BeRéAShieJT IN (of: MET) EEN EERSTELING GENESIS 1
Dit is de vertaling van het Hebreeuwse woord, waarmee het eerste boek van de ToWRaH begint: BeRéAShieJT; en het is tegelijk de naam van dit bijbelboek in de Hebreeuwse bijbel. In de Christelijke bijbel is de naam Genesis gebruikelijk geworden; dat is de naam die dit Bijbelboek heeft gekregen in de oude, door Joden vanaf 300 v. Chr. in Alexandrië gemaakte Griekse vertaling van de Hebreeuwse bijbel.
Ook de andere vier boeken van de TóWRáH ontlenen hun naam in de Hebreeuwse bijbel aan het eerste woord.Veel woorden worden uitvoeriger besproken in de Nederlandse Woordenlijst (NWL)
……………./……………………………//… . . . .
in-een-eersteling(-sdaad)[1] stelt-zuiver[2] gods; 1.1
……..//……../……………………….//………..!
en-wel de-hemelhelften en-wel het-land .
………….. . .
en-het-land: 2
……………..//…..\\…\\…………. .
het-geschiedt warboel en-wanboel,
…….< >…………………………………….\………………………. . . . . .
en-duisternis op~de-vertegenwendiging-van de-warpoel;
……………..\………………… .
en-de-beluchter[3]-van gods,
……<>………………………………………….//……………………….. !
vibrerend[4] op-over~de-vertegenwendiging-van de-wateren.
………………..//….< >… ………….….\……….. . . .
en-voorts-zegt gods aan’t-geschieden[5] licht; 3
……………………………….. !
en-voorts-geschiedt licht.
……………….///..//……………………..< >…… . . . . . . . .
en-voorts-ziet gods en-wel~het-licht ja~goeddoende;
…………………..\…….. .
en-voorts-splitst gods, 4
…………….//………………< >…………………..//……………… !
onderscheidend het-licht en-onderscheidend de-duisternis.
…………………\\…….///…………………….|… .
en-voorts-roept gods voor-het-licht dag , 5
………………… < >…………..\………….. . . .
en-voor-de-duisternis roept-hij nacht;
………………………………….….//………………………………….………… < >………..
en-voorts-geschiedt~een-avond en-voorts-geschiedt~een-ochtend
………//………………… !
[een-dag een-enkel-éne.
~
………………..\……. .
en-voorts-zegt gods, 6
………………….//..….< >………………………\…………………… . . . . .
aan’t-geschieden pletwerk[6] in-het-midden-van de wateren;
………………….……\…………….…. .
en-aan’t-geschieden een-splitsing,
…………….//……….< >………………… !
onderscheidend wateren voor-wateren.
………..……….\………….¬ ……………………. ,
en-voorts-maakt gods en-wel~het-pletwerk 7
…………………. . .
en-voorts-splitst-hij:
…………….///….……….\\……………………| …………………………..\………
onderscheidend de-wateren die-zijn vandaan-van-de-drukplek
……………… .
[aan-het-pletwerk,
………………….\……………….. .
en-onderscheidend de-wateren,
.< >…………………………………….\..
die-zijn vandaan-van-het-bovenop
……………. . . . . .
[aan-het-pletwerk;
……………………………….. !
en-voorts-geschiedt-vastzo.
…………………\…….. _………………….< >……………………. . . . .
en-voorts-roept-gods voor-het-pletwerk helftenhemel; 8
…………………………………..….//…………………………………..……….< >………
en-voorts-geschiedt~een-avond en-voorts-geschiedt~een-ochtend
……….//………. !
[een-dag een-andere.
~
………………..\…… . .
en-voorts-zegt gods: 9
………….…………..\\………………. /……………………………………..»………………
aan’t-zich-omspannen[7] de-wateren vandaan-van-de-drukplek-van
………… ………\\………………….…..\…………………………… .
[de-helftenhemel naar~een-opstaanplaats[8] een-één-enkele,
…………………………….…< >……….. . . . .
en-aan’t-zich-laten-zien het-droge;
……………………….. !
en-voorts-geschiedt~alzo.
…………………\\…….///…………………….I.. .
en-voorts-roept gods tot-het-droge land, 10
……………………..//……………………< >…………\…………… . . . .
en-tot-de-omspanning-van de-wateren roept-hij zeeën;
………………..//..< >……….. !
en-voorts-ziet gods ja~goeddoende.
………………..\…… . .
en-voorts-zegt gods: 11
……………….»……….…….\\………….. .
aan’t-frisgroenen het-land frisgroen,
…»……..\…………….. .
kruid kiemende kiemsel,
….\……………../……… »………………….| ………………. .
boomhout vrucht makende vrucht voor-zijn-soort,
.//……………… < >……………… . . .
die kiemen~daarin op-het-land;
………………………………………. !
en-voorts-geschiedt-het~zo.
……………………………..\\………………/…….«………………\…….///……….< >……|
en-voorts-doet-uittrekken het-land frisgroen kruid kiemende kiemsel 12
………………… .
[voor-zijn-soort,
…….\\\…………….//………..//……//……………………< >………………. . . .
en-houtboom makend vrucht die kiemen~daarin voor-zijn-soort;
………………..//…< >……….. !
en-voorts-ziet gods ja~goeddoende.
………………………….…………..//……………………………..<>….………//……….
en-voorts-geschiedt~een-avond en-voorts-geschiedt~een-ochtend
……….<>………. !
[een-dag de-derde.
~
………………..\……. . .
en-voorts-zegt gods: 14
………………..///……..……..|……………\……………………………………. .
aan’t-geschieden lichters in-het-pletwerk[9]-van de-helftenhemel,
……………. . .
om-te-splitsen:
……………//………………< >………………….//……………. . . . .
onderscheidend de-dag en-onderscheidend de-nacht;
……………………………………………\\\..…………… ………….| …………………… .
en-voorts-zijn-ze-aan’t-geschieden voor-bewijzen
[en-voor-gemeenschapsordeningen[10],
……………..< >………… !
en-voor-dagen en-jaaranderingen.
…………………………………………….\\\..…………………….| \……………………… .
en-voorts-zijn-zij-aan’t-geschieden tot-lichters 15
[in-het-pletwerk-van de-hemelhelften,
…….<>…………………………… . . . .
om-licht-te-geven op-het-land;
…………………………………… !
en-voorts-geschiedt~alzo.
…………………..\……. .
en-voorts-maakt[11] gods, 16
…………………………//……………………..<>……………. . . . .
enwel~de-twee-anderen-van de-lichters de-grotere;
……………….\\\..……………………| ……………..\…………………………….. .
enwel~de-lichter de-grotere om-zich-vore-te-stellen[12] des-daags,
……………….\\\..…………………….| …………….//………………………….. .
enwel~de-lichter de-kleinere om-zich-vore-te-stellen des-nachts,
…..< >………. !
enwel de-sterren.
…………………//………………//….<>……………..\………………………. . . . . . . . .
en-voorts-geeft enwel-hen gods in-het-pletwerk-van de-helftenhemel; 17
……………………..<>…………………. !
om-het-doen-lichten op-het-land.
………………………………..| ………….\…………………. .
en-om-zich-vore-te-stellen op-de-dag en-in-de-nacht, 18
…………………. .
en-om-te-splitsen,
…………….//……………..<>……………………..\………………. . . . . . .
onderscheidend het-licht en-onderscheidend de-duisternis;
…………………//…<>……….. !
en-voorts-ziet gods ja~goeddoende.
…………………………………..….//…………………………………….……….< >……..
en-voorts-geschiedt~een-avond en-voorts-geschiedt~een-ochtend 19
……….//…………. !
[een-dag een-vierde.
~
………………..\……. .
en-voorts-zegt gods, 20
………….\…………………. .
aan’t-wemelen de-wateren,
……….<>…………………\…………………….. . . .
een-wemeling-van lichaamziel[13] die-leeft;
…………………….| …………..\…………………………….. .
en-gevleugelds aan’t-vliegen op-boven~het-land,
…………………………………..<>………………………….//…………………….. !
op-tegen~de-vertegenwendiging-van het-pletwerk-van de-helftenhemel.
…………………..……\… .. .
en-voorts-stelt-zuiver gods, 21
…………………..<>………… . . . .
en-wel~de-draken de-grote;
……\……………….…….\………………………..\…..…………….||…………..»……..\\…………
en-ook de-alafheid~lichaamziel die-leeft het-gekrioel zoals-die bewemelen
………/………………………… . .
[de-wateren voor-hun-soort:
….\\……………………………….\\\..…………………| ………………. .
en-ook de-alafheid[14] gevleugelds gevlerkt voor-hun-soort,
………………..//…<>………… !
en-voorts ziet gods ja~goeddoende.
……………….\\\……………//……………. . . . .
en-voorts-zegent-in gods om-te-zeggen: 22
………\………………… . .
vervrucht en-verveelvoudigt:
…………….\\\………………………………. \\…….| ………… .
en-doet-vol-worden enwel~de-wateren in-de-zeeën,
………………..<>………………………..\……………………………. !
en-het-gevleugelde aan’t-verveelvoudigen op-hetland.
………………………………………//………………………………………..……<>………
en-voorts-geschiedt~een-avond en-voorts-geschiedt~een-ochtend 23
……….//………. !
[een-dag de-vijfde.
~
………………..\……. . .
en-voorts-zegt gods: 24
………………………..\\…………………./……………….\\\..……………| ………………… .
aan’t-doen-uittrekken-is het-land lichaamziel die-leeft voor-haar-soort,
.//…………._……………………..-……………………….<>……………………. . . .
vee en-krioelgedierte en-levends-van~het-land voor-haar-soort;
………-………………………. !
en-voorts-geschiedt~zo.
………………….\……..»……………….\\………………………./…………………… . .
en-voorts-maakt gods enwel~levends-van het-land voor-zijn-soort: 25
…………………….| ………………. .
enwel~het-vee voor-zijn-soort,
…….//………………………………//…………………………….<>…………………………
enwel de-al-afheid-van krioelgedierte-van het-roodlingse[15] voor-ziin-
… . . .
[soort
………………..//..<>…………. !
en-voorts-ziet gods ja~goeddoende.
………………..\…….. .
en-voorts-zegt gods, 26
………….//……………_……………………..<>………………………………………………… . . .
aan’t-maken-wij roodling in-het-beeld-onzer als-overeenkomst-met-ons;
………..»…………………….\\………………../…………………..………//……………………
en-regeren[16]-zij bij-de-vis-van –de-zee en-bij-het-gevleugelde-van de-
……………. .
[helftenhemel,
…………………….|…………………………………………… .
en-bij-het-vee en-in-de-al-afheid-van~het-land,
………………………………………………..<>…………………………//………………. !
en-bij-de-al-afheid-van~het-krioelgedierte dat-krioelt op~het-land.
……………………..….\\.…..>>…………………………….| ……….………….. .
en-voorts-stelt-zuiver gods enwel~de-roodling in-het-beeld-zijner, 27
…………..//………….<>………………..…/…………. . . . . .
in-het-beeld-van gods stelt-hij-zuiver enwel-hem;
……..//……………..….<>……..………………….//………….. !
aanhakend[17] en-inboorbaar[18] stelt-hij-zuiver enwel-hen.
………………..\\………………………\\\.…:
en-voorts-zegent-in enwel-hen gods 28
………………..\\…………./…. . .
en-voorts-zegt tot-hen gods:
……………//………………………………….//………//…………………….<>..
weest-vruchtdragend en-wordt-veel en-vult enwel~het-land
……………………. . . .
[en-bewalkt[19]-het;
…………./………………. \\\.………………….| ………………………\…………………
en-regeert bij-de-vissen-van de-zee en-bij-het-gevleugelde-van
………..……… .
[de-helftenhemel,
………………………………………….…< >………………….//…………….. !
en-bij-de-al-afheid-van –het-leven het-gekrioel op~het-land.
………………………. . .
en-voorts-zegt gods: 29
………. »………\\…………../…………………………………………\………\…………. . .
kijk-hier ik-geef aan-jullie en-wel~de-al-afheid-kruid kiemend kiemsel:
………..|………………………………… \……………………………………………………… .
dat-wat(-is) op~de-vertegenwendiging-van de-al-afheid-van~het-land,
……………………………………………………….. – …………. //…………………….
en-ook~de-al-afheid-van~het-boomhout waar-in(-is) vrucht-van
…………< > …. \………. . . . . .
[boomhout kiemsel kiemend;
………. //………………………… <>…………. !
voor-jullie is’t-aan’t-geschieden tot-eten!
………………………………….\…………………….«…………………………………………….. |……………
en-voor-de-al-afheid~leven-van het-land en-voor-de-al-afheid~gevleugelde-van 30
………………… /…………………………….\………………….\……………… . .
[de-helftenhemel en-voor-de-al-afheid gekrioel op-het-land:
………..|………..\………………. .
waar-in een-lichaamziel levend(-is),
………………….. ………………………..//………………… < >…….. . . .
en-wel~de-al-afheid-van~het-gele-van~het-kruid tot-eten;
………………………..-…… !
en-voorts-geschiedt~zo.
…………………\\\.….. | ………………………………………. \………….. .
en-voorts-ziet gods en-wel~de-al-afheid-van-wat hij-maakt, 31
……………………. < >………….. . . . . .
en-kijk-eens~goeddoend machtig;
……..-………………………….….//………….…-……………………………. <> ………
en-voorts-geschiedt~een-avond en-voorts-geschiedt~een-ochtend
……….//……….. !
[een-dag een-zesde.
~
……………………………….//………………………………….//…………………<>…
en-voorts-worden-al-af-gemaakt de-helften-hemel en het-land 2.1
…………………………………………………… !
[en-de-al-afheid-van~de-schare-hunner.
…………………………….\\\.…..| ………….\……….. .
en-voorts-maakt-al-af gods op-de-dag de-zevende, 2
………………………<>………\……….. . . . . .
het-bodewerk-zijner dat hij-maakt;
………………………………| ……………\………. .
en-voorts-verstilt-hij op-de-dag de-zevende,
………………………………………………………………………. <>……..\………… !
vandaan-van-de-al-afheidvan~het-bodewerk-zijner dat hij-maakt.
………………..>………………. | ………………..\………. .
en-voorts-zegent-in gods enwel~de-dag de-zevende, 3
……………….<>……………………. . . .
en-voorts-heiligt-hij enwel-hem;
\………..>………………… | …………………………………………………………………………. .
ja op-hem verstilt-hij vandaan-van-de-al-afheid-van~het-bodewerk-zijner,
………//……………<>……………… !
dat~zuiver-stelt gods om-te-maken[20].
~
SEDER
..\…………………\\\……………………………………//………………..<>..
deze(zijn) de-baringen[21]-van de-helftenhemel en-het-land 4
……………………………………………….. . . . . . .
[bij-het-zuivergesteld-worden-van-hen;
………… . .
op-de-dag-van:
………//……………………………………//………<>….//…………………. !
het-maken-van die-JHWH-van-Israël gods land en-helftenhemel.
………..\…………………\………………………….. . .
en-de-al-afheid struikgewas-van het-veld: 5
fz…………………………………….\…………………. .
vers[22]-nog is’t-aan’t-geschieden in-het-land,
…………………………….//……………..<>………………//……………… . . . . . . .
en-de-al-afheid~kruid-van het-veld is-nog-vers aan’t-ontspruiten;
.f….\\……………../…………………..///…………………….|…………… .
ja niet doet‘t-regenen die-JHWH-van-Israël gods op~het-land,
……………\……………………….. .
en-een-roodling (is-er-)geen,
………………….<>………………………… !
om-te-heerdienen enwel~het-roodlingse.
…….<>…………………\……………………………………. . . . .
en-nevel is-aan’t-opgaan vandaan-van-het-land; 6
………………………………<>…………………………………………………………………….//………………
en-is-voorts-aan’t-drenken enwel~de-al-afheid-van~de-vertegenwendiging-van
………. !
[het-roodlingse.
………………………f…………….\\……………………/……………………… . .
en-voorts-vormt die-JHWH-van-Israël gods enwel~de-roodling: 7
…..| ……………………………. .
stof vandaan-van-het-roodlingse,
………………….//………………………….<>……………\…………………………..
en-voorts-blaast-hij in-de-walgneus[23]-zijner ademhaling[24]-van
. . . . . . .
[levenden;
………………………..//……….<>……………..//…………….. !
en-voorts-geschiedt de-roodling tot-lichaamziel levend.
………………… …………….\\\………………….//…………………………….<>……..
en-voorts-plant die-JHWH-van-Israël gods een-schutte~in NgéDèN 8
…………………… . . . . . . . . .
[vandaan-van-oostenvroeg;
…………………\………….. .
en-voorts-stelt-hij daar:
………………..<>………..//…….. !
enwel~de-roodling die hij-formeert.
………………………………… / ………………. \\\…….…………….. |
en-voorts-doet-uitspruiten die-JHWH-van-Israël gods 9
…………………………….. .
[vandaan-van-het-roodlingse,
……………………………….//………//……………………………..……….<>…………\……………..
de-al-afheid~boomhout begeerd-wordend voor-het-aanzien en-goeddoende
……… . . . . . . .
[voor-het-eten;
……………\\\…..………………… ….. | ……\………………………. .
en-de-houtboom-van het-leven temidden-van de-schutte,
…………….……………………………..<>…………….//………………………. !
en-een-houtboom-van de-volkènnis-van goeddoends en-kwaaddoends.
……………………….. | ……..\………………………………. .
en-een-blikkering[25] uittrekkend vandan-van NgéDèN, 10
…………..<>……………………… . . . . . .
om-te-drenken enwel-de-schutte;
…………………………….. | ………………………………………… .
en-vandaan-van-daar is-hij-zich-vaneen-aan’t-scheiden,
……………………………………………<>…………..//… !
en-voorts-is-hij-aan’t-geschieden tot-vier eerstdelen.
…….//……………………….<>………… . . . . . .
de-naam-van de-enkel-ene PieJShóWN; 11
.\…………… !
zij de-omsingelende:
>…………………………………………..//………………… .
enwel de-al-afheid-van~het-land ChæWieJLáH,
………<>…………… !
die~waar het-goud(is).
……………//………………..//………<>…… . . . . . . . . .
en-het-goud-van het-land nl.dit(is) goeddoende; 12
..//………….………<>……………….……//…….. !
daar(is) het-edelhars en-het-gesteente carneool.
…………………………………//………………<>……………………………….. . . . . .
en-de-naam-van de-blikkering de-andere(tweede) (is)GieJChóWN; 13
.\…… . .
zij omsingelend:
…..<>…………………………………..//….. !
enwel de-alafheid-van~het-land KuWSh.
…………./……………………\\\..…………………… | ……… .
en-de-naam-van de-blikkering de-derde (is)ChiDDèQèL, 14
.//………..< >………………….\……………… . . . . . . .
zij (is)de-gaande oostenvroeg-van AàShShuWR;
………….//………………………. | //………….. !
en-de-blikkering de-vierde zij (is)de-PheRáT[26].
………………..//……………….//…………………<>…………………….. !
en-voorts-neemt die-JHWH-van-Israël gods enwel~de-roodling; 15
………………..\………………………………………………….. .
en-voorts-leidt-hij-hem in-de-schutte-van~NgéDèN,
………………………………<>…………………………………………. !
om-te-heerdienen-haar en-om-waar-te-houden-haar.
……………………….. | …………\…………………… .
en-voorts-gebiedt die-JHWH-van-Israël gods, 16
……………………<>…………… . . . . . .
op-tegen~de-roodling te-zeggen;
…………………………..//………………………………………………………<>…..//……
vandaan-van-de-alafheid-van het-boomhout-van~de-schutte etend
……………………. !
[ben-jij-aan’t-eten.
………………………………………………………………../ ……………. | …\…………….
en-vandaan-van-de-houtboom-van~het-volkènnen-van goeddoends 17
………. .
[en-kwaaddoends,
..//…………………..<>………….. . . . . . .
niet ben-jij-aan’t-eten daarvandaan;
. .
ja:
………….//………..//………………………..<>…..//……..
op-de-dag-van jouw-eten daarvandaan stervend
………………………… !
[ben-jij-een-gestorvene aan’t-worden.
/………………….|…………..\…………………… .
en-voorts-zegt die-JHWH-van-Israël gods, 18
………..//………………………………..//……………….<>……………. . . . . . . . .
niet~goeddoende (is)het-geschieden-van de-roodling in-afzondering;
…………………………………………//………….<> ……………………………….!
ik-ben-aan’t-maken~voor-hem een-hulp voor(-gelegd-aan)-hem.
………………………☼ ……………\\…………………..<>………………………………. . .
en-voorts-formeert die-JHWH-van-Israël gods vandaan-van-het-roodlingse: 19
…………………………………..<……………………….| ………|
de-al-afheid-van~het-leven-van het-veld en-ook
………………………….\……………………. .
[de-al-afheid-van~het-gevogelte-van de-helftenhemel,
………………………………………….| ……………… .
en-voorts-doet-hij-‘t-komen naar~de-roodling,
………….<>………………………………………… . . . . . . .
om-te-zien wat~hij-aan’t-roepen-is~daaraan;
…………………………..☼ .\\……………………………………..§………..//……………………………//.
en-de-al-afheid-van wat aan’t-roepen-is~daaraan de-roodling een-lichaamziel
……………….<>…….//…………………..!
[(dan)geschiedt dat (tot)naam-zijner.
…………………\\…………../………. . .
en-voorts-roept de-roodling namen: 20
……………………………………………………..| ……………………….\…………………………. .
voor-de-al-afheid-van~het-gedierte en-voor-het-gevogelte-van
[de-helftenhemel,
………………..<>………………………….\………………… . . . .
en-voor-de-al-afheid-van het-leven-van het-veld;
………………||………………..//……………….<>……………………………….!
en-voor-roodling niet~vindt-hij een-hulp voor(gelegd-aan)-hem.
……………………………….☼ …………\\……………………\\\……………….//…………………..< > ……
en-voorts-doet-vallen die-JHWH-van-Israël gods een-verdoving[27] op~de-roodling21
……………… . . . . . . . .
[en-voorts-slaapt-hij;
……………….. . .
en-voorts-neemt-hij:
………………| …………………………………….. .
één-enkele vandaan-van-de-kanten-zijner,
…………………//………………<>…………………………….. !
en-voorts-sluit-hij het-vlees op-de-drukplek-harer.
……………………..☼ ………….//………………..\\\……………………//…………………//….
en-voorts-sticht die-JHWH-van-Israël gods enwel~de-kant~die hij-neemt 22
……………………………< >…………………….. . . . . . . . . . . .
[vandaan-van~de-roodling tot-een-vrouwmenselijke;
……………………………..<>……………………………… !
en-voorts-doet-hij-komen-haar naar~de-roodling.
…………………..¬ ……..:
en-voorts-zegt de-roodling 23
.……………….. . .
deze (voet-)stamp[28]:
|…………………………………………………………….. .
harde-bot vandaan-van-het-harde-bot-mijner,
……..<>………………………………………. . . . . .
en-vlees vandaan-van-het-vlees-mijner;
………….| ……………………\………………….. .
tot-deze is-hij-aan’t-roepen vrouwmenselijke,
//……………………………………<>………………………………………. !
ja vandaan-van-een-man-menselijke wordt-genomen~deze.
…………….| …………………………………………. .
om~vastzo is-aan’t-verlaten~een-manmenselijke, 24
……………………………<>……………………………………….. . . . . . . . . .
enwel~de-hem-omvamende[29] en-ook~de-hem-bemoederende[30];
……………………………………\…………………………………………………….. .
en-voorts-is-hij-aan’t-aankleven bij-de-vrouwmenselijke-zijner,
……………………………………………..<>…………………….//… !
en-voorts-zijn-zij-aan’t-geschieden tot-een-vlees één-enkel.
………………………///……………………….. | .. .
en-voorts-geschieden zij-andertwee naakt, 25
…….< >…………………………………………….. . . . .
de-roodling en-de-vrouwmenselijke-zijner;
……<>………………………………….. !
en-niet zijn-zij-elkaar-te-schande-aan’t-maken.
……………………………………| ………\………………….. .
en-het-waarzeggedrocht[31] geschiedt (als)een-slimmige, 3,1
………………………………………………………………| ……..\………………….. .
vandaan-van(anders-dan)-de-al-afheid-van het-leven-van het-veld,
.//….< >……………..\…………………. . . . .
dat maakt die-JHWH-van-Israël gods;
/……………………..| ……….\…………. .
en-voorts-zegt-hij naar~de-vrouwmenselijke,
///…….\…… .
dus ja~zegt gods,
..\……………………………. .
niet zijn-jullie-aan’t-eten,
…………………………<>…………………………………..//…………………. !
vandaan-van-de-al-afheid-van het-boomhout-van de-schutse.
………………..//…………………<>……………………………… . . . . . . . . . .
en-voorts-zegt de-vrouwmenselijke tot~het-waarzeggedrocht; 2
…………………………..//……………………………………………………<>………………………….. !
vandaan-van-de-vrucht-van het-boomhout-van~de-schutse zijn-wij-aan’t-eten.
………………………………….\……………………………… ¬ .\………………………………………………….,
en-vandaan-van-de-vrucht-van de-houtboom die(is) in-het-midden-van~de-schutse3
..\…. . .
zegt gods:
.///……………………………….| …………………… .
niet aan’t-eten-zijn-jullie vandaan-van-hem,
……..//………………………………<>………… . . . . .
en-niet zijn-jullie-aan’t-betasten op-hem;
………………………………………………. !
afwendend-dat~jullie-aan’t-sterven-zijn-toch.
………………..//………..< >……..……………………………….. . . . . . . . .
en-voorts-zegt het-waarzeggedrocht tot-de-vrouwmenselijke; 4
……….fz……………………………………… !
niet~stervend zijn-jullie-aan’t-sterven-toch.
/// ….\……………….. .
ja volkènnend(is) gods, 5
. .
ja:
……………………| ………………………\…………………………… .
op-de-dag-van het-eten-van-jullie vandaan-van-hem,
……<>………………………………………………… . . . . . . .
en-aangedaan-worden[32] de-wel-ogen-jelieder;
……………………………..| …… .
en-jullie-geschieden als-gods[33],
……<>………………………..//…………. !
volkènnenden[34]-van goed en kwaad.
…………………\……………|……………………..\……..☼ …….\\…………………../………….\\\
en-voorts-ziet de-vrouwmenselijke ja goed de-houtboom voor-eten en-ja 6
……………………………….\…………………… . .
[een-verlangen~(is)hij voor-de-wel-ogen:
…………///…………………………|………………………. . .
en-begeerd-is de-houtboom voor-de-onderwezenheid:
……………//……………………………………………….<>……………………..<>……
en-voorts-neemt-zij vandaan-vande-vrucht-zijner en-voorts-eet-zij
………………….\\\…………………………………………………….//………………………..<>
[en-voorts-geeft-zij ook~aan-demanmenselijke-harer genoot-mèt-haar
……………….. !
[en-voorts-eet-hij.
……………………………………./….| ………..\ ………………………………… .
en-voorts-worden-ontsloten de-wel-ogen-van hen-andertweeën, 7
……………………. .
en-voorts-volkènnen-zij,
//..< >……………. . . .
ja naakten (zijn)zij;
…………………………………………..|……..\………………………. .
en-voorts-naaien-zij-aaneen loofopgang-van een-vijg,
…………………//…………………..<>…. !
en-voorts-maken-zij voor-zich gordels.
………………..||…………………………..\\…………………..\\\…………………..//..
en-voorts-horen-zij enwel~de-stem-van die-JHWH-van-Israël gods 8
………….//………………….<>………………..\…………………….. . . .
[heengaande in-de-schutte voor-beluchting-van de-dag;
…………………………\\……………………./………………………………………………. . .
en-voorts-verschuilen-zich de-roodling en-de-vrouwmenselijke-zijner:
……………………………………………………………..|………….\………………….. .
vandaan-van-de-vertegenwendiging-van die-JHWH-van-Israël gods,
…………..<>…………………….//…………………………… !
in-het-midden-van het-boomhout-van de-schutte.
…………………//………………\……………………<>…………………<>……….
en-voorts-roept die-JHWH-van-Israël gods naar~de-roodling 9
………………..//………………<>………!
[en-voorts-zegt-hij aan-hem waar?-(ben)jij-toch.
………………..|…………………………………..//………< >…………….. . . . . . .
en-voorts-zegt-hij enwel~de-stem-jouwer hoor-ik in-de-schutte; 10
……………….//………………….//…………..<>……………………..!
en-voorts-zie-ik ja-een-naakte (ben)ik en-voorts-schuil-ik.
………………..||……….///..\…………………….
en-voorts-zegt-hij wie? legt-voor aan-jou, 11
//……….<>………….. . . .
ja een-naakte (ben)jij;
…………………………… . .
vandaan-van~de-houtboom?:
..\\\………………..//………………//………………………………………….<>….. !
waarvan ik-gebied-aan-jou zonder te-eten~vandaan-van-hem eet-jij.
……………….\\……….. . . . . . .
en-voorts-zegt de-roodling; 12
……………………………..| .\………….\……………………….. .
de-vrouwmenselijke die jij-geeft genoot-met-mij,
//……………………….//……………………………<>……………………………. !
zij zij-geeft~aan-mij vandaan-van-de-houtboom en-voorts-eet-ik.
………………..\\…………..\\\……………………//……………….< >……………………………..\.
en-voorts-zegt die-JHWH-van-Israël gods aan-de-vrouwmenselijke wat~dit 13
. . . . . . . .
[maak-jij;
………………../..|…….. .
en-voorts-zegt de-vrouwmenselijke,
…………….//……………………………………………….<>………………… !
het-waarzeggedrocht brengt-in-de-waan-mij en-voorts-eet-ik.
……………………☼ …………\\…………………….//……………………………….……..¬
en-voorts-zegt die-JHWH-van-Israël gods tot~het-waarzeggedrocht 14
.\………..\……..,
[ja jij-maakt dit
……..///…..| …………………………………………………………. .
vervloekt jij vandaan-vande-al-afheid-van~het-gedierte,
……………………………..<>…………………………..\……………………… . . . .
en-vandaan-van-de-al-afheid-van het-wildleven-van het-veld;
……………………..\…………………………….. .
op~de-romp-jouwer ben-jij-aan’t-gaan,
……..//……………………<>………………………………………..//……………………………. !
en-stof ben-jij-aan’t-eten de-al-afheid-van~de-dagen-van het-leven-jouwer.
……..\……………………………………. . .
en-vijandschap ben-ik-aan’t-zetten: 15
…………………………….|…………………..\………………… .
onderscheidend-jou en-onderscheidend de-vrouwmenselijke,
…………………//……………………………..<>…………………………\……….
en-onderscheidend het-kiemsel-jouwer en-onderscheidend
………………….. . . . . .
[het kiemsel-jouwer;
///……………………………………\………… .
zij is-aan’t-vermorzelen-jou het-eerstdeel,
…..<>………………………………//………………………… !
en-jij jij-bent-aan’t-vermorzelen-haar de-kwetshiel.
=
……………..\…………………….. . .
tot~de-vrouwmenselijke zegt-hij: 16
.///…………………………………………………… | ……………………………..\……..
veel-makend ben-ik-veel-aan’t-maken de-krenkbaarheid-jouwer
………………………………… .
[en-de-ontvangenis-jouwer,
……………<>……………………………………\…….. . . . . . . . . . .
met-gekrenktheid ben-jij-aan’t-baren stichtkinderen;
……………………………………………………..| ………………………………. .
en-naar~de-manmenselijke-jouwer (is)het-heenbenen-jouwer,
……<>……………………………<>…………………….. !
en-hij hij-is-zich-aan’t-vore-stellen~bij-jou.
=
…………….\………… . .
en-aan-roodling zegt-hij: 17
.\..\\\……………………..\……………………………………………. ,
ja jij-hoort op-de-stem-van de-vrouwmenselijke-jouwer
………………./…….| …………………………. .
en-voorts-eet-jij vandaan-van~de-houtboom,
.///……../……………………….| …. .
waarvan ik-gebied-aan-jou te-zeggen,
.//………………………<>……………………… . . . . .
niet ben-jij-aan’t-eten vandaan-van-hem;
……..///……………………….| …………………………………… .
vervloekt het-roodlingse bij-het-oversteken-van-jou,
……………………………| …………………… .
met-krenkbaarheid ben-jij-aan’t-eten-toch,
<>…………//……………………………… !
al-af de-dagen-van het-leven-jouwer.
..//…………………<>…………………..\…………………….. . . .
prikheester en-distel is-aan’t-uitspruiten voor-jou; 18
…………………….<>…………………….//……………….. !
en-voorts-eet-jij enwel~het-kruid-van het-veld.
………………..///………………/……………………| …….fz……………………… .
met-het-zweet-van de-walgneus-jouwer ben-jij-aan’t-eten brood, 19
///…………………..…………..| ……………… .
tot het-weerkeren-van-jou naar-het-roodlingse,
//……………………..<>………………… . . . . . .
ja vandaan-van-dat word-jij-genomen;
.-……\…………. .
ja~stof (ben)jij,
…………………….<>………………………………. !
en-naar-het-stof ben-jij-aan’t-terugkeren.
………………..\\\…………//……………..//…………………………………………….<>…………….. . . .
en-voorts-roept de-roodling de-naam-van de-vrouwmenselijke-zijner ChàWWáH;20
//.//………<>……………..//…………………………………… !
ja zij geschiedt (als)moederende-van al-af~het-leven.
……………………….☼…………..\……………………../………….\\\………
en-voorts-maakt die-JHWH-van-Israël gods voor-roodling 21
………………………………………..//………..//……………<>………………………………………..!
[en-voor-de-vrouwmenselijke-zijner lijfrokken-van vel en-voorts-bekleedt-hij-hen.
~
(einde van de eerste) SEDER
………………..\……………….\………………… . .
en-voorts-zegt die-JHWH-van-Israël gods: 22
……..///………………..| …………..| ……………\………………………………….. .
kijk-hier de-roodling geschiedt als-een-één-enkele vandaan-van-ons,
………………<>…………\……….. . . . . .
om-te-volkènnen goed en-kwaad;
…….\…………………………………………….\………………………… . .
en-nu afwendend-dat~hij-aan’t-zenden-is de-hand-zijner:
………………………………………| ///…………………………….\……………………… .
en-voorts-aan’t-nemen-is ook vandaan-van-de-houtboom-van de-levenden,
……………………….<>…………………………//……………… !
en-voorts-aan’t-eten-is en-voorts-leeft voor-wereld-lang.
………………..//………………………//………………….<>……………………………………………… . . . .
en-voorts-zendt-hem die-JHWH-van-Israël gods vandaan-van-de-schutte-van~ 23
[NgéDèN;
………………………….| ………………. .
om-te-heerdienen enwel~het-roodlingse,
.//……………<>…………………….. !
waar hij-genomen-was vandaan.
………………………//………………………. . . . . . . .
en-voorts-verdrijft-hij enwel~de-roodling; 24
………………………………………………☼ …………………………..\\………………..
en-voorts-doet-hij-voortwonen vandaan-van-het-oostenvroege
…………………./……………………………………………………….. . .
[voor-de-schutte-van~NgéDèN enwel~de-KeRuWBhieJM:
……\\……………..///…………………………..\\ | ………………. .
en-ook het-verzengende-van het-zwaard dat-zich-draait,
………..||………………………………….<>……………………….//…..………………!
om-waar-te-houden enwel~de-neemweg-van de-houtboom-van
[de-levenden.
=
…………. .
en-de-roodling, 4.1
………..<>………………………\…………………………………… . . . . . .
hij-volkènt enwel~ChàWáH de-vrouwmenselijke-zijner;
…………………….\\……….| ………………….\……………………….. .
en-voorts-ontvangt-zij en-voorts-baart-zij enwel~QàJieN,
……………………….☼……………//………….<>………………………………………….. !
en-voorts-zegt-zij ik-verwerf een-manmenselijke samen-met~
[die-JHWH-van-Israël.
………………..\………………………….. .
en-voorts-voegt-zij-toe om-te-baren, 2
…………………< >……………………………………………. . . . .
enwel~de-broederverwant-zijner enwel~HèBhèL;
…………………………………\\……..| ……….\………………………. .
en-voorts-geschiedt~HèBhèL (als)weider-van voorttrekvee,
…….||……………..<>…………..//…………………………… !
en-QàJieN geschiedt (als)heerdienaar-van het-roodlingse.
……………………….<>……………………………………….\…………… . . . . .
en-voorts-geschiedt-het vandaan-van-het-einde-van-dagen; 3
………………………..\\………../……………………………………\\\………………………//…………
en-voorts-doet-komen QàJieN vandaan-van-de-vruchten-van het-roodlingse
.<>……………………… !
[cijns voor-die-JHWH-van-Israël.
………\\…………………//……………..//…………………………..//………………
en-HèBhèL doet-komen ook~hij vandaan-van-de-voorsten[35]-van 4
………………..<>…………………………………………………………….. . . . . .
[het-voorttrekvee-zijner en-vandaan-van-het-netvet-hunner;
……………………….\………………. .
en-voorts-slaat-acht die-JHWH-van-Israël,
……..<>………………………………. !
op~HèBhèL en-op~de-cijns-zijner.
……………//………………………………<>………\……………….. . . . .
en-op~QàJieN en-op~de-cijns-zijner niet slaat-hij-acht; 5
……………………..///…………………\\…….| .. .
en-voorts-ontgloeit-het voor-QàJieN machtig,
……………….<>…………………………………………. !
en-voorts-valt[36] de-vertegenwendiging-zijner.
………………..//…………..<>……………………………. . . .
en-voorts-zegt die-JHWH-van-Israël tot~QáJieN; 6
.///…………………\…………………. .
voor-wat? ontgloeit-het voor-jou,
……< >…………….\………………………………………… !
en-voor-wat? valt de-vertegenwendiging-jouwer.
………..<>……………………………………………………………|.. .
is-er-niet? ware’t-dat~jij-goed-aan’t-doen-bent hoog-heen-draging, 7
……………………| ……\…… .
en-ware’t-dat jij-niet goed-aan’t-doen-bent,
………….<>……………………..\………………… . . . . . . . .
voor-de-opening is-verwaarding zich-legerende;
……………………….| ………………….. .
en-naar-jou-toe is-die-aan’t-heen-benen,
…..<>………………………………… !
en-jij jij-stelt-je-voor bij-hem.
……………….//……….<>……………….\……………………………………… . . . . . .
en-voorts-zegt(‘t) QáJieN tot~HèBhèL de-broederverwant-zijner; 8
…………………………….| ……………………………………..\…………….. .
en-voorts-geschiedt bij-het-geschieden-van-hen in-het-veld,
……………………….//…//………………..//………………………………………<>……
en-voorts-staat-op QáJieN naar~HèBhèL de-broederverwant-zijner
……………………… !
[en-voorts-vermoordt-hij-hem.
……………….///………………………………..| …… .
en-voorts-zegt die-JHWH-van-Israël tot~QáJieN, 9
.<>…………..\……………………………………… . . . . . .
waar(is)? HèBhèL de-broederverwant-jouwer;
………………..\\…….| .\………… .
en-voorts-zegt-hij niet volkèn-ik(-‘t),
………..//………………………………………………………….<>……. !
een-waarhoudende?-van de-broederverwant-mijner ik.
……………….<>………….\…. . . . . . .
en-voorts-zegt-hij wat? maak-jij; 10
……fz……………………\……………………………………………………………. .
de-stem-van de-roodsstortingen-van de-broederverwant-jouwer,
……………//…………………<>……………………………….. !
die-schreeuwen naar-mij vandaan-van~het-roodlingse.
………..<>…………\…. . . .
en-welnu vervloekt jij; 11
………………………………………….| .\…………….\……………………………… .
vandaan-van~het-roodlingse dat openspert enwel~de-mond-zijner,
…….//……………………………………//…………………………………..< >……………………………
om-aan-te-nemen enwel~de-roodsstortingen-van de-broederverwant-jouwer
……………………………………. !
[vandaan-van-de-hand-jouwer.
///……………………………………..| ……………….. .
ja jij-bent-aan’t-heerdienen enwel~het-roodlingse, 12
………………….………..\…………………………………………………….<>…………… . . . .
niet~is-het-aan’t-toevoegen om-te-geven~de-kracht-zijner voor-jou;
…..//…………………….<>…………………………………………..//……………….. !
in-opschudding en-fladderend ben-jij-aan’t-geschieden op-het-land.
GEN 4
……………….//…..<>…………………….. . . . . . . . . . .
en-voorts-zegt QáJieN tot~die-JHWH-van-Israël; 13
..//………………………………………..<>…………………………………………………………….. !
groot(is) het-zich-buigen-van-mij vandaan-van(anders-dan)-hoog-heen-draagbaar.
………….☼ …………..\\………………./……… . .
kijk-hier jij-verdrijft enwel-mij vandaag: 14
………………………| ……………………\…………………………… .
vandaan-van-op de-vertegenwendiging-van het-roodlingse,
……………………………………………..<>……………………………………… . . . . . . . .
en-vandaan-van-de-vertegenwendiging-jouwer
[ben-ik-mij-aan’t-versteken;
…………………………………………….//………………..///…………………………..|………….. .
en-voorts-ben-ik-aan’t-geschieden in-opschudding en-fladderend op-het-land,
……………………….//………………………………………………<>…………… !
en-voorts-geschiedt(dat) de-al-afheid-van~die-vinden
[aan’t-vermoorden-is-mij.
……………….\\\…………..\…………. . .
en-voorts-zegt aan-hem die-JHWH-van-Israël: 15
…………….| ……………………………………\………. .
om-vastzo de-al-afheid-~die-vermoordt QáJieN,
………..<>………………………….. . . . . . . . . . .
zevenpaar is-die-aan’t-gewroken-worden;
…………………\\……………///…………………………..\\…..| ……… .
en-voorts-stelt die-JHWH-van-Israël voor-QáJieN een-kenteken,
……..//………………………………………………………………..<>………………………….. !
om-zonder-te-zijn-van het-verslaan-van~enwel-hem al-af~die-vindt-hem.
………………..//………..<>………………………………………………………….\…………………
en-voorts-trekt-uit QáJieN vandaan-van-voor-de-vertegenwendiging-van 16
……….. . . . . . . . . . .
[die-JHWH-van-Israël;
……………….//………………………….<>……………………………………. !
en-voorts-zit-hij in-het-land~NóWD[37] oostenvroeg-van NgéDèN.
…………………..///….\\……| ……………………………………………. .
en-voorts-volkènt QáJieN enwel~de-vrouwmenselijke-zijner, 17
…………………….<>…………………………..\…………………………… . . . . . .
en-voorts-ontvangt-zij en-voorts-baart-zij enwel~ChæNóWKh;
…………………………………..| .\……………………. .
en-voorts-geschiedt-hij stichtende een-stad,
……………………………| ……..\………………… .
en-voorts-roept-hij de-naam-van de-stad,
……………<>……………………………………//………….. !
met-de-naam-van de-stichtzoon-zijner ChæNóWKh.
……………………………..///……………………………| ………………… .
en-voorts-wordt-gebaard voor-ChæNóWKh enwel~NgieRáD, 18
…………..||….<>……………………………… . . . .
en-NgieRáD baart enwel~MeChuWJáAéL;
…………………….. . .
en-MeChieJJáJéAL[38]:
…………..| …………………………. .
hij-baart enwel~MeTuWSháAéL,
……………………<>……//…………………… !
en-MeTuWSháAéL baart enwel~LáMèKh.
……………………………………//….<>……………………\….. . . . . . . . . . . . . .
en-voorts-neemt~voor-zich LáMèKh andertwee vrouwmenselijken; 19
…….///……………………………..| …… .
de-naam-van de-ene-enkele NgáDàH,
………….//…………………………..<>…………….. !
en-de-naam-van de-andertweede TsieLLáH.
………………..//…………<>………………. . . . . .
en-voorts-baart NgáDáH enwel~JáBháL; 20
.\………………. .
hij hij-geschiedt,
………………..||………………………//……………<>…………………….. !
(als)de-omvamende-van wie-zit-in een-tent en-van-verworvenheid.
………….//……………………………………………<>…………. . . . .
en-de-naam-van de-broederverwant-zijner JuWBháL; 21
.\………………. .
hij hij-geschiedt,
………………..||………………………………..//.<>…………. !
(als)de-omvamende-van al-af-wie-vat cister en-pansfluit.
…………….\……….. . .
en-TsieLLáH ook-zij: 22
…………..|……………\…………………. .
zij-baart enwel~TuWBhàL~QàJieN,
………||……………………………………………..//……<>……….. . . . .
het-wetten-lerend-aan al-af-wie-bewerkt koper en-ijzer;
………….//……………………………………………..<>…………………… !
en-de-zusterverwant-van TuWBhàL~QàJieN (is)NàNgæMáH.
………………..\\………./……………………………………………. . .
en-voorts-zegt LèMèKh tot-de-vrouwmenselijken-zijner: 23
……///…………\\……..| ..\…………………… .
NgáDáH en-TsieLLáH hoor-! de-stem-mijner,
…..\……………………………. .
vrouwmenselijken-van LèMèKh,
heb-oor-voor het-gezegde-van-mij;
.\…………///…………………………\\…….| …………………….. .
ja een-manmenselijke vermoord-ik om-de-wond-mijner,
……………<>………………………………… !
en-een-boreling om-de-striem-mijner.
//……………<>…………………………………….. . . .
ja zeven-voudig wordt-gewroken~QáJieN; 24
…….<>……….//…………….. !
en-LèMèKh zeventig en-zeven.
…………………….\\…….//……………………| ……………………………………………. .
en-voorts-volkènt roodling nogmalig enwel~de-vrouwmenselijke-zijner, 25
…………………\………………… .
en-voorts-baart-zij een-stichtkind,
…………………//…………………………………..<>…. . . . . .
en-voorts-roept-zij enwel~de-naam-zijner ShéT;
.\………….///………….| ………\………… .
ja voor-mij~zet gods een-kiemsel later,
…………….\………………… .
op-de-drukplek-van HèBhèL,
//.<>…………………………… !
ja hem-vermoordt QáJieN.
……………///……………..|………………………………… .
en-aan-ShéT ook~hem wordt-gebaard~een-stichtzoon, 26
………………..//…………………………………..<>……….. . . . . .
en-voorts-roept-hij enwel~de-naam-zijner AêNóWSh[39];
.\……………….. .
dan wordt’t-aangepakt,
…………..<>…………………..//………….. !
om-te-roepen bij-de-naam die-JHWH-van-Israël.
~
SEDER[40]
//………………. .
dit (is) het-staafboek-van, 5.1
……<>……………… . . . . . . . .
de-baringen-van roodling;
………. . .
op-de-dag-van:
…….///……….…………………| …….. .
het-zuiver-stellen door-gods van-roodling,
…………………//…………….<>…….//……………………. !
in-de-vergelijking-van gods maakt-hij enwel-hem.
.//…………………….<>……………………………. . . . .
aanhakend en-inboorbaar stelt-hij-zuiver-hen; 2
……………….\………………………… . .
en-voort-zegent-hij-in enwel-hen:
………………..///………………………………………….| … .
en-voorts-roept-hij enwel-de-naam-hunner roodling,
…………<>………………………………………..…………….. !
op-de-dag-van het-zuiver-gesteld-worden-van-hen.
=
………………….\….. . .
en-voorts-leeft roodling: 3
///…………………| ….. .
drie en-honderd jaarandering,
……………………………..//………………………………………………|
en-voorts-doet-hij-baren in-de-vergelijking-met-hem
………………………………. . . . .
[en-in-het-beeld-van-hem;
………………..//……………………………………<>……… !
en-voorts-roept-hij enwel~de-naam-zijner ShéT.
…………………………\……………………………. . .
en-voorts-geschieden de-dagen-van~roodling: 4
………..| ………………………………….\………………………. .
laat-na het-doen-baren-door-hem enwel-van~ShéT,
./……<>……. . . . . . . . . .
acht honderd jaarandering;
………………………………//…….<>……………………. !
en-voorts-doet-hij-baren stichtzonen en-stichtdochters.
…………………………||………………….///………………………| ………….. .
en-voorts-geschieden al-af~de-dagen-van roodling die~hij-leeft, 5
///……………….| .
negen honderd jaarandering,
…….<>…. . . . . . . . . . .
en-dertig jaarandering;
…………………………………….. !
en-voorts-wordt-hij-een gestorvene.
=
…………………………..||…//…<>…………………………..\………. . . . . . . . . . .
en-voorts-leeft~ShéT vijf jaaranderingen en-honderd jaarandering; 6
……………………………..<>…………………….. !
en-voorts-doet-hij-baren enwel~AæNóWSh.
…………………………. . .
en-voorts-leeft~ShéT: 7
………..|…………………………………..\………………………….. .
laat-na het-doen-baren-door-hem enwel-van~AæNóWSh,
.\…….. .
zeven jaaranderingen,
…..//……<>…….. . . . . . . . . . .
en-acht honderd jaarandering;
……………………………..//…….<>…………………… !
en-voorts-doet-hij-baren stichtzonen en-stichtdochters.
……………………………….| ……………………………….. .
en-voorts-geschieden al-af~de-dagen-van~ShéT, 8
///…| .. .
twaalf jaarandering,
…….//…….<>……… . . . . . . . . . .
en-negen honderd jaarandering;
……………………………….………….. !
en-voorts-wordt-hij-een-gestorvene.
=
………………..//………..<>…..<>………. . .. . . . . . . .
en-voorts-leeft AæNóWs negentig jaarandering; 9
……………………………..<>……………………. !
en-voorts-doet-hij-baren enwel~QéNáN.
………………..\………… . .
en-voorts-leeft AæNóWSh: 10
………..|………………………………….\………………………….. .
laat-na het-doen-baren-door-hem enwel~van-QéNáN,
///…….| .
vijf-tien jaarandering,
……//…….<>……… . . . . . . . . .
en-acht honderd jaarandering;
………………………………//…….<>…………………… !
en-voorts-doet-hij-baren stichtzonen en-stichtdochters.
……………………………….|……………….\…………………. .
en-voorts-geschieden al-af~de-dagen-van AæNóWSh, 11
..\.. .
vijf jaaranderingen,
……//……..<>……….. . . . . . . . . .
en negen honderd jaarandering;
……………………………..………….. !
en-voorts-wordt-hij-een-gestorvene.
=
………………..//…….. . .
en-voorts-leeft QéNáN: 12
..\……….. . . . . . . . . .
zeventig jaarandering;
……………………………..<>………………………………… !
en-voorts-doet-hij-baren enwel~MàHæLàLeAéL.
…………………\ ……. . .
en-voorts-leeft QéNáN: 13
………..| ………………………………….\……………………………………… .
laat-na het-doen-baren-door-hem enwel~van-MàHæLàLeAéL,
…\…….. .
veertig jaarandering,
……//……<>…….. . . . . . . . . . .
en-acht honderd jaarandering;
………………………………//………<>………………….. !
en-voorts-doet-hij-baren stichtzonen en-stichtdochters.
……………………………….|………………\………………….. .
en-voorts-geschieden al-af~de-dagen-van QéNáN, 14
..\…. .
tien jaaranderingen,
…….//……..<>…….. . . . . . . . . . .
en-negen honderd jaarandering;
……………………………….…………. !
en-voorts-wordt-hij-een-gestorvene.
=
…………………\…………………….. .
en-voorts-leeft MàHæLàLeAéL, 15
.//…<>………………………..\…….. . . . . . . . . .
vijf jaaranderingen en-zestig jaarandering;
……………………………..<>………………….. !
en-voorts-doet-hij-baren enwel~JáRèD.
………………..\…………………….. . .
en-voorts-leeft MàHæLàLeAéL: 16
………..|…………………………………..\………………………… .
laat-na het-doen-baren-door-hem enwel-van~JáRèD,
..\…… .
dertig jaarandering,
…..//……<>……… . . . . . . . . . .
en-acht honderd jaarandering;
……………………………..//…….<>…………………… !
en-voorts-doet-hij-baren stichtzonen en-stichtdochters.
……………………………….|……………….\……………………………. .
en-voorts-geschieden al-af~de-dagen-van MàHæLàLeAéL, 17
.///………………..| .
vijf en-negentig jaarandering,
……//……<>……… . . . . . . . . . .
en-acht honderd jaarandering;
……………………………….…………. !
en-voorts-wordt-hij-een-gestorvene.
=
……………………………..||.\\\……………………//……<>……………………….\
en-voorts-leeft~JáRèD andertwee en-zestig jaarandering en-honderd 18
. . . . . . . . . . .
[jaarandering;
……………………………..<>……………………….. !
en-voorts-doet-hij-baren enwel~ChæNóKh.
……………………………. . .
en-voorts-leeft~JèRèD: 19
…………| …………………………………..\……………………………. .
laat-na het-doen-baren-door-hem enwel~van-ChæNóWKh,
//…..<>……… . . . . . . . . . .
acht honderd jaarandering;
……………………………..//………<>…………………… !
en-voorts-doet-hij-baren stichtzonen en-stichtdochters.
……………………………….| …………………………………… .
en-voorts-geschieden al-af~de-dagen-van~JèRèD, 20
..///…………….| .
twee en-zestig jaarandering,
…….//…….<>……… . . . . . . . . . .
en-negen honderd jaarandering;
…………………………………………… !
en-voorts-wordt-hij-een-gestorvene.
~
………………….\\………… .
en-voorts-leeft ChæNóWKh, 21
.//……..<>….. . . . . . . . . .
vijf en-zestig jaarandering;
……………………………..<>…………………………….. !
en-voorts-doet-hij-baren enwel~MeTuWShèLàCh.
…………………\\…………………………../………………………… . .
en-voorts-gaat-voor-zich ChæNóWKh samen-met~gods: 22
………..| …………………………………\……………………………………….. .
laat-na het-doen-baren-door-hem enwel~van-MeTuWShèLàCh,
.//…<>………. . . . . . . . . . .
drie honderd jaarandering;
………………………………//……..<>………………….. !
en-voorts-doet-hij-baren stichtzonen en-stichtdochters.
………………………..<>…………………………………………… . . . . . .
en-voorts-geschieden al-af~de-dagen-van~ChæNóWKh; 23
.///…………..| .
vijf enzestig jaarandering,
………//..<>……….. !
en-drie honderd jaarandering.
………………..//………………………..<>……………………….. . . . .
en-voorts-gaat-voor-zich ChæNóWKh samen-met~gods; 24
……..||……………………………..………//……………….<>….. !
en-geenszins(is)-hij(er) ja weg-neemt enwel-hem gods.
~
………………..\…………………….. .
en-voorts-leeft MeTuWShèLàCh, 25
.\\\………….//………<>………………………\…………. . . . . . . . . .
zeven en-tachtig jaarandering en-honderd jaarandering;
………………………………<>…………………….. !
en-voorts-doet-hij-baren enwel~LáMèKh.
…………………\………………….. . .
en-voorts-leeft MeTuWShèLàCh: 26
…………| ………………………………….\……………………….. .
laat-na het-doen-baren-door-hem enwel-van~LáMèKh,
..///………………| .
twee en-tachtig jaarandering,
……//……..<>…….. . . . . . . . . . .
en-zeven honderd jaarandering;
……………………………..//…….<>…………………… !
en-voorts-doet-hij-baren stichtzonen en-stichtdochters.
……………………………….|……………….\…………………………….. .
en-voorts-geschieden al-af~de-dagen-van MeTuWShèLàCh, 27
///………………..| .
negen en-zestig jaarandering,
…….//…….<>……… . . . . . . . . . .
en-negen honderd jaarandering;
…………………………………………… !
en-voorts-wordt-hij-een-gestorvene.
~
………………………………||……\\\……….<>……….<>………………………\……….. . . . . . . . . .
en-voorts-leeft~LáMèKh twee en-tachtig jaarandering en-honderd jaarandering;28
…………………………….<>………………. !
en-voorts-doet-hij-baren een-stichtzoon.
……………….\\\……………………………………..//…….<>……… . . . . . .
en-voorts-roept-hij enwel~de-naam-zijner NoàCh te-zeggen; 29
…………///………………………………………………………………\\…………………|
hij-is-troost-aan’t-brengen-ons vandaan-van-de-maaksels-onzer
…………………………………….\………………………………. .
[en-vandaan-van-het-krenken-van de-handen-onzer,
…………………………….. .
vandaan-van~het-roodlingse,
//………..<>……………….. !
dat vervloekt[41] die-JHWH-van-Israël.
…………………………… . .
en-voorts-leeft~LáMèKh: 30
………..|…………………………………..\……………………….. .
laat-na het-doen-baren-door-hem enwel-van~NoàCh,
.///……………….| .
vijf en-negentig jaarandering,
…….//..<>……. . . . . . . . . . .
en-vijf honderd jaarandering;
……………………………..//…….<>…………………… !
en-voorts-doet-hij-baren stichtzonen en-stichtdochters.
……………………………….|……………………………………. .
en-voorts-geschieden al-af~de-dagen-van~LèMèKh, 31
///……………………| .
zeven enzeventig jaarandering,
……//……..<>…….. . . . . . . . . . .
en-zeven honderd jaarandering;
……………………………………………. !
en-voorts-wordt-hij-een-gestorvene.
=
…………………………………..||…………………………………..//..<>……. . . . . . . . . . .
en-voorts-geschiedt~NoàCh een-stichtkind-van~vijf honderd jaarandering; 32
…………………………\………. .
en-voorts-doet-baren NoàCh,
……………<>……………….//…………………… !
enwel~ShèM enwel!CháM en-enwel~JáPhèT.
……………………………..|……\………………….. .
en-voorts-geschiedt ja~aan-pakt’t de-roodling, 6.1
……..<>………………………………………………\………………………… . . . . . . . .
om-veel-te-worden op~de-vertegenwendiging-van het-roodlingse;
……..<>…………………………………..//………….. !
en-stichtdochters worden-gebaard voor-hen.
………………..\\\……………………………………….| ………………….\………………………………. .
en-voorts-zien de-stichtzonen-van~gods en-wel~de-stichtdochters-van de-roodling,2
//…<> …… . . . . .
ja goed(zijn) zij;
………………///……………………………….|.. .
en-voorts-nemen-zij-aan voor-zich vrouwmenselijken,
…………………………<>…………………..//…………… !
vandaan-van-de-al-afheid-van wie zij-verkiezen.
………………..\…………… . .
en-voorts-zegt die-JHWH-van-Israël: 3
…………………..\\……………………………………….///………………………..|…… .
niet~aan’t-machtigen[42]-is de-beluchting-mijner in-de-roodling
[voor-wereldlang,
………………….///..\. . . . .
bij-het-zijn-ook hij vlees;
……………\……………………….. .
en-geschieden de-dagen-zijner,
.//………………..<>…… !
honderd en-twintig jaarandering.
……||……………………..\……………………….¬ …………\……………. ,
de-opvallers[43] geschieden op-het-land in-de-dagen (nl.)die 4
……\………………………… . .
en-ook laat-hierna~vastzo:
..\\……………../…………………….\…………………………..|
waar aan’t-komen-zijn de-stichtzonen-van gods
……………….\………………………………… .
[naar~de-stichtdochters-van de-roodling,
…………………………<>…………….. . . . .
en-zij-zijn-aan’t-baren voor-zich;
\\\………………//……//…………………………..<>………………….//…………………………. !
zij de-heerbazen die (zijn) vanaf-de-wereldtijd de-menselijken-van de-naam.
~
………………..\……………. .
en-voorts-ziet die-JHWH-van-Israël, 5
//..//……………//……………..<>………………….. . . . .
ja veel het-kwaad-van de-roodling op-het-land;
……………………\\………………| …………..\…………………………………. .
en-al-af~de-vormsels-van de-berekeningen-van het-hart-zijner,
….//………………<>………………… !
alleen-maar kwaad al-af~de-dag.
……………………………..\……………. .
en-voorts-zoekt-troost die-JHWH-van-Israël, 6
……………//…………………….<>………………….. . . . .
ja~hij-maakt enwel~de-roodling op-het-land;
……………………..<>……………………………………… !
en-voorts-verkrenkt-hij-zich aan-het-hart-zijner.
………………..\………….. . .
en-voorts-zegt die-JHWH-van-Israël: 7
……………………..\\……………………….///………………..\\…………|
ik-ben-aan’t-wissen enwel~de-roodling die~ik-zuiver-stel
……………………….| ……………………//……………………….. .
[vandaan-van-op de-vertegenwendiging-van het-roodlingse,
………………………………..| ………… .
vandaan-van-roodling tot~gedierte,
………. <>……………………………………….\………………….. . . . . . . . . . . .
tot~het-krioelgedierte en-tot~het-gevogelte-van de-helftenhemel;
//…<>……………….//……………… !
ja troost-zoek-ik ja ik-maak-hen.
………||…….//……<>………………//……………………………. !
en-NoàCh vindt gratie in-de-wel-ogen-van die-JHWH-van-Israël. 8
~
SEDER
///……………..\…………………….. .
deze(zijn) de-baringen[44]-van NoàCh, 9
………//……………………………..//……………//………..<>……….
een-manmenselijke rechtvaardig volgaaf geschiedt-hij
……………………………………. . . . . . .
[in-de-(geboorte-)ronden-zijner;
………………….<>……………………………………… !
samen-met~gods gaat-voor-zch-heen~NoàCh.
………………………..//…….<>……….\.. . . . . . . . . .
en-voorts-doet-baren NoàCh drie stichtzonen; 10
……………<>………………..//………………….. !
enwel~ShèM enwel~CháM en-enwel~JáPhèT.
………………………………..//……………<>………………………………..\……………….. . . . . .
en-voorts-wordt-verdorven het-land voor-de-vertegenwendiging-van gods; 11
…………………..//…….<>……………………… !
en-voorts-is-vol het-land van-gewelddadigheid.
……………….\\\……//………………….<>…………………\………….. . . . . . . . .
en-voorts-ziet gods enwel-het-land en-kijk-hier het-is-verdorven; 12
………….\\\……………………………………….//……………………………………….<>……
ja~verdorven-doet-zijn al-af~het-vlees enwel~de-neemwegen-zijner
………….. !
[op-het-land.
=
………………..\\……/…………… . .
en-voorts-zegt gods tot-NoàCh: 13
……///………………………………….| .\………………………………………………….. .
het-einde-van al-af~het-vlees komt voor-de-vertegenwendiging-mijner,
.//………….//……………..<>……………………………………………………………… . . . . . .
vol-is het-land van-geweld
[vandaan-van(vanwege)-de-vertegenwendiging-hunner;
…………………….//…………………..<>…………………………… !
en-kijk-hier-mij die-verderft-hen samen-met~het-land.
..///…………..| …….\…………………………………………………. .
Maak voor-jou een-arke-van de-houtbomen-van~de-GoPhèR[45], 14
………..<>……………………………………..\…………………… . . . . .
(met)nestkamers ben-jij-aan’t-maken enwel~de-arke;
………………………………………….//……………………//………………………………..//………..
en-voorts-ben-jij-aan’t-betegenen enwel-haar vandaan-van-het-huisbinnen
…………………………………….<>…………………… !
[en-vandaan-van-het-straatbuiten met-tegenpek.
…..<>……….//.<>……………………………………… . . . . .
en-dit(is) hoe jij-aan’t-maken-bent enwel-haar; 15
.\\\…..\……… . .
drie honderd el:
…………///……………………. .
de-gestrektheid-van de-arke,
……..///……………………… .
en-vijftig el de-wijdte-harer,
…….//….<>…………………… !
en-dertig el de-opstand-harer.
………..\……………………………..\…………………. . .
doorglans[46] ben-jij-aan’t-maken voor-de-arke: 16
……………………..| ……………………….\…………………………………………………. .
en-naar~een-el ben-jij-aan’t-al-af-maken-dan vandaan-van-tot-boven-toe,
………..//…………………..<>………………………..\……………………….. . . . . . .
en-de-opening-van de-arke in-de-zijde-harer ben-jij-aan’t-zetten;
………………………//………………………..//………………………..//……………………….. !
een-drukplek-deel een-tweede-deel en-een-derde-deel ben-jij-aan’t-maken.
… . .
en-ik: 17
……………….☼ ……………..\\…………………………..//……….\\………| …………… .
kijk-hier-mij die-doe-komen enwel~de-vloed-van wateren op~het-land
………………..\……………………….. . .
om-te-verderven al-af~het-vlees:
………….| ……….\……………………. .
waar~in(is) beluchting-van de-levenden,
…………………………..<>……………….. . . . .
vandaan-van-de-drukplek-van de-zon;
……….//……………………………………..<>……………….. !
de-al-afheid-van wat(is)~op-het-land is-aan’t-uitblazen.
……………………..//……………………………………………………………………<>……………………. . . . . .
en-voorts-ben-ik-aan’t-doen-opstaan enwel~de-zuivergang-mijner 18
[samen-met-jou;
……………….| …………. .
en-jij-komt naar~de-arke,
||……………………………………//……………………………………………….//
jij en-de-stichtkinderen-jouwer en-de-vrouwmenselijke-jouwer
…………………………………………………………………………..<>…………………………. !
[en-de-vrouwmenselijken-van~de-stichtzonen-jouwer samen-met-jou.
………………………………………..☼…………………………………………………..||……\\\………..
en-vandaan-van-al-af~het-levende vandaan-van-al-af~het-vlees tweetallen 19
………………………….//………………………………………….//…………………..<>….
[vandaan-van-de-al-afheid ben-jij-aan’t-doen-komen naar~de-arke
……………\………………………… . . . .
[om-te-leven samen-met-jou;
.//………………….<>………………………………………. !
aanhaker en-inboorbare zijn-er-aan’t-geschieden.
…………………………………….\…………………………………. . .
en-vandaan-van-het-gevogelte voor-het-soort-zijner: 20
………………………………………………….| …………………….. .
en-vandaan-van-het-veegedierte voor-het-soort-zijner,
…………………………//……………………………//……………………………<>………….
vandaan-van-de-al-afheid-van het-krioelgedierte-van het-roodlingse
……………………… . . . . . .
[voor-het-soort-zijner;
..\\\……………………………………..//…………………………..//………………<>………….. !
tweetallen vandaan-van-de-al-afheid zijn-aan’t-komen naar-jou om-te-leven.
……\………………….. . .
en-jij neem~voor-je: 21
………………………………………….| ..\…………….. .
vandaan-van-al-af~het-eten dat aan’t-gegeten-worden-is,
……………………..//……………………………. . . . .
en-voorts-ben-jij-aan’t-inhalen naar-jou;
……………………………………………//………………//………………<>…….. !
en-voorts-is-het-aan’t-geschieden voor-jou en-voor-hen tot-eten.
………………….<>… . . . . . .
en-voorts-maakt NoàCh; 22
☼………………………………….\\………//………………//….<>…..//………. !
naar-de-al-afheid-van wat gebiedt enwel-hem gods vastzo maakt-hij.
=
……………….///……………………………….| ……… .
en-voorts-zegt die-JHWH-van-Israël aan-NoàCh, 7.1
………//……………………………..<>……………….. . . . . .
kom~jij en-al-af~het-huis-jouwer naar-de-arke;
……………….//…//……………..//……………………………………………………<>……
ja~enwel-jou zie-ik rechtvaardig voor-de-vertegenwendiging-mijner
……………………………………………..//…………. !
[vandaan-van-de-(geboorte-)ronde (nl.)deze.
………………………….\…………………………………..\ …………. . .
vandaan-van-de-al-afheid-van > het-gedierte (dat)rein(is): 2
…………………//….//………….<>……………\…………………………………………………. . . . . . .
neem~voor-jou zeven bij-zeven de-manmenselijke
[en-de-vrouwmenselijke-zijner;
……………………………………….||…☼ ……..\…..//……..//………….<>…………..//…………………
en-vandaan-van~het-gedierte als niet rein(is) dat een-tweetal de-manmenselijke
……………………………………… !
[en-de-vrouwmenselijke-zijner.
.\……………………………………\\\…………………….//………………..//………….<>…….\…………
ook vandaan-van-het-gevogelte-van de-helftenhemel zeven bij-zeven aanhaker 3
…….. . . . . . . . .
[en-inboorbaar;
……………………//…….<>…………………………………//………………………………… !
om-te-doen-leven kiemsel op~de-vertegenwendiging-van al-af~het-land.
..☼ ………\\………./………… . .
ja voor-dagen nogmalig zeven: 4
……….|……………..\………………………. .
ik(ben) doende-regenen op~het-land,
…\……….. .
veertig dagen,
…….<>…… . . . . . . .
en-veertig nachten;
……………………………………… . .
en-voorts-ben-ik-aan’t-wissen:
………………………………………………………..|..\……… .
enwel~de-al-afheid-van~wat-opstaat dat ik-maak,
…………………..<>……………………..//………………………… !
vandaan-van-op de-vertegenwendiging-van het-roodlingse.
…………………<>….. . . . . .
en-voorts-maakt NoàCh: 5
……………//……………………………..<>……………………… !
naar-de-al-afheid-van wat~gebiedt-hem die-JHWH-van-Israël.
……………☼ ………………………………………//…<>……… . . . . . . . . . .
en-NoàCh (is) een-stichtzoon-van~zes honderd jaarandering; 6
……………\………….. .
en-de-vloed geschiedt,
.<>…………………… !
wateren op~het-land.
………………..\…….. . .
en-voorts-komt NoàCh: 7
☼…………………………………………………………………………….\\\……
en-de-stichtzonen-zijner en-de-vrouwmenselijke-zijner
…………………………………………………………………………..//………………………<>…
[en-de-vrouwmenselijken-van~de-stichtzonen-zijner samen-met-hem
………….. . . . . .
[naar~de-arke;
………………………………………….<>………………………//……………………… !
vandaan-van-de-vertegenwendiging-van de-wateren-van de-vloed.
……………………………………….| ……. .
vandaan-van-het-gedierte (dat)rein(is), 8
……………………………………. .
en-vandaan-van-het-gedierte,
.//………..~…………. . . .
dat (is) geenszins rein;
……………\\…………………… .
en-vandaan-van-het-gevogelte,
………..//………………….<>………………… !
en-de-al-afheid die-krioelt op~het-roodlingse.
….\\…………………/………\\\………………………//………………..<>….\…………………… . . . . . . .
tweetal (bij)tweetal komen-zij naar~NoàCh naar~de-ark aanhaker en-inboorbaar;9
………..//…….//…..<>……………….. !
naar-wat gebiedt gods enwel~NoàCh.
………………………<>………………..\…………………….. . . . . .
en-voorts-geschiedt voorde-zevende-van de-dagen; 10
………….\………………………. .
en-de-wateren-van de-vloed,
…………..<>…………………. !
zij-geschieden op~het-land.
………..\\…………………..///………………………………..| ……………………………….. .
in-jaarandering zes~honderd een-jaarandering voor-het-leven-van~NoàCh, 11
……..\\……………………..| .
in-maandvernieuwing andertwee ,
……………………..//…….<>…………… . . . . . . . . . . . . . .
op-de-zeven~tiende dag voor-de-maandvernieuwing;
………….\………. . .
op-de-dag (nl.)deze:
………………..| …………………………………..|………………………….\…….. .
splijten-zich al-af~de-oog-wellen-van de-poel-van-beroerte veel,
…………//………………………..<>……………… !
en-de-loergaten-van de-helftenhemel openen-zich.
……………………….//………<>……………………… . . . .
en-voorts-geschieden plasregens op~het-land; 12
…\………. .
veertig dagen,
……<>……… !
en-veertig nachten.
…………\\…………………………///……….\\……\………. .
op-de-harde-bot-van de-dag (nl.)deze komt NoàCh, 13
……………………..//…………..<>……………………………….. . . . . . .
en-ShéM~en-CháM en-JáPhèT de-stichtzonen-van~NoàCh;
……………\……………………………….. . .
en-de-vrouwmenselijke-van NoàCh:
…………\\\………………………………………………………………..//………………………<>…
en-de-drie vrouwmenselijke-van~de-stichtzonen-zijner samen-met-hen
…………… !
[naar~de-arke.
..\……………………..\…………………………… . .
zij en-al-af~het-leven voor-de-soort-zijner: 14
………………………………..|……………………. .
en-al-af~het-gedierte voor-de-soort-zijner,
……………………….//…………………………//……………….<>…………………….. . . . . .
en-al-af~het-krioelgedierte dat-krioelt op~het-land voor-de-soort-zijner;
…………………………\……………………………….. .
en-al-af~het-gevogelte voor-de-soort-zijner,
…..<>…………………………..//…………………………………………………. !
de-al-afheid-van het-tsjirpende de-al-afheid-van~het-gevleugelde.
……………….//………………………<>…………………. . . . .
en-voorts-komen-zij naar~NoàCh naar~de-arke; 15
..///……………..\\…..| ……………………………………. .
tweetal (bij)tweetal vandaan-van-al-af~het-vlees,
…<>………………….//……………………. !
waarin(is) de-beluchting-van de-levenden.
………… . .
en-de-komenden: 16
.\\……………………///…………………………………………………….| .
aanhaker en-inboorbare vandaan-van-al-af~het-vlees komen,
……….//……..//……………..<>… . . . .
naar-wat gebiedt enwel-hem gods;
…………………//…………..<>………………………………. !
en-voorts-sluit die-JHWH-van-Israël toe-bij-hem.
………………………\\\……………//……//……..<>………………. . . . .
en-voorts-geschiedt de-vloed veertig dagen op~het-land; 17
……………………………..//………. . .
en-voorts-worden-veel de-wateren:
………………………………………………..| ……………. .
en-voorts-dragen-zij-hoog-heen enwel~de-arke,
……………………………..<>………………………….//…….. !
en-voorts-is-zij-verheven vandaan-van-op het-land.
…………………………….//………..//……………………………………..//…<>………………… . . . . .
en-voorts-zijn-de-baas de-wateren en-voorts-zijn-zij-veel machtig 18
[op~het-land;
………………..//…….<>………………………………//……………………….. !
en-voorts-gaat de-arke op~-devertegenwendiging-van de-wateren.
……….. . .
en-de-wateren: 19
…………………//…….//……….<>………………… . . . . .
zij-zijn-de-baas machtig machtig op~het-land;
………………….. . .
en-voorts-verhullen-zij:
……………………….| .
al-af~-de-bergen hoog,
…………………………..<>………………………………………… !
die(zijn)~op-de-drukplek-van al-af~.de-helftenhemel.
..\\..///…| …………………………. .
vijf tien el vandaanvan-boven-af, 20
…………..<>……… . .
zijn-de-baas de-wateren;
……………………<>……………….. !
en-voort-verhullen-zij de-bergen.
………………..||……………………………\ ……………….\……………….. . .
en-voorts-blaast-uit al-af~het-vlees > dat-krioelt op~het-land: 21
………………///……………………………………..| ………………………. .
bij-het-gevogelte en-bij-het-gedierte en-bij-het-(wild)leven,
……………………………..<>………………\………………….. . . . .
en-bij-al-af~het-gewemel dat-wemelt op~het-land;
………<>………… !
en-al-af~de-roodling.
…….||……………………☼ …………………………………………..\\………………..//……….
de-al-afheid-van wat(heeft) de-ademing-van~beluchting-van levenden 22
…………………….. . .
[in-de-walgneus-zijner:
…………………………//……………//…………………..<>…………………….. !
vandaan-van-de-al-afheid die op-het-schroeidroge zijn-gestorvenen.
……………….\\…………………………………………..\………..\………..
en-voorts-wist-hij enwel~al-af~het-opstaande dat(is) > 23
…………………………..\……………………….. . .
[op~de-vertegenwendiging-van het-roodlingse:
…………………….///……………………………….| ……………..\\………………|
vandaan-van-roodling tot~het-gedierte tot~het-krioelgedierte
………………………..\……………………………… .
[en-tot~het-gevogelte-van de-helftenhemel,
………………………………………<>……………………………. . . . .
en-voorts-worden-zij-gewist vandaan-van~het-land;
……………………\\\…………………..//………..//………………………..<>…………… !
en-voorts-resteert alleen~NoàCh en-wat(is) samen-met-hem in-de-arke.
…………………………….//……….<>…………………… . . . .
en-voorts-zijn-de-baas de-wateren op~het-land; 24
..//………..<>………… !
vijftig en-honderd dagen.
SEDER
………………..\\\……………….| ………………… .
en-voorts-haakt-aan[47] gods enwel~bij-NoàCh, 8.1
…………………………………………………| …………………………………… .
en-enwel al-af~het-(wild-)leven en-enwel~al-af~het-gedierte,
.//…………………..<>………… . . . . .
die samen-met-hem in-de-arke;
…………………………………\\……..<>…………….\\……..| …………. .
en-voorts-doet-oversteken gods een-beluchter op~het-land,
……………….<>……………………… !
en-voorts-zijgen-ineen de-wateren.
…………………………………………..| ……………\………………………………………. .
en-voorts-worden-afgedamd de-oog-wellen-van de-poel-van-beroerte, 2
…………<>………………………. . . . . . . . . . .
en-de-loergaten-van de-helftenhemel;
……….//…………………………………<>………………………………………. !
en-al-af-gehouden-wordt de-plasregen vandaan-van~de-helftenhemel.
……………….\\\………………………//………………………….//……..<>…….\…………… . . . . . .
en-voorts-keren-terug de-wateren vandaan-van-op het-land gaande en-kerende;3
…………………………………\………… .
en-voorts-raken-te-kort de-wateren,
…………………………..||………….//………………<>…………… !
vandaan-van-het-einde de-vijftigste en honderste dag.
……………….///………….| ……..\……………………….. .
en-voorts-rust de-arke in-maandvernieuwing zeven, 4
……………………..//…….<>…………….. . . . . . . . . . . . . .
op-de-zeven~tiende dag voor-de-maandvernieuwing;
<>……..//…………………….. !
op de-bergen-van AæRáRáTh.
…………. . .
en-de-wateren: 5
…………………….|…\……………….. .
zij-geschieden gaande en-tekort-rakend,
<>…..\……………………….. . . . .
tot maandvernieuwing tien;
…………………| ………….\……………………………… .
in-de-tiende op-de-één-enkele voor-de-maandvernieuwing,
……………….<>………..//………………………. !
worden-gezien de-eerstdelen-van de-bergen.
…………………………….☼ ………………………….<>……………..\………. . . . .
en-voorts-geschiedt vandaan-van-het-einde-van veertig dagen; 6
……………….\………… .
en-voorts-opent NoàCh,
……………………//………………….<>……………….. !
en-wel~een-venster-van de-arke die-hij-maakte.
………………..<>………………………… . . . .
en-voorts-zendt-hij enwel-een-raaf; 7
………………..///…………………………….| ……..\…………………………..//………………..
en-voorts-trekt-hij-uit uittrekkend en-weerkerend tot~het-opdrogen-van
……..<>………………………………………… !
[de-wateren vandaan-van-op het-land.
……………….//…………………………….<>…………………………… . . . .
en-voorts-zendt-hij enwel-een-duif vandaan-van-bij-hem; 8
………………| …………………….\ ……….. .
om-te-zien worden-rap-klein? de-wateren,
…………………..<>…………………….//………………………… !
vandaan-van-op de-vertegenwendiging-van het-roodlingse.
………………….☼ ………..| ……../…………………………………………………………………. . .
en-niet~vindt de-duif een-rustplaats voor-de-zool-van~het-voetebeen-harer: 9
………………..///…………………………….| ………… .
en-voorts-keert-zij-terug naar-hem naar-de-arke,
……<>…………………………………….\……………………….. . . . .
ja~wateren op~de-vertegenwendiging-van~het-land;
……………….///………………………………| ………………………………… .
en-voorts-zendt-hij de-hand-zijner en-voorts-neemt-hij-haar,
………………………………//………………….//…………<>………………… !
en-voorts-doet-hij-komen enwel-haar naar-hem naar~de-arke.
………………….\…………… .
en-voorts-wacht-hij nogmalig, 10
.//……<>…… . . . . .
zeven dagen latere;
………………….//…………………………//…………………………<>…………………………… !
en-voorts-voegt-hij-toe om-te-zenden enwel~de-duif vandaan-van~de-arke.
………………..\\…………..///…………..|……………..//……….. .
en-voorts-komt naar-hem de-duif voor-het-tij-van de-avond, 11
……………//………………………………………….<>……………………………….. . . . . .
en-kijk-hier de-loofopgang-van~een-olijvenboom in-de-mond-harer;
…………………….\…….. .
en-voorts-volkènt NoàCh,
…………….//…………………..<>…………………………………………. !
ja~rap-klein-worden de-wateren vandaan-van-op het-land.
…………………\………….. .
en-voorts-wacht-hij nogmalig, 12
.//……<>….. . . . . .
zeven dagen latere;
……………………………| ……………….. .
en-voorts-zendt-hij enwel~de-duif,
……………………………….//……………………………………………………<>…… !
en-niet~is-hijaan’t-toevoegen om-terug-te-keren~naar-hem nogmalig.
☼………………………………………..\\……………………………/……………. . .
en-voorts-geschiedt in-de-één-enkele en-zes~honderdste jaarandering: 13
…………………|…………\…………………………….. .
in-de-eerste op-de-één-enkele voor-de-maandvernieuwing,
…………….//…………………….<>……………………………………….. . . . .
schroeidroog-worden de-wateren vandaan-van-op het-land;
…………………………///…….\\….| ………………..\………………… .
en-voorts-doet-wijken NoàCh enwel~de-hulle[48]-van de-arke,
………………..||……………………//………………<>……………………………….//……………….
en-voorts-ziet-hij en-kijk-hier schroeidroog-zijn de-vertegenwendiging-van
………. !
[het-roodlingse.
………….\\………………………| ………. .
en-in-maandvernieuwing andertwee, 14
………..\\\…………..//…….<>…………… . . . . . . . . . . . . . .
op-de-zeven en-tiende dag voor-de-maandvernieuwing;
……..<>………. !
is-droog het-land.
~
SEDER
…………………//………..<>…………….//……….. !
en-voorts-brengt-in gods naar-NoàCh te-zeggen. 15
..\………………………………… . . . . .
trek-uit vandaan-van~de-arke; 16
||………………………………………..//……………………………………//……..
jij en-de-vrouwmenselijke-jouwer en-de-stichtzonen-jouwer
………………………………………………………………………….<>…………………………. !
[en-de-vrouwmenselijken-van~de-stichtzonen-jouwer samen-met-jou.
………………………..\\……………………………………….| …………………………………….. . .
al-af~het-(wild)leven dat~samen-met-jou(is) vandaan-van-al-af~het-vlees: 17
…………\\\…………………………//……………………………………..//…………….
aan-gevogelte en-aan-gedierte en-aan-al-af~het-krioelgedierte
………….//……………….<>………….\……………………………… . . . .
[dat-krioelt op~het-land doe-uittrekken samen-met-jou;
…………..\…………………….. .
en-zij-wortelen in-het-land,
……………………….//…………………………….<>…………….. !
en-zij-dragen-vrucht en-zij-worden-veel op~het-land.
en-voorts-trekt-uit~NoàCh; 18
……………………………..//……………………………………………//…..
en-de-stichtzonen-zijner en-de-vrouwmenselijke-zijner
………………………………………………………………………..<>……………………….. !
[en-de-vrouwmenselijke-van~de-stichtzonen-zijner samen-met-hem.
……………………… . .
al-af~het-(wild)leven: 19
…………………..\\……………| ……………………… .
al-af~het-krioelgedierte en-al-af~het-gevogelte,
….<>……………………………..\…………………….. . . . .
de-al-afheid-van het-krioelende op~het-land;
………………………… .
voor-de-families-hunner,
…<>…………..……………………………. !
trekken-zij-uit vandaan-van~de-arke.
………………..//……..//………….<>………………………… . . . . . . . . . . .
en-voorts-sticht NoàCh een-slachtse voor-die-JHWH-van-Israël; 20
………………….||…………………………………..\…………………………………..\…………. . .
en-voorts-neemt-hij vandaan-van-de-al-afheid-van > het-gedierte het-reine:
…………………………………………………| ………….\……………… .
en-vandaan-vande-al-afheid-van het-gevogelte het-reine,
…………………//………………<>………………………… !
en-hij-doet-opgaan een-opgaander op-de-slachtse.
………………………………\…………………………………….¬ …………..\……. ,
en-voorts-krijgt-de-lucht die-JHWH-van-Israël enwel~lucht rustgevend 21
……………….\\……………../………………………………………. . .
en-voorts-zegt die-JHWH-van-Israël tot~het-hart-zijner:
……….☼……………………………\\………….///………………………………………….|
niet~voeg-ik-toe om-te-kleineren nogmalig enwel~het-roodlingse
…………….\……………………. .
[in-oversteking-van de-roodling,
☼…………….\………………….\\\…………………//……………….<>..
ja het-gevorm-van het-hart-van de-roodling (is)kwaad
………………………………………. . . . . .
[vandaan-van-de-bonktijd-zijner;
………………………………….//…………….//………………………//…………………………….<>…..
en-niet~ben-ik-aan’t-toevoegen nogmalig om-te-slaan enwel~al-af~het-leven
…………………….. !
[naar-wat ik-maakte.
…….<>…………………………\………………….. . . . .
de-duur-van al-af~de-dagen-van het-land; 22
…….||……………..☼……………………….\\…………../………………….\\\……………..//….
te-kiem-legging en-knotting en-koude en-hitte en-waakwarmte en-winter
……..//……..<>………//……………………….. !
[en-dag en-nacht niet zijn-zij-aan’t-stillen[49].
………………..\………….. .
en-voorts-zegent-in gods, 9.1
…………….<>…………………………………………….. . . . .
enwel~NoàCh en-enwel~de-stichtzonen-zijner;
……………….\\\………………..//………………//……………………<>………………..//…….
en-voorts-zegt-hij aan-hen draagt-vrucht en-wordt-veel en-doet-vol-zijn
…………………. !
[enwel~het-land.
……………………………….///……………………………………………….| ………………….. .
en-het-ontzag-voor-jullie en-de-ontsteltenis-voor-jullie is-aan’t-geschieden, 2
///………………\…………………… .
op al-af~het-leven-van het-land,
……//…………………….\……………………………… . . . . . .
en-op al-af~het-gevogelte-van de-helftenhemel;
………………………☼ .\\…………………\\\………………….//…………
bij-de-al-afheid die aan’t-bekrioelen-is het-roodlingse
……………………………………………..//…………………<>……………………….//…..
[en-bij-de-al-afheid-van~de-vissen-van de-zee in-de-hand-jelieder
…………………….. !
[worden-zij-gegeven.
………………….\\…………….| //…………. .
al-af~het-krioelgedierte aldus het~leeft, 3
……….//……………………………<>…………. . . . .
voor-jullie is’t-aan’t-geschieden tot-eten;
………………..\…………………… .
zoals-het-geelgroen-van kruid,
.//……………..<>……………………. !
geef-ik aan-jullie en-wel~de-al-afheid.
…………………||………………………………….//……………………..<>…….//….. !
dusdanig~vlees met-de-lichaamziel-zijner het-roods-zijner niet 4
[aan’t-eten-(zijn)jullie.
…….\\………………………………………….///………………………………………………….| … .
en-dusdanig enwel~het-roods-jelieder voor-de-lichaamzielen-jelieder 5
[ben-ik-aan’t-navragen,
………………………….//…………………..<>………………………………………… . . . .
vandaan-van-de-hand-van al-al~levends ben-ik-aan’-navragen-dat;
……………………………….\……………….. . .
en-vandaan-van-de-hand-van de-roodling:
………………………………………|..\………………………………………………………. .
vandaan-van-de-hand-van iedermenselijke de-broederverwant-zijner,
……………………<>……………………………//…………………………… !
ben-ik-aan’t-navragen enwel~de-lichaamziel-van de-roodling.
………….|….\………………… .
die-stort roods-van de-roodling, 6
………….<>……………………………..\……………… . . . . . . . . . . . . .
bij-de-roodling is-het-roods-zijner aan’t-vergoten-worden;
///…………..\………….. .
ja in-het-beeld-van gods,
.<>…………………………… !
maakt-hij enwel~de-roodling.
……<>……………………\…………………… . . . .
en-jullie draagt-vrucht en-wordt-veel; 7
..//…………………<>……………………………. !
wortelt op-het-land en-wordt-veel~daarop.
=
……………… ///……..| …….. .
en-voorts-zegt gods tot~NoàCh, 8
……………………………………//………………………..<>……… !
en-tot-de-stichtzonen-zijner samen-met-hem te-zeggen.
…..||……………….//…………..//……………………………………………….<>…………… . . . . .
en-ik kijk-hier-mij doende-opstaan enwel~de-zuivergang[50]-mijner 9
[samen-met-jullie;
……………………………………………….<>…………………. !
en-samen-met-het-kiemsel-jelieder laat-na-jullie.
…….\\……………………….///………………………………………….| .\…………………………. .
en-samen-met al-af~lichaamziel-van het-(wild)leven dat(is) samen-met-jullie, 10
………\\\…………………//………………………………………..//…………………<>……….. . . . . .
in-gevogelte in-gedierte en-in-al-af~het-(wild)leven-van het-land
[samen-met-jullie;
………………………………………| …….\…………………… .
vandaan-van-de-al-afheid die-uittrekt-uit de-arke,
…………..<>………………………..//………………… !
voor-de-al-afheid-van het-leven-van het-land.
…………………….///……………………………………………………………………………|………………….. .
en-voorts-ben-ik-aan’t-doen-opstaan enwel~de-zuivergang-mijner samen-met-jullie,
……………………………………\\\……………………………………………………………//… 11
en-niet~is-aan’t-uitgescheiden[51]-worden de-al-afheid-van~het-vlees
<>……………………………………………….. . . . . .
[nogmalig vandaan-van(vanwege)[52]-de-vloed;
………………………………….//……..//…………………..<>…………………..//…………… !
en-niet~is-aan’t-geschieden nogmalig een-vloed om-te-verdelgen het-land.
……………….\….. . .
en-voorts-zegt gods: 12
///………………………………………………………| …….\. . .
dit(is) het-kenteken-van~de-zuivergang die~ik gevende(ben):
…………………………….| ……………………………… .
onderscheidend-mij en-onderscheidend-jullie,
…………………//…………………//……………………………<>………\……..
en-onderscheidend al-af~lichaamziel-van het-leven dat(is)
……………….. . . . . .
[samen-met-jullie;
………………………………<>……………………. !
voor-de-(geboorte-)rondes-van de-wereldtijd.
…………………………..||……<>…………….. . . . . . . . . .
enwel~de-boog-mijner geef-ik in-de-overwolking; 13
……………………………………………….| …….\………………………. .
en-voorts-hij-aan’t-geschieden tot-kenteken-van de-zuivergang,
…………………………<>……………………//…………….. !
onderscheidend-mij en-onderscheidend het-land.
………………….||……………………………………………..//…………….<>………………… . . . .
en-(zo)geschiedt bij-het-overwolken-door-mij van-overwolking op-het-land; 14
…….//……………………..<>………………….. !
en-zien-laat-zich de-boog in-de-overwolking.
…………………..\…………………………………………. . .
en-aan-haak-ik enwel~bij-de-zuivergang-mijner: 15
///………………………………….| ……………………………… .
die(is) onderscheidend-mij en-onderscheidend-jullie,
………………..//…………………//……………………..<>………………………. . . . . .
en-onderscheidend al-af~lichaamziel (dat)levend(is) in-al-af~vlees;
………………………………………….| ///……………….\\…. | ………….. .
en-niet~is-aan’t-geschieden nogmalig het-water tot-een-vloed,
………….<>………………………… !
tot-verderf-van al-af~het-vlees.
…………….//………..<>………………… . . . . . . .
en-geschiedt de-boog in-de-overwolking; 16
…………. . .
dan-zie-ik-haar:
………………………………| ……..\………………….. .
om-aan-te-haken-bij de-zuivergang een-wereldtijd,
…………….\………… .
onderscheidend gods,
…………………\\……………………\……………………… .
en-onderscheidend al-af~lichaamziel (die)levend(is),
……………………..<>..//…………………. !
in-al-af~het-vlees dat(is) op~het-land.
……………….//….<>………. . . . . . .
en-voorts-zegt gods tot~NoàCh; 17
///…….……………………………………………….|.//…………. .
dit(is) het-kenteken-van~de-zuivergang die ik-doe-opstaan,
……………………………||………………….//…………………………<>…..//……………….. !
onderscheidend-mij en-onderscheidend al-af~het-vlees dat(is) op~het-land.
=
SEDER
………………………..\……………………………………………. . .
en-voorts-geschieden de-stichtkinderen-van~NoàCh: 18
……………………| ………………………. .
die-uittrekken vandaan-van~de-arke,
..///………..\…………. . . . . .
ShéM en-CháM en-JáPhèT;
………||…………………//………………………. !
en-CháM (is)de-omvamende-van KeNáNgàN[53].
..//…………<>…………………………………. . . . . .
drie(zijn) deze de-stichtzonen-van~NoàCh; 19
………………………….<>…………..||……………………………… !
en-vandaan-van-deze is-uiteen-gespat[54] al-af~het-land.
…………………//…………………….<>……………….\………………………… . . . . . . . .
en-voorts-pakt-aan-te-zijn NoàCh een-menselijke-van het-roodlingse; 20
………………..<>………………… !
en-voorts-plant-hij een-gaarde.
…………………//……………………………………..<>…………………………………………….. . . . .
en-voorts-drinkt-hij vandaan-van-de-wijn en-voorts-drinkt-hij-zich-een-roes; 21
……………………..<>………………………………..//…………………. !
en-voorts-ontmantelt[55]-hij-zich in-het-midden-van de-tent.
…………….. . .
en-voorts-ziet: 22
..///…………..\…………………….. .
CháM de-omvamende-van KeNàNgàN[56],
…..<>…………\………………………………………….. . . . . .
enwel de-naaktheid-van de-omvamende-zijner;
………………..//……………………………………………………………………………….<>…..
en-voorts-legt-hij’t-voor aan-de-andertwee~broederverwanten-zijner
……………………. !
[in-het-straatbuiten.
………………………☼ ..\\…………………/……………………….. . .
en-voorts-neemt ShéM en(ook)-JáPhèT enwel~de-overjas: 23
…………………\\……….| ………………\…………… . . . . . . . .
en-voorts-stellen’m op~de-schouder zij-andertwee,
…………………………..| …… ……….. .
en-voorts-gaan-zij westenlaat-achterwaarts,
……………………..||…………….<>…………\…………………………….. . . . . . .
en-voorts-verhullen-zij enwel de-naaktheid-van
[de-omvamende-hunner;
………………………………………………….| …………….. .
en-de-vertegenwendiging-hunner westenlaat-achterwaarts,
…………..//………………………………………….<>……….//… !
en-de-naaktheid-van de-omvamende-hunner niet zien-zij.
……………………………//………………<>……………………………………. . . . . .
en-voorts-wordt-waak-warm NoàCh vandaan-van-de-wijn-zijner; 24
……………………..||…………..//…………………………………| ………………………//…..
en-voorts-volkènt-hij enwel wat~maakt~voor-hem de-stichtzoon-zijner
……………. !
[(nl.)de-kleine[57].
……………….<>………………..\…………. . . . . . . .
en-voorts-zegt-hij vervloekt-is KeNáNgàN[58]; 25
……….//……………………..<>………………………………………….//……………………….. !
(als)heerdienaar-van-heerdienaren is-hij-aan’tgeschieden
[voor-de-broederverwanten-zijner.
………//………………..<>…………………………\………… . . . . .
ingezegend die-JHWH-van-Israël de-gods-van ShéM; 26
……………………….//……………<>………………..//……………………… !
en-aan’t-geschieden-is KeNàNgàN (als)heerdienaar voor-hem.
……………..///…………………………………..| …………. .
aan’t-toegankelijkheid-geven-is gods aan-JáPhèT[59], 27
………………………………..<>……………………………….. . . . .
en-hij-is-aan’t-voortwonen in-de-tenten-van~SéM;
……………………………………..//………..<>………………….//…………………….. !
en-voorts-is-aan’t-geschieden KeNàNgàN[60] (als)heerdienaar voor-hem.
…………………………..<>……\……………………. . . . .
en-voorts-leeft~NoàCh laat-achter de-vloed; 28
.<>…………….| .
drie honderd jaarandering,
…….<>……. !
en-vijftig jaarandering.
…………………………………|………………………………… .
en-voorts-geschieden al-af~de-dagen-van~NoàCh, 29
.///……………..| .
negen honderd jaarandering,
…….<>….. . . . . . . . . . .
en-vijftig jaarandering;
……………………………………. !
en-voorts-is-hij-een-gestorvene.
~
…….\\…………| …….\……………………………………………………… .
en-deze(zijn) de-baringen[61]-van de-stichtzonen-van~NoàCh, 10.1
..<>…….\………….. . . . .
ShéM CháM en-JáPhèT;
………………………………//…………….//…..<>……………………….//………………. !
en-voorts-doen-zij-baren voor-zich stichtkinderen laat-achter de-vloed.
……..\…………………….. .
de-stichtzonen-van JáPhèT, 2
..\………………… .
GoMèR en-MáGóWG,
………..<>……………\…………….. . . . .
en-MáDàJ en-JáWáN en-ToeBháL;
………….<>…………….. !
en-MèShèK en-TieJRáM.
…………..<>…………………. . . . . . .
en-de-stichtzonen-van GoMèR; 3
………..//……………….<>………………….. !
AàSheKáN en-RieJPháT en-ToGàReMáH.
………….//………………………..<>………………\………………. . . . . . . .
en-de-stichtzonen-van JáWáN AêLieJSháH en-TàReShieJSh; 4
…………<>…………………………. !
de-KiTTieten en-de-DoDáNieten.
☼………………………………………..||………………………….///……………………….|
vandaan-van-deze zijn-vaneen-gescheiden de-kusten-van de-naties 5
………………….. .
[in-de-landen-hunner,
<>………………………….. . . . . .
ieder tot-de-tongval-zijner;
…………………………<>…………………………….. !
tot-de-families-hunner in-de-naties-hunner.
…………..<>………………… . . . . .
en-de-stichtzonen-van CháM; 6
..//…………………..<>…………….//…………….. !
KuWSh en-MiTseRàJieM en-PhuTh en-KeNáNgáN.
……………\……………………… .
en-de-stichtzonen-van KuWSh, 7
…………| ………………… .
SeBháA en-ChæWieJLáH,
………………//………………….<>…………………… . . . . .
en-SàBheTtáH en-RàNgeMáH en-SàBheTteBháA;
…………..//…………………………….<>…………..//…………. !
en-de-stichtzonen-van RàNgeMáH SheBháA en-DeRáN.
……<>………..\…………………………. . . . .
en-KuWSh baart[62] enwel~NieMeRoD; 8
..\…….. .
hij hij-pakt’t-aan,
………………….//……………………………<>……………. !
om-te-geschieden (als)een-heerbaas op-het-land.
………………….//……………………………………………………..<>…..
hij~hij-geschiedt (als)-een-heerbaas-van~het-inkooien 9
……………………………..\…………………………. . . . . . . . . . . .
[voor-de-vertegenwendiging-van die-JHWH-van-Israël;
……………..|……………. .
op~vastzo wordt-gezegd,
………………//…………………//……………………<>……
als-NieMeRoD een-heerbaas-van een-inkooier
…………………………….//………………………….. !
[voor-de-vertegenwendiging-van die-JHWH-van-Israël.
………………………\\……………///…………………………………………..| …. .
en-voorts-geschiedt (als)eerste-van het-koninkrijk-zijner BáBhèL, 10
…..<>…………………… . . . . .
en-AèRèKh en-KhàLeNáH;
…………<>………………. !
in-het-land ShieNeNgáR.
……………………………//…………<>…..\…………… . . . . . . . .
vandaan-van~het-land (nl.)dit trekt-uit AàShShuWR; 11
………………..\\……….| …………………… .
en-voorts-sticht-hij enwel~NieNeWéH,
……………………………//………….<>…………….…… !
en-enwel~ReChoBhoT een-stad en-enwel~KáLàCh.
……………….. .
en-enwel~RáSèN, 12
…………..//……………………<>……………………..//……. . . . . . . .
onderscheidend NieJNeWéH en-onderscheidend KáLàCh;
.<>……………..//….. !
dat (is) de-stad groot.
……………………||…..||………………….. .\\\………………………………….//…..
en-MieTseRàJieM baart enwel~LuWDieJM en-enwel~NgæNáMàJieM 13
…………………………..<>……………………………………….. !
[en-enwel~LeHáBhieJM en-enwel~NàPheTtoeChieJM.
………………………………||…………………………………. . .
en-enwel~PàTeRoeSieJM en-enwel~KàSeLoeChieJM: 14
..\\………..//……………..//……………….<>…………………………………… !
waar uittrekken vandaan PeLieSheTieJM en-enwel~KàPheToRieJM.
=
…………… . .
en-KeNàNgàN: 15
……..//………………………//…………………….<>……………………… !
hij-baart enwel~TsieJDoN de-voorste-zijner en-enwel~ChàT.
…………….……………………….| …………………………… .
en-enwel~de-JeBhuWSiet en-enwel~de-AêMoRiet, 16
………..<>…………………….. !
en-enwel de-GieReGáShiet.
……………………………….//………………….……………..//…………………………….. !
en-enwel~deChieWWiet en-enwel~de-NgàReQiet en-enwel~de-SieJNiet. 17
……………………………..//………………………………..<>………………………………… . . . . .
en-enwel~AàReWáDiet en-enwel~de-TseMáRiet en-enwel~de-ChæMáTiet; 18
…..\……………… . .
en-later verstrooien-zij-zich:
………..<>……………………………… !
de-families-van de-KeNàNgàNiet.
……………………….||…………………….///…………………………………| ……………….. .
en-voorts-geschiedt de-gebiedsgrens-van de-KeNàNgàNiet 19
[vandaan-van-TsieDóWN,
……………//………….<>………………………….. . . . .
bij-het-komen GeRáR-waarts tot~NgàZZáH;
……………||………….\\\……………………………//……………………………….//……………….<>…
bij-het-komen SeDoM-waarts en-NgæMoRáH-waarts en-AàDeMáH en-TseBoJieM
………… !
[tot~LáSháNg.
..\……………………………………………………. .
deze (zijn) de-stichtkinderen-van~CháM, 20
…………………………..<>……………………………………. . . . . . .
voor-de-families-hunner voor-de-tongvallen-hunner;
…………………….<>…………………………… !
in-de-landen-hunner in-de-naties-hunner.
=
………………//…………………<>…………. . . . .
en-voor-ShéM wordt-gebaard ook~hem; 21
…………………………….| ……………………………………………… .
de-omvamende-van al-af~de-stichtkinderen-van-NgéBhèR[63],
…<>………………………….//……………… !
broederverwant-van JáPhèT de-grotere.
…………………………………<>………….\……………… . . . . . .
de-stichtzonen-van ShéM NgéJLáM en-AàShShuWR; 22
……………………..<>………..//…………….. !
en-AàRePàKheSháD en-LuWD en-AæRáM.
………….<>……………………….. . . . .
en-de-stichtzonen-van AæRáM; 23
…//…………….<>……………//………….. !
NguWTs en-ChuWL en-GèTáR en-MàSh.
……………………..<>…….\…………….. . . . . . . .
en-AàRePàKheSháD baart enwel~ShèLàCh; 24
……..<>………..//………………. !
en-ShèLàCh baart enwel-NgéBhèR.
………………//………………………<>…….\…………….. . . . . . . . . .
en-voor-NgéBhèR wordt-gebaard andertwee stichtzonen; 25
……..\………………..||……………. . .
de-naam-van de-ene-enkele PèLèG:
///…………………………|……..\…………………. .
ja in-de-dagen-zijner vertakt-zich het-land[64],
………….//…………………………………………..<>…………….. !
en-de-naam-van de-broederverwant-zijner JåQeTháN.
……………..\…… .
en-JåQeTháN baart, 26
…………………………<>………………… . . . . . . .
enwel~AàLeMóWDáD en-enwel~SháLèPh;
…………………………………<>………………………. !
en-enwel~ChæTsàReMáWèT en-enwel~JáRàCh.
…………………………….//…………………………<>………………………….. !
en-enwel~HæDóWRáM en-enwel~AuWZáL en-enwel~DieQeLáH. 27
……………………………//…………………………………..<>…………………………… !
en-enwel~NguWBháL en-enwel~AæBhieJMáAéL en-enwel~SheBháA. 28
………………………..//……………………………….<>………………………. . . . . .
en-enwel~AóWPhàR en-enwel~ChæJieJLáH en-enwel~JóWBháB; 29
…………<>…………//……………………………… !
al-af~deze de-stichtzonen-van JåQeTháN.
………………………//………………………..<>…………………………….. . . . . .
en-voorts-geschiedt de-zitplaats-hunner vandaan-van-MéSháA; 30
……………//…………..<>…………………………//……… !
bij-het-komen SePháR-waarts het-gebergte oostenvroeg.
..\…………………………………………………… .
deze (zijn) de-stichtkinderen-van~ShéM, 31
…………………………..<>…………………………………… . . . . . .
voor-de-families-hunner voor-de-tongvallen-hunner;
…………………….<>………………………………… !
in-de-landen-hunner voor-de-naties-hunner.
.//……………………..\\\………………………………………………//……………………………….<>…….
deze (zijn) de-families-van de-stichtzonen-van~NoàCh voor-de-baringen-hunner 32
………………….. . . . . . .
[in-de-naties-hunner;
…………………………..<>……………………………..\\\……….//…………………<>……//……
en-vandaan-van-deze scheiden-zich-vaneen de-naties op-het-land laat-na
………. !
[de-vloed.
~
SEDER
……………………….//…………………..<>…………\.. . . . . . . .
en-voorts-geschiedt al-af~het-land van-lip één-enkel; 11.1
…………<>…………….. !
en-van-inbrengen één-enkele.
………………………..<>……………………………………………..\…………………………….. . . . . . . . . . .
en-voorts-geschiedt-het bij-het-uitrukken-van-hen vandaan-van-het-oostenvroege;2
…………………\……………………….//…………….//……………….<>…………………//……………. !
en-voorts-vinden-zij een-spleet in-het-land SsieNeNgáR en-voorts-zitten-zij daar.
………………..||…………..\…………………………………… . .
en-voorts-zeggen-zij iedermenselijke tot~de-metgezel-zijner: 3
///…………………\……………………………………… .
welaan aan’t-wittegelen-(zijn)wij-toch wittels,
……………………<>…………………………… . . . . . . . .
en-aan’t-vervlammen-toch ter-vervlamming;
………………………\\……………..///……..\\…………… .
en-voorts-geschiedt voor-hen de-wittel tot-steen,
… .
en-okerleem,
……………..//…………..<>……. !
het- geschiedt voor-hen tot-okerlijm.
………………..||………………..\ …………………………………………………………… .
en-voorts-zeggen-zij welaan > aan’t-stichten-(zijn)wij-toch~voor-ons, 4
…….. . .
een-stad:
…………………..|………\………………..\…………………………. . . . . .
en-de-grotert[65] en-eerstdeel[66]-zijner in-de-helftenhemel,
…………………………………………………………<>…….. . . . . .
en-aan’t-maken-(zijn)wij-toch~voor-ons een-naam;
………………………………………..<>………………………………………….//……………………… !
afwendend-dat~wij-verstrooid-worden op~de-vertegenwendiging-van
[al-af~het-land.
…………………\…………………….. . .
en-voorts-daalt-neer die-JHWH-van-Israël: 5
………….//……………………<>…………………….. . . . . . .
om-te-zien enwel~de-stad en-enwel~de-grotert;
.//…<>……………..<>………………………………. !
die stichten de-stichtkinderen-van de-roodling.
……………….\…………….. . .
en-voorts-zegt die-JHWH-van-Israël: 6
………\………………///…………………………………| …………///……………………….|
kijk-hier het-genotenvolk een-één-enkele en een-lip een-één-enkele
……………………………. .
[voor-de-al-afheid-hunner,
…..<>……….…\……………………………… . . . . . .
en-dit(is) de-aanpak-hunner om-te-maken;
……………| ……………………………\………………………………….. .
en-welnu niet~wordt-ontoegankelijk vandaan-van-hen,
.//…………<>……………………………………………….. !
wat zij-opzettelijk-aan’t-doen-zijn om-te-maken.
……///…………… .
welaan aan’t-neerdalen-(zijn)wij-toch, 7
…………………….//……………………………………<>…………… . . . . . .
en-aan’t-vermengselen-(zijn)wij-toch daar de-lip-hunner;
…..| .\………………… .
dat niet zij-aan’t-horen-zijn,
.<>………………………….//…………………………… !
iedermenselijke de-lip-van de-metgezel-zijner.
……………………….\\……………….//…………………………….//…<>………………
en-voorts-verstrooit die-JHWH-van-Israël enwel-hen daarvandaan 8
…………………………..\………………………………… . . . .
[op~de-vertegenwendiging-van al-af~het-land;
…………………<>……….……………..//……………. !
en-voorts-stoppen-zij om-te-stichten de-stad.
………||…….///………………………………..| … .
om-vastzo roept-men de-naam-harer BáBèL[67], 9
……..//……….//…………………..<>………………………\………………………. . . . .
ja~daar vermengselt die-JHWH-van-Israël de-lip-van al-af~het-land;
………………………|…………………………….\……………. .
en-daarvandaan doet-verstrooien-hen die-JHWH-van-Israël,
………………………..<>………………………………… !
op~de-vertegenwendiging-van al-af~het-land.
~
///………………..\………………….. .
deze(zijn) de-baringen-van ShéM, 10
..///…………………………………\…………. .
ShéM een-stichtkind-van~honderd jaarandering,
…………………………….<>……………………………….. . . . .
en-voorts-doet-hij-baren enwel~AàRePàKheSháD;
………………….<>……..//………………….. !
een-andertweetal laat-achter de-vloed.
……………………….. . .
en-voorts-leeft~ShéM: 11
……………….| …………………………………\……………………………………….. .
laat-achter het-doen-baren-door-hem enwel~van-AàRePàKheSháD,
.//..<>…….. . .
vijf honderd jaarandering;
……………………………..//………<>………………….. !
en-voorts-doet-hij-baren stichtzonen en-stichtdochters.
=
………………………..\…. .
en- AàRePàKheSháD leeft, 12
.//……..<>….. . . . . . . . . .
vijf en-dertig jaarandering;
……………………………<>…………………. !
envoorts-doet-hij-baren enwel~SháLàCh.
…………………………………………. . .
en-voorts-leeft~ AàRePàKheSháD: 13
……………….| …………………………………\…….……………….. .
laat-achter het-doen-baren-door-hem enwel~van-SháLàCh,
..\… .
drie jaaranderingen,
……..//..<>…….. . . . . . . . . .
en-vier honderd jaarandering;
……………………………..//………<>………………….. !
en-voorts-doet-hij-baren stichtzonen en-stichtdochters.
=
…………..\…. .
en- SháLàH leeft, 14
..\.….. . . . . . . . . .
dertig jaarandering;
……………………………<>…………………. !
envoorts-doet-hij-baren enwel~NgéBNhèR.
…………………………. . .
en-voorts-leeft~ SháLàCh: 15
……………….| …………………………………\…….……………….. .
laat-achter het-doen-baren-door-hem enwel~van-NgèBhèR,
..\… .
drie jaaranderingen,
……..//..<>…….. . . . . . . . . .
en-vier honderd jaarandering;
……………………………..//………<>………………….. !
en-voorts-doet-hij-baren stichtzonen en-stichtdochters.
=
………\…..….. ||….//……….<>…… . . . . . . . . .
en-NgéBhèR leeft vier en-dertig jaarandering 16
.//……..<>….. . . . . . . . . .
vijf en-dertig jaarandering;
……………………………<>…………………. !
envoorts-doet-hij-baren enwel~PèLèG.
…………………………. . .
en-voorts-leeft~ NgèBhèR: 17
……………….| …………………………………\…….……………….. .
laat-achter het-doen-baren-door-hem enwel~van-PèLèG,
..\… .
drie jaaranderingen,
……..//..<>…….. . . . . . . . . .
en-vier honderd jaarandering;
……………………………..//………<>………………….. !
en-voorts-doet-hij-baren stichtzonen en-stichtdochters.
=
…………………………..<>……\……… .
en-voorts-leeft PèLèG dertig jaarandering; 18
……………………………..<>…………………….. !
en-voorts-doet-hij-baren enwel~ReNguW.
…………………………… . .
en-voorts-leeft~PèLèG: 19
…………| …………………………………..\………………………….. .
laat-na het-doen-baren-door-hem enwel~van-ReNguW,
.//…….<>……………………………….\………. . . . . . . . . . .
negen jaarandering en twee-honderd jaarandering;
………………………………//……..<>………………….. !
en-voorts-doet-hij-baren stichtzonen en-stichtdochters.
=
………………..\ ………… .
en-voorts-leeft ReNguW, 20
…//………<>…… . . . . . . . . . .
twee en dertig jaarandering;
……………………………..<>……………………….!
en-voorts-doet-hij-baren enwel~SseRóWG.
………………..\………… . .
en-voorts-leeft ReNguW: 21
………..|…………………………………..\………………………….. .
laat-na het-doen-baren-door-hem enwel~van-SseRóWG,
..//……<>…………………………………..\…………. . . . . . . . . .
zeven jaaranderingen en-twee-honderd jaarandering;
………………………………//……..<>………………….. !
en-voorts-doet-hij-baren stichtzonen en stichtdochters.
=
………………..\…………<>……….\……. . . . . . . . . .
en-voorts-leeft SseRóWG dertig jaarandering; 22
……………………………..<>………………………. !
en-voorts-doet-hij-baren enwel~NáChóWR.
……………….<>……….. . .
en-voorts leeft SseRóWG: 23
………<> ………………………………….//…………………………..<>……….\……………….
laat-na het-doen-baren-door-hem enwel~van-NáChóWR twee-honderd
. . . . . . . . . .
[jaarandering;
……………………………..//……..<>………………….. !
en-voorts-doet-hij-baren stichtzonen en-stichtdochters.
…………………\………… .
en-voorts-leeft NáChóWR, 24
.//……………<>….. . . . . . . . . . .
negen en twintig jaarandering;
……………………………..<>……………….. !
en-voorts-doet-hij-baren enwel~TáRàCh.
………………..\……….. . .
en-voorts-leeft NáChóWR: 25
………..| …………………………………\……………………… .
laat-na het-doen-baren-door-hem enwel~van-TáRàCh,
………….//…<>……………………….\…………. . . . . . . . . .
negen-tien jaarandering en-honderd jaarandering;
……………………………..//…….<>…………………… !
en-voorts-doet-hij-baren stichtzonen en-stichtdochters.
=
…………………………<>………..\……………. . . . . . . . . .
en-voorts-leeft~TáRàCh zeventig[68] jaarandering; 26
……………………….\\…………|……………………. .
en-voorts-doet-hij-baren enwel~AàBheRáM,
………………..<>…………………………. !
enwel~NáChóWR en-enwel~HáRáN.
…….\\…|………………\………………….. .
en-deze (zijn) de-baringen-van TáRàCh, 27
///……………….\…………………………… .
TáRàCh doet-baren enwel~AàBheRáM,
………………..<>………………………. . . . .
enwel~NáChóWR en-enwel~HáRáN;
……….<>…………..//……………….. !
en-HáRáN doet-baren enwel~LóWTh.
………………………………..\……………. .
en-voorts-is-een-gestorvene HáRáN, 28
………………………..<>………………….\……………………………………. .
op~de vertegenwendiging-van TáRàCh de-omvamende-zijner;
…………//…………………………………………<>……………//…………………………. !
in-het-land-van de-geboorte-grond-zijner in-AuWR-van de-KàSseDieM[69].
………………..\\……………….\\\……………..//…………..<>.. . . . . . . . . . . . . . .
en-voorts-neemt AàBheRáM en-NáChóWR voor-zich vrouwmenselijken; 29
……..\\\…………………………………………………………………|…… .
de-naam-van de-vrouwmenselijke-van~AàBheRáM SsáRáJ,
………….\\\…………………………………………………………………| ……… .
en-de-naam-van de-vrouwmenselijke-van~NáChóWR MieLeKáH,
…………………………………//…………………………………………….<>..
stichtdochter-van~HáRáN de-omvamende-van~MieLeKáH
………………//………………………… !
[en-de-omvamende-van JieSeKáH.
………………………//………..<>. . . . . . . . . .
en-voorts-geschiedt SsáRàJ ongeschikt; 30
..//………………….<>……….. !
geenszins voor-haar een-boreling.
…………………\\………/………………………………\…………………….. . .
en-voorts-neemt TáRàCh enwel~AàBheRáM stichtzoon-zijner: 31
……………….///……………………………………….| ……………………………………………… .
en-enwel~LóWTH stichtzoon~van-HáRáN stichtzoon-van~de-stichtzoon-zijner,
……………| …….\…………………………. .
en-enwel SsáRàJ bruidsdochter-zijner,
..<>………………………………………\…………………… . . . . . .
vrouwmenselijke-van AàBheRáM stichtzoon-zijner;
……………………………………\\……………………/………………………….\………………………… . .
en-voorts-doet-hij-uittrekken enwel-hen vandaan-van~AuWR-van de-KàSseDieJM:
…………..\\.| …………….\………………. .
om-te-gaan naar-het-land KeNàNgàN,
………………..//……………………….<>…………………//……………. !
en-voorts-komen-zij tot~CháRáN en-voorts-zitten-zij daar.
………………………. \………………………………. .
en-voorts-geschieden de-dagen-van~TáRàCh, 32
.//….<>…………………………………..\……….. . . . . . . . . . .
vijf jaaranderingfen en-twee-honderd jaarandering;
……………………………….//………..<>………………… !
en-voorts-is-een-gestorvene TáRàCh in-CháRáN.
=
SEDER
………………///…………………………………| …………….. .
en-voorts-zegt die-JHWH-van-Israël tot-AàBheRáM, 12.1
…………….//…………………………………………..//……
ga~voor-jezelf vandaan-van-het-land-jouwer
……………………………………………………………<>………………………………………….\……….
[en-vandaan-van-de-geboorte-grond-jouwer en-vandaan-van-het-huis-van
……………………….. . . . . . .
[de-omvamende-jouwer;
……………..<>…..//……………………………………… !
naar~het-land dat ik-ben-aan’t-doen-zien-jou.
…………………………………………|……………..\……… .
en-aan’t-maken-ben-ik-jou tot-een-natie groot, 2
………………………………… .
en-voorts-zegen-ik-in-jou,
…………………………….<>……………….……… . . . . . .
en-voorts-doe-ik-groot-zijn de-naam-jouwer;
…………..<>…………. !
en-geschied (tot)zegen.
………………………………….| …………………….. .
en-voorts-zegen-ik-in-! die-inzegenen-jou, 3
……………………………<>…………………… . . . . . .
en-die-kleineren-jou ben-ik-aan’t-vloeken;
…………………………………………….\………………… .
en-voorts-zijn-zich-aan’t-inzegenen met-jou,
<>……………..//…………………. !
al-af de-families-van het-roodlingse.
………………..\……………. . .
en-voorts-gaat AàBheRáM: 4
………..\\..///…………………..| ………. .
naar-wat inbrengt tot-hem die-JHWH-van-Israël,
………………..//…………………….<>.. . . . . . .
en-voorts-gaat samen-met-hem LóWTh;
…………….. . .
en-AàBheRáM:
…………………………………///…………………….|…….\………….. .
een-stichtzoon-van~vijf jaaranderingen en zeventig jaarandering,
………………………………………<>……………………………… !
bij-het-uit-trekken-van-hem vandaan-van-CháRáN.
…………………\…………………..☼ ……………….\\………………………………………/….
en-voorts-neemt AàBheRáM enwel~SsáRàJ de-vrouwmenselijke-zijner 5
………………….\……………………………………………………………….. . .
[en-enwel~LóWTh stichtzoon-van~de-broederverwant-zijner:
……………………………………………………………….|..\………………. .
en-enwel~al-af~het-vastgehechte-hunner dat zij-vast-hechten,
…………………….<>……………………………..\……………… . . . .
en-enwel~de-lichaamziel die~-zij-maken in-CháRáN;
……………….. . .
en-voorts-trekken-zij-uit:
………….\\..| ……………\……………….. .
om-te-gaan naar-het-land KeNàNgàN,
………………..<>………………………..//……… .
en-voorts-komen-zij naar-het-land KeNáNgàN.
…………………///…………………………| ………… .
en-voorts-steekt-over AàBheRáM in-het-land, 6
///…….\…………………………… .
tot de-opstaanplaats SheKhèM,
.<>……..\……………. . . .
tot de-eik-van MóRèH;
…………………………..<>……….//………….. !
en-de-KeNàNgæNieJt (is)dan in-het-land.
……………………………….///………………………………..|…………………. .
en-voorts-doet-zich-zien die-JHWH-van-Israël naar~AàBheRáM, 7
………………..||…………………………………… .
en-voorts-zegt-hij aan-het-kiemsel-jouwer,
……………………<>………………………….\………… . . .
ben-ik-aan’t-geven en-wel~het-land (nl.)dit;
…………………///……………| …….. .
en-voorts-sticht-hij daar een-slachtse,
………………….<>……………………………….//………………………. !
voor-die-JHWH-van-Israël de-zich-zien-latende naar-hem.
…………………………………..\\…………………………………/……………. . .
en-voorts-doet-hij-opklimmen vandaan-van-daar het-gebergte-waarts: 8
……………………………./……………………………………<>…………………..\……………. . . . .
vandaan-van-het-oostenvroege voor-BéJT~AéL en-voorts-rekt-hij de-tent;
………..///………………………………| ………\………………………………. .
BéJT~AéL vandaan-van-de-zee en-NgàJ vandaan-van-het-oostenvroege,
…………………………………///………..\\……..|……………….. .
en-voorts-sticht-hij~daar een-slachtse voor-die-JHWH-van-Israël,
…………………<>……………………..//………….. !
en-voorts-roept-hij bij-de naam die-JHWH-van-Israël.
………………..\…………………. .
en-voorts-rukt-uit AàBheRáM, 9
..//………………<>………… !
gaande en-uitrukkend zuidwoestijn-waarts[70].
~
……………………….//…..<>……………… . . . .
en-voorts-geschiedt honger in-het-land; 10
…………………\\………………….///…………..\\………………..|……………….\…………. .
en-voorts-daalt-af AàBheRáM MieTseRàJieM-waarts om-in-te-klampen daar,
………//…………….<>…………………. !
ja~zwaar-is de-honger in-het-land.
……………………….||………//……………….\……………………………\…………………. . . . . . . . . . .
en-voorts-geschiedt zoals hij-doet-lijfnaderen om-te-komen MieTseRáJieM-waarts;11
………………..\\…….| ……………\……………………………………. .
en-voorts-zegt-hij tot~SsáRàJ de-vrouwmenselijke-zijner,
……………….\…………… .
kijk-hier~dan ik-volkèn,
//…………//……………………………………..<>………………. !
ja een-vrouwmenselijke mooi-van~aanzien (ben)jij.
………………… . .
en-het-geschiedt: 12
……………………..///……………..| ……………. .
ja~zijn-aan’t-zien enwel-jou de-MieTseRieM,
…………………………………..<>………………………………………..\………… . . .
en-voorts-zijn-zij-aam’t-zeggen de-vrouwmenselijke-zijner (is)dit;
……………………………………………..//…………………<>………………….//…………… !
en-voorts-zijn-zij-aan’t-vermoorden enwel-mij en-enwel-jou
[zijn-zij-aan’t-doen-leven.
………………<>……………………………………\………… . . .
zeg~dan-toch de-zusterverwante-mijner (ben)jij; 13
……………\\…………………..|……………………………………………………………..\.
ter-toebuiging-daaraan zijn-zij-‘t-goed-aan’t-doen-zijn~voor-mij
……………………………. .
[ter-oversteek-van-jou,
…………………………….//………………………………<>………………………………………… !
en-voorts-is-aan’t-leven de-lichaamziel-mijner bij-het-gewentel-van-jou.
………………………..||………………….//…………………….<>…………….. . . . . . . . . . .
en-voorts-geschiedt naar-het-komen-van AàBheRáM MieTseRàJieM-waarts; 14
…………………///…………………….| ………….\…… .
en-voorts-zien de-MieTseRieM enwel~de-vrouwmenselijke,
………//…….<>…. !
ja~mooi-is zij machtig.
………………..///………| …….\…………………………… .
en-voorts-zien enwel de-vorsten-van PhàReNgoH, 15
……………………..//…………………….<>…………….. . . . . .
en-voorts-bepralen-zij enwel-haar bij~PhàReNgoH;
………………………………//……………..<>…………………………………//…………………….. !
en-voorts-wordt-genomen de-vrouwmenselijke (in)het-huis-van PhàReNgoH.
……………………..//……………………..<>……………………………………. . . . . .
en-voor-AàBheRáM doet-hij-‘t-goed-zijn ter-oversteek-van-haar; 16
………………………………………..///………………………………………..| … .
en-voorts-geschiedt~voor-hem voorttrekvee~en-rundvee en-okerdieren[71],
………………………..| ……… .
en-heerdienaren en-familie-bedienden,
…………<>……………….. !
en-ezelinnen en-kamelen.
……………….//…………………..\\\……………………………………………//……//…………….
en-voorts-tast-aan die-JHWH-van-Israël > enwel~PhàReNgoH aantastingen 17
……………………………… . . . . .
[en-enwel~het-huis-zijner;
……………//……………………….<>…………………………………….. !
over~de-inbreng-van de-vrouwmenselijke-van AàBheRáM.
………………..///…………………| ……………… .
en-voorts-roept PhàReNgoH om-AàBheRáM, 18
……………….||………………..<>…..\…………….. . . .
en-voorts-zegt-hij wat~dit maak-jij voor-mij;
///……………………\………………………. .
voor-wat? niet~leg-jij-voor aan-mij,
//…………………………….<>…………. !
ja vrouwmenselijke-jouwer (is)zij.
……….///…\\……| ………………………\…………. .
voor-wat? zeg-jij zusterwante-mijner (is)zij, 19
………………………..//…………..//…………..<>…… . . . . . . . . . . . . .
en-voorts-neem-ik enwel-haar voor-mij tot-vrouwmenselijke;
………….||..//………………………………………….<>………..//……… !
en-welnu kijk-hier de-vrouwmenselijke-jouwer neem en-ga.
…………………….//…………..//……………..<>……. . . . . . . . . .
en-voorts-gebiedt over-hem PhàReNgoH de-menselijken; 20
………………..//……………………………..<>……………………………………………………..<>….
en-voorts-zenden-zij-weg enwel-hem en-enwel~de-vrouwmenselijke-zijner
……………………………………………………………… !
[en-enwel~de-al-afgheid-van~wat~aan-hem(is).
………………………….☼ ……………| ……………………………………./……….
en-voorts-gaat-op AàBheRáM vandaan-van-MieTseRàJieM hij 13.1
……………………………………….\\\……………………………………………………..//…….
[en-de-vrouwmenselijke-zijner en-de-al-afheid-van~wat~aan-hem(is)
………//………………………….<>…..!
[en-LóWTh genoot-mèt-hem zuidwoestijn-waarts.
en-AàBheRáM is-zwaar machtig; 2
………….||………………..<>………………. !
in-verworvenheid in-zilver en-in-goud.
………………..\\……..|……………… .
en-voorts-gaat-hij aan-de-uitrukplaatsen, 3
………………………….<>…………………………………… . . . .
vandaan-van-de-zuidwoestijn en-tot~BéJT~AéL;
……….. . .
tot~de-opstaanplaats:
………………..\\……..<>…………..| ……….. .
aldus~geschiedt daar de-tent bij-de-aanpak,
……………//…………………<>…………………….//…………. !
onderscheidend BéJT~AéL en-onderscheidend NgáJ.
…………………………………………| …… .
naar~de-opstaanplaats-van de-slachtse, 4
……………….//…..<>…………. . . . . . .
die~hij-maakt daar in-het-eerdere;
………………..//…….//………….<>……………..//………………….. !
en-voorts-roept daar AàBheRáM in-de-naam-van die-JHWH-van-Israël.
…………………… .
en-ook~aan-LóWTh, 5
…….<>………………………………… . . . . .
de-gaande samen-met~AàBheRáM;
………//………………………………..<>…………….. !
geschiedt voorttrekvee~en-rundvee en-tenten.
……………….//………………………………..//………..<>……………\…………. . . . . . .
en-niet~draagt-hoog-heen enwel-hen het-land om-te-zitten verenigd; 6
……………///………………………………….| .
ja~geschiedt het-gehechte-hunner veel,
……..//………………………..<>………………………..//………… !
en-niet zijn-zij’t-aan’t-aankunnen om-te-zitten verenigd.
……………………………….. . .
en-voorts-geschiedt~twist: 7
……………///……………..\…………………………………………………………….. .
onderscheidend de-weiders-van de-verworvenheid-van~AàBheRáM,
………………..<>……………….\…………………………………………………… . . . . . .
en-onderscheidend de-weiders-van de-verworvenheid-van~LóWTh;
……………………………..|………………….. .
en-de-KeNàNgæNiet en-de-PeRieZiet,
<>….//…………………… !
dan zittende in-het-land.
………………..\\……………../………. . .
en-voorts-zegt AàBheRáM tot~LóWTh: 8
……………………| ……………………///……………..| …………………………\…
niet~dan-toch is-aan’t-geschieden gewtist onderscheidend-mij
……………………………….. .
[en-onderscheidend-jou,
…………………//……………………………<>…………………………\…………………. . . . . . .
en-onderscheidend de-weiders-mijner en-onderscheidend
[de-weiders-jouwer;
……..//………………………………<>……………….. !
ja~menselijken broederverwanten (zijn)wij.
…….///………………\\….|……………………………………………. .
is-niet? al-af~het-land voor-de-vertegenwendiging-jouwer, 9
…………..//………………………..<>…………………………… . . .
doe-vaneen-scheiden dan-toch vandaan-van-op-mij;
………………………………\………………………………………. .
ware’t~het-noorderlinkse en-ik-zuidenrechtswaarts,
………………………………….<>…………………………………….. !
en-ware’t~het-zuidenrechtse en-ik-noorderlinkswaarts.
……………………………………………….\……………………………………… . .
en-voorts-draagt-hoog-heen~LóWTh enwel~de-welogen-zijner: 10
………………………..| ………………………………..\……………………………. .
en-voorts-ziet-hij enwel~al-af~het-omringende-van de-JàReDéN,
//………………………<>……. . . . . . . .
ja de-al-afheid-daarvan drenkend;
…………………………….\…………………………………………………… ……. . .
voor-de-vertegenwendiging-van het-verderven-door die-JHWH-van-Israël:
………………………….| ………………………………… .
enwel~van-SeDoM en-enwel~-van-NgoMoRáH,
………………………………………………………………..| ………….\………………… .
als-een-schutse-van~die-JHWH-van-Israël als-het-land MieTseRàJieM,
…………..<>……………….. !
bij-het-komen naar-TsoNgàR.
………………………………….\….. . .
en-voorts-kiest~voor-zich LóWTh: 11
…..///…………………….\……………………………… .
enwel al-af~het-omringende-van de-JàReDéN,
……………………….//..<>…………………………………. . . . . . . . . .
en-voorts-rukt-uit LóWTh vandaan-van-het-oostenvroege;
…………………… .
en-voorts-scheiden-zij-vaneen,
………<>………………………………….//……………………………….. !
een-manmenselijke vandaan-op de-broederverwant-zijner.
………..<>….\………………………………… . . . . . .
AàBheRáM zittend in-het-land~KeNàNgàN; 12
……. . .
en-LóWTh:
…………| ………….\……………………….. .
zittend in-de-steden-van het-omringgebied,
……………….<>……………………….. !
en-voorts-tent-hij tot-bij~SeDoM.
…………..\…………………………. .
en-de-menselijken-van SeDoM, 13
….<>………………………… . . . . . . . . . .
kwaaddoenden en-verwaardenden;
………………….<>…………………………… !
voor-die-JHWH-van-Israël tottermacht.
………………||…………………..\…………………………. . .
en-die-JHWH-van-Israël zeggend tot~AàBheRáM: 14
……………….|………………………………………….\…………………………………………………. .
laat-achter het-vaneen-scheiden-van~LóWTh vandaan-van-genoot-mèt-hem,
…\……………………………..///……….\\………………….| …. .
draag-hoog-heen dan-toch de-welogen-jouwer en-zie,
………………………..<>……………………………..\………. . . . . .
vandaan-van-de-opstaanplaats aldus~jij(bent) daar;
……………..//…………………………………<>……………………//……………………….
opberg-noordwaarts en-woestijn-zuidwaarts en-oostenvroegwaarts
…………….. !
[en-zee-westwaarts.
\\\…………………………..<>………..//.<>………………………..\…………………….. . . . . . . . .
ja enwel~al-af~het-land dat~jij ziende(bent) aan-jou ben-ik-aan’t-geven-dat; 15
…………………………………<>……………………. !
en-aan-het-kiemsel-jouwer tot~een-wereldtijd.
……………………..//…………………………………………………….<>……………………..\…………. . . . .
en-voorts-ben-ik-aan’t-zetten enwel~het-kiemsel-jouwer als-het-stof-van 16
[het-land;
……\………………………..\……………………………… . .
aldus > ware’t-dat~aan-kunnend(is) een-menselijke:
…………………………| ……………………\……………… .
om-te-besommen enwel~het-stof-van het-land,
……………………………<>………………………. !
ook~het-kiemsel-jouwer is-aan’t-besomd-worden.
///………….\………………………….. .
sta-op en-ga-op-jezelf in-het-land, 17
………………………………….<>…………………………………. . . . . .
voor-de-gestrektheid-zijner en-voor-de-wijdte-zijner;
//………<>……………………… !
ja aan-jou ben-ik-aan’t-geven-het.
………………..\………… . .
en-voorts-tent AàBeRáM: 18
………………..//………………………..//……………….//……………………<>……\………..
en-voorts-komt-hij en-voorts-zit-hij bij-de-eiken-van MàMeRéA die(zijn)
………………. . . . . .
[bij-ChèBheRóWN;
………………………………….//………..<>…………………………. !
en-voorts-sticht-hij~daar een-slachtse voor-die-JHWH-van-Israël.
~
SEDER
……………………. . .
en-voorts-geschiedt: 14.1
……………………….| …………….\…………………………………. .
in-de-dagen-van AàMeRáPhèL koning-van~ShieNeNgáR,
……………..<>……………………………. . . . .
van-AàReJóWKh koning-van AèLeSáR;
…………………..\\…………|.\…………………….. .
van-KeDáReLáNgoMèR koning-van NgéJLáM,
…………………….<>…..//………………….. !
en-van-TieDeNgáL koning-van GóWJieM.
……..\……… . .
zij-maken broderij: 2
…………………….\\…….|.\………………… .
samen-met~BèRàNg koning-van SeDoM,
…………………………………..<>……\………………………… .
en-samen-met~BeRieShàNg koning-van NgoMoRáH;
……………\……..\…………………….. . .
ShieNeAáBh koning-van AàDáMáH:
………………\\……..| .\…………………………… .
en-ShèMeAèBhèD koning-van TseBhóJJieM,
…………//…………….<>………………………….. !
en-de-koning-van BèLàNg dat(is)~TsoNgàR.
…………\\..| …. .
al-af~deze verbinden-zich, 3
……………..<>……………………….. . . . . .
naar~de-diepte-van~de-SsieDDieJM;
.<>…………..//……………… !
dat(is) de-zee-van het-zout.
..///.|….. .
twaalf jaarandering, 4
..<>…………………………………………… . . . . . .
heerdienen-zij enwel~KeDáReLáNgoMèR;
……………//….………<>…………………………………………… !
en-de-der-tiende jaarandering worden-zij-weerspannig.
………………….☼………..| ../………………..\…………………….. . .
en-in-de-veer-tiende jaarandering komt KeDáReLáNgoMèR: 5
……………………..| .\……………………………. .
en-de-koningen die(zijn) samen-met-hem,
……………………..///………………………………………….| …………………….\….
en-voorts-verslaan-zij enwel~de-RePháAieJten bij-NgàSheTteRoT
……………. .
[QàReNàJieM,
……………………………<>………….. . . . . .
en-enwel~de-ZuWZieJten bij-CháM;
…………..| ………… .
en-enwel de-AéJMieJten,
…………..<>…………….. !
bij-SháWéH QieReJáTáJieM.
……………………………<>………………………………\………….. . . . . . .
en-enwel~de-ChoRieten bij-de-bergen-hunner SséNgieJR; 6
///..\…………. .
tot AéJL PáARáN,
.<>……………………………… !
dat(is) op~het-inbrengveld.
☼………………………………………………………….\………………………///…………………..|
en-voorts-keren-zij-terug en-voorts-komen-zij naar~NgéJN MieShePáTh 7
…\…………. .
[dat(is) QáDéSh,
………………………||……………………………………<>……………………………. . . . .
en-voorts-verslaan-zij enwel~al-af~-het-veld-van de-NgàMeLéQiet;
……….| ……………………….. .
en-ook enwel~de-AêMoRiet,
……<>……………………………//………. !
de-zittende in-ChàTSeTsoN TtáMáR.
………………….\\………………………………………/……………..\………………………… . .
en-voorts-trekt-uit de-koning-van~SeDoM en-de-koning-van NgæMoRáH: 8
…………///…………………………| ………….\………………………….. .
en-de-koning-van AàDeMáH en-de-koning-van TseBoJJieM,
…….//…….<>………………………… . . . .
en-koning BèLáNg dat(is)~TsoNgàR;
……………….///………………………………………..…|…….. .
en-voorts-rangschikken-zij samen-met-hen broderij,
…………<>…………………….. !
in-de-diepte-van SsieDDieJM.
……………\……………………..\\……….\………………… . .
samen-met KeDáReLáNgoMèR koning-van NgéLáM: 9
…………………..|..\…………………. .
en-TieDeNgáL koning-van GóJieM,
……………………..| ..\………………………… .
en-AàMeRáPhèL koning-van ShieNeNgáR,
…………….<>…….\…………………….. . . . .
en-AàReJóWKh koning-van AèLeSáR;
.//…<>…………………………………… !
vier koningen samen-met~de-vijf.
……………\…………………………. . .
en-de-diepte-van de-SsieDDieJM: 10
.///……………..| .
bakken bakken pek,
…………………//……………………………………..//……………………….<>..
en-voorts-vluchten de-koning-van~SeDoM en-van-NgoMoRáH
………………………………. . . . . .
[en-voorts-vallen-zij~daar;
………………<>……………….//…………………. !
en-de-resterenden gebergte-waarts vluchten-zij.
☼………………………………………………………………………\\………………….\\\………………………..//…
en-voorts-nemen-zij enwel~al-af~het-vastgehechte-van SeDoM en-van-NgoMoRáH 11
…………………………………………<>………………………… !
[en-enwel~al-af~het-eten-hunner en-voorts-gaan-zij.
…………………//……………………..\\\…………………………………………………….<>….
en-voorts-nemen-zij enwel~LóWTh en-en-wel-het-vastgehechte-zijner 12
………………………………….//………………………………….<>………………… . . . . . . .
[stichtzoon-van~de-broederverwant-van AàBheRáM en-voorts-gaan-zij;
……//..<>……………….. !
en-hij zittend in-SeDoM.
………………………| ………. .
en-voorts-komt de-ontkomene, 13