-van NeThoPháH vijftig en-zes. 22
=
\ .
de-menselijken-van NgæNáTóT, 23
<> // !
honderd twintig en-acht.
=
// <> // !
de-stichtkinderen-van NgàZeMèWèT veertig en-twee. 24
=
\ /// | \ .
de-stichtkinderen-van QiereJàT NgáRieJM KePhieJRáH en-BeAéRóWT, 25
// <> // !
zeven honderd en-veertig en-drie.
=
/// | .
de-stichtkinderen-van ChåReMáH en-GàBhàNg, 26
// <> // !
zes honderd twintig en-één-enkele.
=
\ .
de-menselijken-van MieKeMáS, 27
<> // !
honderd twintig en twee.
=
/// | .
de-menselijke-van BéJT~AéL en-CháZáNg, 28
<> // !
twee-honderd twintig en-drie.
=
// <> // !
de-stichtkinderen-van NeBóW vijftig en-twee. 29
=
EZRA 2
\ .
de-stichtkinderen-van MaGeBieJSh, 30
<> // !
honderd vijftig en-zes.
=
\ \ .
de-stichtkinderen-van NgéLáM de-latere, 31
|| <> // !
een-kudde-tal twee-honderd vijftig en-vier.
=
\ .
de-stichtkinderen-van CháRieM, 32
// <> !
drie honderd en-twintig.
=
| \ .
de-stichtkinderen-van~LoD CháDieJR en-AóWNóW, 33
// <> // !
zeven honderd twintig en-vijf.
=
\ .
de-stichtkinderen-van JeRéChóW, 34
// <> // !
zes honderd veertig en-vijf.
=
\ .
de-stichtkinderen-van SeNáAáH, 35
\ . // <> !
drie kuddetallen, en-zes honderd en-dertig.
=
. . . . . . . .
de-priesters; 36
/// | \ .
de-stichtkinderen-van JàDàNgeJáH aan-het-huis-van JéShuWàNg,
// <> // !
negen honderd zeventig en-drie.
=
\ .
de-stichtkinderen-van AieMMéR, 37
EZRA 2
<> // !
een-kuddetal vijftig en-twee.
=
\ .
de-stichtkinderen-van PhàSheChuWR, 38
☼ <> // !
een-kuddetal twee-honderd veertig en-zeven.
=
\ .
de-stichtkinderen-van CháRieM, 39
<> // !
een-kuddetal en-zeven tien.
=
. . . . . . .
de-LeWieten; 40
\\\ // //
de-stichtkinderen-van~JéShuWàNg en-QàDeMieJAéL voor-de-stichtkinderen-van
<> // !
[HóWDàWeJáH zeventig en-vier.
=
. . . . . . .
de-zangers; 41
\ .
stichtkinderen-van AáSáPh,
<> // !
honderd twintig en-acht.
=
\ . .
de-stichtkinderen-van de-poorters: 42
/// |
de-stichtkinderen-van~ShàLLuWM de-stichtkindern-van~AáThéR
\ .
[de-stichtkinderen-van~ThàLeMóWN de-stichtkinderen-van~NgàQQuWBh,
\ <> . . . .
de-stichtkinderen-van ChæThieJThTháA de-stichtkinderen-van
[ShoBáJ;
<> // !
honderd dertig en-negen.
~
EZRA 2
. . . . .
de-NeTieNieJM; 43
// <>
de-stichtkinderen-vanTsieJCháA de-stichtkinderen-van~ChæSsuWPháA
\ !
[de-stichtkinderten-van ThàBáNgóWT.
// <>
de-stichtkinderen-van~QéRoS de-stichtkinderen-van~SieJNgæHáA 44
// !
[de-stichtkinderen-van PháDóWN.
// <>
de-stichtkinderen-van~LeBháNáH de-stichtkinderen-ChæGáBháH 45
// !
[de-stichtkinderen-van NgàQQuWBh.
// <>
de-stichtkinderen-van~CháGáBh de-stichtkinderen-van~ShàMeLieJ 46
// !
[de-stichtkinderen-van CháNáN.
// <>
de-stichtkinderen-van~GiDDéL de-stichtkinderen-van~GàChàR 47
// !
[de-stichtkinderen-van ReAáJáH.
// <>
de-stichtkinderen-van~ReTsieJN de-stichtkinderten-van-NeQóWDáA 48
// !
[de-stichtkinderen-van GàWWàM.
// <>
de-stichtkinderen-van~NgoeZZáA de-stichtkinderen-van~PháSàCh 49
!
[de-stichtkinderen-van BàSáJ.
// <>
de-stichtkinderen-van~AàSeNáH de-stichtkinderen-van~MeNguWNieJM 50
// !
[de-stichtkinderen-van NePhieSieJM.
// <>
de-stichtkinderen-van~BàQeBuWQ de-stichtkinderen-van~ChæQuWPháA 51
!
[de-stichtkinderen-van ChàReChuWR.
// <>
de-stichtkinderen-van BàTseLuWT de-stichtkinderen-van~~MeChieDáA 52
!
[de-stichtkinderen-van ChàReSháA.
// <>
de-stichtkinderen-van~BàReQóWM de-stichtkinderen-van~SieJSeRáA 53
!
[de-stichtkinderen-van~TáMàCh.
// <> // !
de-stichtkinderen-van NeTsieJàCh de-stichtkinderen-van ChæThieJPháA. 54
<> \ . . . . .
de-stichtkinderen-van de-heerdienaren-van SheLoMoH; 55
// <>
de-stichtkinderen-van~SiThàJ de-stichtkinderen-van~HàSoPhèDèT
EZRA 2
// !
[de-stichtkinderen-van PheRuWDáA.
// <>
de-stichtkinderen-van~JàNgeLáH de-stichtkinderen-van~DàReQóWN 56
// !
[de-stichtkinderen-van GiDDéL.
\\\ \ . .
de-stichtkinderen-van ShePhàTheJáH, de-stichtkinderen-van~ChàThThuWL: 57
// // <> // !
de-stichtkinderen-van PoKhèRèT HàTseBháJJieM de-stichtkinderen-van AáMieJ.
.
al-af~de-NeTieJNieM, 58
<> \ . . . . .
en-de-stichtkinderen-van de-heerdienaren-van SheLoMoH;
// <> // !
drie honderd negentig en-andertwee.
=
. .
en-deze(zijn’t): 59
| // / | \ .
die-opgaan vandaan-van-TéL MèLàCh TéL ChàReSháA,
// <> . . . . .
KheRuWBh AàDáN AieMMéR;
\ . .
en-niet kunnen-zij-het-aan:
/// |
om-voor-te-leggen het-huis-van~de-omvamenden-hunner
.
[en-het-kiemsel-hunner,
// <> !
of vandaan-van-JieSseRáAéL zij(zijn).
// <>
de-stichtkinderen-van~DeLáJáH de-stichtkinderen-van~ThóWBhieJJáH 60
\ . . . . .
[de-stichtkinderen-van NeQóWDáA;
// <> // !
zes honderd vijftig en andertwee.
=
| .
en-vandaan-van-de-stichtkinderen-van de-priesters, 61
// <> \ . . . . . . .
de-stichtkinderen-van CháKhieJJáH de-stichtkinderen-van HàQQóWTs;
\ . .
de-stichtkinderen-van BhàReZàLLieJ:
\ ☼ || /// |
die neemt vandaan-van-de-stichtdochters-van BhàReZiLLàJ de-GieleNgáDiet
.
[een-vrouwmenselijke,
EZRA 2
<> !
en-voorts-wordt-hij-geroepen op-de-naam-hunner.
. .
deze: 62
\\\ // <>
zoeken het-geschreven-zijn-hunner die-geregistreerd-zijn
\ . . . . . . . .
[en-niet worden-zij-gevonden;
<> !
en-voorts-zijn-zij-bevlekt vandaan-van~het-priesterdom.
/// \\ | .
en-voorts-zegt HàTTieReSháTáA aan-hen, 63
// <> \
dat niet~zij-aan’t-eten-zijn vandaan-van-het-geheiligde-van
. . . . . . . . . . . . . .
[de-geheiligde(dingen);
// // < > // !
tot het-staande-blijven van-een- priester voor-AuWRieJM en-voor-ToeMieJM[11].
<> . . . . . . . . . .
al-af~de-afstemming[12] als-een-één-enkele; 64
\ .
vier en veertig,
<> // !
kuddetallen drie~honderd zestig.
☼ /// | .
uitgezonderd de-heerdienaren-hunner en-de-heerdienaressen-hunner deze, 65
\ .
zeven kuddetallen,
// <> \ . . . . . .
drie honderd dertig en-zeven;
// // <> !
en-voor-hen aan-zangers en-zangeressen twee-honderd.
|| // <> \ . . . .
en-paarden-hunner zeven honderd dertig en-zes; 66
|| <> // !
de-muilezels-hunner twee-honderd veertig en-vijf.
\\ | // <> \ . . . . .
de-kamelen-hunner vier honderd dertig en-vijf; 67
|| \ .
de-ezels zes kuddetallen,
// <> !
zeven honderd en-twintig.
~
EZRA 2,3
| .
vandaan-van-de-eerstdelen-van de-omvamenden, 68
|| // <> \
bij-het-komen-van-hen voor-het-huis-van die-JHWH-van-Israël dat (is)
. . . . . .
[in-JeRuWSháLáieM;
| \ .
offeren-er-zich-op voor-het-huis-van gods,
<> !
om-het-te-doen-staan op-de-vastzo-plek-zijner.
. .
naar-de-kracht-hunner: 69
¬ \ ,
geven-zij voor-de-voorraad-van het-bodewerk
. .
goud:
| \ . . . . . . . .
drachmen zes~veelheden[13] en-een-kuddetal[14],
=
|| <> \ . . . . . . . . . . .
en-zilver sommen-van vijf kuddetallen;
// <> !
en-lijfrokken-van priesters honderd.
=
\ \ ☼ ||
en-voorts-zitten de-priesters en-de-LeWieten (die)vandaan-het-genotenvolk 70
\\\ || <> . . . . . . .
[de-bedienaren en-de-poorters en-de-afgegevenen[15] in-de-steden-hunner;
<> !
en-al-af~JieSseRáAéL in-de-steden-hunner.
=
| \ .
en-voorts-tast-aan[16] maandvernieuwing zeven, 3.1
// <> . . . . . . .
en-de-stichtkinderen-van JieSseRáAéL (zijn)in-de-steden-hunner;
=
// // //
en-voorts-halen-zij-zich-samen het-genoten-volk als-een-menselijke
EZRA 3
<> !
[een-één-enkele naar~JeRuWSháLàieM.
=
☼ \\ /
en-voorts-staat-op JéShuàNg stichtzoon-van~JóWTsáDáQ 2
\ . .
[en-de-broederverwanten-zijner de-priesters:
/// | .
en-ZeRoeBáBèL sichtzoon-van~SheAàLeTieJéL
[en-de-broederverwanten-zijner,
|| <> \ . . . . .
en-voorts-stichten-zij enwel~de-slachtse-van de-gods-van
[JieSseRáAéL;
/// | .
om-te-doen-opgaan daarop opgaanders,
|| <> // !
zoals-geschreven-is in-de-uitlegging-van MoShèH
[de-manmenselijke-van~gods.
/// \\ | .
en-voorts-doen-zij-vast-zijn de-slachtse op~de-vastigheid-zijner, 3
/// \ .
ja bij-het-afgrijzen over-hen,
// . . . . . .
vandaan-van-de-genotenvolken-van de-landen;
| /// | .
en-voorts-doet-men-opgaan daarop opgaanders voor-d-eJHWH-van-Israël,
<> // !
opgaanders voor-de-ochtend en-voor-de-avond.
// // <> . . . . . . . . . . .
en-voorts-maken-zij enwel~het-feest-van de-vlechthutten 4
[volgens-het-geschrevene;
\\ /// | .
en-opgaanders dag bij-dag in-boekstaving,
<> // !
volgens-de-stelregeling-van de-inbreng-van~een-dag op-de-dag-zijner.
||/// | .
en-laat-achter-alzo opgaanders steevast en-voor-de-maandvernieuwingen, 5
// <>
en-voor-al-af~de-gemeenschapsordeningen-van die-van-JHWH-van-Israël
. . . . . . . . . . .
[die-geheiligd-zijn;
// // <> !
en-voor-al-af opofferende en-opoffering voor-die-JHWH-van-Israël.
/// | \ .
vandaan-van-dag één-enkel voor-maandvernieuwing zeven, 6
|| // <> . . . . . . . . . . . . .
pakken-zij’t-aan om-te-doen-opgaan opgaanders voor-die-JHWH-van-Israël;
// <> / !
en-het-tehuis-van die-JHWH-van-Israël is-niet gegrondvest.
EZRA 3
\\
en-voorts-geven-zij-zilver(geld)[17], 7
<> . . . . . . .
aan-de-houwers en-aan-de-bewerkers;
\\ / . .
en-eten en-drinken en-olie:
| .
aan-de-TsieDoNieërs en-aan-de-TsoRieërs[18],
☼ \\ /// |
om-te-doen-komen houtbomen-van ceders vandaan-van~de-LeBáNóWN
\ .
[via~de-zee naar-JáPhóWA,
// // <> !
volgens-het-verlof[19]-van KóWRèSh[20] koning-van~PáRàS[21]
[over-hen.
~
\ . .
en-in-jaarandering andertwee: 8
|| /// | .
voor-het-komen-daarvan naar~het-huis-van gods voor-JeRuWSháLàieM,
<> . . . . . . . . . .
in-maandvernieuwing andertwee;
|| \ ☼ \\
pakken-aan ZeRoeBáBèL stichtzoon-van~SheAàLeTieJéAL en-JéShuWàNg
/ // \
[stichtzoon-van~JóWTsáDáQ en-de-rest-van de-broederverwanten-hunner >
\ . .
[de-priesters en-de-LeWieten:
| \ .
en-al-af~die-komen vandaan-van-de-gevangenschap[22]-van JeRuWSháLàieM,
\ . .
en-voorts-doen-zij-staan-blijven enwel~de-LeWieten:
\\ /// | .
vandaan-de-stichtzoon-van twintig jaarandering en-daarboven,
<> //
om-vierende-te-voortgaan over~het-bodewerk-van
!
[het-huis-van~die-JHWH-van-Israël.
~
\ || \
en-voorts-blijft-staan JéShuWàNg de-stichtzonen-zijner 9
☼ \\ ///
[en-de-broederverwanten-zijner QàDeMieJéAL en-de-stichtzonen-zijner
EZRA 3
| .
[stichtkinderen-van~JeHuWDáH als-een-één-enkele,
// // <>
om-vierende-te-doen-voortgaan over~het-maken-van het-bodewerk
\ . . . . . .
[in-het-huis-van gods;
=
| .
stichtzonen-van ChéNáDáD,
// <> !
de-stichtzonen-hunner en-de-broederverwanten-hunner de-LeWieten.
// <> \ . . . . . . . . . .
en-aan’t-grondvesten-zijn de-stichters enwel~het-tehuis-van 10
[die-JHWH-van-Israël;
☼ \\ / . .
en-voorts-doen-zij-blijven-staan de-priesters aangekleed
[met-grashoftrompetten:
/// | .
en-de-LeWieten stichtkinderen-van~AáSáPh met-scheem-cymbalen,
| .
om-te-bepralen enwel~die-JHWH-van-Israël,
<> // !
op~de-hand-van DáWieD de-koning-van~JieSseRáAéL.
☼ \\ ///
en-voorts-zingen-zij-buigend met-bepraling en-met-behandklappingen 11
| \ .
[voor-die-JHWH-van-Israël ja (hij is)goed,
// <> . . . . .
ja~voor-wereldlang de-goede-gunst-zijner over-JieSseRáAéL[23];
|| ☼ \\ ///
en-al-af~het-genotenvolk zij-schetteren met-geschetter groot
\\ .
[bij-het-bepralen voor-die-JHWH-van-Israël,
<> // !
over de-grondvesting-van het-huis-van~die-JHWH-van-Israël.
=
|| \ ☼ \\
en-velen vandaan-van-de-priesters en-de-LeWieten en-eersten-van 12
/ . .
[de-omvamenden (die)baardoud(zijn):
\\ / /// | .
die (nog)zien enwel~het-huis het-eerdere bij-grondvesting-zijner,
/// \\ | .
dit (is) het-huis in-de-wel-ogen-hunner,
<> \ . . . . .
(zijn)wenenden met-een-stem groot;
EZRA 3,4
// // <> // !
en-velen met-geschetter in-vreugde om-verheven-te-doen-zijn een-stem.
SEDER
\ . .
en-geenzins(is) het-genotenvolk: 13
| /// \ .
waarnemende de-stem-van het-geschetter-van de-vreugde,
<> \ . . . . . . . .
voor-de-stem-van het-geween-van het-genotenvolk;
\ . .
ja het-genotenvolk:
\ \ .
schetterende een-geschetter groot,
\ <> !
en-de-stem wordt-gehoord tot~voor-van-verre.
~
.
en-voorts-horen, 4.1
// <> . . . . . .
de-beëngers-van JeHuWDáH en-BieNeJáMieN;
/// | \ .
ja~de-stichtkinderen-van de-ontmanteling stichtend een-tehuis,
<> // !
voor-die-JHWH-van-Israël de-gods-van JieSseRáAéL.
\\ / \ . .
en-voorts-reiken-zij naar~ZeRoeBáBèL en-naar~de-eerstdelen-van 2
[de-omvamenden:
/// | \ .
en-voorts-zeggen-zij tot-hen wij-stichten genoot-met-jullie,
\ .
ja zoals-jullie,
<> . . . . . .
en-wij-vragen naar-de-gods-jelieder;
\ \ . .
en-niet (zijn)wij slachtend:
| /// | \ .
vandaan-van-de-dagen-van AàSéR ChàDoN de-koning-van AàShShuWR,
// <> !
die-doet-opgaan enwel-ons hierheen.
☼ | \\ . .
en-voorts-zegt tot-hen ZeRoeBáBèL en-JéShuWàNg: 3
/// | .
eerstdelen-van de-omvamenden voor-JieSseRáAéL,
\ .
niet~aan-jullie en-aan-ons,
// <> . . . . . . .
om-te-stichten een-huis voor-de-gods-onzer;
☼ \\ / . .
ja wij verenigd wij-stichten:
EZRA 4
| \ .
voor-die-JHWH-van-Israël de-gods-van JieSseRáAéL,
\ .
naar-wat gebiedt,
<> // !
koning KóWRèSh koning-van~PáRàS[24].
| .
en-voorts-geschiedt het-genotenvolk-van~het-land, 4
<> \ . . . . .
doende-neerzakken de-handen-van het-genotenvolk-van~JeHuWDáH;
// <> !
al-af-houdend enwel-hen om-te-stichten.
\\\ // <> \ . . . . .
en-opdammend op-tegen-hen raadverschaffers om-te-breken de-raad-hunner; 5
. .
al-af~de-dagen-van:
/// \ .
KóWRèSh koning-van Perzië,
<> // !
en-tot~het-koningschap-van DáReWèSh koning-van~PáRàS.
| .
bij-het-koningschap-van AàChàSheWeRóWSh, 6
<> . . . . . .
bij-de-aanpak-van het-koningschap-zijner;
\ .
schrijven-zij een-lasterbrief,
// <> !
over~de-inzittenden-van JeHuWDáH en-JeRuWSháLáieM.
=
\ . .
en-in-de-dagen-van AàReTàCheSsàSseTtáA: 7
\\ / /// | \ .
schrijft BieSheLáM MieTeReDáT ThàBheAéL en-de-rest-van de-club[25]-zijner,
<> \ . . . . .
op-tegen~AàReTàCheSsàSseTtáA de-koning-van Perzië;
\\ .
en-het-schrift-van het-document[26],
// <> // !
geschreven AæRáMees en-geïnterpreteerd[27] AæRàMees.
~
\ . .
ReChuWM de-bezitter-van~het-smaakgebied, 8
EZRA 4
| .
en-ShieMeShàJ de-boekstaver[28],
// // <> . . . . . . .
schrijven een-brief een-één-enkele over~JeRuWSháLáieM;
// <> !
aan-AàReTàCheSsàSseTtáA de-koning alsvolgt.
// \ . .
zodan ReChuWM de-bezitter-van~het-smaakgebied: 9
| .
en-ShieMeShàJ de-boekstaver,
<> . . . . . .
en-de-rest-van de-collega’s-hunner;
☼ || \ . .
DieJNNieten en-AæPhàReSàTeKhieten ThàRePeLáieten AæPhàReSieten:
/// | .
AàReKeWieten BhaoBheLáieten ShuWShàNeKhàieten,
<> !
DèHáieten NgéLeMáieten.
\ . .
en-de-rest-van de-volken: 10
/// | | \ .
die ontmantelt AaoSeNàPàR veelgroot en-roepgroot,
\ .
en-hij-doet-zitten hen,
<> . . . . . .
in-de-trefburg van ShåMeRóWN;
// < > !
en-de-rest-van de-oversteek-van~de-blikkering en-naar-het-tij.
| \ .
dit een-exemplaar-van de-brief, 11
/// \ .
die zij-zenden op-naar-hem,
<> . . . . .
op-naar~AàReTtàCheShàSseTáA de-koning;
// // <>
de-heerdienaren-jouwer de-menselijken-van de-oversteek-van~de-blikkering12
!
[en-naar-het-tij.
~
\\ | \ .
volkènd-zij dit aan-de-koning, 12
\ . .
dat de-JeHuwDieM:
/// \\ | .
die opstijgen vandaan-van~-voor-bij-jou,
EZRA 4
// <> . . . . .
op-tot-ons in-aantocht te-JeRuWSháLáieM;
\\ /// | .
een-trefburg weerspannig en-kwalijk-riekend stichtende,
<> .
en-de-schansen maken-zij-al-af,
<> !
de-fundamenten voegen-zij-aan-een.
. .
zo-nu: 13
\\ | \ .
volkènd-zij dit aan-de-koning,
☼ // | .
wanneer een-trefburg (als)deze aan’t-hersticht-worden-is,
<> . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
en-de-schansen-zijner aan’t-al-af-gemaakt-worden-zijn;
/// | .
de-mate~aan-tol en-vereffening zijn-niet aan’t-gegeven-worden,
// <> !
het-profijt-van de-koningen is-aan’t-beschadigd-worden.
. .
zo-nu: 14
| /// |
bij-al~het-verkrijgen-daarvan dat~het-etenszout-van het-tehuis
.
[wij-gezouten-eten,
\ .
en-de-naaktheid-de-koning,
// // <> . . . . . . . . .
niet passend-is voor-ons om-te-aanschouwen;
.
om~dit,
<> ☼ !
zenden-wij en-doen-wij-‘t-volkènnen aan-de-koning.
|| ☼ \\ | \
dat hij-aan’t-overdenken-is in-het-staafboek-van~de-kronieken dat 15
. .
[van-de-omvamenden-jouwer:
☼ \ ¬
en-jij-bent-aan’t-aantreffen in-het-staafboek-van de-kronieken
,
[en-jij-bent-aan’t-volkènnen
☼ \\ / \ . .
dat een-trefburg (als)deze een-trefburg (is) (die)weerspannig(is):
/// | .
en-die-beschadigt koninkrijken en-oordeelsgebieden,
| \ .
en-van-overweldiging bedienen-zij-zich
[in-de-kern-daarvan,
EZRA 4
<> . . . . . . . .
vandaan-van-de-dagen-van wereldlang;
. .
om~dit,
// <> !
een-trefburg (als)deze is-droog-schroeidroog-gemaakt.
/// \\ | .
doende-volkènnen(zijn) wij aan-de-koning, 16
☼ \ // | .
dat ware’t-dat een-trefburg (als)-deze aan’t-gesticht-worden-is,
<> . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
en-de-schansen-harer aan’t-al-af-gemaakt-worden-zijn-!;
\ .
aan-het-verkregene (nl.)dit,
| \ .
een-vereffening op-het-oversteekse-van de rivier,
// <> !
er-niet is voor-jou.
~
|| \ . .
een-brief zendt de-koning: 17
/// | \
op-tot~ReChuWM de-bezitter-van~het-smaakgebied en-ShieMeShàJ
.
[de-boekstaver,
\\\ .
en-de-rest-van de-collega’s-hunner,
// <> . . . . . .
die zitten in-ShåMeRáJieN;
\\\ // <> !
en-aan-het-resterende oversteeks~de-rivier vrede en-naar-het-tij.
=
|| // <> . . . .
de-notitie die jullie-zenden op-tot-mij; 18
// <> !
speciaal is-hij-geroepen voor-mij.
¬ \ ,
en-vandaan-mij is-gesteld een-smaakuiting 19
\ .
en-zij-overdenken en-zij-treffen-aan,
dat een-trefburg (als)deze,
| .
vandaan-van~de-dag-van wereldlang,
EZRA 4
<> . . . . . . . . . . . .
op-tegen~koningen zich-hoog-heen-dragenden(zijn);
// <> !
en-rebellie en-opstoterij (is)overstekend~in-haar.
\ . .
en-koningen die-veroveren: 20
| .
geschieden over~JeRuWSheLèM,
\\ <> . . . . . . . .
en-bevoegden in-al-af het-oversteekse-van de-blikkering;
// // <> // !
en-afgemetens-aan tol en-vereffening wordt-geleverd aan-hen.
| \ .
zo-nu stelt een-smaakbevel, 21
<> \ . . . . .
om-onwerkzaam-te-maken de-heerbazen (nl.)deze;
// | \ .
en-de-trefburg (nl.)deze niet aan’t-hersticht-worden-is,
<> // !
tot~vandaan-van-mij een-smaakbevel aan’t-gesteld-worden-is.
// // <> \ . . . . . .
en-voorzichtig geschiedt[29] met-zorgeloosheid om-te-u-te-bedienen daarvan; 22
| \ .
voor-wat? is-aan’t-wassen[30] wat-te-gronde-richt,
<> !
tot-beschadiging-van de-koningen.
=
. .
zodan: 23
|| /// | \ .
nadat een-exemplaar-van de notitie van AàReTtàCheShàSseTeA de-koning,
\\\ // // <>
uitgeroepen-is voor~ReChuWM en-ShieMeShàJ de-boekstaver
. . . . . .
[en-de-collega’s-hunner;
\\ /// | .
lopen-zij-weg met-schrik naar-JeRuWSheLèM op~JeHuWDáH,
// <> // !
en-ze-maken-onwerkzaam hen met-hardarmigheid[31] en-vermogen.
. .
zo-dan: 24
| \ .
wordt-onwerkzaam het-dienstwerk-van het-huis-van~god,
EZRA 4,5
<> . . . .
dat(is) in-JeRuWSheLèM;
| .
en-het-geschiedt onwerkbaar,
/// \ .
tot de-jaarandering twee,
<> // !
voor-het-koningschap-van DáReJáWèSh de-koning-van~PáRáS.
~
|| \ . .
en(zo) profeteren ChàGGàJ de-profeet: 5.1
/// | .
en-ZeKhàReJáH stichtzoon-van~NgieDDóWA profeten,
.
over~de-JeHuWDieM,
// <> . . . .
die(zijn) in-JeHuWDáH en-in-JeRuWSháLéM;
// // <> !
in-de-naam-van de-god-van JieSseRáAéL over-hen.
|| ☼ /// | \
zo-dan staan-op ZeRoeBáBèLstichtzoon-van SheAàLeTtieJéAL en-JéShuWàNg 2
.
[stichtzoon-van~JóWTsáDáQ,
\ .
en-zij-komen-los om-te-stichten,
// <> \ . . . .
het-huis-van god die(is) in-JeRuWSháLéM;
// // <> // !
en-genoot-met-hen de-profeten-van god schragende hen.
~
☼ \\ / ☼ \\\
in-die~kalendertijd is-in-aantocht toe-op-hen TtàTteNàJ commandant-van 3
// // <> . . . . .
[het-oversteekse-van~de-blikkering en-SheTàR BóZeNieJ en-de-collega’s-hunner;
| \ .
en-zo zeggen-zij tot-hen,
\\ / . .
wie?~stelt voor-jullie een-smaak-bevel:
/// | .
een-huis (als)dit te-stichten,
// <> !
en-de-inrichting (nl.)deze al-af-te-maken.
=
EZRA 5
// <> \ . . . .
zo-dan aldus zeggen-wij tot hen; 4
| \ .
wat?~van-hen de-naam-van de-manbazen,
// <> !
diegenen-die bouwen de-bouw.
\ . .
en-het-wel-oog-van de-god-hunner: 5
| \ .
geschiedt op~de-grauwharigen-van JeHuWDieJM,
\ .
en-niet~maken-zij-onwerkzaam hen,
<> \ . . . . . . . .
tot~een-smaakbevel voor-DáReJáWèSh aan’t-geraken-is;
// // !
en-alsdan zij aan’t-doen-terugkeren-zijn een-notitie daarover.
~
\ ☼ || \ \
een-exemplaar-van de-brief die~zendt TtàTteNàJ commandant-van 6
. .
[het-oversteekse-van~de-blikkering:
/// | \ \\ .
en-SheTàR en-BhóWNàJ en-de-collega’s-zijner de-AæPhàReSeKhieJM,
<> \ . . . . . . . .
die in-het-oversteekse-van de-blikkering;
<> !
aan~DáReJáWèSh de-koning.
<> \ . . . .
een-oekaze zenden-zij aan-hem; 7
| \ .
en-aldus is-geschreven in-de-kern,
// <> // !
voor-DáReJàWèSh de-koning vrede al-af.
=
\ \ . .
volkènd-wordt aan-hem aan-de-koning: 8
\ /// | \\
dat~wij-weglopen naar-JeHuWDáH het-oordeelsgebied naar-het-huis-van
\ .
[god die-veel-is,
/// | \ .
en-dat(is) gebouwd-wordend met-gesteente groot,
<> \ . . . . . . . .
en-hout(is) gesteld-wordend in-de-omheiningen;
EZRA 5
// // <> // !
dat punktueel wordt-bediend en-wordt-doorgezet met-de-handen-hunner.
=
. .
zodan: 9
\\ \ .
stellen-wij-de-wens aan-de-grauwharigen (nl.)deze,
<> \ . . . .
aldus zeggen-wij tot-hen;
\\ \ . .
wie?~stelt aan-jullie een-smaakbevel:
/// | .
een-huis (als)dit om-het-te-bouwen,
// <> !
en-een-inrichting (als)deze al-af-te-maken.
\\\ // // <> . . . .
en-dus de-namen-hunner wensen-wij van-hen om-te-doen-volkènnen-jou; 10
// // <> // !
dat wij-opschrijven de-naam-van~de-heerbazen die
[aan-de(groeps)eersten-hunner(zijn).
~
// <> \ . . . . . .
en-aldus(is) de-brief die-zij-doen-terugkeren-aan-ons om-te-zeggen; 11
\ |’ ☼ \\ / . .
wij(zijn) geschiedend(als) heerdienaren van~de-god-van hemel en-land:
<> | \\ /// | \
en-wij-bouwen het-huis nl.dat~wat gebouwd-is vroeg-vóór nu aan-jaren
.
[een-groot-aantal,
/// | .
en-een-koning voor-JieSseRáAéL veelbetekenend,
<> !
bouwde-het[32] en-maakte-al-af-het.
. .
Omdat: 12
\\ /// \\ |
vandaan-van~toen in-boze-beweging-brengen de-omvamenden-onzer
\ .
[de-god-van de-hemel,
\ .
levert-hij-over hen,
// // <>
in-de-hand-van NeBhuWKhàDeNèTsàR koning-van~BáBhèL
EZRA 5
. . . . . .
[de-KhàSeDeeër;
/// | .
en-het-huis (nl.)dit doet-hij-stukbarsten,
<> // !
en-het-genotenvolk ontmantelt-hij naar-BáBèL.
=
| \ .
jedoch in-jaarandering één, 13
// <> \ . . . . .
voor-KóWRèSh koning van BáBèL;
/// | \ .
KóRèSh de-koning stelt een-smaakbevel,
// <> !
om-het-huis-van~god (nl.)dit te stichten.
☼ \ ¬ \ \ ,
en-dus de-vaten van~het-huis-van~god die-zijn van-goud en-van-zilver 14
\ . .
die NeBuWKhàDeNèTsTsàR:
| | \ .
doet-uitgaan vandaan-van~het-tehuis dat(is) in-JeRuWSheLéM,
\ .
en-brengt hen,
<> . . . .
naar-het-tehuis van BáBèL;
\\ / <> . .
uitgaan-doet deze KóRèSh de-koning:
| .
vandaan-van-het-tehuis in BáBèL,
\\ | \ .
en-zij-zijn-geleverd aan-SséSseBàTsTsàR (nl.)zijn-naam,
// <> !
die hij(tot)-commandant stelt.
§ /// .
en-hij-zegt~aan-hem deze vaten, 15
/// \ .
draag-hoog-heen loop-heen~leg-neer hen,
<> \ . . . .
in-het-tehuis dat(is) in-JeRuWsheLéM;
// <> // !
en-het-huis-van god is-gesticht-aan’t-worden op~het-tracée-zijner.
=
\\ | \ .
zodan SséSseBàTsTsàR deze (man), 16
. .
hij-tijgt-heen:
EZRA 5,6
\\\ // // <> \
hij-levert het-hoog-dragende van~het-huis-van god dat (is)
. . .
[in-JeRuWSheLéM;
\\\ // <> // !
en-vandaan-van-dan en-tot-nu wordt-er-gesticht en-niet is-er-bevrediging.
|| \\\ \ . .
en-nu als’t over~de-koning goed(is): 17
☼ \\ / \
is-er-gezocht-aan’t-worden in-het-huis-van de-schatten van~de-koning
¬ \ ,
[aldaar dat(is) in BáBèL
\ . .
als er-is:
/// | \ .
dat~vandaan-van~KóWRèSh de-koning gesteld-is
[een-smaakbevel,
// // <> . . . .
om-te-stichten het-huis-van~god (nl.)dit
[in-JeRuWSheLéM;
// // <> //
dan-de-gedachtegang-van de-koning hier~over is-aan’t-gezonden-worden
!
[op-naar-hem.
=
// // <> \ . . . . . . . . .
en-zodan DáReJáWèSh de-koning stelt een-smaakbevel; 6.1
\ \ . .
en-zij-overdenken in-het-huis-van de-boekstavers:
\\\ // // <> !
omdat de-schatten neergelegd-zijn aldaar in-BáBèL.
\ . .
en-aangetroffen-wordt in-AàCheMeTáA: 2
// // // <> \
in-een-burcht die(is) in-Medië als-oordeelsgebied een-afwentelrol
. . . . . . . . .
[een-één-enkele;
// <> !
en-vastzo~is-geschreven in-de-kern een-aanhakingsbericht.
~
\\ / \ . .
in-jaarandering één voor-KóWRèSh de-koning: 3
\ ¬ \ ,
KóWRèSh de-koning stelt een-smaakbevel
EZRA 6
/// | \ .
het-huis-van~god in-JeRuWSheLèM het-huis is-aan’t-gesticht-worden,
| \ .
op-het-tracée waar-slachtgaven zij-slachten,
<> . . . . . . . . . .
en-het-hoog-dragende-daarvan is-zeulkrachtig;
| \ .
de-verhevenheid-daarvan aan-ellen zestig,
<> // !
de-toegankelijkheid-daarvan aan-ellen zestig.
|| /// | .
rijen van~steen wentelgroot drie, 4
<> \ . . . . . .
en-een-rij van~hout nieuw;
~ // <> !
vandaan-vanhet-huis-van de-koning is-het-aan’t-geleverd-worden.
☼ \ ¬ \ ,
en-dus de-gereedschappen-van het-huis-van~god van goud en-zilver 5
\ . .
die NeBhuWKàDeNèTsTsàR:
// // <>
doet-uitgaan vandaan-van~het-tehuis dat(is)~in JeRuWSheLéM
\ . . . . .
[en-naar-het-tehuis te-BháBhèL;
. .
is-hij-aan’t-doen-terugkeren:
☼ /// |
en-voorts-is-het-aan’t-gaan tot-het-tehuis dat(is)~in-JeRuWSháLéM
.
[tot-het-tracée-zijner,
<> // !
en-aan-‘t-heen-gedrongen-worden in-het-huis-van god.
=
|’ ☼ \\ /
welnu TtàTteNàJ commandant-van het-oversteekse-van de-blikkering 6
/// | .
[SheTàR BoZeNàJ en-de-collega’s-hunner,
.
AæPhàReKáJieten,
<> \ . . . . . . . .
die(zijn) op-het-oversteekse-van de-blikkering;
// <> !
verweg aan’t-geschieden vandaan-van-daar.
|| <> \ . . . .
laat’t-hen-over om-te-heerdienen het-huis-van~god (nl.)dat; 7
/// | \
de-commandant-van de-JeHuWDieJM en-voor-de-grauwharigen-van
EZRA 6
.
[de-JeHuWDieJM,
// <> // !
het-huis-van~god (nl.)dat zijn-zij-aan’t-stichten op~het-tracée-zijner.
¬ \ ,
en-vandaan-van-mij wordt-gesteld een-smaakbevel 8
. .
tot-dat wat~jullie-aan’t-heerdienen-zijn:
/// | .
genoot-met~de-grauwharigen-van de-JeHuWDieJM (nl.)die,
<> \ . . . .
voor-de-stichting-van het-huis-van~god (nl.)dat;
\ . .
en-vandaan-van-de-goederen-van de-koning:
/// | .
die(zijn) vandaan-de-wet-van het-oversteekse-van de-blikkering,
. .
punktueel:
// \\\ // //
de-uitgaven zijn-aan’t-geschieden geleverd aan-de-heerbazen
<> // !
[(nl.)die om~niet onwerkzaam-te-maken.
\ |’ \ \ \ \
en-wat benodigd en-stichtjongen-van ossen en-rammen en-lammeren 9
\ ~ \/ || \ \ . .
[tot-opgaander voor-de-god-van de-hemel tarwe zout wijn en-zalfolie:
\\ /// | \\
naar-het-zeggen-van de-priesters die(zijn)~in-JeRuWSháLéM om-te-geschieden
// // // <> // !
[geleverd aan-hen dag op-dag dat~er-niet-is zorgeloosheid.
\\\ // <> \
dat(er-zijn) voor-hen lijfnaderingsgaven-van welriekendhenden voor-de-god-van10
. . . . .
[de-hemel;
|’ // <> !
en-intercessies voor-het-leven-van de-koning ende-stichtkinderen-zijner.
¬ // ,
en-vandaan-mij wordt-gesteld een-smaakbevel 11
\ . .
dat al-af~menselijke:
<> | \ .
die aan’t-veranderen-is de-brief (nl.)deze,
// | .
aan’t-losgerukt-worden-is een-hout
[vandaan-van~het-huis-zijner,
<> \ . . . . . .
en-gestrekt is-hij-aan’t-verbrijzeld-worden daarop;
// || <> !
en-het-huis-zijner (is-tot)een-puinhoop aan’t-bediend-worden om-dit.
EZRA 6
|| \ \\\ \ . .
en-de-god die doet-voortwonen de-naam-zijner daar: 12
|| /// | \ \
is-aan’t-veronthutsen al-af~koning en-genotenvolk die aan’t-zenden-zijn
. .
[de-hand-zijner:
// // // <>
om-te-veranderen om-te-gronde-te-richten het-huis-van~god (nl.)dit
\ . . . . .
[dat(is) in-JeRuWSháLéM;
/// \\ | \ .
ik(ben) DáReJáWèSh stellend een-smaakbevel,
<> !
punktueel is-het-aan’t-beheerdiend-worden.
~
☼ || /// //
en-toen: TtàTteNàJ commandant-van het-oversteekse-van~de-blikkering 13
// <> . . . .
[SheTàR BoóWZeNàJ en-de-collega’s-zjner;
. .
om-te-krijgen:
|| \\\ // <> // !
wat~zendt DáReJáWèSh de-koning aldus punctueel beheerdienen-zij.
/// | \ .
en-de-grauwharigen-van JeHuWDáH stichten en-zetten-door, 14
| \ .
met-de-profetie-van ChàGGàJ de-profeet,
<> . . . . .
en-ZeKhàReJáH stichtzoon-van~NgieDDóWA;
\ . .
en-zij-stichten en-zij-maken-al-af:
\\ | .
vandaan-van(vanwege)~het-smaakbevel-van de-god-van JieSseRáAéL,
| \
en-vandaan-van(vanwege)-het-smaakgevel-van KóWRèSh
.
[en- DáReJáWèSh
<> // !
en-AàReTtàCheShàSheTteA koning-van PáRáS.
| \ .
en-afgewerkt-wordt het-huis (nl.)dit, 15
// // <> \ . . . . . .
tot dag drie aan-de-maand AæDáR;
\ .
dit-is jaarandering~zes,
<> // !
voor-het-koningschap-van DáReJáWèSh de-koning.
EZRA 6
~
\ ☼ \\
en-voorts-heerdienen de-stichtkinderen-van~JieSseRáAéL priesters 16
/ \ . .
[en-LeWieten en-het-restant-van de-stichtkinderen-van~de-ontmanteling:
// // <> !
inwijdend het-huis-van~god (nl.)dit met-blijheid.
. .
en-voorts-doen-zij-lijfnaderen: 17
¬ \ ,
ter-inwijding-van het-huis-van~god (nl.)dit
\ .
aan-ossen honderd,
\ .
aan-rammen twee-honderd,
<> \ . . . . . . .
aan-lammeren vier honderd;
\\ / /// | .
en-aan-bokken-van geiten ter-verwaarding over~al-af~JieSseRáAéL twaalf,
<> // !
voor-de-som-van de-stamstaven-van JieSseRáAéL.
SEDER
\\ / . .
en-voorts-doen-zij-opstaan priesters naar-de-vertakkingen-hunner: 18
| .
en-LeWieten naar-de-vereffeningen-hunner,
// <> . . . .
over~de-heerdienst-van god die(is) in-JeRuWSheLéM;
<> // !
naar-het-geschrevene-van het staafboek-van MoShèH.
~
// <> . . . . . . . . . .
en-voorts-maken de-stichtkinderen-van~de-ontmanteling 19[33]
[enwel~het-hinkstapfeest[34];
// <> // !
op-de-veer-tiende voor-de-nieuwmaand de-eerste.
\ || \\\ // <> \ . . . . . .
ja rein-maken-zich de-priesters en-de-LeWieten als-één-enkele al-af-zij reinen;20
/// \\ | \
en-voorts-villen-zij de-hinkstapgave[35] voor-al-af~de-stichtkinderen-van
EZRA 6,7
.
[de-ontmanteling,
<> !
de-priesters en-de-LeWieten.
\ . .
en-voorts-eten de-stichtkinderen-van~JieSseRáAéL: 21
| .
die-terugkeren vandaan-van-de-ontmanteling,
. .
en-al-af:
// //
die-zich-afsplitsen vandaan-van-de-besmetting-van
<> . . . .
[de-naties-van~het-land toe-naar-hen;
|’ <> // !
om-te-vragen naar-die-JHWH-van-Israël de-gods-van JieSseRáAéL.
~
| \ .
en-laat-achter de-inbrengen (nl.)die, 7.1
<> \ . . . . . .
bij-het-koningschap-van AàReTtàCheShàSeTteA koning-van~PáRáS;
| .
NgèZeRáA stichtzoon-van~SseRáJáH,
<> !
stichtzoon-van~NgæZàReJáH stichtzoon-van~ChieLeQieJJáH.
// <> !
stichtzoon-van~ShàLLuWM stichtzoon-van~TsáDóWQ 2
[stichtzoon-van~AæChieJThuWB.
// <> !
stichtzoon-van~AæMàReJáH stichtzoon-van~NgæZàReJáH 3
[stichtzoon-van~MeRáJóWT.
// <> !
stichtzoon-van~ZeRàCheJáH stichtzoon-van~NgoeZZieJ stichtzoon-van~BoeQieJ.4
. .
stichtzoon-van~AæBhieJShuWàNg: 5
| .
stichtzoon-van~PieJNeCháS stichtzoon-van~AèLeNgáZáR,
// <> !
stichtzoon-van~AàHæRoN de-priester de-deel-eerste.
/// | \ .
hij NgèZeRáH gaat-op vandaan-van-BáBhèL, 6
/// | \ .
en-hij~een-boekstaver vaardig in-de-uitleg-van MoShèH,
// <> \ . . . .
die~geeft die-JHWH-van-Israël de-gods-van JieSseRáAéL;
\ . .
en-voorts-geeft~aan-hem de-koning:
EZRA 7
/// | .
naar-de-hand-van~die-JHWH-van-Israël de-gods-zijner op-hem,
<> !
al-af het-gezochte-door-hem.
~
\ ☼
en-voorts-gaan-op vandaan-van-de-stichtkinderen-van~JieSseRáAéL 7
\\ / \\\
[en-vandaan-van~de-priesters en-de-LeWieten en-de-zangers
// <> . . . . .
[en-de-poorters en-de-aangevers naar~JeRuWSháLàieM;
<> // !
in-jaarandering~zeven voor-AàReTtàCheShàSeTeA de-koning.
// <> \ . . . .
en-voorts-komt-hij in-JeRuWSháLàieM in-nieuwmaand vijf; 8
// // <> !
het(is) jaarandering zeven voor-de-koning.
. .
ja: 9
| \ .
op-de-één-enkele voor-de-nieuwmaand de-eerste,
\ .
het(is) de-gronding-van,
<> . . . . . .
de-opgang vandaan-van-BáBhèL;
|| \ . .
en-op-de-één-enkele voor-de-nieuwmaand de-vijfde:
fz .
komt-hij naar~JeRuSháLàieM,
<> // !
door-de-hand-van~de-gods-zijner die-goed-is over-hem.
/// | \ .
ja NgèZeRáA zet-vastzo het-hart-zijner, 10
// // <> . . . . .
om-na-te-vragen enwel~de-uitleg-van die-JHWH-van-Israël en-om-te-maken;
// <> // !
en-om-te-leren in-JieSseRáAéL ingriffing en-stelregel.
=
\ \ . .
en-dit(is) het-exemplaar-van de-notitie: 11
/// | \ .
die geeft koning AàReTtàCheShàSeTeA,
// <> . . . . . . . . .
aan-NgèZeRáA de-priester de-boekstaver;
EZRA 7
|| \\\ //
boekstavend de-inbrengen-van de-geboden-van~die-JHWH-van-Israël
<> !
[en-de-ingriffingen-zijner over~JieSseRáAéL.
~
\\ <> . . . . . . .
AàReTtàCheShàSeTeA koning-van koningen; 12
\ ☼ \\ / \\\ //
aan-NgèZeRáA priester boekstaver-van de-wet die(is)van~de-god-van de-hemel
<> !
[afsluit en-tijdstip.
¬ \ ,
vandaan-van-mij stelt een-smaakbevel 13
\ \ ☼
dat al-af~wie-zich-opoffert in-het-koninkrijk-mijner
\\ / \
[vandaan-van~het-genotenvolk JieSseRáAéL en-de-priesters-zijner
. .
[en-de-LéWieten:
\\\ // <>
om-te-gaan naar-JeRuWSháLàieM is-genoot-met-jou aan’t-gaan.
. .
om-al-af-te-verkrijgen: 14
☼ \\ / /// \\ |
dit vandaan-van~voor de-koning en-de-zeven raadverschaffers-zijner
.
[een-zending,
// <> . . . . .
om-na-te-denken over~JeHuWDáH en-voor-JeRuWSheLèM;
// <> !
naar-de-wet-van de-god-jouwer die(is) in-de-hand-jouwer.
<> \ . . . . . .
om-af-te-dragen zilver en-goud; 15
\ . .
dat~de-koning en-raadverschaffers-zijner:
\\ | \ .
opofferen voor-de-god-van JieSseRáAéL,
// <> !
daar in-JeRuWsháLèM (is)het-voortgewoon-zijner.
| \ .
en-al-af het-zilver en-het goud, 16
\ .
dat jij-aan’t-aantreffen-bent,
<> \ . . . . .
in-al-af het-oordeelsgebied-van BáBhèL;
☼ \\ /// |
genoot-met het-opgeofferde-van het- genotenvolk en-de-priesters
EZRA 7
.
[die-zich-opofferen,
// <> !
voor-het-huis-van de-god-hunner die(is) in-JeRuWSheLèM.
\ ☼ \\ /
om-vooral-te-verkrijgen dat punktueel jij-aan’t-verwerven-bent 17
\ . .
[met-het-zilver dit:
/// | .
ossen rammen lammeren,
<> .
en-cijnsgaven en-uitgietgaven;
\ .
en-jij-aan’t-doen-lijfnaderen-bent hen,
.
op~de-slachtplaats,
// <> // !
die-van het-huis-van de-god-jelieder dat(is) in-JeRuWSheLèM.
\ ☼ \\ / . .
en-wat dat op-jou en-op~de-broederverwanten-jouwer goed-doet: 18
// // <> . . . . . . . . . . . . . . . .
met-het-restant-van het-zilver en-goud om-het-dienstbaar-te-maken;
// <> !
naar-de-gedachtengang-van de-god-jelieder ben-jij-aan’t-heerdienen.
| \ .
en-de-vaten die geleverd-worden aan-jou, 19
<> \ . . . . . .
om-te-vereren het-huis-van de-god-jouwer;
|’ <> !
vervredig(die) voor de-god-van JeRuWSheLèM.
. .
en-het-restant: 20
| \ .
heeft-nodig het-huis-van de-god-jouwer,
// <> . . . . . .
dat aan’t-toevallen-is~aan-jou om-(uit)te-geven;
|’ <> // !
ben-jij-aan’t-geven vandaan-van~het-huis-van de-schatten-van de-koning.
☼ || /// \ .
vandaan-van-mij van-mij AàRTtàCheShàSeTteA koning stelt een-smaakbevel, 21
| .
aan-al-af de-commandanten,
<> \ . . . . . . . .
die(zijn) in-het-oversteekse-van de-blikkering;
\ \ ☼ \\ / /// |
dat al-af~wat aan’t-wensen-is NgèZeRáA priester boekstaver-van de-wet-van
\ .
[de-god-van de-hemel,
EZRA 7
<> !
Is-punktueel aan’t-bediend-worden.
¬ \ ,
tot~zilver in-ringstukken[36] honderd 22
| \ .
en-tot~tarwe in-balen honderd,
| \ .
en-tot~wijn in-metreten honderd,
// <> . . . . . . .
en-tot~metreten zalfolie honderd;
<> // !
en-zout dat~niet omschreven-is.
. .
al-af~wat(is): 23
\\ | \ .
vandaan-van-het-smaakbevel-van de-god-van de-hemel,
| .
is-aan’t-bediend-worden correct[37],
<> \ . . . . . .
voor-het-huis-van de-god-van de-hemel;
/// | .
want~voor-wat? (is)te-geschieden toorn,
// <> !
over~het-koninkrijk-van de-koning en-de-stichtkinderen-zijner.
\ . .
aan-jullie wordt-ter-volkènnis-gebracht: 24
\ \ ☼ \\ /// | .
dat al-af~ de-priesters en-levieten ervezelaars poorters giftenbehartigers,
.
en-vereerders,
<> \ . . . . .
in-het-huis-van god (nl.)deze;
/// | .
cijnsgave afdracht en-vereffening,
// <> // !
niet (is-er)bevoegdheid om-)dat)te-posteren op-hen.
\ . .
en-jij NgèZeRáA: 25
\\ /// | \
met-de-wijsheid-van de-god-jouwer die(is)~in-de-hand-jouwer sommeer
|| . .
[regelstellers en oordeelkundigen:
/// | |
namelijk~om-te-geschieden oordelend voor-al-af~het-genotenvolk
EZRA 7,8
fz \ .
[dat(is) in-het-oversteekse-van de-blikkering,
<> \ . . . . . . .
en-voor-al-af~die-volkènnen de-wetten-van de-god-jouwer;
\\\ // <> !
en-die niet volkènt ben-jij-aan’t-doen-volkènnen.
☼ // / \ . .
en-al-af-wie~niet(is) om-te-geschieden bedienend de-wet 26
[die-van~de-god-jouwer:
| \ .
en-de-wet die-van de-koning,
|| || \\ <>
punktueel(zij) het-oordeel om-te-geschieden bediend
. . . . .
[vandaan-van(vanwege)dat;
/// | \ .
kijk-hier om-te-sterven kijk-hier om-te-ontwortelen-hem,
// <> !
kijk-hier~om-boete-op-te-leggen aan-goederen en-voor-knevels.
~
// <> \ . . . . . .
ingezegend die-JHWH-van-Israël de-gods-van de-omvamenden-onzer; 27[38]
\\ /// | \ .
die geeft als-dit in-het-hart-van de-koning,
|| // <> //
om-te-doen-pronken enwel~het-huis-van die-JHWH-van-Israël die(is)
!
[in-JeRuWSháLáieM.
\ . .
en-over-mij heen-rekt~goede-gunst: 28
/// \\ | .
voor-de-vertegenwendiging-van de-koning en-de-raadschaffers-zijner,
// <> . . . . . . . . .
en-voor-al-af~de-vorsten-van de-koning de-heerbazen;
\ . .
en-ik ik-maak-mij-hard:
/// | .
als-de-hand-van~die-JHWH-van-Israël de-gods-mijner op-mij,
\\\ // <>
en-voorts-verzamel-ik vandaan-van-JieSseRáAéL eerstleden
// !
[om-op-te-gaan genoot-mij.
~
EZRA 8
// // <> . . . . . . .
en-deze(zijn) de-eerstleden-van de-omvamenden-hunner 8.1
[en-de-geregistreerden-hunner;
\ . .
die-opgaan genoot-mij:
// // <> !
bij-het-koningschap-van AàReTtàCheShàSeTteA de-koning
[vandaan-van-BáBèL.
=
/// | .
vandaan-van-de-stichtkinderen-van PieNeCháS GéReShoM, 2
=
// <> . . . . .
vandaan-van-de-stichtkinderen-van AieTáMáR DáNéJL;
=
// <> !
vandaan-van-de-stichtkinderen-van DáWieJD ChàththuWSh.
=
\ .
vandaan-van-de-stichtkinderen-vanSheKhàNeJáH, 3
=
// <> . . . .
vandaan-van-de-stichtkinderen-van PhàReNgoSh ZeKhàReJáH;
// // <> // !
en-genoot-met-hem registreert-zich aan-aanhakers[39] honderd en-vijftig.
=
| \ .
vandaan-van-de-stichtkinderen-van PàChàT MóWAáBh, 4
<> . . . . .
AèLeJeHóWNgéJNàJ stichtkind-van~ZæRàCheJáH;
<> // !
en-genoot-met-hem twee-honderd aanhakers.
=
\ <> . . . .
vandaan-van-de-stichtkinderen-van SheBhàNeJáH stichtzoon-van~JeChæZieJéAL;5
|| // <> !
en-genoot-met-hem drie honderd aanhakers.
=
\ .
en-vandaan-van-de-stichtkinderen-van NgáRóWN, 6
<> . . . .
NgèBhèD stichtzoon-van~JóWNáTáN;
EZRA 8
<> // !
en-genoot-met-hem vijftig aanhakers.
=
\ .
en-vandaan-van-de-stichtkinderen-van NgéJLáM, 7
<> . . . .
JeShàNgeJáH stichtzoon-van~NgæTàLeJáH;
<> // !
en-genoot-met-hem zeventig aanhakers.
=
\ .
en-vandaan-van-de-stichtkinderen-van ShePhàTheJáH, 8
<> . . . . .
ZoBhàDeJáH stichtzoon-van~MieJkháAéL;
<> // !
en-genoot-met-hem tachtig aanhakers.
=
\ .
vandaan-van-de-stichtkinderen0-van JóWAáBh, 9
<> . . . . .
NgoBhàDeJáH stichtzoon-van~JeChieJéAL;
|’ // // <> !
en-genoot-met-hem tweehonderd en-acht-tien aanhakers.
=
// <> . . . . .
en-vandaan-van-de-stichtkinderen-van SheLóWMieJT 10
[de-stichtzoon-van~JóWSiePheJáH;
|’ // <> !
en-genoot-met-hem honderd en-zestig aanhakers.
=
\ .
en-vandaan-van-de-stichtkinderen-van BhéBhàJ, 11
<> . . . . .
ZeKhàReJáH stichtzoon-van~BhéBháJ;
|’ // <> !
en-genoot-met-hem twintig en-acht aanhakers.
=
\ .
en-vandaan-van-de-stichtkinderen-van NgàZeGáD, 12
EZRA 8
<> . . . . .
JóWTáN stichtzoon-van~HàQQáTáN;
|’ // <> !
en-genoot-met-hem honderd en-tien aanhakers.
=
\ ¬ ,
en-vandaan-van-de-stichtkinderen-van~AæDoNieJQáM de-lateren 13
\ .
en-deze(zijn) de-namen-hunner,
<> \ . . . .
AêLiePhèLèTh JeNgieJéAL en-SheMàNgeJáH;
<> // !
en-genoot-met-hen zestig aanhakers.
=
// <> . . . . . .
en-vandaan-van-de-stichtkinderen-van BhieGeWàJ NguWTàJ en-ZàBóWD; 14
<> // !
en-genoot-met-hem zeventig aanhakers.
~
. .
en-voorts-verzamel-ik-hen:
| \ .
aan~de-blikkering die-komt naar~AàHæWáA, 15
// <> \ . . . . .
en-voorts-laten-wij-ons-neer daar aan-dagen drie;
/// | .
en-voorts-onderscheid-ik bij-het-genotenvolk en-bij-de-priesters,
// <> // !
en-vandaan-van-de-stichtkinderen-van LéWieJ niet~vind-ik daar.
|’ |’ |’ ☼
en-voorts-zend-ik om-AêLieJNgèZèR om-AæRieJéAL om-SheMàNgeJáH 16
\\ / \\\ //
[en-om-AèLeNáTáN en-om-JáRieJBh en-om-AèLeNáTáN en-om-NáTáN
// <> . . . . . . .
[en-om-ZeKhàReJáH en-om-MeShoeLLáM (groeps)eersten;
// <> !
en-om-JóWJáRieBh en-om-AèLeNáTáN die-onderscheidingsvermogen-hebben.
/// | \ .
en-voorts-gebied-ik enwel-hen over~AieDDóW de-(groeps-)eerste, 17
<> . . . . . . . . . . .
in-KháSiePheJáA de-opstaanplaats;
☼ \\ / ☼
en-voorts-stel-ik in-de-mond-hunner inbrengen om-in-te-brengen
EZRA 8
\\ /// |
[naar~AieDDóW de-broederverwanten-zijner de-aangevers
\ .
[in-KáSieJPháA de-opstaanplaats,
// <> //
om-te-doen-komen~voor-ons bedienaren voor-het-huis-van
!
[de-gods-onzer.
\\ / \\
en-voorts-doen-zij-komen voor-ons naar-de-hand-van~de-gods-onzer 18
/// \\ | \ .
[(die)goed(is) over-ons een-manmenselijke een-onderwezene,
\ .
vandaan-van-de-stichtkinderen-van MàCheLieJ,
<> . . . . .
stichtzoon-van~LéWieJ stichtzoon-van~JieSseRáAéL;
// // <>
en(wel)-ShéRàBheJáH en-de-stichtzonen-zijner en-de-broederverwanten-zijner
// !
[acht-tien.
.
en-enwel~ChæShàBheJáH, 19
// <> \
en-samen-met-hem JeShàNgeJáH vandaan-van-de-stichtkinderen-van
. . . .
[MeRáRieJ;
// <> !
de-broederverwanten-zijner en-de-stichtzonen-hunner twintig.
=
. .
en-vandaan-van-de-afgegevenen: 20
\\ \\\ | \ .
die-geeft DáWieD en-de-vorsten voor-de-heerdienst-van de-LeWieten,
<> \ . . . . . . .
aan-afgegevenen twee-honderd en-twintig;
<> // !
al-af-zij zijn-ingeboord bij-namen[40].
\\ // | \ .
en-voorts-roep-ik-uit daar een-vasten aan~de-blikkering AàChæWáA, 21
<> \ . . . . . .
om-ons-neer-te-buigen voor-de-vertegenwendiging-van de-gods-onzer;
/// \\ | \ .
om-te-zoeken vandaan-van-hem een-neemweg rechtuit,
EZRA 8
// <> !
voor-ons en-voor-het-trippelkroost-onzer
[en-voor-al-af~het-gehechte-aan-ons.
\ . .
ja schandelijk-handel-ik: 22
/// \\ | \ .
om-te-wensen vandaan-van-de-koning vermogen en-paardrijders,
// <> . . . . . . . . .
om-te-helpen-ons vandaan-van-een-vijand op-de-neemweg;
\\ / . .
ja~wij-zeggen aan-de-koning zeggende:
/// | .
de-hand-van~de-gods-onzer (is) over-al-af~die-zoeken-hem ten-goede,
\ .
en-de-sterkte-zijner en-de-neuswalging-zijner,
<> !
over al-af~die-verlaten-hem.
// // <>
en-voorts-vasten-wij en-voorts-zoeken-wij(‘t) vandaan-van-de-gods-onzer 23
. . . .
[over~dit;
<> !
en-voorts-bidden-wij”t-af voor-ons.
// // <> . . . . . .
en-voorts-splits-ik-af vandaan-van-de-vorsten-van de-priesters twaalf; 24
\ .
ShéRéBheJáH ChæShàBheJáH,
// <> !
en-genoot-met-hen vandaan-van-de-broederverwanten-hunner tien.
\ .
en-voorts-weeg-ik-af voor-hen, 25
// <> . . . . . . . . .
enwel~het-zilver en-enwel~het-goud en-enwel~de-gereistukken;
\ . .
de-verhevenheidsgave-van het-huis-van~de-gods-onzer:
\\ | \\ | \
die-verheven-doen-zijn de-koning en-de-raadverschaffers-zijner
.
[en-de-vorsten-zijner,
<> !
en-al-af~JieSseRáAéL die-gevonden-worden.
\\ / . .
en-voorts-weeg-ik-af op~de-handen-hunner zilver: 26
| \ .
aan-ringstukken zes~honderd en-vijftig,
// <> . . . . . . . . . .
en-al-af~het-zilver honderd aan-ringstukken;
<> // !
aan-goud honderd ringstukken.
EZRA 8
/// | .
en-kelken-van goud twintig, 27
<> . . . . . . . .
aan-drachmen een-kuddetal;
\\ / /// | .
en-gereistukken-van metaal schitterend goed een-tweetal,
<> !
begeerlijk als-goud.
\ . .
en-voorts-zeg-ik tot-hen: 28
// \\ | .
jullie(zijn) heilig voor-de-die-JHWH-van-Israël,
<> . . . . . .
en-de-gereistukken(zijn) heilig;
/// | .
en-het-zilver en-het-goud(zijn) offerande,
<> // !
voor-die-JHWH-van-Israël de-gods-van de-omvamendenjelieder.
\ . .
weest-erop-bedacht en-houdt-waar: 29
|’ ☼
tot~jullie-(‘t)aan’t-sikkelwegen-zijn voor-de-vertegenwendiging-van
\\ \\\ //
[de-vorsten-van de-priesters en-de-LeWieJten
// <>
[en-de-vorsten-van~de-omvamenden aan-JieSseRáAéL
. . . . . .
[in-JeRuWSháLáieM;
<> // !
de-dienstvertrekken-van het-huis-van die-JHWH-van-Israël.
| \ .
en(zo)-krijgen de-priesters en-de-LeWieten, 30
// // <> . . . . . . . . .
het-sikkelgewcht-van het-zilver en-het-goud en-de-gereistukken;
// <> // !
om-te-doen-komen voor-JeRuWSháLàieM voor-het-huis-van de-gods-onzer.
~
|| \ . .
en-voorts-rukken-wij-los vandaan-van-de-blikkering AàHæWáH: 31
/// | \ .
op-de-twaalfde aan-nieuwmaand de-eerste,
<> . . . . . .
om-te-gaan naar-JeRuWSháLáieM;
\\ | \ .
en-de-hand-van~de-gods-onzer geschiedt over-ons,
\\ .
en-voorts-sleept-hij-ons-eruit,
EZRA 8
// // <>
vandaan-van-de-handzool-van de-vijand en-de-loerder
[op~de-neemweg.
<> . . . . . .
en-voorts-komen-wij te-JeRuWSháLáJieM; 32
// <> // !
en-voorts-zitten-wij daar aan-dagen drie.
\ |’ \ ☼ \\ .
en-op-dag vier wordt-gewogen het-zilver en-het-goud en-de-gereistukken 33
\ . . . . .
[in-het-huis-van de-gods-onzer:
☼ /// | .
aan de-hand-van~MeRéMóWT stichtzoon-van~AuWRieJJáH de-priester,
<> \ . . . . .
en-genoot-met-hem AèLeNgáZáR stichtzoon-van~PieJNeCháS;
|| \\\ // //
en-genoot-met-hem JóWBháD stichtzoon-van~JéShuWàNg en-NóWNgàDeJáH
<> !
[stichtzoon-van~BieNNuWJ, de-LeWieten.
// <> . . . . . . . .
naar-de-boekstaving en-naar het-gewicht voor-de-al-afheid; 34
// <> // !
en-voorts-wordt-opgeschreven al-af~het-gewicht in-het-tij (nl.)dat.
~
SEDER
☼ \\
de-komenden vandaan-van-de-gevangenschap 35
/ // \
[de-stichtkinderen-van~de-ontmanteling doen-lijfnaderen opgaanders
\ . .
[voor-de-gods-van JieSseRáAéL:
\\ /// | \ \ . .
aan-varren twaalf over~al-af~JieSseRáAéL aan-reebokken negentig en-zes:
| \ .
aan-lammeren zeventig en-zeven,
// <> \ . . . . .
aan-bokken-van verwaarding twaalf;
<> // !
de-al-afheid een-opgaander voor-die-JHWH-van-Israël.
~
\ \ . .
en-voorts-geven-zij enwel~de-wetten-van de-koning: 36
EZRA 8,9
| .
aan-de-satrapen-van de-koning,
<> \ . .
en-de-commandanten in-het-oversteekse-van de-blikkering;
// <> !
en-zij-dragen-hoog-heen enwel~het-genotenvolk en-enwel~het-huis-van~gods.
=
\ . .
en-als-al-af-zijn deze (dingen): 9.1
\\ /// | .
bereiken mij de-vorsten om-te-zeggen,
|| /// |
niet~splitsen-zij-zich-af het-genotenvolk JieSseRáAéL
\ .
[en-de-priesters en-de-LeWieten,
<> . . . . . . .
vandaan-van-de-genotenvolken-van de-landen;
☼ \\ /
volgens-de-gruwelijkheden-hunner voor-de-KeNàNgæNiet de-ChieTTiet
\ . .
[de-PeRieZiet de-JeBhuWSiet:
| .
de-NgàMMoNiet de-MoAóBiet,
<> !
de-MieTseRiet en-de-AêMoRiet.
\ . .
ja~hoog-heen-dragen-zij vandaan-van-de-stichtdochters-hunner: 2
| .
voor-henzelf en-voor-de-stichtzonen-hunner,
| \ .
en-zij-mixen het-kiemggoed (dat)geheiligd(is),
<> . . . . . . .
in-de-genotenvolken-van de-landen;
\\\ \ . .
en-de-hand-van de-vorsten en-de-overheden:
// // <> !
geschiedt in-de-overtreding (nl.)deze (als) de-eerdere.
=
| \ .
en-bij-het-horen-van-mij enwel~de-inbreng (nl.)deze, 3
// <> . . . . . . .
scheur-ik enwel~de-kostuums-mijner en-de-overgoooier-mijner;
|| /// | .
en-voorts-pluk-ik vandaan-van-het-haar-van het-eerstdeel-mijner
[en-de-oudbaard-mijner,
EZRA 9
<> !
en-voorts-zit-ik ontsteld.
\ . .
en-tot-mij halen-zij-zich-bijeen: 4
/// | \ .
al-af wie-huivert bij-de-inbrengen-van de-gods-van~JieSseRáAéL,
<> \ . . . . .
over de-overtreding groot;
| \ .
en-ik zittende (ben)ontsteld,
<> // !
tot voor-de-cijnsgave-van de-avond.
\ . .
en-bij-de-cijnsgave-van de-avond: 5
/// .
sta-ik-op vandaan-van-de-gebogenheid-mijner,
// <> . . . . . .
en-bij-het-scheuren-door-mij van-de-kostuums-mijner
[en-de-overgooier-mijner;
| .
en-voorts-kniel-ik-! op-de-zegenbotten-mijner,
// <> //
en-voorts-spreid-ik-! de-handzolen-mijner naar~die-JHWH-van-Israël
!
[de-gods-mijner.
. .
en-voorts-zeg-ik-!: 6
| \ .
gods-mijner te-schande-ben-ik en-tot-schaamdeel-ben-ik,
\\\ // <>
om-verheven-te-doen-zijn gods-mijner de-vertegenwendiging-mijner
. . . . .
[naar-jou;
\ /// | \ .
ja de-ontwrichtingen-onzer zijn-veel tot-boven-op het-eerstdeel,
// <> // !
en-de-verschuldiging-onzer (is)groot tot voor-de-helftenhemel.
\ . .
vandaan-van-de-dagen-van de-omvamenden-onzer: 7
\\ | \ .
(zijn)wij in-verschuldiging groot,
<> \ . . . . .
tot de-dag-van vandaag;
|' |' ☼ \\
en-inde-ontwrichtingen-onzer worden-wij- gegeven wij de-koningen-onzer
/ \ \ . .
[de-priesters-onzer in-de-hand-van de-koningen-van de-landen:
/ \\\ // //
net-het-zwaard met-gevangenschap en-in-roof en-in-schande-van
EZRA 9
<> // !
[vertegenwendiging zoals-de-dag-van vandaag.
. .
en-nu: 8
☼ \\ / \
als-een-weinig~opflitsing geschiedt een-gratieëring vandaan-van-bij
\ . .
[die-JHWH-van-Israël de-gods-onzer:
// \\ | .
om-te-doen-resteren voor-ons een-ontkoming,
// <> \
en-om-te-geven~aan-ons een-pin op-de-opstaanplaats-van
. . . . . .
[de-heiligheid-zijner;
/// \\ | .
en-om-te-doen-lichten de-welogen-onzer gods-onzer,
// // <> !
en-om-te-geven-ons vandaan-van-het-leven een-weinig
[in-de-heerdienst-onzer.
\ .
ja~heerdienaren (zijn)wij, 9
\\ |
en-in-de-heerdienst-jouwer,
// <> . . . . . .
niet verlaten-wij de-gods-onzer;
\ |' ☼
en-voorts-rekt-hij-uit~over-ons goede-gunst voor-de-vertegenwendiging-van
\\ \ / . .
[de-koningen-van PàRàS[41] om-te-geven~aan-ons vandaan-van-leven:
|| /// \\ |
om-verheven-te-doen-zijn enwel~het-huis-van de-gods-onzer
\ .
[en-tot-staan-te-doen-komen de-schroeidroogten-zijner,
\ .
en-om-te-geven~aan-ons een-ommuring,
<> !
in-JeHuWDáH en-in-JeRuWSháLáieM.
=
// // <> . . . . .
welnu wat?~zijn-wij-aan't-zeggen gods-onzer laat-aan-achter~dit; 10
// <> !
ja wij-verlaten de-geboden-jouwer.
\ . .
die jij-gebiedt:
EZRA 9
\\ \ ¬ ,
met-de-hand-van de-heerdienaren-jouwer de-profeten om-te-zeggen
. .
het-land:
\\ /// | .
waar jullie komende(zijn) om-weg-te-vangen-dat,
/// | .
een-land afstotelijk (is)het,
<> \
door-het-afstotelijke-van de-genotenvolken-van
. . . . . .
[de-landen;
. .
door-de-gruwelijkheden-hunner:
// // // <> !
waarvan zij-het-vol-doen-zijn van~mond naar-mond
[door-besmettingen-hunner.
|| || \ . .
en-welnu de-stichtdochters-jelieder zijn-jullie-niet~aan't-geven 12
[aan-de-stichtzonen-hunner:
| \
en-de-stichtdochters-hunner zijn-jullie-niet~hoog-heen-aan't-dragen
.
[voor-de-stichtzonen-jelieder,
\\\ //
en-niet-zijn-jullie~aan't-wegvangen de-vrede-hunner
<> . . . . . . . . .
[en-het-goede-hunner tot~wereldlang;
\ . .
ter-toebuiging-daaraan-dat jullie-hard-aan't-worden-zijn:
| \ .
en-voorts-zijn-jullie-aan't-eten enwel~het-goede-van het-land,
//
en-voorts-zijn-jullie('t)-aan't-wegvangen
<> !
[voor-de-stichtkinderen-jelieder tot~wereldlang.
| \ .
en-laat-aan-achter al-af~het-gekomene over-ons, 13
\\ | .
door-de-maaksels-onzer de-kwade,
<> . . . . .
en-door-de-schuld-onzer groot;
\ \ . .
ja jij gods-onzer:
/// \\ | .
jij-houdt-terug het-neer-gerekt-worden
[vandaan-van(vanwege)-het-geontwricht-onzer,
// // <> !
en-jij-geeft-! aan-ons een-ontkoming als-deze.
EZRA 9,10
| \ .
zijn-wij-aan't-terugkeren? om-te-honen de-geboden-jouwer, 14
/ .
en-om-ons-te-verbruiden,
// <> . . . . . .
in-genotenvolken gruwelijk (als)deze;
/// \\ | .
niet? ben-jij-aan't-neuswalgen~van-ons tot-al-af-worden-toe,
// <> !
om-geen restant en-ontkomen.
~
|| /// | \ .
jij-JHWH-van-Israël gods-van JieSseRáAéL rechtvaardig (ben)jij, 15
// <> \ . . . . . .
ja~wij-resteren (als)een-ontkoming zoals-de-dag (nl.)deze;
/// \\ | .
kijk-hier-wij voor-de-vertegenwendiging-jouwer in-de-verschulding-onzer,
\ // // <> !
ja geen om-staande-te-blijven voor-de-vertegenwendiging-jouwer om~dit.
~
/// | .
en-zoals-zich-uitspreekt NgèZeRáNg en-zich-behandklapte~hiermee, 10.1
| .
wenende en-zich-vallen-latend,
<> \ . . . . . .
voor-de-vertegenwendiging-van het-huis-van gods;
☼ \\ / \
worden-zij-verzameld tot-hem vandaan-van-JieSseRáAéL een-afstemming
. .
machtig~veel:
/// | .
manmenselijken en-vrouwmenselijken en-borelingen,
// <> !
ja~zij-wenen het-genotenvolk veel~geween.
=
☼ \\ /
envoorts-buigt-zich-toe SheKhàNeJáH stichtzoon-van~JeChieJAéL 2
/// | \ .
[vandaan-van-de-stichtkinderen-van NgéWLáM en-voorts-zegt-hij tot-NgèZeRáNg,
\ .
wij-overtreden bij-de-gods-onzer,
EZRA 10
// // <>
en-voorts-doen-wij-zitten vrouwmenselijken waargenomenen[42]
\ . . . . .
[vandaan-van-de-genotenvolken-van het-land;
// // <> !
en-welnu er-is~spanninge[43] voor-JieSseRáAéL om~dit.
\ \ ☼
en-welnu wij-zijn-aan't-afscheiden~een-zuivergang voor-de-gods-onzer 3
\\ / ///
[om-te-doen-uittrekken al-af~de-vrouwmenselijken en-het-gebaarde
| \ .
[vandaan-van-hen op-de-raad-van de-machtiger-mijns,
<> \ . . . . . . .
en-de-huiverenden bij-het-gebod-van de-gods-onzer;
<> !
en-naar-de-uitleg is-het-aan't-gemaakt-worden.
// // <> \ . . . . .
sta-op ja~op-jou (is)de-inbreng en-wij(zijn) genoot-met-jou; 4
<> !
volhard en-maak('t).
~
\ |' \
en-voorts-staat-op NgèZeRáNg en-voorts-doet-hij-zich-bezevenen 5
☼ \\ / . .
[enwel~de-vorsten-van de-priesters de-LeWieten en-al-af~JieSseRáAéL:
// // <> !
om-('t)te-maken naar-de-inbreng (nl.)deze en-voorts-bezevenen-zij-zich.
\ . .
en-voorts-staat-op NgèZeRáNg: 6
| \ .
vandaan-van-voor het-huis-van gods,
|| <> \
en-voorts-gaat-hij naar~de-zitplaats-van JeHóWCháNáN
EZRA 10
. . . . . . .
[stichtzoon-van~AèLieJáShieJBh;
\ . .
en-voorts-gaat-hij daarheen:
/// | .
brood eet-hij~niet en-water drinkt-hij~niet,
// <> // !
ja treurend over~de-overtreding-van de-ontmanteling[44].
=
\\ / \ . .
en-voorts-doen-zij-oversteken een-stem in-JeHuWDáH en-JeRuWSháLàieM: 7
| \ .
voor-al-af de-stichtkinderen-van de-ontmanteling,
<> !
om-te-doen-verzamelen JeRuWSháLáJieM.
☼ \\ / \ . .
en-al-af wie niet~aan't-komen-is op-de-derde-van de-dagen: 8
/// | .
naar-de-raad-van de-vorsten en-de-baardouden,
<> . . . . .
in-de-ban-gedaan-aan't-worden-is al-af~het-gehechte-aan-hem;
// <> //
en-hij hij-is-afgesplitst-aan't-worden vandaan-van-de-afstemming-van
!
[de-ontmanteling.
=
\ ☼
en-voorts-verzamelen-zich al-af~de-menselijken-van~JeHUWDáH 9
\\ / \ . .
[en-BieNeJáMieN in-JeRuWSháLàieM op-de-derde-van de-dagen:
// // <> \ . . . . . . . . . .
het(is) nieuwmaand negen op-de-twintigste-van de-nieuwmaand;
\ . .
en-voorts-zitten-zij – al-af~het-genotenvolk:
| \ .
op-de-wijdte-van het-huis-van gods,
// <> !
rillend over~de-inbreng en-vandaan-van(vanwege)de-plasregens.
\\ /// | \ .
en-voorts-staat-op NgèZeRàNg de-priester en-voorts-zegt-hij tot-hen, 10
\ .
jullie jullie-overtreden,
EZRA 10
<> \
en-voorts-doen-jullie-zitten vrouwmenselijken
. . . . . . . . . . . . . . . .
[(die)waargenomen(worden)[45];
<> // !
om-te-doen-toevoegen op~de-schuld-van JieSseRáAéL.
. .
en-welnu: 11
// // //
geeft behandklapping aan-die-JHWH-van-Israël
<> \ . . . . . . . . .
[de-gods-van~de-omvamenden-jelieder en-maakt wat-genadigt-hem;
| \ .
en-splitst-jullie-af vandaan-van-de-genotenvolken-van het-land,
<> !
en-vandaan-van~de-vrouwmenselijken (die)waargenomen(worden.
\\\ / <>
en-voorts-buigen-zij-zich-toe – al-af~de-afstemming en-voorts-zeggen-zij 12
\ . . . . . .
[een-stem groot;
// // <> !
vastzo naar-de-inbreng-jouwer over-ons om-te-maken.
|| // | \ .
treurig-genoeg(is) het-genotenvolk veel en-het-tij-van plasregens, 13
// <> \ . . . . . . . . . . .
en-geen kracht om-staande-te-blijven op-het-straatbuiten;
. .
en-het-bodewerk:
/// | \ .
(is)niet~voor-een-dag een-één-enkele en-niet voor-een-andertweede,
// <> // !
ja~velen-zijn-wij om-afvallig-te-zijn in-een-inbreng (als)deze.
\ ☼
aan't-staande-blijven-zijn~dan-toch de-vorsten-onzer 14
|| \ \ . .
[voor-al-af~de-afstemming en-al-af wie(is) in-de-steden-onzer:
|| // / | |
die-doet-zitten vrouwmenselijken (die)waargenomen(zijn) is-aan't-komen
\ .
[op-tij(d)en kalenderbepaald,
// // <> . . . . . . . .
en-genoot-met-hen baardouden-van~stad na-stad
[en-de-regelstellers-daarvan;
☼ || // \\ |
tot om-te-doen-omkeren de-gloed-van de-neuswalging-van~de-gods-onzer
EZRA 10
.
[vandaan-van-ons,
<> // !
tot om-de-inbreng (nl.)deze[46].
~
\ \\\ // //
dus JóWNáTáN stichtzoon-van~NgæSsáAéL en-JàCheJáH 15
<> \ . . . . . .
[stichtzoon-van~TieQeWáH blijven-staan hier-op;
// // !
en-MeShoeLLáM en-ShàBheTàJ helpen-hen.
¬ \ ,
en-voorts-maken~vastzo de-stichkinderen-van de-ontmanteling 16
☼ \\ / \\
en-voorts-splitsen-zich-af NgèZeRáA de-priester (en)de-menselijken
\\\ // //
[de-eerstleden-van de-omvamenden voor-het-huis-van
<> \
[de-omvamenden-hunner en-de-al-afheid-hunner
. . . . . .
[bij-namen;
. .
en-voorts-zitten-zij:
/// | \ .
op-een-dag -één-enkel aan-nieuwmaand tien,
<> !
om-na-te-vragen de-inbreng.
\ .
en-voorts-maken-zij-al-af bij-de-al-afheid, 17
|| <> \ . . . . . . . . . . . .
menselijken die-doen-zitten vrouwmenselijken (die)waarneembaar(zijn);
// // <> // !
tot dag één-enkel aan-nieuwmaand de-eerste.
~
| \ .
en-voorts-wordt-er-gevonden vandaan-van-de-stichtkinderen- van de-priesters,18
// <> . . . . . . . . . . . .
die doen-zitten vrouwmenselijken (die)waarneembaar(zijn);
| /// |
vandaan-van-de-stichtkinderen-van JéShuWàNg stichtzoon-van~JóWTsáDáQ
EZRA 10
.
[en-de-broederverwanten-zijner,
| .
MàNgæSséJáH en-AêLieJNgèZèR,
<> !
en-JáRieJBh en-GeDàLeJáH.
// <> \ . . . . . . .
en-voorts-geven-zij de-hand-hunner om-te-doen-uittrekken 19
[de-vrouwmenselijken-hunner;
// <> !
en-schuldig-zijnde een-reebok-van~het-voorttrekvee over~de-schuld-hunner.
=
\ .
en-van-de-stichtkinderen-van AieMMéR, 20
<> !
ChæNáNieJ en-ZeBhàDeJáH.
=
<> . . . . .
en-vandaan-van-de-stichtkinderen-van CháRáM; 21
/// | .
MàNgæSséJáH en-AéLeJJáH en-SheMàNgeJáH,
<> !
en-JeChieJAéL en-NgoeZieJJáH.
<> . . . . . . .
en-vandaan-van-de-stichtkinderen-van PàSheChuWR; 22
/// | \ .
AèLeJóWNgéJNàJ MàNgæSséJáH JieSheMáNgéAL NeChàNeAéL,
<> !
JóWBáD en-AèLeNgáSsáH.
=
. . . . . . .
en-vandaan-van-de-stichtkinderen-van de-LeWieten; 23
\ . .
JóWBháD en-ShieMeNgieJ:
| \ .
en-QéLáJáH hij(is) QeLieJTháA,
// !
PeTàCheJáH en-AèLieJNgèZèR.
=
<> . . . . . . .
en-vandaan-van-de-zangers AèLeJáShieJBh; 24
EZRA 10
.
en-vandaan-van-de-poorters,
// <> !
ShàLLoeM en-TháLèM en-AuWRieJ.
=
. . . . .
en-vandaan-van-JieSseRáAéL; 25
\ |' ☼ ///
vandaan-van-de-stichtkinderen-van PàReNgoSh RàMeJáH en-JieZZieJJáH
| \ .
[en-MàLeKieJJáH en-MieJMieN en-AèLeNgáZáR,
<> !
en-MàLeKieJJáH en-BeNáJáH.
=
<> . . . . .
en-vandaan-van-de-stichtkinderen-van NgéLáM; 26
/// | \ .
MàTTàNeJáH en-ZeKhàReJáH en-JeChieJAéL en-NgàBNheDieJ,
<> !
en-JeRéMóWT en-AéLieJJáH.
=
<> . . . . . .
en-vandaan-van-de-stichtkinderen-van ZàTTuWA; 27
/// | \ .
AèLeJóWNgéNàJ AèLeJáShieJBh MàTTàNeJáH en-JeRéMóWT,
<> !
en-ZáBháD en-NgæZieJZáA.
=
<> . . . . .
en-vandaan-van-de-stichtkinderen-van BhéBháJ; 28
// <> // !
JeHóCháNáN ChæNàNeJáH ZàBàJ NgàTeLieJ.
=
<> . . . . .
en-vandaan-van-de-stichtkinderen-van BáNieJ; 29
<> | .
MeShoeLLáM MàLLuWK en-NgæDáJáH,
<> // !
JáShuWBh en-SheAáL en-JeRáMóWT.
=
EZRA 10
// // <> \ . . . . .
en-vandaan-van-de-stichtkinderen-van PàTàCh MóWAáBh NgàDeNáA en-KheLáL;30
/// | \ .
BheNáJáH MàNgæSséJáH MàTTàNeJáH BeTsàLeAéL,
<> !
en-BieNNuWJ en-MeNàShShèH.
<> . . . . .
en-de-stichtkinderen-van CháRáM; 31
\\\ // <> // !
AèLieJNgèZèR JieShShieJJáH MàLeKieJJáH SheMàNgeJáH ShieMeNgóWN.
// <> !
BieNeJáMieN MàLLuWK SheMàReJáH. 32
<> . . . . . .
vandaan-van-de-stichtkinderen-van CháSháM; 33
// / | \ .
MàTteNàJ MaTTàTTáH ZáBháD AèLiePhèLèTh,
// <> !
JeRéMàJ MeNàShShèH ShieMeNgieJ.
=
\ .
vandaan-van-de-stichtkinderen-van BháNieJ, 34
// <> !
MàNgàDàJ NgàMeRáM en-AuWAéL.
=
// <> !
BeNáJáH BhéDeJáH KeLoeHJ. 35
// <> !
en-NeJáH MeRéMóWT AèLeJáShieJBh. 36
// <> !
MàTTàNeJáH MàTTeNàJ en-JàNgæSháW. 37 // <> !
en-BháNieJ en-BieNNuWJ ShieMeNgieJ. 38
// <> !
en-ShèLèMeJáH en-NáTáN en-NgæDáJáH. 39
// <> !
MàKheNàDeBhàJ SháSháJ SháRáJ. 40
// <> !
NgæZàReAéL en-ShèLèMeJáHuW SheMàReJáH. 41
// <> !
SsàLLuWM AæMàReJáH JóSéPh. 42
=
<> . . . . . .
vandaan-van-de-stichtkinderen-van NeBhóW; 43
/// | \ .
JeNgieJAéL MàTTàTeJáH ZáBháD ZeBhieNáA,
EZRA 10
// <> !
JàDDàW en-JóWAéL BeNáJáH.
|| <> \ . . . . . . . . . . . .
al-af~deze dragen-hoog-heen vrouwmenselijken (die)waarneembaar(zijn); 44
\ \ .
en-er-zijn vandaan-van-hen vrouwmenselijken,
<> !
en-voorts-stellen-zij stichtkinderen.
1
[1] De naam NgèZ’RáA betekent: hulp.
[2] = Cyrus
[3] = Perzië
[4] Het stamwoord van het hier gebruikte Hebreeuwse werkwoord is KoL (zie uitvoeriger in de Nederlandse woordenlijst), dat meestal met alles of allen vertaald wordt, maar tegelijk ook volledigheid en volmaaktheid aanduidt, hetgeen in het Nederlands met het ‘af’ kan worden weergegeven. Het gaat in deze tekst dus om het al-af-worden van een inbreng van JHWH. En dat is wat anders dan het vervuld worden van zo’n inbreng(woord, zoals meestal , maar onvolledig wordt vertaald). Die inbreng is niet ‘af’ zonder dat die ook plaats grijpt., pas dan is zo’n inbreng volledig (algeheel) een inbreng van JHWH.
[5] Het Hebreeuwse werkwoord BáNáH, dat meestal met ‘bouwen’ wordt vertaald, betekent veeleer ‘stichten’. Er kan niet zomaar gebouwd of herbouwd worden, dit huis moet voor de tweede keer gesticht worden. En het wordt gesticht op last van en met de goedkeuring van de leider van het Perzische Imperium van Cyrus. Dat wil dus zeggen: niet de wens en het eventuele vermogen van de terugkerende Joodse geloofsgemeenschap is hier bepalend, maar de opdracht van Cyrus. Zo en niet anders wordt de inbreng van JHWH via Jeremia ‘al-af’. Zo is Cyrus ook door de profeet Jesaja reeds gekwalificeerd. Ook een latere herbouw van de tempel geschiedt steeds onder auspiciën van de naties. De naties spelen sinds de ballingschap een beslissende rol in de geschiedenis van Israël volgens profetisch inzicht. Ook in Jezus’ tijd en ook daarna tot op de dag van vandaag. En wat dienen die naties mogelijk te maken (dus niet Israël zelf, niet de wereldwijde Joodse geloofsgemeenschap)? Het (wederom) stichten van een tempel in Jeruzalem. Of dat ook door de Joodse gemeenschap werkelijk wordt gerealiseerd is weer een andere zaak. Want de (verenigde) naties bouwen niet zelf!
[6] Vergelijk in het Nederlands: ieder-een.
[7] Vergelijk het Nederlandse ‘hoogmogende’.
[8] Bedeodl: alles en iedereen die opgaat.
[9] Bedoeld: de ‘ontmantelden’ , nt zoals het woord ‘vergadering’ ook (en vaak) de ‘vergaderden’aanduidt. Meestal wordt dit woord met ‘ballingschap’vertaald, maar het Hebreeuwse woord beschrijft deze ballingen, als mensen die volstrekt aan vreemde machten zijn overgeleverd en zichzelf niet (meer) kunnen weren. Het zijn óntmantelden’, zoals we in het Nederlands spreken van vestigen die ontmanteld kunnen worden.
[10] Hier staat een Hebreeuws woord (GóWLáH) dat meestal met ‘ballingschap’ wordt vertaald, maar de basisbetekenis van het werkwoord, waarvan het is afgeleid, is ‘zich ontdoen van’, ‘zich bloot geven’. Het Nederlandse ‘ontmantelen’ heeft de reikwijdte en de strekking om dit hebreeuwse stamwoord met zijn afleidingen weer te geven.
[11] Hiervan is in TeNaKh voor het eerst sprake in Ex.28:15-30. Het gaat om zaken die de priesters helpen om tot juiste beslissingen te komen: dat kunnen specifieke – stenen geschreven? – geschreven teksten zijn, een soort handboek dus, maar het zouden ook andere attributen kunnen zijn om orakels van af te lezen. We laten beide begrippen onvertaald.
[12] = allen die met elkaar afgestemd hadden; de kern van dit woord (QáHàL, dat we herkennen in het Jiddische kehille) is het woord voor stem, QóWL. Net als b.v. het Nederlandse vergadering, zowel het vergaderen als de vergaderden kan betekenen, betekent dit hebreeuwse woord zowel de afstemming op elkaar als de op elkaar afgestemden.
[13] = waarschijnlijk ongeveer tien duizend.
[14] = waarschijnlijk ongeveer duizend.
[15] Nl. aan de tempeldienst
[16] vgl. het Nederlandse ‘breekt aan’.
[17] Vergelijk in het Frans ‘argent’.
[18] = Sidonieërs en Tyrieërs.
[19] Dit woord komt alleen hier maar voor en is een leenwoord uit et Aramees.
[20] = Cyrus
[21] = Perzië.
[22] = degenen die gevangen waren
[23] Mogelijke zongen zij psalm 118.
[24] = Perzië
[25] Een Aramees leenwoord, dat alleen hier maar voorkomt.
[26] Ook een Aramees leenwoord, dat alleen hier maar voorkomt.
[27] Ook een Aramees leenwoord dta alleen hier maar voorkomt. Het woord Targoem is daarvan afgeleid; daarmee worden de in het Aramees geschreven vrije vertalingen van TeNaKh aangeduid, die dateren uit de periode vanaf ongeveer 300 v.Chr tot 150 na Chr..
[28] Vanaf hier gaat het verhaal verder in het Aramees.
[29] = gebiedende wijs: ‘weest’.
[30] = toenemen.
[31] Vgl. ‘hardhandigheid’.
[32] Letterlijk: bouwt-het
[33] Hier begint, na het voorafgaande Aramese gedeelte, weer een gedeelte in het Hebreeuws.
[34] Hebreeuws PèSàCh
[35] Hebreeuws: PèSàCh
[36] = waarschijnlijk ongeveer een talent.
[37] Dit Aramese woord komt alleen hier maar voor.
[38] Vs 26 is de laatste regel die in het Aramees geschreven is; vanaf cs 27 is de tekst weer Hebreeuws.
[39] Meestal wordt dit Hebreeuwse woord met ‘mannen’ vertaald. Het is echter afgeleid (of in ieder geval afleidbaar) van het werkwoord ZáKhàR dat algemeen met ‘gedenken’ maar etymologisch samenhangt met een woord dat het beste met ‘haak’kan worden vertaald. Het werkwoord duidt geen vorm van ‘denken’ aan, maar van ‘handelen’ en wel ‘aanhaken bij’. Het hier gebruikte zelfst.naamwoord, duidt op het mannelijk orgaan, vandaar de vertaling ‘aanhaker’.
[40] Dezelfde uitdrukking vinden we in Num.1:17 en verder nog in de Kroniekenboeken.
[41] = Perzië.
[42] d,w,z, vrouwen die opvallen in een straatbeeld, dat betekende toen 'van buiten komend' ofwel vreemd. Het hier gebruikte Hebreeuwse woord is afgeleid van een werkwoord dat het beste met 'waarnemen' kan worden vertaald in al die betekenissen die het Nederlands heeft,
[43] Hier staat het Hebreeuwse woord MieQ'WèH. Het is verwant met het Hebreeuwse woord TieQ'WáH, dat meestal met 'hoop' wordt vertaald (het is het centrale woord in het eerste couplet van het volkslied van de staat Israël), maar van hetzelfde werkwoord is afgeleid als het eerst genoemde nl. QáWáH, dat met 'gespannen'zijn moet worden vertaald. De vertaling 'hoop'is (door de Joodse vertalers van toen) geüntroduceerd via de LXX door het daar met het Griekse woord 'elpis' te vertalen. Zo heeft dit Griekse woord zijn belangrijke plaats gekregen in het NT. Of het Nederlandse begrip 'hoop' ook het Griekse 'elpis'wel recht doet, is nog maar de vraag, Want juist in het latere Grieks zoals het zogenaamde 'koinè' betekent even dikwijls bezorgdheid en zelfs vrees. Dat is alleen verklaarbaar wanneer we achter het positieve (hoop) en het negatieve (bezorgdheid) een gemeenschappelijke kernbetekenis vermoeden – en daarvoor komt het Nederlandse 'gespannen zijn op'in aanmerking. Het is waarschijnlijk dat de Joodse vertalers van de LXX deze notie in hun keuze hebben verdisconteerd. Het eerstgenoemde, hier gebruikte, woord betekent meestal 'omspanning' in de zin van een vast omsloten geheel waar bv water (of een vatting voor een instrument). Zo komen we het tegen in o.a. in Gen.1:10. In het latere Hebreeuws is het woord voor het doopbassin bij de synagoge.
[44] In de zin van 'ontmantelden' – vergelijk het Nederlandse 'vergadering'.
[45] Ofwel die 'opvallen' – en opvallen wie vn buiten komen, wie daarom vreemd gevonden worden. Het Hebreeuwse woord is afgeleid van een werkwoord dat 'waarnemen'betekent, in vrijwel alle betekenissen van het Nederlandse woord.
[46] In de meeste vertalingen wordt hier uitgegaan van een overschrijffout: het woordje 'tot' (NgàD) wordt gelezen als 'op' (NgàL), dat dan weer uitgelegd wordt als 'omwille van' of 'vanwege'. Hier blijven we bij de tekst zoals die er staat en denken dat bedoeld is: tot deze inbreng geregeld is.