ChæBàQQuWQ 1
SEDER
| \ . <> !
Het-hoog-aangedragene dat hij-schouwt, ChæBàQQuWQ de-profeet. 1
/// // <>
tot-waar-wanneer? die-JHWH-van-Israël kerm-ik 2
\ . . . . .
[en-niet~ben-jij-aan’t-horen;
// // <> // !
ik-ben-aan’t-schreeuwen naar-jou geweld en-niet ben-jij-aan’t-bevrijden.
\ > / |
voor-wat? ben-jij-aan’t-doen-zien-mij streverij 3
\ . .
[en-op-moeite aan’t-doen-blikken:
// <> . . . .
en-overweldiging en-geweld ter-voorlegging-aan-mij;
\\\ – <> !
en-voorts-geschiedt twist en-(is-)veroordeling zich-hoog-aan’t-heen-dragen.
| \ .
op~vastzo[1] is-aan’t-verkillen uitlegging, 4
// <> . . . . . . . . . .
en-niet~is-aan’t-uittrekken voor-viering-en-voortduur stelregeling;
> | \ .
ja een-schender doende-omronden enwel~een-rechtvaardige,
// // <> !
op~vastzo is-aan’t-uittrekken een-stelregeling die-gekringeld-is.
< | .
ziet bij-de-naties en-kijkt-toe, 5
<> . . . . . . . . . .
enverbijstert-je weest-verbijsterd;
/ | \ .
ja~het-werken-van een-werker in-de-dagen-van-jullie,
// <> // !
niet zijn-jullie-aan’t-vertrouwen ja het-is-aan’tgeboekstaafd-worden.
> | .
ja~kijk-eens-mij doende-opstaan enwel~de-KàSseDDieJM[2], 6
<> \ . . . . .
de-natie de-bittere en-overijlige;
| .
de-gaande voor-de-wijdten-van~het-land,
<> // !
om-weg-te-vangen woonplekken niet~aan-hem.
// <> . . .
afgrijselijk en-ontzagwekkend (is-)hij; 7
.
vandaan-van-hem,
HAB 1
// <>
(zijn)de-stelregeling-zijner en-de-hoog-heen-dragendheid-zijner
!
[aan’t-uittrekken.
\\ / . .
en-rapklein-zijn vandaan(anders-dan)luipaarden de-paarden-zijner: 8
| \ .
en-scherp vandaan-van(anders-dan)-de-wolven-van de-avond,
<> . . . .
en-opspringen de-rijpaarden-zijner;
| \ .
en-de-paardrijders-zijner vandaan-van-de-verte zijn-zij-aan’t-komen,
|| <> // !
zij-zijn-aan’t-vliegen als-een-adelaar snel om-te-eten.
| \ .
al-afheid-waarts tot-gewelddadigheid is-hij-aan’t-komen, 9
// <> . . . . .
de-opslurping[3]-van de-vertegenwendigingen-hunner oostenvroegwaarts;
// <> !
en-voorts-halen-zij-in als-zand de-wegvoering.
| \ .
en-hij op-koningen is-hij-aan’t-schimpen, 10
<> \ . . . .
en-waardendragers (zijn)belachelijk voor-hem;
\\\ \ .
hij om-de-al-afheid-ontoegankelijkheid is-hij-aan’t-lachen,
// <> !
en-voorts-stapelt-hij-op stof en-voorts-overmeestert-dat.
\ // fz <>
dan wisselt-zich een-beluchting en-voorts-steekt-hij-over 11
. . . . . . . . . . . . . . .
[en-is-hij-zich-schuldig-aan’t-maken;
// <> !
deze de-kracht-zijner voor-de-gods-zijner.
niet? jij vandaan-van-oostenvroeg: 12
jij-van-Israël gods-mijner geheiligde-mijner niet
[zijn-wij-een-gestorvene-aan’t-zijn;
| \ .
jij-JHWH-van-Israël voor-stelregeling stel-jij-hem,
<> // !
en-(als)een-rots ter-verantwoording ben-jij-aan’t-grondvesten-hem.
\\\ / | \ .
rein de-wel-ogen vandaan-van-het-zien-van kwaad, 13
// <> \ . . . . .
en-om-te-kijken naar~moeite niet aan’t-aankunnen-ben-jij;
HAB 1,2
\\\ | .
voor-wat? ben-jij-aan’t-kijken naar-verkostumeerden,
|| // <>
ben-jij-aan’t-zwijgen bij-het-verslinden door-een-schenner
// !
[van-een-rechtvaardige vandaan-van(anders-dan)hij.
// < > \ . . . .
en-voorts-maak-jij roodling als-de-vissen-van de-zee; 14
< > // !
als-krioelgedierte niet~een-vore-steller[4] daarbij.
| \ .
de-al-afheid met-een-angel doet-hij-opgaan, 15
\ .
hij-is-aan’t-inklampen-dat in-het-net-zijner,
<> . . . . . .
en-hij-is-aan’t-inhalen-dat met-het-garen-zijner;
<> // !
op~vastzo is-hij-zich-aan’t-verheugen en-aan’t-juichen.
| \ .
op~vastzo is-hij-aan’t-slachten voor-het-net-zijner, 16
< > .
en-is-hij-aan’t-verwalmen voor-het-garen-zijner;
/// / | \ .
ja daarmee(is) olie de-vereffening-zijner,
<> !
en-het-eten-zijner volzuiver.
// <> \ . . . . .
?op vastzo is-hij-aan’t-lozen het-net-zijner; 17
// // < > // !
en-steevast tot-het-vermoorden-van naties niet is-hij-medelijden-aan’t-hebben.
=
\ .
op~de-waarhouding-mijner ben-ik-aan’t-staan, 2.1
< > . . . . . . . . .
en-ik-ben-mij-aan’t-plaatsen op~een-hoedrotsengte[5];
. .
en-voorts-spied-ik:
| .
om-te-zien wat~hij-aan’t-inbrengen-is-bij-mij,
// <> !
en-wat ik-aan’t-keren-ben op-het-ter-verantwoording-roepen-van-mij.
/// | .
en-voorts-buigt-zich-toe-naar-mij die-JHWH-van-Israël en-voorts-zegt-hij, 2
\ .
schrijf-op het-geschouwde,
<> . . . . . .
en-zet’t-uiteen op-de-borden;
HAB 2
// <> // !
ter-toebuiging-daaraan-dat aan’t-toelopen-is een-roeper daarop.
\ /// | .
ja nogmalig een-schouwing ter-gemeenschapsordening, 3
// <> \ . . . . .
en-hij-blaast’t voor-het-einde en-niet is-hij-aan’t-liegen;
| .
ware~hij-aan’t-dralen, verbeid~hem,
// <> // !
ja~te-komen is-hij-aan’t-komen niet is-hij-(te)laat-aan’t-komen.
\ .
kijk-hier bultig-is, 4
// <> . . . . .
niet~rechtuit-is de-lichaamziel-zijner in-hem;
<> // !
en-een-rechtvaardige (is) in-het-vertrouwen-zijner aan’t-leven[6].
| \ .
en-voorwaar ja~de-wijn kostumerend, 5
// <> \ . . . . . . . . . . .
een-manbaas een-snoever en-niet is-hij-aan’t-woonoorden;
☼ \ / . .
die wijd-doet-zijn als-een-oergroeve de-lichaamziel-zijner:
/// / | \ .
en-hij(is) als-de-gestorvenheid en-niet is-hij-aan’t-verzadigd-worden,
/// | .
en-voorts-haalt-hij-in naar-hem de-al-afheid-van~de-naties,
// <> !
en-voorts-verzamelt-hij tot-hem
[de-al-afheid-van~de-genotenvolken.
\ . .
?niet~deze de-al-afheid-hunner: 6
| \ .
op-hem een-vore-stelling zijn-zij-hoog-heen-aan’t-dragen,
<> \ . . . . .
en-een-raadsgeheim raadselachtigheden voor-hem;
. .
envoorts-zegt-men:
/// \ .
wee hij-die-veel-maakt (wat)niet~aan-hem(is),
|| // < > !
tot~wanneer en-hij-die-zwaar-doet-zijn op-zich beslaglegging.
\ . .
?niet plotseling: 7
/ | .
zijn-aan’t-opstaan die-bijten-jou,
<> . . . .
en-waak-warm-aan’t-worden die-doen-bibberen-jou;
// <> !
en-voorts-ben-jij-aan’t-geschieden tot-plundergoed voor-hen.
HAB 2
– /// / | \ .
ja jij buit-maak-jij naties vele, 8
<> \
aan’t-buit-maken-jou-zijn de-al-afheid-van~het-strak-geblevene-van
. . . . . . .
[de-genotenvolken;
/// | .
vandaan-van-de-roodsvergietingen-aan roodling en-het-geweld-aan~het-land,
<> // !
aan-een-trefburg en-aan-de-al-afheid-van~de-inzittenden daarin.
~
. .
wee: 9
// // <> . . . . . .
een-brokken-makende een-brokstuk kwaad voor-het-huis-zijner;
/// | .
om-te-stellen in-het-verhevene het-nest-zijner,
<> !
om-(‘t)eruit-te-doen-slepen vandaan-van-de-handzool~kwaad.
// \ . . . . . . .
jij-verschaft-raad-van schande voor-het-huis-jouwer; 10
// <> // !
een-einde-makend-aan~genotenvolken vele en-doende-verwaarden
[de-lichaamziel-jouwer.
<> \ . . . . . . . . . .
ja~een-steen vandaan-van-een-wand is-aan’t-aanschreeuwen; 11
<> // !
en-een-spantenbestel vandaan-van-boomhout is-aan’t-gebogen-zijn.
~
// // <> . . . . . . . . . . . . . .
wee een-stichtende een-stad met-bloedstortingen; 12
// <> !
een-vastzo-zettende een-trefburg op-valsheid.
\ .
is’t-niet? kijk-hier, 13
<> \ . . . . . . . . . . .
vandaan-van-bij die-JHWH-van-Israël de-omschaarde;
/// | .
en-aan’t-arbeiden-zijn genotenvolken met-een-maatdeel-van~vuur,
<> // !
en-groeperingen met-een-maatdeel~loos zijn-moe-aan’t-worden.
/// \ .
ja aan’t-vol-worden-is het-land, 14
<> \ . . . . . . . . . . . .
om-te-volkènnen enwel~de-zwaarte-van die-JHWH-van-Israël;
<> // !
zoals-wateren een-omhulling-aan’t-geven-zijn op~de-zee.
HAB 2
=
/// \ .
wee die-drenkt de-metgezel-zijner,
// <> \ . . . . . . . . . . . . . . .
die-er-bij-doet-van de-hitte-jouwer en-dusdanig een-roes-doet-drinken;
// <> !
ter-toebuiging-naar de-kijkende op~de-naaktheden-hunner.
/// | .
verzadigd-word-jij-van kleinering vandaan-van-zwaarte, 16
// <> . . . . . . . .
drink ook~jij en-toon-voorhuid;
\ . .
aan’t-omsingelen-is op-tegen-jou:
/// \ .
de-kelk-van de-zuidenrechter-van die-JHWH-van-Israël,
<> !
en-gekleineerdheid over~de-zwaarte-jouwer.
\ /// | .
ja de-gewelddadigheid aan-LeBáNóWN is-aan’t-omhullen-jou, 17
// <> . . . .
en-de-overweldiging-van dieren is-ontsteld-aan’t-maken-hen;
/// | .
vandaan-van-de-bloedstortingen-van roodling
[en-de-gewelddadigheid-van~het-land,
<> // !
een-trefburg en-al-af~de-inzittenden daarin.
=
\ . .
wat?~nut gebeitelds: 18
/// | .
ja (dat)beitelen de-vormers-van-hem,
<> \ . . . . . . .
een-uitgegotenes en-uitlegger-van leugen;
\ || /// | .
ja veilig-weet-zich de-vormende het-vormsel-zijner daarop,
<> // !
om-te-maken ongoden stom.
=
\ /// | .
wee die-zegt tot-boomhout word-waakwarm, 19
<> \ . . . . . . . . . .
word-gewekt tot-een-steen (die)verstard(is);
\ .
hij een-uitlegger,
.
kijk-hier~hij:
HAB 2,3
| \ .
gevat-in goud en-zilver,
fz // !
en-een-al-afheid~beluchting geenszins in-het-naderlijf-zijner.
<> \ . . . . . . .
en-die-JHWH- van-Israël in-het-tehuis-van het-hem-geheiligde; 20
// <> !
ssst[7] vandaan-van-de-vertegenwendiging-zijner al-afheid-van~het-land.
~
<> \ . . . . . . .
een-zich-uitspreken voor-ChæBàQQuWQ de-profeet; 3.1
<> !
op “omdwaling”[8].
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
…….. . .
jij-JHWH-van-Israël: 2
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
……..\……………………………………..¬ ………………… ,
ik-hoor het-hoorgerucht-jouwer ontzag-heb-ik
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
……. . .
jij-JHWH-van-Israël:
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
……………………….| …………..<……………………………………….|
het-werk-jouwer in-het-naderlijf-van jaaranderingen
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
…… .
[doe-leven-dat,
HAB 3
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
………….//………………..<>………………..
in-het-naderlijf-van jaaranderingen
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
……………………………………. . . . . . . . .
[ben-jij-aan’t-doen-volkènnen-dat;
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
………..<>…………………………//……………………………………….!
in-bewogenheid bij-de-moederschoot ben-jij-aan’t-aanhaken.
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
………./……..| …………………………..\………………. .
een-godheid vandaan-van-TéJMáN is-aan’t-komen, 3
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
……..//…………………………………………….<>… . . . . . . . . . . . .
een-heilige vandaan-van-de-berg~PáRáN omhoog-de-harten;
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
……..<……………………../…………….| ………………………………………. .
omhuld-wordt[9] de-helftenhemel door-behandklapping-van-hem,
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
………………………………..<>………………//………. !
en-de-bepraling-van-hem maakt-vol het-land.
HAB 3
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
………………/…..| ………..\………………………… .
en-een-straling zoals-licht is-aan’t-geschieden, 4
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
..//…………………………………………..<>…………. . . . .
hoornen vandaan-van-de-hand-zijner aan-hem;
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
…….<>……..//…….. !
en-daar schuilt-! sterkte.
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
…………………………………………….<>…………………….\……….. . . . . . .
voor-de-vertegenwendiging-zijner is-aan’t-gaan de-inbracht[10]; 5
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
……………..//………………………<>…………………………………………. !
en-aan-‘t-uittrekken-is schroeiing voor-de-voetebenen-zijner.
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
………………..\……………………………\………….. . .
hij-blijft-staan en-voorts-vermeet[11]-hij land: 6
HAB 3
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
………..| …………………………………..\………….. .
hij-ziet en-voorts-doet-hij-op-hol-slaan naties,
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
…………………………………………….|………………………………….. .
en-voorts-verstrooiselen-zich de-gebergten-van~de-duur,
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
.<>………………..\…………………. . . . . . . . .
bukken-zich heuvels-van de-wereldtijd;
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
…….//…………………..<>………………….. !
de-gangen-van de-wereldtijd aan-hem.
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
……………\………………….. .
op-de-drukplek-van streverij, 8
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
.<>………….\……………. . . . . .
zie-ik de-tenten-van KuWSh;
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
……………..||…………………….<>……………………………….//………………….. !
aan’t-bewegen-zijn-! de-klapperdoeken-van het-land-van MieDeJáN.
=
HAB 3
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
……………………………..| …………..\…………… .
op-de-blikkkeringen? is-ontgloeid die-JHWH-van-Israël, 8
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
..<…………………………………….| ………………………… .
ware? op-de-blikkeringenen de-neuswalging-jouwer ,
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
……………………<>………………………….. . . . . .
ware?~op-de-zee de-oversteking-jouwer;
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
<……………………………………..|……………………….. .
ja jij-bent-aan’t-op-rijden op~de-paarden-jouwer,
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
………………………<>………………….. !
de-oprij-tuigen-jouwer (zijn)bevrijding.
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
………<………………………………………..| ………….. .
tot-naaktheid is-aan’t-naakt-maken de-boog-jouwer, 9
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
……..//……………………..<>…………\………………….!
bezeveningen-van de-rekter[12] zeggend omhoog-de-harten;
HAB 3
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
..<>………………………………………..!
blikkeringen doe-jij-splijten~land.
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
……..<………………………./………………| …… .
zij-zien-jou aan’t-kronkelen-zijn de-bergen, 10
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
……….//…..<>…… . . . . . . . .
een-plens water steekt-over;
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
…………<…………………………………….| ……………. .
(ook)geeft de-poel-van-beroerte de-stem-zijner,
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
…..fz……………………//……………………. !
de-verhevene de-handen-zijner draagt-hij-hoog-heen.
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
……//………….< >……………………..\……………….. . . . . .
de-zon de-maan hij-blijft-staan (in-)de-ruimte; 11
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
…….<……………………/……………….| ………. .
ter-licht (zijn)de-pijlen-jouwer aan’t-gaan,
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
……….<>……………//…………………………………….. !
ter-straling de-bliksem-van de-neerlater-jouwer.
HAB 3
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
…….<>……………………………………………………….. . . . .
in-gramschap ben-jij-aan’t-doorschrijden~land; 12
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
…….<>…………………………………….//…….. !
in-neuswalging ben-jij-aan’t-dorsen naties.
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
./……………| ……………….\…………………………………………… .
jij-trekt-uit voor-de-vrijheid-van het-genotenvolk-jouwer, 13
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
……………..<>…………………………………………….. . . . . .
voor-de-vrijheid samen-met~de-gezalfde-jouwer;
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
……………<…………………………………| ……….\…………………. .
jij-verbrijzelt het-eerstdeel-van het-huis-van de-schender,
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
.//………………………………..//……………….<>………… !
naakt-makend de-grondveste tot~de-hals omhoog-de-harten.
~
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
……..<………………………………………..| ……..\………………………………………………. .
jij-boort-in met-de-rekters-zijner het-eerstdeel-van de-plattelanders-zijner, 14
HAB 3
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
……………………………..<>……………………………….. . . .
zij-zijn-aan’t-turbuleren om-te-verstrooien-mij;
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
……… .
zij-schaterlachen,
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
……………….//…………….<>…………………………..!
als~om-te-eten de-gebogene in-een-versteekplaats.
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
…………………..//……………………..<>………………….. . . . . . .
jij-doet-de-weg-nemen in-de-zee de-paarden-jouwer; 15
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
fz……………….//………… !
vergistend wateren vele.
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
…….\……………………………..\……………………. . .
ik-hoor en-voorts-is-bewogen de-buik-mijner: 16
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
………………….| ………………..\………………………… .
voor-de-stem schemerschellen de-lippen-mijner,
HAB 3
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
………..//……………//………………………………..<>…..
aan’t-komen-is verrotting in-het-harde-bot-mijner
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
………………………………….\……………………… . . . . . . . . . . . . . . .
[en-op-de-drukplek-mijner ben-ik-een-bewogene-aan’t-zijn;
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
……<…../……………………| ……………..\…………. .
ik-die aan’t-rusten-ben voor-de-dag-van beënging,
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
…….<>…………………….…………//…………………………………….. !
om-op-te-gaan tot-een-genotenvolk zijn-zij-aan’t-bekerven-ons.
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
………………\………………………. . .
ja~is-de-vijg niet~aan’t-bloeien: 17
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
…….<………………..|………. .
en-geen afdracht op-de-ranken,
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
…………| ………………………………… .
huichelt het-maaksel-van~de-olijf,
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
……….<>………………….\…… . . . . .
en-de-akkers niet~maken eten;
HAB 3
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
……………..<…………………………………………………..| ……………… .
hij-wegsnijdt vandaan-van-de-waarhoudplek het-voorttrekvee,
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
……..//..<>……………… !
en-geen rund in-de-stallen.
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
……<>………………….\……………………………………… . . . . . . . . . . . . . .
dan-ik bij-die-JHWH-van-Israël ben-ik-aan’t-schaterlachen-toch; 18
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
…………………….<>…………………………..//…………………………….. !
ik-ben-aan’t-juichen-toch bij-de-gods-van de-vrijheid-mijner.
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
…………..<……………………………………………….|…………………………….. .
die-JHWH-van-Israël de-machtiger-mijns (is)het-vermogen-mijner, 19
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
………………….<………………………………………….| …………………. .
en-voorts-stelt-hij de-voetebenen-mijner als-die-van reeën,
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
…………………………………….<>……………………………………………………….. . . . .
en-op-de-cultusbulten-mijner is-hij-de-weg-aan’t-doen-nemen-mij;
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
…………………………………..<>…………………………………….. !
voor-de-voortgaande-viering bij-het-snarenspel-mijner.
1
[1] Hier staat de Hebreeuwse uitdrukking voor “op deze manier (gebeurt) vast en zeker”.
[2] Een naam voor de Chaldeeën.
[3] Dit Hebreeuwse woord komt alleen hier voor. Over de afleiding bestaat onzekerheid. De Rabbijnen leien het af van een maar twee keer voorkomend werkwoord, dat ‘opslurpen’ betekent. Wij volgen hen.
[4] De bewoordingen herinneren hier aan Gen.1 en 2
[5] In dit Hebreeuwse woord klinken meerdere stamwoorden mee: rots, engte en behoeden.
[6] Dit is de bekende regel, die Paulus in Romeinen 1:17 citeert, maar niet precies volgens de LXX, want daar worden deze Hebreeuwse woorden aldus vertaald: “maar de rechtvaardige zal uit het vertrouwen van mij leven”. Dit ‘van mij’ laat Paulus – terecht, want zie het Hebreeuws – weg.
[7] Het Hebreeuwse woordje heeft klank die sterk lijkt op het Nederlandse sst.
[8] Hetzelfde woord komt verder alleen nog voor in het opschrift van psalm 7; in Hab.3:17 staat nog een soort opschrift als afsluiting.
[9] In het Hebreeuws is ‘behandklapping’ onderwerp en ‘helftenhemel’ object en staat het werkwoord in de actieve vorm. Om de volgorde van de woorden te kunnen aanhouden, die door de plaatsing van de zangaccenten moet worden aangehouden, is deze regel passief vertaald. Het laatste deel van dit vers kon weer actief vertaald worden.
[10] Meestal wordt dit Hebreeuwse woord vertaald met ‘pestilentie’; het is echter afgeleid van het werkwoord waarvan ook DáBáR, inbreng, is afgeleid. Met de vertaling ‘inbracht’ bereiken we een dreigende klank van een aantasting die van buiten af wordt ingebracht.
[11] Een ongebruikelijke vorm van het werkwoord MáDàD, dat ‘meten’ betekent; de betekenis krijgt een negatief accent. In vele vertalingen wordt uitgegaan van een verschrijving in de Hebreeuwse tekst en zij vertalen ‘doen wankelen’.
[12] =scepter