DiBheRéJ HáJáMieJM[1] BéT (II Kronieken) 1
// // <>
en-voorts-maakt-zich-hard SheLoMoH stichtzoon-van DáWieJD 1
. . . . . .
[over-het-koningschap-zijner;
> | .
en-die-JHWH-van-Israël de-gods-zijner mèt-hem,
<> !
en-voorts-maakt-hij-groot-hem opwaarts.
\ \ || »
en-voorts-zegt SheLoMoH tot-de-al-afheid~JieSseRáAéL tot-de-vorsten-van 2
\\ / . .
[de-kuddetallen[2] en-de-honderdtallen en-tot-de-regelstellers:
// // <>
en-tot-de-al-afheid-van de-hoogdragenden[3] voor-de-al-afheid~JieSseRáAéL
// !
[de-eerstdelen[4]-van de-omvamenden[5].
. .
en-voorts-gaan-zij: 3
| \ .
SheLoMoH en-de-al-afheid-van de-afstemming[6] mèt-hem,
<> \ . . . . . . .
tot-de-cultusbult die(is) in-GiBeNgóWN;
\ . .
ja~daar geschiedt:
< | .
de-tent-van de-gemeenschapsordening[7]-van gods,
// // // <>
die maakte[8] MoShèH heerdienaar-van~die-JHWH-van-Israël
II KRON 1
!
[in-het-inbrengveld[9].
. .
echter: 4
/// | /// | \ .
de-arke[10]-van gods deed[11]-opgaan DáWieJD
[vandaan-van-QieReJàT JeNgáRieJM,
// <> . . . . . .
bij-het-vast-doen-zijn voor-hem (door)DáWieJD;
\\\ // fz !
ja hij-rekte-uit~voor-hem een-tent in-JeRuSháLáieM.
\ . .
en-de-slachtse die-van-koper: 5
/// | | \ .
die maakt BeTsàLeAèL stichtzoon-van~AuWRieJ stichtzoon-van~ChuWR,
|| <> \
(is)daar voor-de-vertegenwendiging-van het-voortgewoon-van
. . . . . . . . . . . .
[die-JHWH-van-Israël;
// <> !
en-voorts-vragen-naar-hem SheLoMoH en-de-afstemming.
☼ // /// / |
en-voorts-gaat-op SheLoMoH daar op~de-slachtse de koperen 6
\ .
[voor-de-vertegenwendiging-van die-JHWH-van-Israël,
<> \ . . . . . . . .
die (is) voor-de-tent-van gemeenschapsordening;
\\\ // <> !
en-voorts-doet-hij-opgaan op-hem opgaanders een-kuddetal.
\ .
in-de-nacht (nl.)die, 7
// <> . . . .
laat-zich-zien gods aan-SheLoMoH;
\ .
en-voorts-zegt-hij aan-hem,
<> // !
wens wat? ben-ik-aan’t-geven~aan-jou.
II KRON 1
/// .
en-voorts-zegt SheLoMoH aan-gods, 8
. .
jij:
// // <>
jij-maakt genoot-mèt~DáWieJD de-omvamende-van-mij
/ . . . . .
[goede-gunst groot;
<> !
en-doet-koningen-mij op-de-drukplek-zijner.
| \ .
welnu jij-JHWH-van-Israël gods, 9
| .
aan’t-betrouwbaar-zijn-is de-inbreng-jouwer,
<> \ . . . . . . . .
genoot-zijnde-mèt DáWieD de-mij-omvamende;
/// | .
ja jij koningen-doe-jij-mij,
|| <> // !
over~een-genotenvolk veel als-het-stof-van het-land.
. .
welnu: 10
/// | .
wijsheid en-volkènnis geef~aan-mij,
// //
en-ik-ben-aan’t-uittrekken-! voor-de-vertegenwendiging-van
<> . . . . . . . .
[het-genotenvolk~(nl.)dit en-aan’t-inkomen;
\ . .
ja~wie? is-de-regel-aan’t-stellen,
// <> !
enwel~het-genotenvolk-jouwer dit grote.
=
\ || \ ☼ \\ fz
en-voorts-zegt~gods aan-SheLoMoH ter-toebuiging daaraan-dat geschiedt dit 11
. .
[genoot-met~het-hart-jouwer:
☼ \ /// | |
en-jij-niet~wenst rijkdom en-goederen en-zwaarte en-niet
\ .
[de-lichaamziel-van wie-beweigeren-jou,
// <> \ . . . . . .
en-ook~dagen vele jij-niet wenst;
| \ .
en-voorts-wens-jij~voor-jou wijsheid en-volkènnis,
/// | .
waarmee jij-de-regel-aan’t-stellen-bent enwel~het-genotenvolk-mijner,
// <> !
aldus ik-doe-koningen-jou daarover.
// <> \ . . . . . . .
de-wijsheid en-de-volkènnis worden-gegeven-dan aan-jou; 12
II KRON 1
\\ /// | .
en-rijkdom en-goederen en-zwaarte ben-ik-aan’t-geven~aan-jou,
\ \ . .
hetgeen niet~geschiedt vastzo:
| \ .
aan-koningen die(zijn) voor-de-vertegenwendiging-jouwer,
<> //
en-aan-de-laat-achter-jou(zijnden) is-het-niet
!
[aan’t-geschieden~vastzo.
\\ / /// | .
en-voorts-komt SheLoMoH voor-de-cultusbult die(is)~in-GiBeNgóWN 13
[naar-JeRuWSháLàieM,
<> \ . . . . . . . . .
vandaan-van-voor-de-vertegenwendiging-van de-tent-van
[de-gemeenschapsordening;
<> !
en-voorts-koningt-hij over~JieSseRáAéL.
~
\ ¬ /// ,
en-voorts-haalt-bijeen SheLoMoH oprij-tuig en-paardrijders 14
. .
en-voorts-geschiedt-er~voor-hem:
/// | .
een-kudde-tal en-vier~honderd oprij-tuig,
// <> . . . . . . . . . .
en-twaalf kuddetal paardrijders;
| \ .
en-voorts-laat-hij-rusten-hen in-de-steden-van het-oprij-tuig,
<> !
en-genoot-met~de-koning in-JeRuWSháLáieM.
\\ / \\\ // <>
en-voorts-geeft de-koning enwel~zilver en-ook~goud in-JeRuWSháLàieM 15
. . . . . .
[als-stenen;
. .
en-ook de-ceders:
// // < > !
geeft-hij als-de-moerbeibomen die(zijn)~in-de-laagte in-veelheid.
\\\ // // <> . . . . . .
en-de-uitgetrokken paarden die voor-SheLoMoH (zijn) vandaan-van-MiTseRáJieM;16
|| \ .
en-een-spansel-van handelsreizigers-van de-koning,
// <> !
(als)spansel zijn-zij-aan’t-nemen met-betaling.
☼ \ ///
en-voorts-doen-zij-opgaan en-doen-zij-uittrekken vandaan-van-MiTseRàJieM 17
| \ \ .
[een-oprij-wagen met-zes honderd zilver(stukken),
II KRON 1,2
< > \ . . . . . . .
en-een-paard met-vijf honderd;
☼ \\\ //
en-evenzo voor-de-al-afheid-van~de-koningen-van de-ChiTTieTieJM
// <> // !
[en-van-de-koningen-van AæRáM met-de-hand-hunner doen-zij-uittrekken.
\ . .
en-voorts-zegt SheLoMoH: 18[12]
// / | \ .
te-stichten een-huis voor-de-naam-van die-JHWH-van-Israël,
<> !
en-een-huis voor-het-koningschap-zijner.
\\ / // \\ | \ .
en-voorts-boekstaaft SheLoMoH zeventig kuddetal man zeulend, 2.1[13]
// // <> \ . . . . . . . .
en-tachtig kuddetal man houwend in-het-gebergte;
\ .
en-voortgangsvierders over-hen,
// <> // !
drie kuddetallen en-zes honderd.
\ .
en-voorts-zendt SheLoMoH, 2[14]
// <> . . . . . . .
naar~ChuWRáM de-koning-van~TsoR[15] te-zeggen;
/// \\ | \ .
naar-wat jij-maakt genoot-mèt~DáWieD de-omvamende-mijner,
\ .
en-voorts-zend-jij~voor-hem ceders,
// <> // !
voor-het-stichten~voor-hem-van een-huis om-te-zitten daarin.
HIER EINDIGT SEDER TWAALF
☼ \\ / \ \ . .
kijk-hier ik stichtend~een-huis voor-de-naam-van die-JHWH-van-Israël 3[16]
[de-gods-mijner:
\ | \
om-heilig-te-doen-zijn voor-hem om-te-doen-verwalmen
\ ☼
[voor-de-vertegenwendiging-zijner verwalming-van~welriekendheden
\\ /// | \ .
[en-rangschikking steevast en-opgaanders voor-de-ochtend
[en-voor-de-avond,
II KRON 2
| .
voor-de-verstillingen[17] en-voor-de-nieuwmaanden,
<>
en-voor-de-gemeenschapsordeningen-van
\ . . . . . .
[die-JHWH-van-Israël de-gods-onzer;
<> // !
voor-wereld-lang(is) dit over~JieSseRáAéL.
// // <> . . . . . .
en-het-huis dat~ik stichtend(ben) (is)groot; 4[18]
// <> !
ja~groot de-gods-onzer vandaan-van(anders-dan)-al-af~de-gods.
/// / | \ .
en-wie? is-aan’t-sperren[19]~kracht om-te-stichten~voor-hem een-huis, 5[20]
\\\ // // <>
ja de-helftenhemel en-de-helftenhemel-van de-hemelhelften
\ . . . .
[is-niet aan’t-aankunnen-dat;
/// | \ \ .
en-wie (ben)ik dat ik-aan’t-stichten-ben~voor-hem een-huis,
<> // !
ja ware’t~om-te-doen-verwalmen voor-de-vertegenwendiging-zijner.
|| \ || ☼ \\
en-welnu zend~voor-mij een-manmenselijke~wijs om-te-maken met-goud 6[21]
/ \ . .
[en-met-zilver en-met-metaal en-met-ijzer:
| \ .
en-met-roodblauw en-karmijn[22] en-purpur,
<> \ . . . . . . . . .
en-volkènnend om-in-te-krassen inkrassingen;
. .
genoot-met~de-wijzen:
/// | <> .
die genoot-met-mij(zijn) in JeHuWDáH en-in-JeRuWSháLàieM,
// <> // !
die vastzo-doet-zijn DáWieD de-omvamende-mijner.
☼ \\ / \ ¬ ,
en-zend~voor-mij hout-van ceders en-cypressen en-algumen[23] 7[24]
[vandaan-van-de-LeBáNóWN
/// \ .
ja ik ik-volkèn,
/// / | .
dat de-heerdienaren-jouwer volkènnend(zijn),
II KRON 2
<> \ . . . . . .
om-af-te-scheiden houtbomen-van LeBáNóWN;
// <> !
en-kijk-hier de-heerdienaren-mijner genoot-met~de-heerdienaren-jouwer.
// // <> . . . . . . . .
om-vastzo-te-doen-zijn voor-mij houtbomen voor-een-veelheid; 8[25]
// // // <> // !
ja het-huis dat~ik stichtend(ben) groot en-wonderlijk.
\ \ \ || ☼
en-kijk-hier aan-de-houthakkers aan-de-afscheiders-van de-houtbomen geef-ik 9[26]
\\ / . .
[tarwe (plat)geslagen voor-de-heerdienaren-jouwer:
| \ .
(aan)ringvelden twintig kuddetal,
II <> \ . . . . . . . .
en-harigkoren[27] (aan)ringvelden twintig kuddetal;
. .
en-wijn:
| \ .
(aan)metreten twintig kuddetal,
|| <> // !
en-olie (aan)metreten twintig kuddetal.
~
\\ /// | .
en-voorts-zegt ChuWRáM koning-van~TsoR[28] op-schrift, 10[29]
<> . . . . .
en-voorts-zendt-hij naar~SheLoMoH;
/// | .
naar-de-minne-van die-JHWH-van-Israël enwel~voor-het-genotenvolk-zijner,
// <> !
geeft-hij-jou over-hen (tot)koning.
¬ ,
en-voorts-zegt ChuWRáM 11[30]
/// | \ .
ingezegend die-JHWH-van-Israël de-gods-van JieSseRáAéL,
\ .
die maakt,
<> . . . . .
enwel~de-helftenhemel en-ook~het-land;
\ ☼ \\ \ . .
die geeft aan-DáWieD een-stichtzoon wijs:
/ | \ .
volkènnend onderwezen en-onderscheidend,
II KRON 2
/// / | .
die aan’t-stichten-is~een-huis voor-die-JHWH-van-Israël,
<> !
en-een-huis voor-het-koningschap-zijner.
. .
en-welnu: 12[31]
\\\ // // <>
ik-zend een-manmenselijke~wijs volkènnend onderscheidend
// !
[voor-ChuWRáM de-omvamende-mijner[32].
|| \ . .
de-stichtzoon-van~een-vrouwmenselijke vandaan-van~de-stichtdochters-van 13[33]
[DáN:
\ .
en-de-omvamende-zijner een-manmenselijke~een-TsoRiet[34],
|| \ || \\
volkènnend om-te-maken met-goud~en-met-zilver met-metaal
/ \ . .
[met-ijzer met-stenen en-met-houtbomen:
/// / | \ .
met-roodblauw met-purpur en-met-lijnwaad en-met-karmijn,
/ | .
en-om-in-te-krassen al-af~de-inkrassingen,
<> . . . . . . . . .
en-om-te-berekenen al-af~berekening;
/// | .
die aan’t-gegeven-worden-is~aan-hem genoot-met~de-wijzen-jouwer,
.
en-aan-de-wijzen-van,
<> // !
mijn-machtiger DáWieD de-omvamende-jouwer.
☼ \\ / /// / | \ \
en-welnu de-tarwe en-het-behaarde(koren) de-olie en-de-wijn die (toe-)zegt 14[35]
.
[mijn-machtiger,
<> !
aan’t-zenden-is-hij(die) aan-de-heerdienaren-zijner.
☼ \\ ///
en-wij wij-zijn-aan’t-afscheiden houtbomen vandaan-van~de-LeBáNóWN 15[36]
.
[volgens-al-af~de-nooddruft[37]-jouwer,
// // <> \ !
en-wij-zijn-aan’t-doen-komen-hen voor-jou vlotten op~zee JáPhóW-waarts;
II KRON 2,3
. .
en-jij:
// <> !
jij-bent-aan’t-doen-opgaan enwel-hen naar-JeRuWSháLáieM.
~
\ . .
en-voorts-boekstaaft SheLoMoH: 16[38]
/// | | \
de-al-afheid-van~de-menselijken die-zich-inklampen die(zijn) in-het-land
.
[JieSseRáAéL,
\ .
achter de-boekstaving-aan,
// <> \ . . . . . .
aldus boekstaaft-die DáWieD de-omvamende-zijner;
. .
en-voorts-worden-gevonden:
/// | .
honderd en-vijftig kuddetal,
// <> // !
en-drie kuddetallen en-zes honderd.
\\ / // / | .
en-voorts-maakt-hij vandaan-van-hen zeventig kuddetal zeulers, 17[39]
// <> \ . . . . . .
en-tachtig kuddetal houwers op-het-gebergte;
/// | \ .
en-drie kuddetallen en-zes honderd,
<> // !
voortgangersvierders om-te-doen-heerdienen enwel~het-volk.
. .
en-voorts-pakt-aan SheLoMoH: 3.1
/// | .
om-te-stichten enwel~het-huis-van~die-JHWH-van-Israël
[in-JeRuWSháLáieM,
| .
op-de-berg de-MóWRieJáH,
// <> \ . . . . . .
die gezien-is voor-DáWieD de-omvamende-zijner;
/// | \ .
die vastzo-doet-zijn op-een-opstaanplaats DáWieD,
<> // !
op-de-vloer-van AåReNáN de-JeBuWSiet.
☼ || // | .
en-voorts-pakt-hij-aan om-te-stichten in-maandvernieuwing andertwee 2
[op-de-andertweede,
// <> !
in-jaarandering vier voor-het-koningschap-zijner.
II KRON 3
/ | \ .
en-dit doet-grondvesten SheLoMoH, 3
<> \ . . . . .
om-te-stichten enwel~het-huis-van gods;
|| || /// | \ .
de-gestrektheid-aan ellen bij-het-meten (nl.)het-eerste aan-ellen zestig,
<> \ !
en-de-wijdte aan-ellen twintig.
|| ☼ | \\
en-de-voorhal die (is) op~de-vertegenwendiging-van de-gestrektheid 4
/// / | \ .
[op~devertegenwendiging-van de-wijdte-van~het-huis aan-ellen twintig,
<> \ . . . . . . .
en-de-rijzigheid honderd en-twintig;
// <> // !
en-voorts-doet-hij-beslaan-die vandaan-van-het-inwendige (met)goud rein.
\ \ . .
en-dan het-huis (nl.)het-grote: 5
| \ .
doet-hij-overtrèkken met-boomhout-van cypressen,
<> \ . . . . .
en-voorts-doet-hij-overtrèkken-dat met-goud (dat)goed(is);
\\\ // <> !
en-voorts-doet-hij-opgaan daarop dadelpalmen en-kettingen.
\\\ // // <> . . . . . .
en-voorts-doet-hij-beslaan enwel~het-huis met-steen (die)kostbaar(is) 6
[tot-pronk;
< > // !
en-het-goud (is)goud-van PaReWáJieM.
// / \\\ //
en-voorts-doet-hij-beslaan samen-met~het-huis de-gebinten de-kom-er-ins[40] 7
// < > . . . . .
[en-de-wanden-daarvan en-de-deuren met-goud;
// <> !
en-hij-krast-in KeRuWBieJM op~de-wanden.
=
/ | \ .
en-voorts-maakt-hij enwel~het-huis-van~van-het-geheiligde-van de-geheiligden,8
|| ///
de-gestrektheid-daarvan op~de-vertegenwendiging-van
/ | \ .
[de-wijdte-van~het-huis aan-ellen twintig,
<> \ . . . . . . .
en-de-wijdte-daarvan aan-ellen twintig;
/ | \ .
en-voorts-doet-hij-overtrèkken-dat met-goud ()dat)goed(is),
<> // !
voor-ringstukken[41] zes honderd.
II KRON 3
// // <> \ . . . . .
en-het-gewicht voor-de-nagels aan-gewichten vijftig aan-goud; 9
<> // !
en-de-opperzalen doet-hij-overtrekken met-goud.
// /// |
en-voorts-maakt-hij in-het-huis-van~het-geheiligde-van de-geheiligden 10
\ .
[KeRuWBieM twee-ling[42],
<> . . . . . . . . . . .
een-maaksel-van beeldhouwwerken;
// <> !
en-voorts-overtrèkken enwel-hen met-goud.
|| .
en-de-vleugels-van de-KeRuWBieJM, 11
<> \ . . . . . . .
de-gestrektheid-hunner aan-ellen twintig;
\\ / \ . .
de-vleugel-van de-één-enkele aan-ellen vijf:
/ | \ .
tastend aan-de-wand-van het-huis,
/// / | \ .
en-de-vleugel-van die-daar-laat-achter aan-ellen vijf,
|| <> // !
tastend aan-de-vleugel-van de-KeRuWB de-ander-ene.
\\ /// | \ .
en-de-vleugel-van de-KeRuWB de-één-enkele aan-ellen vijf, 12
<> \ . . . .
tastend aan-de-wand-van het-huis;
/// / | \ .
en-de-vleugel-van die-daar-laat-achter aan-ellen vijf,
|| <> // !
klevend aan-de-vleugel-van de-KeRuWB de-ander-ene.
\\ \ .
vleugels-van de-KeRuWBieJM (zijn)deze, 13
<> \ . . . . . . .
spreidend aan-ellen twintig;
// // <>
en-zij staande-blijvend op~de-voetebenen-hunner
// !
[en-de-vertegenwendigingen-hunner tot-het-huis.
=
/ | .
en-voorts-maakt-hij enwel~het-gordijn, 14
II KRON 3,4
// <> \ . . . . . . . .
purpur en-roodblauw en-karmijn en-lijnwaad;
// <> !
en-voorts-doet-hij-opgaan daarop KeRuWbieJM.
=
/ /// \\ | \ .
en-voorts-maakt-hij voor-de-vertegenwendiging-van het-huis staanders 15
[tweeling[43],
|| // <> . . . . . . . . .
aan-ellen dertig en-vijf in-gestrektheid;
// <> // !
en-het-beslag dat(is)~op~het-eerstdeel-zijner aan-ellen vijf.
=
/// | .
en-voorts-maakt-hij kettingen in-het-inbracht[44], 16
<> \ . . . . . . . . .
en-voorts-geeft-hij(die) op~het-eerstdeel-van de-staanders;
/// | .
en-voorts-maakt-hij granaatappels honderd,
<> !
en-voorts-geeft-hij(ze) op-de-kettingen.
/// | \
en-voorts-doet-hij-opstaan enwel~de-staanders op~de-vertegenwendiging-van 17
.
[het-tehuis,
// <> \
een-één-enkele vandaan-van-de-zuidenrechter(kant) en-een-één-enkele
. . . . .
[vandaan-van-de-noorderlinker(kant);
/// | .
en-voorts-roept-hij de-naam-van~de-zuiidenrechter JáBieJN,
// <> !
en-de-naam-van de-noorderlinker BoNgàZ.
=
\\ | \ .
en-voorts-maakt-hij een-slachtse-van metaal, 4.1
/// | .
twintig el de-gestrektheid-zijner,
II KRON 4
/// <> . . . . . . .
en-twintig el de-wijdte-zijner;
// <> !
en-tien ellen de-opstand-zijner.
=
// <> . . . . . .
en-voorts-maakt-hij enwel-de-zee uitgegoten; 2
\ ☼ \\ / \ . .
tien in-el vandaan-van-de-lip-zijner naar~de-lip-zijner een-cirkel
[in-omsingeling:
/// | .
en-vijf in-el de-opstand-zijner,
| \ .
en-een-spanne dertig in-el,
// <> !
is-aan’t-omsingelen enwel-hem in-omsingeling.
\ ☼ \\ / ///
vergelijkends-met runderen op-de-drukplek daarvan in-omsingeling > 3
| \ .
[in-omsingeling omsingelende enwel-hem,
/// .
tien in-el,
// <> . . . . . . . .
omscherenden enwel~de-zee in-omsingeling;
/// \\ .
een-andertwee-tal reeksen rund,
<> !
uitgegotenen in-de-uitgieting-zijner.
|| \\\ . .
staan-blijvend op~twaalf runderen: 4
\ \ || ☼ \\
drie zich-wendend opberg-noord-waarts en-drie zich-wendend
/ \ \ . .
[zee-westwaarts en-drie zich-wendend woestijn-zuid-waarts:
| \ .
en-drie zich-wendend op-rijzing-oostwaarts,
|| <> . . . . . . .
en-de-zee op-hen vandaan-van-daar-boven;
<> !
en-al-af~de-laat-achterdelen-hunner huis-in-waarts.
\ .
en-de-wolk-dikte-zijner een-polsbreedte, 5
| \ .
en-de-lip-zijner zoals-gemaakt-is de-lip-van~een-beker,
<> . . . .
de-bloei-van een-roos;
\ .
hard-vattend metreten,
// <> !
drie kuddetallen is-hij-aan’t-aankunnen.
II KRON 4
=
\ ¬ ,
en-voorts-maakt-hij ringpotten tien 6
☼ \\ / ///
en-voorts-geeft-hij vijf vandaan-de-zuidenrechter(kant) en-vijf
| \ .
[vandaan-de-noorder-linker(kant) om-te-wassen in-hen,
// <> \
enwel~het-gemaakte-voor de-opgaander zijn-zij-aan’t-verschonen
. . . . . . .
[in-hen;
|| // <> !
en-de-zee (is) om-te-wassen voor-de-priesters daarin.
=
☼ \\\ // <> . . . . . . .
en-voorts-maakt-hij de-zevenlampen de-gouden tien 7
[naar-de-stelregels-hunner;
| .
en-voorts-geeft-hij-(ze) in-het-tehuis,
// <>
vijf vandaan-van-de-zuidenrechter(kant)
// !
[en-vijf vandaan-van-de-noorderlinker(kant).
=
\ | ,
en-voorts-maakt-hij tafels tien 8
| .
en-voorts-voert-hij(ze) in-het-tehuis,
// <> \ . . . . . . . . . . . . . . . .
vijf vandaan-van-de-zuidenrechter(kant) en vijf
[vandaan-van-de-noorderlinker(kant);
// <> !
en-voorts-maakt-hij sprenkelaars honderd.
\\ | \ .
en-voorts-maakt-hij de-grashof-van de-priesters, 9
<> . . . . .
en-de-galerij[45] de-grote;
☼ // <> //
en-bungeldeuren voor-de-galerij en-de-bungeldeueren-hunner beslaat-hij-met
!
[metaal.
. .
en-enwel~de-zee: 10
|| \\\ <>
geeft-hij vandaan-van-een-schouderdeel-van de-zuidenrechter(kant)
II KRON 4
<> // !
[oostenvroegwaarts daartegenover zuidwoestijnwaarts.
\ .
en-voorts-maakt ChuWRáM, 11
.
enwel~de-potten,
<> . . . . . . . . . . .
en-enwel~de-schoppen en-enwel-de-sprenkelaars;
=
\ . .
en-voorts-kan’t-aan ChuWRáM:
.
enwel~het-bodewerk,
// // // <> // !
dat hij-maakt voor-koning SheLoMoH in-het-huis-van gods.
\ .
staanders andertwee, 12
\\\ // // <>
en-de-wentelkogels en-de-rondommers op~het-eerstdeel-van de-staanders
. . . . . . . . . .
[(nl.) andertwee;
\ .
en-de-hekjes een-twee-andertal,
. .
om-te-omhullen:
| \ .
enwel~de-andertwee wentelkogels-van de-romdommers,
<> // !
die(zijn) op-het-eerstdeel-van de-staanders.
// // <> \ . . . . . . . . . .
en-enwel~de-granaatappels vier honderd voor het-andertweetal hekwerkjes; 13
\\ /// | \ .
een-andertweetal rijen granaatappels voor-het-hekwerkje het-één-enkele,
. .
om-te-omhullen:
| \ .
enwel~het-andertweetal wentelkogels-van de-rondommers,
<> // !
die(zijn) op~de-vertegenwendiging-van de-staanders.
<> . . . . . . . . .
en-enwel~de-vastzo-plekken maakt-hij; 14
// <> !
en-enwel~de-ringpotten maakt-hij op~de-vastzo-plekken.
<> . . . . . . . . . .
enwel~de-zee een-één-enkele; 15
// <> !
en-enwel~runderen twaalf op-de-drukplek-daarvan.
☼ /// |
en-enwel~de-potten en-enwel~de-schoppen en-enwel~de-vorken
.
[en-enwel~al-af~het-gerei-stukken-hunner,
II KRON 4
|| // // // <> \
maakt ChuWRáM AáBhieJuW voor-koning SheLoMoH voor-het-huis-van
. . . . . . . . . . . . .
[die-JHWH-van-Israël;
<> !
van-metaal opgeboend.
/// | \ .
in-het-ringveld-van de-JàReDéN is-aan’t-gieten-hen de-koning, 17
<> . . . . . . . . .
in-de-wolkdikte-van het-roodlingse;
// <> // !
onderscheidend SoeKKóWT en-onderscheidend TséRáDáTáH.
\\\ // // <> \
en-voorts-maakt SheLoMoH al-af~de-gereistukken (nl.)deze tot-een-veelheid 18
. . . . . . . .
[machtig;
// // <> // !
ja niet wordt-gepeild het-gewicht-van het-metaal.
~
\ .
en-voorts-maakt SheLoMoH, 19
.
enwel al-af~de-gereistukken,
<> \ . . . . .
die-van het-huis-van gods;
\\ \ .
en-enwel de-slachtse de-gouden,
.
en-enwel~de-tafels,
<> // !
en-op-hen het-brood-van vertegenwendiging.
|| . .
en-enwel~de-zevenlampen en-de-lampen-hunner: 20
\\\ // //
om-te-ontbranden-hen naar-de-stelregel voor-de-vertegenwendiging-van
<> // !
[de-inbrengplaats van-goud (nl.)uitsluitend.
\\\ // <> . . . . ..
en-de-bloesem en-de-lampen en-de-wegnemers[46] van-goud; 21
<> // !
het(is) al-af goud.
\\\ // //
en-de-ontvezelaars en-de-sprenkelaars en-de-handzoolgrepen 22
<> \ . . . . . . . .
[en-de-beurgrepen (van-)goud uitsluitend;
\ ☼ \ \\
en-de-opening-van het-huis de-bungeldeuren-zijner de-inwendige
\ . .
[voor-het-geheiligde-van de-geheiligde(dingen):
II KRON 4,5
// // <> !
en-de-bungeldeuren-van het-huis voor-het-tehuis (van-)goud.
| .
en-voorts-is-vervredigd al-af~het-bodewerk, 5.1
// <> \ . . . . . . . . . . .
dat~maakt SheLoMoH voor-het-huis-van die-JHWH-van-Israël;
=
\\ / \ \
en-voorts-doet-komen SheLoMoH enwel~de-geheiligde(dingen)-van DáWieD
. .
[de-omvamende-zijner:
/// | .
enwel~het-zilver enwel~het-goud enwel~al-af~de-gereistukken,
|| <> // !
geeft-hij bij-de-voorraden-van het-huis-van gods.
~
☼ \\ / \ . .
dan doet-afstemmen SheLoMoH en-wel~de-ouden-van JieSseRáAéL: 2
\\ // \\\
en-enwel~al-af~de-eerstleden-van de-rekters de-hoog-heen-dragers-van
// // <>
[de-omvamenden over-de-stichtkinderen-van JieSseRáAéL
. . . . . .
[naar~JeRuWSháLáieM;
|| \\\ //
om-op-te-doen-gaan enwel~de-kast-van de-zuivergang-van~die-JHWH-van-Israël
// <> // !
[vandaan-van-de-stad-van DáWieJD dat(is) TsieJJóWN.
\\\ //
en-voorts-stemmen-zij-af bij~de-koning 3
// <> . . . . .
[al-af~manmenselijke-van JieSseRáAéL op-het-feest;
<> // !
dat(is) nieuwmaand zeven.
|| \ . . . . .
en-voorts-komen de ouden-van JieSseRáAéL; 4
// <> !
en-voorts-dragen-hoog-heen de-LeWieten enwel~de-kast.
\\\ | \
en-voorts-doen-zij-opgaan enwel~de-kast enwel-tent-van 5
.
[gemeenschapsordening,
// <> \ . . . . .
en-enwel~al-af~de-gereistukken-van het-geheiligde die(zijn) in-de-tent;
\ .
op-gaan-doen enwel-hen,
<> !
de-priesters en-de-LeWieJten.
II KRON 5
\ . .
en-koning SheLoMoH: 6
\\\ // // <>
en-al-af~de-ordegemeenschap-van JieSseRáAéL die-verordend-zijn om-hem
\ . . . . .
[voor-de-vertegenwendiging-van de-kast;
| \ .
slachtend voorttrekvee en-rundvee,
\\\ // <> !
die niet~geboekstaafd-worden en-niet opgesomd
[vandaan-van(vanwege)-de-veelheid.
\ ☼ \\
en-voorts-doen-komen de-priesters enwel~de-kast-van de-zuivergang-van~ 7
\\\ // //
[die-JHWH-vas-Israël naar~de-opstaanplaats-zijner naar-de-inbracht[47]-van
<> \ . . . . . . . . . . . . . .
[het-huis naar-het-geheiligde-van de-geheiligde (dingen);
<> // !
naar-de-drukplek-van de-vleugels-van de-cherubiem[48].
/// | \ .
en-voorts-geschieden de-cherubiem spreidend de-vleugels, 8
<> . . . .
over~de-opstaanplaats-van de-kast;
/// // //
en-voorts-zijn-een-hulle de-cherubiem over~de-kist
<> !
[en-over~de-afzonderingsstangen vandaan-van-boven-op
¬ ,
en-voorts-strekken-zij de-afzonderingsstangen 9
☼ \\ ///
en-voorts-worden-gezien de-eerstdelen-van de-afzonderingsstangen
| \ .
[vandaan-van-de-kast op~de-vertegenwendiging-van de-inbracht,
// <> . . . . . . . . . . .
en-niet worden-zij-gezien straatbuiten;
.
en-voorts-geschiedt-het~daar,
<> / !
tot de-dag-van vandaag.
fz .
geen(ding) in-de-kast, 10
II KRON 5
fz \ .
alleen andertwee de-borden,
// <> . . . . . .
die~geeft MoShèH op-ChoRèBh;
\\ /// | \
die afscheidt die-JHWH-van-Israël genoot-met~de-stichtkinderen-van
.
[JieSseRáAéL,
<> !
bij-het-uittreken-van-hen vandaan-van-MieTseRáJieM.
~
|| // <> . . . . . . . .
en-voorts-geschiedt bij-het-uittrekken-van de-priesters 11
[vandaan-van-het-geheiligde;
☼ /// | .
ja al-af~de-priesters die-gevonden-zijn heiligen-zich,
<> // !
geenszins om-waar-te-houden aan-de-vereffeningsplaatsen.
// \ || ||
en-de-LeWieten de-zingenden voor-de-al-afheid-van-hen voor-AáSáPh 12
\ ☼ \\
[voor-HéJMáN voor-JeDoeTuWN en-voor-de-stichtkinderen-hunner
/ \ . . . . . . . .
[en-voor-de-broederverwanten-hunner gekleed in-lijnwaad:
\\ | \ .
met-scheembalen[49] met-slapters[50] en-cisters,
<> \ . . . . . . . .
staande-blijvend vandaan-van-de-(zons)oprijzingskant
[voor-de-slachtse;
/// | \ .
en-genoot-met-hen priesters tot-honderd en-twintig,
<> !
trompetterend op-trompetten.
\ ☼ \\
en-voorts-geschiedt als-één-enkele voor-de-trompetterenden 13
/ \ . .
[en-voor-de-zingenden om-te-doen-horen een-stem~één-enkel:
\\ ¬ ,
om-te-bepralen en-om-te-handklappen voor-die-JHWH-van-Israël
\ ☼ \\
en-bij-het-verheven-doen-zijn-van een-stem op-de-trompetten
/ \ . . . . . .
[en-op-de-scheembalen en-op-het-gerei-van de-zang:
/// | \ .
en-bij-het-bepralen voor-die-JHWH-van-Israël ja goed,
// <> . . . . . .
ja voor-wereldlang de-goede-gunst-zijner;
II KRON 5,6
// // <> // !
en-het-huis wordt-vol wolk het-huis-van die-JHWH-van-Israël.
SEDER
\\\ // // <>
en-niet~kunnen’t-aan de-priesters om-staande-teblijven voor-het-bedienen 14
\ . . . . . .
[vandaan-van(vanwege)-vertegenwendiging-van de-wolk;
// <> // !
ja~vol-doet-zijn de-zwaarte-van~die-JHWH-van-Israël enwel~het-huis-van gods.
<> \ . . . . .
dan zegt SheLoMoH; 6.1
\ .
die-JHWH-van-Israël zegt,
<> !
om-voort-te-wonen in-de-mist.
// // <> . . . .
en-ik ik-sticht een-huis-van~ruimte voor-jou; 2
// <> !
een-vaste-plek voor-het-zitten-van-jou wereldtijden.
/// \\ | .
en-voorts-doet-rondsingelen de-koning enwel~de-vertegenwendiging-zijner, 3
|| <> \ . . . . . .
en-voorts-zegent-hij-in enwel al-af~de-afstemming-van JieSseRáAéL;
// <> !
en-al-af~de-afstemming-van JieSseRáAéL staande-blijvend.
. .
en-voorts-zegt-hij: 4
/// | \ .
ingezegend die-JHWH-van-Israël de-gods-van JieSseRáAéL,
| \ .
die inbrengt met-de-mond-zijner,
<> \ . . . . . . .
samen-met DáWieJD de-omvamende-mijner;
// <> !
en’t-in-de-handen-zijner vol-maakt te-zeggen.
. .
vandaan-van~de-dag: 5
\\ \ ¬ \
dat ik-doe-uittrekken enwel~het-genotenvolk-mijner vandaan-van-het-land
,
[MieTseRàJieM
\ . .
niet~kies-ik-uit een-stad:
| \ .
vandaan-van-al-af de-stamstaven-van JieSseRáAéL,
\ .
om-te-stichten een-huis,
// <> . . . . .
om-te-(doen-)geschieden de-naam-mijner daar;
\ .
en-niet~kies-ik-uit een-manmenselijke,
II KRON 6
// <> // !
om-te-geschieden (als) vóórlegger over~het-genotenvolk-mijner
[JieSseRáAéL.
| .
en-voorts-kies-ik-uit JeRuWSháLàieM, 6
// <> . . . . .
voor-het-geschieden-van de-naam-mijner daar;
\ .
en-voorts-kies-ik-uit DáWieD,
<> // !
voor-het-geschieden over~het-genotenvolk-mijner JieSseRáAéL.
|| <> \ . . . . . . . .
en-voorts-geschiedt-het genoot-met~het-hart[51]-van DáWieD 7
[de-omvamende-mijner;
\ .
om-te-stichten een-huis,
// <> // !
voor-de-naam JHWH[52] de-gods-van JieSseRáAéL.
/// | \ .
en-voorts-zegt die-JHWH-van-Israël tot~DáWieD de-omvamende-mijner, 8
. .
ter-toebuiging-daaraan:
/// | .
dat het-geschiedt genoot-met~het-hart-jouwer,
// <> . . . . .
om-te-stichten een-huis voor-de-naam-mijner;
. .
goed-doe-jij-het-zijn,
// <> !
ja het-geschiedt genoot-met~het-hart-jouwer.
\ .
alleen-maar jij, 9
// <> . . . . .
niet ben-jij-aan’t-stichten het-huis;
/// | // .
ja de-stichtzoon-jouwer die-uittrekt
[vandaan-van-de-uitrustingsledematenjouwer,
// <> !
hij~hij-is-aan’t-stichten het-huis voor-de-naam-mijner.
\ .
en-voorts-doet-opstaan die-JHWH-van-Israël,
<> . . . . . . . .
enwel~de-inbreng-zijner die hij-inbrengt;
|| ☼ \\ /
en-voorts-sta-ik-op op-de-drukplek-van DáWieD de-omvamende-mijner
II KRON 6
\ \ . .
[en-voorts-zit-ik op~de-troon-van JieSseAéL:
| \ .
naar-wat inbrengt die-JHWH-van-Israël,
\ .
en-voorts-sticht-ik het-huis,
// <> // !
voor-de-naam JHWH de-gods-van JieSseRáAéL.
// | .
en-voorts-stel-ik daar enwel~de-kast, 11
<> \ . . . . . . . . . . . .
waarin de-zuivergang-van die-JHWH-van-Israël;
// <> // !
die hij-afscheidt genoot-met~de-stichtkinderen-van JieSseRáAéL.
. .
en-voorts-blijft-hij-staan: 12
| \ .
voor-de-vertegenwendiging-van de-slachtse-van die-JHWH-van-Israël,
// \ . . . . . .
voorgelegd-aan al-af~de-afstemming-van JieSseRáAéL;
<> !
en-voorts-spreidt-hij de-handzolen-zijner.
\\ / \ . .
ja~gemaakt-heeft[53] SheLoMoH een-ringgestoelte-van metaal: 13
¬ \ <> \\ /
en-voorts-geeft-hij-die in-het-midden-van de-galerij vijf ellen(is)
. .
[de-gestrektheid-zijner:
/// \ .
en-vijf ellen de-wijdte-zijner,
// <> . . . . . .
en-aan-ellen drie de-opstand-zijner;
\ . .
en-voorts-blijft-hij-staande daarop:
/// | ///
en-voorts-zegenknielt-hij op-de-inzegenknieën-zijner voorgelegd-aan
\ .
[al-af~de-afstemming-van JieSseRáAéL,
// <> !
en-voorts-spreidt-hij de-handzolen-zijner helftenhemel-waarts.
. .
en-voorts-zegt-hij: 14
|| /// | \ .
jij-JHWH-van-Israël de-gods-van JieSseRáAéL geen(is)~zoals-jij gods,
<> . . . . .
in-de-helftenhemel en-op-het-land;
/// | .
waar-houdend de-zuivergang en-de-goede-gunst,
|| // <>
voor-de-heerdienaren-jouwer die-gaan voor-de-vertegenwendiging-jouwer
II KRON 6
!
[met-al-af~het-hart-hunner.
\ . .
jij-die (‘t) waar-houdt: 15
| \ .
voor-de-heerdienaar-jouwer DáWieD de-omvamende-mijner,
// . . . . .
enwel wat~jij-inbrengt aan-hem;
// // //
en-voorts-breng-jij-in met-de-mond-jouwer en-met-dehand-jouwer
<> // !
[maak-jij-vol zoals-de-dag (nl.)deze.
|| \ \ . .
en-nu jij-JHWH-van-Israël gods-van JieSseRáAéL: 16
☼ | /// |
houd-waar voor-de-heerdienaar-jouwer DáWieJD de-omvamende-mijner
☼ \\ /// | .
[enwel wat jij-inbrengt voor-hem te-zeggen,
\\ // |
niet~is-aan’t-afgescheiden-worden voor-jou een-manmenselijke
.
[vandaan-van-voor-de-vertegenwendiging-mijner,
<> \ . . . . .
zittend op~de-troon-van JieSseRáAéL;
|| \\ /
alleen ware’t-dat~aan’t-waarhouden-zijn de-stichtzonen-jouwer
. .
[de-neemweg-hunner:
\\ | .
om-te-gaan in-de-zuivergang-mijner,
// <> !
zoals jij-gaat voor-de-vertegenwendiging-mijner.
|| <> \ . . . .
en-nu jij-JHWH-van-Israël gods-van JieSseRáAéL; 17
| .
aan’t-betrouwbaar-worden-is de-inbreng-jouwer.
// <> // !
die jij-inbrengt aan-de-heerdienaar-jouwer aan-DáWieJD.
fz .
ja is’t-op-trouwe?, 18
\\\ // <> . . . . .
zittend gods samen-met~roodling op~het-land;
☼ / /// \\ | \
kijk-hier de-helftenhemel en-de-helftenhemel-van de-helftenhemel niet
.
[zijn-zij-aan’t-aankunnen-jou,
|| // <> // !
dus ja~het-huis (is)dit dat ik-sticht.
\\ \\\ //
en-jij-wendt-je naar~het-zich-uitspreken-van de-heerdienaar-jouwer 19
<> \ . . . . . .
[en-naar~de-gratie-bede-zijner jij-JHWH-van-Israël gods-mijner;
II KRON 6
/// | .
om-te-horen naar~de-jubel-schrei en-naar~het-zich-uitspreken,
// <> //
waarin de-heerdienaar-jouwer zich-uitsprekende(is)
!
[voor-de-vertegenwendiging-jouwer.
☼ \\ / /// | \
om-te-geschieden de-welogen-jouwer geopend naar~het-huis (nl.)dit dag 20
.
[en-nacht,
.
naar~de-opstaanplaats,
\ .
waarvan jij-zegt,
// <> . . . . .
om-te-stellen de-naam-jouwer daar;
\\ | .
om-te-horen naar~het-zich-uitspreken,
\ \ .
waarmee zich-aan’t-uitspreken-is de-heerdienaar-jouwer,
<> !
naar~de-opstaanplaats (nl.)deze.
\\ | /// |
en-voorts-ben-jij-aan’t-horen naar~de-gratiebeden-van de-heerdienaar-jouwer21
| .
[en-het-genotenvolk-jouwer JieSseRáAéL,
// <> \ . . . . . .
waarmee zij-zich-aan’t-uitspreken-zijn naar-de-opstaanplaats (nl.)deze;
☼ || ///
en-jij jij-bent-aan’t-horen vandaan-van-de-opstaanplaats-van
| .
[het-zitten-van-jou vandaan-van-de-helftenhemel,
<> !
en-voorts-ben-jij-aan’t-horen en-aan’t-vergeven.
// | .
ware’t-dat~aan’t-verwaarden-is een-menselijke voor-de-metgezel-zijner, 22
// <>
en-voorts-doet-hij-hoog-heen-dragen~op-hem een-bezwering
. . . . . . . .
[om-zich-te-doen-bezweren-daarmee;
. .
en-voorts-is-aan’t-komen:
// // <>
de-bezwering voor-de-vertegenwendiging-van de-slachtplaats-jouwer
// !
[in-het-huis (nl.)dit.
\ \ . .
en-jij jij-bent-aan’t-horen vandaan-van~de-helftenhemel: 23
\\ | \ .
en-voorts-ben-jij-aan’t-maken en-de-regel-aan’t-stellen ~
[enwel~de-heerdienaar-jouwer,
\ .
om-te-doen-terugkeren aan-de-schender,
II KRON 6
// <> . . . . . .
om-te-geven de-neemweg-zijner op-het-eerstdeel-zijner;
\ .
om-te-rechtvaardigen een-rechtvaardige,
// <> !
om-te-geven aan-hem naar-de-gerechtigheid-zijner.
=
|| \\\
en-ware’t-dat~aan’t-gestoken-worden-is het-genotenvolk-jouwer 24
// // <>
[JieSseRáAéL voor-de-vertegenwendiging-van de-vijand
\ . . . .
[ja aan’t-verwaarden-zijn-zij~voor-jou;
\\ | \ .
en-voorts-zijn-zij-aan’t-omkeren en-aan’t-behandklappen
[enwel~de-naam-jouwer,
\\\ //
en-voorts-zijn-zij-zich-aan’t-uitspreken en-voor-zich-om-gratie-aan’t-vragen
<> // !
[voor-de-vertegenwendiging-jouwer in-het-huis (nl.)dit.
| \ .
en-jij jij-bent-aan’t-horen vandaan-van~de-helftenhemel, 25
.
en-voorts-ben-jij-aan’t-vergeven,
<> \ . . . . .
de-verwaarding-van het-genotenvolk-jouwer JieSseRáAéL;
| .
en-voorts-ben-jij-aan’t-doen-terugkeren-hen naar~het-roodlingse,
// <> !
dat~jij-geeft aan-hen en-aan-de-omvamenden-hunner.
~
\\\ // // <>
bij-het-versperd-worden-van de-helftenhemel en-niet~is-aan’t-geschieden regen26
\ . . . .
[ja aan’t-verwaarden-zijn-zij~voor-jou;
|| /// |
en-voorts-zijn-zij-zich-aan’t-uitspreken naar~de-opstaanplaats (nl.)deze
\ .
[en-aan’t-behandklappen enwel~de-naam-jouwer,
// <> //
vandaan-van-de-verwaarding-hunner zijn-zij-aan’t-omkeren-! ja
!
[jij-bent-aan’t-gebogen-doen-zijn-hen.
\ \ . .
en-jij jij-bent-aan’t-horen de-helftenhemel: 27
\\ | ///
en-voorts-ben-jij-aan’t-vergeven de-verwaarding-van
II KRON 6
\\ | \ .
[de-heerdienaren-jouwer en-het-genotenvolk-jouwer JieSseRáAéL,
// // // .
ja jij-bent-aan’t-uitleggen-hen naar~de-neemweg
[(die)goed(is),
\ . . . . . . .
waarvan-geldt-dat zij-aan’tgaan-zijn~daarop;
/// | .
en-voorts-ben-jij-aan’t-geven regen op~het-land-jouwer,
// <> !
dat~jij-geeft aan-het-genotenvolk-jouwer ten-eigendom.
=
|| \ . .
honger ja~is-aan’t-geschieden in-het-land: 28
\ ☼ \\ / ///
inbracht[54] ja~is-aan’t-geschieden blakering en-vergéling sprinkhaan
\\ \ .
[en-kaalvreter ja is-aan’t-geschieden,
\\\ // <> \
ja aan’t-beëngen-is~hem de-vijand-zijner in-het-land-van
. . . . . .
[de-poorten-zijner;
<> !
al-af~aantasting en-al-af~uitgeputheid.
\ . .
al-af~zich-uitspreken al-af~gratie-bede: 29
/// | .
die aan’t-geschieden-is voor-al-af~de-roodling,
<> \ . . . . . .
en-voor-al-af het-genotenvolk-jouwer JieSseRáAéL;
\ . .
die aan’tvolkènnen-zijn:
/// | . .
iedermenselijke de-aantasting-zijner en-het-leed-zijner:
// <> \ !
en-voorts-aan’t-uitspreiden-is de-handzolen-zijner
[naar~het-huis (nl.)dit.
☼ \\ / ///
en-jij jij-bent-aan’t-horen vandaan-van-de-helftenhemel de-vastheid-van 30
\\ | .
[jouw-neerzitten en-voorts-ben-jij-aan’t-vergeven,
/// | .
en-voorts-ben-jij-aan’t-geven voor-iedermenselijke
[naar-al-af~de-neemwegen-zijner,
// <> . . . . . .
jij-die aan’tvolkènnen-bent enwel~het-hart-zijner;
II KRON 6
/// | \ !
ja jij jij-afgezonderd bent-aan’t-volkènnen,
<> // !
enwel~het-hart-van de-stichtkinderen-van de-roodling.
\ . .
ter-toebuiging-daaraan-dat zij-ontzag-aan’t-hebben-zijn-voor-jou: 31
| .
om-te-gaan op-de-neemwegen-jouwer,
\\ .
al-af~de-dagen,
// <> \
die~zij levenden(zijn) op~de-vertegenwendiging-van
. . . . . . . . . .
[het-roodlingse;
// <> !
dat jij-geeft aan-de-omvamenden-onzer.
\ . .
en-ook naar~de-waargenomene[55]: 32
<> // \ ¬ ,
die niet(is) vandaan-van-het-genotenvolk-jouwer JieSseRáAéL (ook)hij
\ \ . .
en-komt vandaan-van-een-land (dat(ver(is):
\\ /// |
ter-toebuiging-voor de-naam-jouwer (die)groot(is)
\ .
[en-voor-de-hand-jouwer (die)hard-vattend(is),
<> . . . . .
en-voor-de-arm-jouwer die-zich-rekt;
// <> // !
en-voorts-zijn-zij-aan’t-komen en-zich-aan’t-uitspreken naar~het-huis (nl.)dit.
|| <> \\ |
en-jij jij-bent-aan’t-horen vandaan-van-de-helftenhemel 33
\ .
[vandaan-van-de-vastheid-van jouw-neerzitten,
| ‘ // // <>
en-voorts-ben-jij-aan’t-maken naar-al-af wat~aan’t-roepen-is naar-jou
. . . . . . . . . . . . . .
[de-waargenomene;
\ ☼ \\
ter-toebuiging-daaraan-dat zij-volkènnen al-af~de-genotenvolken-van
. . . . . . .
[het-land de-naam-jouwer:
/// | \
om-ontzag-te-hebben enwel-voor-jou zoals-het-genotenvolk-jouwer
.
[JieSseRáAéL,
II KRON 6
|’ \ .
en-om-te-volkènnen ja~de-naam-jouwer wordt-geroepen,
// <> // !
over~het-huis (nl.)dit dat ik-sticht.
\\ /// | .
ja~trekt-uit het-genotenvolk-jouwer ter-broderij op-tegen~de-vijanden-zijner, 34
<> \ . . . .
op-de-neemweg waarop jij-aan’t-zenden-bent-hen;
\ . .
en-voorts-zijn-zij-zich-aan’t-uitspreken naar-jou:
\ /// | \ \ .
de-neem-weg-van de-stad (nl.)deze daar jij-kiest voor-haar,
<> \ !
en-het-huis dat~ik-sticht voor-de-naam-jouwer.
\\ .
en-voorts-ben-jij-aan’t-horen vandaan-van~de-helftenhemel, 35
<> . . . . . .
enwel~het-zich-uitspreken-hunner en-enwel~de-gratie-bede-hunner;
<> !
en-voorts-ben-jij-aan’t-maken de-stelregeling-hunner.
\ .
ja zijn-zij-aan’t-verwaarden~voor-jou, 36
\ /// | \ .
ja geenszins een-roodling die niet~verwaardt,
\ .
en-voorts-ben-jij-aan’t-neuswalgen op-hen,
<>
en-voorts-ben-jij-aan’t-geven-hen
\ . . . . . .
[aan-de-vertegenwendiging-van de-vijand;
\\\ // //
en-voorts-voeren-gevangen-weg-hen die-gevangen-nemen-hen naar~een-land
<> !
[verweg of lijfna.
\\ .
en-doen-zij-voorts-weerkeren naar~het-hart-hunner, 37
<> \ . . . . .
in-het-land waar zij-gevangen-weggevoerd-zijn~daar;
\ \ . .
en-voorts-keren-zij-om en-voorts-bidden-zij-om-gratie naar-jou:
/// | .
in-het-land-van de-gevangenschap-hunner te-zeggen,
// <> !
wij-verwaarden wij-ontwrichten en-wij-schenden.
\ .
en-voorts-keren-zij-om naar-jou, 38
| .
met-al-af~het-hart-hunner en-met-al-af~de-lichaamziel-hunner,
II KRON 6
// <>
in-het-land-van de-gevangenschap-hunner
\ . . . .
[waarheen~zij-gevangen-wegvoeren enwel-hen;
. .
en-voorts-zijn-zij-zich-aan’t-uitspreken:
/// | \ \ .
op-de-neemweg-van het-land-hunner dat jij-geeft
[aan-de-omvamendenhunner,
| .
en-de-stad die jij-verkiest,
<> // !
en-tot-het-huis dat~ik-sticht voor-de-naam-jouwer.
| /
en-voorts-ben-jij-aan’t-horen vandaan-van-de-helftenhemel 39
\ . . . .
[vandaan-van-de-vastheid-van het-zitten-van-jou:
| .
en-wel~het-zich-uitspreken-hunner en-enwel~de-gratie-bede-hunner,
<> . . . . . .
en-voorts-ben-jij-aan’t-maken de-stelregeling-hunner;
// <> //
en-voorts-ben-jij-aan’t-vergeven aan-het-genotenvolk-jouwer wat
!
[zij-verwaarden~voor-jou.
\ . .
nu gods-mijner: 40
/// \\ | .
aan’t-geschieden-zijn~dan-toch de-wel-ogen-jouwer geopend,
<> . . . . . . . .
en-de-oren-jouwer opmerkende;
<> // !
voor-het-zich-uitspreken-van de-opstaanplaats (nl.)deze.
=
. .
en-nu: 41
|| /// | .
sta-op-! Jij-JHWH-van-Israël gods tot-de-rust-jouwer,
<> \ . . . . . .
jij en-de-kast-van de-sterkte-jouwer;
\\ /// | \
de-priesters-jouwer jij-JHWH-van-Israël gods zijn-aan’t-bekleed-worden-met
.
[vrij-making,
<> // !
en-de-gunstgenoten-jouwer zijn-zich-aan’t-verheugen in-het-goede.
II KRON 6,7
\ .
jij-JHWH-van-Israël gods, 42
< \ . . . . . .
niet~ben-jij-aan’t-keren de-vertegenwendiging-van de-gezalfde-jouwer;
|| <> // !
haak-aan-! Bij-de-goede-gunsten-van DáWieD de-heerdienaar-jouwer.
~
<> | .
en-bij-het-al-af-gemaakt-hebben-van SheLoMoH om-zich-uit-te-spreken, 7.1
. .
en-het-vuur:
| .
het-daalt-af vandaan-van-de-helftenhemel,
// <> . . . . . . . . .
en-voorts-vereet-het de-opgaander en-de-slachtgaven;
// <> // !
en-de-zwaarte-van die-JHWH-van-Israël maakt-vol enwel~het-huis.[56]
/// | .
en-niet kunnen-het-aan de-priesters, 2
<> \ . . . . . . . . . . .
om-te-komen naar~het-huis-van die-JHWH-van-Israël;
// <> //
ja~vol-maakt de-zwaarte-van die-JHWH-van-Israël enwel~het-huis-van
!
[die-JHWH-van-Israël.[57]
\ \ . .
en-al-af de-stichtkinderen-van JieSseRáAéL: 3
| \ .
zienden bij-het-afdalen-van het-vuur,
// <> . . . .
en(van)-de-zwaarte-van die-JHWH-van- Israël op~het-huis;
II KRON 7
☼ \\ /// |
en-voorts-knielen-zij de-walgneuzen landwaarts op~de-inlegvloer
.
[en-voorts-bukken-zij-zich,
/// | \ .
en-om-in-de-handen-te-klappen voor-die-JHWH-van-Israël ja goed,
// <> !
ja voor-wereldlang de-goede-gunst-zijner.
<> . . . . . . . .
en-de-koning en-al-af~het-genotenvolk; 4
// <> // !
slachtenden slachtgave voor-de-vertegenwendiging-van die-JHWH-van-Israël.
=
|| \ ¬ \ . .
en-voorts-slacht koning SheLoMoH enwel~een-slachtgave-van het-rundvee: 5
/// \\ | .
twintig en andertwee kuddetal,
|’ // <> . . . . . . .
en-voorttrekvee honderd en-twintig kuddetal;
| \ .
en-voorts-wijden-zij-in enwel~het-huis-van gods,
<> !
de-koning en-al-af~het-genotenvolk.[58]
|| \ . .
en-de-priesters op-de-waarhoudplaatsen-hunner staande-blijvend: 6
|| ///
en-de-LeWieJten met-al-af~het-gerei-van~het-gezang-van
| \\ / \ . .
[die-JHWH-van-Israël dat maakt[59] DáWieD de-koning:
/// |
om-te-behandklappen voor-die-JHWH-van-Israël
\ .
[ja~voor-wereldlang de-goede-gunst-zijner,
// <> . . . . . .
bij-het-bepralen-door DáWieD met-dehand-hunner;
| \ .
en-de-priesters grashofkoper-blazend voorgelegd-aan-hen,
<> !
en-al-af~JieSseRáAéL staande-blijvenden.
=
\ . .
en-voorts-heiligt SheLoMoH: 7
II KRON 7
/// | | \
enwel~het-midden-van de-grashof die(is) voor-de-vertegenwendiging-van
.
[het-huis-van~die-JHWH-van-Israël,
/// | .
ja~hij-maakt daar de-opgaanders,
<> \ . . . . . . . . .
en-enwel de-melkvetten-van de-vervredigingen;
/// \\ | \ \ .
ja~de-slachtse-van metaal die maakt SheLoMoH,
\ . .
is-niet aan’t-aankunnen:
// // <>
om-aan-te-kunnen enwel~dse-opgaander en-enwel~de-cijns
!
[en-enwel~de-melkvetten.[60]
\ \ ☼ \\ / ///
en-voorts-maakt SdheLoMoH enwel~feest in-het-tij (nl.)dat zeven dagen 8
\ .
[en-al-af~JieSseRáAéL genoot-met-hem,
<> \ . . . . . . .
een-afstemming groot machtig;
// <> // !
vandaan-van-het-komen van-ChæMàT tot~de-blikkering-van MieTseRáJieM.
// // <> . . . . . . .
en-voorts-maken-zij op-dag acht een-spertijd; 9
\ \ . .
ja de-inwijding-van de-slachtplaats:
| \ .
maken-zij zeven dagen,
<> // !
en-het-feest-van zeven dagen.
\\ /// | \ .
en-op-dag twintig en drie aan-nieuwmaand zeven, 10
// <> . . . . . .
zendt-hij enwel~het-genotenvolk naar-de-tenten-hunner;
| \ .
verheugd en goed-van hart,
. .
over~het-goede:
\\ \ | \ .
dat maakt die-JHWH-van-Israël voor-DáWieJD en-voor-SheLoMoH,
<> !
en-voor-JieSseRáAéL het-genotenvolk-zijner.
SEDER
II KRON 7
\\\ // // <>
en-voorts-maakt-al-af SheloMoH enwel~het-huis-van die-JHWH-van-Israël 11
\ . . . . . .
[en-enwel~het-huis-van de-koning;
\\ / \ . .
en-enwel al-af wat-komt op-in~het-hart-van SheLoMoH:
\\\ // <>
om-te-maken in-het-huis-van die-JHWH-van-Israël en-in-het-huis-zijner
!
[zet-hij-door.
~
\\\ // <> . . . . .
en-voorts-laat-zich-zien die-JHWH-van-Israël aan~SheLoMoH in-de-nacht; 12
\ . .
en-voorts-zegt-hij aan-hem:
\\ | .
ik-hoor enwel~het-je-uitspreken-van-jou,
/ // // <> //
en-ik-kies op-de-opstaanplaats (nl.)deze voor-mij voor-een-huis-van
!
[slachtgave.
\ /// \\ | \ .
kijk-hier ben-ik-aan’t-sperren de-helftenhemel en-niet~is-aan’t-geschieden 13
[regen,
// <> \ . . . .
en-kijk-hier~ik-ben-aan’t-gebieden over~de-krekel om-te-vereten het-land;
// <> !
en-ware’t-dat~ik-aan’t-zenden-ben inbracht[61] in-het-genotenvolk-mijner.
\\ / \\\
en-aan’t-zich-verdeemoedigen-zijn-zij het-genotenvolk-mijner daar 14
\ . .
[geroepen-wordt~de-naam-mijner over-hen:
| \ .
en-zij-zijn-zich-aan’t-uitspreken en-aan’t-zoeken
[de-vertegenwendiging-mijner,
<> \
en-zij-zijn-aan’t-terugkeren vandaan-van-de-neemwegen-hunner
. . . . . . . . .
[die-kwaad-zijn;
| \ .
dan-ik ik-ben-aan’t-horen vandaan-van-de-helftenhemel,
| .
en-ik-ben-aan’t-vergeven de-verwaardingen-hunner,
<> !
en-ik-ben-aan’t-genezen enwel~het-land-hunner.
II KRON 7
. .
welnu: 15
| \ .
de-welogen-mijner zijn-aan’t-geschieden geopend,
<> . . . . . . . .
en-ik(ben) opmerkzaam;
<> // !
voor-het-zich-uitspreken-van de-opstaanplaats (nl.)deze.
. .
en-welnu: 16
/// \\ | \ .
ik-kies-uit en-ik-heilig enwel~het-huis (nl.)dit,
// <> . . . . . . . . .
voor-het-geschieden-van~de-naam-mijner daar tot~wereldlang;
\\ \\\ // <> !
en(zo)geschieden de-wel-ogen-mijner en-het-hart-mijner daar al-af~de-dagen.
|| \ . .
en-jij ware’t-dat~jij-aan’t-gaan-bent voor-de-vertegenwendiging-mijner: 17
/// | \ .
zoals gaat DáWieJD de-omvamende-jouwer,
|’ <> \ . . . . . . . . . . . . .
en-om-te-maken naar-al-af wat ik-gebied-aan-jou;
// <> !
en-de-ingriffingen-mijner en-de-stelregelingen-mijner
[ben-jij-aan’t-waar-houden.
.
dan-doe-ik-opstaan[62], 18
// . . . . . .
enwel de-troon-van het-koningschap-jouwer;
\ . .
zoals ik-afscheid[63]:
/// \\ | .
voor-DáWieJD de-omvamende-jouwer te-zeggen,
/// | .
niet~is-aan’t-afgescheiden-worden voor-jou een-manmenselijke,
<> !
die-zich-vore-stelt in-JieSseRáAéL.
\ .
en-ware’t-dat~jullie-aan’t-omkeren-zijn-! julliezelf, 19
| \ .
en-voorts-zijn-jullie-aan’t-verlaten de-ingriffingen-mijner
[en-de-geboden-mijner,
// <> . . . . . . .
die ik-geef voor-de-vertegenwendiging-jelieder;
. .
en-voorts-zijn-jullie-aan’t-gaan:
II KRON 7
| \ .
en-voorts-zijn-jullie-aan’t-heerdienen gods latere,
<> !
en-voorts-zijn-jullie-je-aan’t-bukken voor-hen.
. .
dan-roei-ik-uit-hen: 20
/// | \ \ .
vandaan-van-op het-roodlingse-mijner dat ik-geef aan-hen,
/// | \ \ .
en-enwel~het-huis (nl.)dit dat ik-heilig voor-de-naam-mijner,
<> \ . . . . . .
ben-ik-aan’t-wegwerpen vandaan-van-op
[de-vertegenwendiging-mijner;
// // <>
en-aan’t-geven-ben-ik-het tot-een-vore-stel en-tot-een-tandenpraat
!
[bij-al-af~de-genotenvolken.
/// | \ \ .
en-het-huis (nl.)dit dat geschiedt opperst, 21
// <> . . . . . .
voor-al-af~oversteker daarover is-hij-zich-aan’t-ontstellen;
. .
en-voorts-is-hij-aan’t-zeggen:
\\ /// | .
bij-wat? maakt die-JHWH-van-Israël alzo,
// <> // !
aan-het-land (nl.)dit en-aan-het-huis (nl.)dit.
. .
en-voorts-zijn-zij-aan’t-zeggen: 22
☼ \\ / \ \
op-tegen dat zij-verlaten enwel~die-JHWH-van-Israël de-gods-van
. .
[de-omvamenden-hunner:
\ ¬ \ ,
die doet-uittrekken-hen vandaan-van-het-land MieTseRàJieM
\\ | \ .
en-voorts-zijn-zij-zich-hard-aan’t-maken bij-gods latere,
// <>
en-voorts-zijn-zij-zich-aan’t-bukken voor-hen
. . . .
[en-aan’t-heerdienen-hen;
| \ .
om~vastzo doet-hij-komen over-hen,
// <> !
enwel al-af~de-kwade(dingen) (nl.)deze.
~
II KRON 8
|| \ \ . .
en-voorts-geschiedt-het vandaan-van-het-einde-van twintig jaarandering: 1
\\ \\\ // // <>
waarin sticht SheLoMoH enwel~het-huis-van die-JHWH-van-Israël
!
[en-enwel~het-huis-zijner.
. .
en-de-steden: 2
\\ /// | .
die geeft ChuWRáM[64] aan-SheLoMoH,
// <> . . . .
(zo)sticht SheLoMoH enwel-hen;
// <> // !
en-voorts-doet-hij-zitten daar enwel~de-stichtkinderen-van JieSseRáAéL.
/// | \ .
en-voorts-gaat SheLoMoH naar-ChæMèT TsóWBháH, 3
<> !
en-voorts-vat-hij-hard-aan op-daar-tegen.
// <> . . . . . . . . .
en-voorts-sticht-hij enwel~TtàDeMoR in-het-inbrengveld; 4
| \ .
en-enwel al-af~de-steden-van de-verzorgingen,
// <> !
die hij-sticht in-ChæMáT.
/ /// | .
en-voorts-sticht-hij enwel~BéJT ChóWRóWN het-opperste, 5
// <> . . . . . . . . . .
en-enwel~BéJT ChóWRóWN het-drukpleklage;
\ .
steden die-beëngd-zijn,
<> <> !
muren bungeldeuren en-schietboom.
. .
en-enwel~BàNgæLáT: 6
\\ /// | \ \ .
en-enwel al-af~de-steden-van de-verzorgingen die geschieden
[voor-SheLoMoH,
| \ .
en-enwel al-af~de-steden-van het-oprij-tuig,
<> \ . . . . . . . . .
en-enwel de-steden-van de-rijpaarden;
\ \ . .
en-enwel al-af~het-aanhankelijke-van SheLoMoH:
/// | /// \\ |
waaraan hij-aanhankelijk-is om-te-stichten in-JeRuWSháLàieM
.
[en-in-LeBháNóWN,
II KRON 8
<> // !
en-in-al-af het-land-van het-vore-stelschap-zijner.
☼ \\ //
al-af~het-genotenvolk strak-gebleven vandaan-van~de-ChàTtieten 7
/// | \
[en-de-AåMoRieten en-de-PeRieZieten en-de-ChieWWieten
.
[en-de-JeBhuWSieten,
// // <> !
daar niet vandaan-van-JieSseRáAéL zij(zijn).
. .
vandaan-van~de-stichtkinderen-hunner: 8
\\ /// | .
die strak-blijven laat-aan-achter-hen in-het-land,
// <> \ . . . . .
daar niet~al-af-doen-zijn-hen de-stichtkinderen-van JieSseRáAéL;
/// | .
en-voorts-doet-opgaan-hen SheLoMoH voor-dwang(arbeid),
<> // !
tot de-dag (nl.)deze.
| .
en-vandaan-van~de-stichtkinderen-van JieSseRáAéL, 9
☼ \\\ // <> . . . . .
die niet~geeft SheLoMoH tot-heerdienaren voor-het-bodewewerk-zijner;
\\ /// | \ .
ja~zij(zijn) menselijken-van broderij en-vorsten-van de-wagenderden-zijner,
// <> !
en-vorsten-van het-oprij-tuig-zijner en-de-paardrijders-zijner.
~
\\ \\\ // // <>
en-die(zijn) de-vorsten-van de-geplaatsten die(zijn)~aan-koning SheLoMoH 10
\ . . . . . . . . . . .
[vijftig en-twee-honderd;
<> !
regerenden bij-het-genotenvolk.
. .
en-enwel~de-stichtdochter-van~PàReNgoH: 11
/// | \ .
doet-opgaan SheLoMoH vandaan-van-de-stad-van DáWieJD,
<> \ . . . . .
tot-het-huis dat hij-sticht~voor-haar;
\ . .
ja hij-zegt:
\\ // | | \
niet~is-aan’t-zitten een-vrouwmenselijke aan-mij in-het-huis-van DáWieJD
.
[koning-van~JieSseRáAéL,
II KRON 8
\ .
ja~heilig(zijn)die,
// <> // !
omdat~komt naar-hen de-kast-van die-JHWH-van-Israël.
~
\ \\\ // <> . . . . . . . . . . .
dan doet-opgaan SheLoMoH opgaanders voor-die-JHWH-van-Israël; 12
fz \ .
op de-slachtse-van die-JHWH-van-Israël,
// <> // !
die hij-sticht voor-de-vertegenwendiging-van de-voorhal.
\ . .
en-bij-inbreng~dag bij-dag: 13
| \ .
om-te-doen-opgaan naar-het-gebod-van MoShèH,
| .
voor-de-verstildagen en-voor-de-nieuwmaanden,
.
en-voor-de-gemeenschapsordeningen,
// <> . . . . . . . . . .
drie (voet)stampen in-de-jaarandering;
\\\ // // <>
op-het-feest-van de-uitgeduwde(koeken) en-op-het-feest-van de-zevendaagsen
// !
[en-op-het-feest-van de-vlechthutten.
\ \
en-voorts-doet-hij-staande-blijven naar-de-stelregel-van 14
☼ \\ /
[DáWieJD~de-omvamende-zijner enwel~de-vereffeningen-van de priesters
. .
[over-de-heerdiensten-hunner:
\ // \\
en-de-LeWieten over~de-waarhoudingen-hunner om-te-bepralen
/ /// |
[en-te-bedienen de-voor-gelegd-aan de-priesters
\ .
[ter-inbreng-van~dag bij-de-dag-zijner,
// <> \ . . . . .
en-de-poortwachters bij-de-vereffeningen-hunner voor-poort
[en-poort;
\ .
ja vastzo,
<> // !
het-gebod-van DáWieJD de-manmenselijke-van~gods.
\ ☼ \\ / \\\
en-niet wijken-zij van-het-gebod-van de-koning over~de-priesters 15
II KRON 8,9
// <> !
[en-de-LeWieten voor-al-af~inbreng en-voor-de-voorraden.
| \ .
en-voorts-doet-vastzo-zijn al-af~het-bodewerk SheLoMoH, 16
// // <>
tot~de-dag-van grondvesting-van het-huis-van~die-JHWH-van-Israël
. . . . . . .
[en-tot~het-al-af-doen-zijn-daarvan;
<> !
vervredigt-hij het-huis-van die-JHWH-van-Israël.
=
☼ \\ / \\\ // //
dan gaat SheLoMoH te-NgèTseJóWN~GèBhèR en-naar~AéJLóWT op-de-lip-van 17
<> // !
[de-zee in-het-land AêDóWM.
| \\ /
en-voorts-zendt-aan-hem ChuWRáM door-de-hand-van~de-heerdienaren-zijner 18
. .
[schepen:
¬ \ ,
en-heerdienaren die-volkènnen de-zee
// /// |
en-voorts-komen-zij genoot-met~de-heerdienaren-van SheLoMoH
.
[AóWPhieR-waarts,
\ .
en-voorts-nemen-zij vandaan-van-daar,
// <> \ . . . . .
vier~honderd en-vijftig ringstukken goud;
<> // !
en-voorts-komen-zij naar~koning SheLoMoH.
~
. .
en-de-koningin-van~SheBhàNg[65]: 9.1 ¬ \ ,
zij-hoort en-wel-het-hoorgerucht-van SheLoMoH
\ | \\
en-voorts-komt-zij om-te-beproeven enwel~SheLoMoH
/ . .
[met-raadselachtigheden in-JeRuWSháLáieM:
\ \ |’ ☼ \\
met-een-vermogen zwaar machtig en-kamelen hoog-heen-dragend
II KRON 9
\\\ // <> \ . . . . . . . .
[crêmes en-goud in-veelheid en-gesteente kostbaar;
| .
en-voorts-komt-zij naar~SheLoMoH,
\ .
en-voorts-brengt-zij-in genoot-met-hem,
// // <> !
enwel al-af~wat geschiedt genoot-met-het-hart-harer.
// <> . . . . .
en-voorts-legt-voor~aan-haar SheLoMoH enwel~al-af~de-inbrengen-harer; 2
/// | .
en-niet~is-ongeweten een-inbreng vandaan-van-SheLoMoH,
\\\ // <> !
dat niet hij-voorlegt aan-haar.
\\ | .
en-voorts-heeft-ontzag de-koningin-van~SheBhàNg, 3
<> \ . . . . .
en-wel-voor de-wijsheid-van SheLoMoH;
<> // !
en-voor-het-huis dat hij-sticht.
\ |’ \
en-voor-het-eten-van de –tafel-zijner en-voor-het-zitten-van 4
☼ \\
[de-heerdienaren-zijner en-voorts-het-blijven-staan-van
/ . .
[de-heerdienaressen-zijner en-voor-de-kleding-hunner:
| .
en-voor-de-schenkers-zijner en-de-kleding-hunner,
.
en-voor-de-opgang-zijner,
// <> \ . . . . . . . . . . .
die hij-aan’t-opgaan-is naar-het-huis-van die-JHWH-van-Israël;
// // <> !
en-niet~geschiedt-er nog in-haar beluchting.
\\ | .
en-voorts-zegt-zij tot~de-koning, 5
| .
getrouwheid de-inbreng,
// <> . . . . . .
die ik-hoor in-het-land-mijner;
<> !
over~de-inbrengen-jouwer en-over-de-wijsheid-jouwer.
\ . .
en-niet~vertrouw-ik op-de-inbrengen-hunner: 6
/// \\ | \ .
tot dat~ik-kom en-voorts-zien de-welogen-mijner,
| \ .
en-kijk-hier niet is-voorgelegd~aan-mij,
II KRON 9
<> \ . . . . . .
de-helft-van de-veelheid-van de-wijsheid-jouwer;
|’ <> !
jij-voegt-toe bovenop~het-gehoorde dat ik-hoor.
\ .
gelukgewenst de-menselijken-jouwer, 7
<> \ . . . . .
en-gelukgewenst de-heerdienaren-jouwer (nl.)deze;
/// \\ | .
die-staande-blijven voor-de-vertegenwendiging-jouwer steevast,
<> !
en-horende enwel~de-wijsheid-jouwer.
\\ /// \\ | .
aan’t-geschieden(zij) die-JHWH-van-Israël de-gods-jouwer (als)een-ingezegende,8
\ \ . .
die welgevallen-heeft aan-jou:
/// | .
om-te-geven-jou op~een-troon tot-koning,
<> . . . . . .
voor-die-JHWH-van-Israël de-gods-jouwer;
\\ /// |
in-de-minne-van de-gods-jouwer enwel~van-JieSseRáAéL
\ .
[om-staande-te-doen-blijven hem voor-wereldlang,
/// | .
en-voorts-geeft-hij-jou over-hen tot-koning,
<> // !
om-te-maken stelregeling en gerechtigheid.
| / // <> \ .
en-voorts-geeft-zij aan-de-koning honderd en-twintig ringstukken goud, 9
// // <> \ . . . . . . .
en-crêmes in-veelheid machtig en-gesteente kostbaar;
/// | \ .
en-niet geschiedt als-de-crêmes (nl.)die,
// <> // !
die~geeft de-koningin-van~SheBáA aan-koning SheLoMoH.
/// | \ .
en-ook~de-heerdienaren-van ChieRáM en-de-heerdienaren-van SheLoMoH, 10
// <> . . . . . . .
die~doen-komen goud vandaan-van-AóWPhieJR;
// // <> // !
doen-komen houtbomen-van AleGGuWMMieJM en-gesteente kostbaar.
\ ☼ | /
en-voorts-maakt de-koning enwel~van-de-houtbomen-van AleGGuWMMieJM 11
/// |
[opzetgangen voor-het-huis-van~die-JHWH-van-Israël
\ .
[en-voor-het-huis-van de-koning,
II KRON 9
// <> . . . . . . .
en-cisters[66] en-slapters[67] voor-de-zangers;
// // <> !
en-niet~zijn-gezien als-deze voor-het-tegenwendige in-het-land JeHuWDáH.
\\ / \ . .
en-koning SheLoMoH hij-geeft aan-de-koningin-van~SheBháA: 12
| \ .
enwel~al-af~het-haar-welgevallige dat zij-wenst,
<> \ . . . . . .
afgezonderd wat~zij-doet-komen naar~de-koning;
// // <>
en-voorts-draait-zij-zich-om en-voorts-gaat-zij naar-het-land-harer
// !
[zij en-de-heerdienaren-harer.
~
| \ .
en-voorts-geschiedt het-gewicht-van het-goud, 13
// <> \ . . . . . . . . .
dat~komt voor-SheLoMoH in-een-jaarandering een-één-enkele;
// // // <> // !
zes honderd en-zestig en-zes ringstukken-aan goud.
|| \\\ //
afgezonderd-zij-die vandaan-van-de-menselijken-van uitgezochtheden 14
<> . . . . . .
[en-reizigerswaren doen-komen;
/// | \ .
en-al-af~de-koningen-van NgæRàB en-de-commandanten-van het-land,
// // <> !
zij-die-doen-komen goud en-zilver voor-SheLoMoH.
\\ \\\ // // <> \ . . . . . . . . . . .
en-voorts-maakt koning SheLoMoH twee-honderd schilden van-goud 15
[vildungemaakt;
/// | \ .
zes honderd goud(stukken) vildungemaakt,
<> // !
doet-hij-opgaan over~een-schild een-één-enkel.
/// | \ .
en-drie~honderd schutplaten van-goud vildungemaakt, 16
/// | .
drie honderd goudstukken,
<> \ . . . . . . . . .
doet-hij-opgaan over-een-schutplaat een-één-enkele;
\ .
en-voorts-geeft-hen de-koning,
II KRON 9
<> // !
in-het-huis-van het-woud-van de-LeBáNóWN.
~
\\\ // <> . . . . . .
en-voorts-maakt de-koning een-troon-van~tandbeen een-grote; 17
<> // !
en-voorts-beslaat-hij-die met-goud rein.
\ \ ☼ \\ /// |
en-zes opgangen (zijn-er) aan-de-troon en-een-bewalk[68] in-goud aan-de-troon 18
.
[die-vastgegrepen(kunnen)worden,
// // <>
en-handvatten vandaan-van-deze en-vandaan-van-gene
\ . . . . .
[op~de-opstaanplaats-van het-zitten;
\ .
en-andertwee stroper(leeuwen),
<> // !
staande-blijvend terzijde-van de-handvatten.
\\\ \ . .
en-twaalf stroper(leeuwen): 19
// // // <> \
staande-blijvenden daar op~de-zes opgangen vandaan-van-deze
. . . . .
[en-vandaan-van-gene;
// <> !
niet~gemaakt vastzo voor-al-af~koningsbereik.
☼ || \\ /// | .
en-al-af het-gerei-van het-drenken-van koning SheLoMoH (is)van-goud, 20
. .
en-al-af:
// // <> \
het-gerei-van het-huis-van~het-woud-van de-LeBháNóWN van-goud
. . . . .
[dat-insluit;
\ . .
en-geen zilver:
II KRON 9
// // <> !
wordt-er-berekend in-de-dagen-van SheLoMoH voor-wat-dan-ook.
/// \\ \ .
ja~schepen voor-de-koning gaande naar-TtàReShieJSh, 21
<> \ . . . . .
genoot-met heerdienaren-van ChuWRáM;
☼ \\ / \
één-enkele(keer) per-drie jaaranderingen zijn-aan't-komen
\ . . . . . . .
[schepen naar-TàReShieJSH:
| \ .
hoog-heen-dragend goud en-zilver,
// <> !
olifantstand en-apen en-pauwen[69].
~
☼ \ .
en-voorts-is-groot koning SheLoMoH, 22
<> \ . . . . .
vandaan-van(anders-dan)-al-af de-koningen-van het-land;
<> !
aan-rijkdom en-wijsheid.
| \ .
en-al-af de-koningen-van het-land, 23
<> \ . . . . .
zoekend enwel~de-vertegenwendiging-van SheLoMoH;
\\ | .
om-te-horen enwel~de-wijsheid-zijner,
// <> !
die~geeft de-gods in-het-hart-zijner.
SEDER
\ \ \ |' \ ☼
en-zij doende-komen iedermenselijke de-cijns-zijner gerei-van zilver 24
\\ /// | \ .
[en-gerei-van goud en-gewaden kusgerei[70] en-crêmes,
<> . . . . . . . .
paarden en-muilezels;
<> !
inbrengen-van~jaarandering bij-jaarandering.
II KRON 9
~
\\ / ☼ \\ /// |
en-voorts-geschieden voor-SheLoMoH vier kuddetallen kribbeplaatsen paarden 25
.
[en-oprijtuigen,
// <> . . . . . . . . . .
en-twaalf kuddetal paardrijders;
| \ !
en-voorts-voert-hij-die in-de-steden-van het-oprij-tuig,
<> !
en-genoot-van~de-koning in-JeRuWSháLáieM.
// <> . . . . . . . .
en-voorts-geschiedt-hij zich-vore-stellend bij-al-af~de-koningen; 26
| \ .
vandaan-van-het-gebergte en-tot~het-land-van de-PeLieSheTieJM,
<> // !
en-tot de-gebiedsgrens-van MieTseRáJieM.
\\ \\\ // <> . . . . . .
en-voorts-geeft-uit de-koning enwel~het-zilver in-JeRuWSháLàieM als-stenen; 27
\ . .
en-enwel de-ceders:
// // <> !
hij-geeft(ze)uit als-moerbeibomen die~(zijn)~in-de-laagte in-veelheid.
\\ \\\ // <>
die-doen-uittrekken(zijn er) paarden vandaan-van-MieTseRàJieM voor-SheLoMoH28
!
[en-vandaan-van-al-af~de-landen.
| \ .
en-het-resterende-van de-inbrengen-van SheLoMoH, 29
<> . . . . . .
de-eerdere en-de-latere;
\ . .
niet?~(zijn)deze geschreven:
\\ \ .
over~de-inbrengen-van NáTáN de-profeet,
|' \ . .
en-over-de-profetieën-van AæChieJJáH de-ShieJLoNiet:
| \ .
en-in-de-schouwingen-van JèNgeDieJ de-schouwer,
<> !
over-JáRaoBheNgáM stichtzoon-van~NeBháTh.
\\ \\\ // <>
en-voorts-koningt SheLoMoH in-JeRuWSháLàieM over~al-af~JieSseRáAéL 30
// !
[veertig jaarandering.
/// | .
en-voorts-gaat-liggen SheLoMoH genoot-met-de-omvamenden-zijner, 31
II KRON 9, 10
.
en-voorts-begraven-zij-hem,
<> \ . . . . . .
in-de-stad-van DáWieD de-omvamende-zijner;
// // <> !
en-voorts-koningt ReChàBheNgáM de-stichtzoon-zijner op-de-drukplek-zijner.
~
// <> . . . . . . . . . . . . .
en-voorts-gaat ReChàBheNgáM SheKhèM-waarts; 10.1
// // // <> // !
ja te-SheKhèM komen-zij, al-af~JieSseRáAéL, om-te-doen-koningen enwel-hem.[71]
|| \\ /// |
en-voorts-geschiedt-het zodra-hoort('t) JáRaoBheNgáM stichtzoon-van~NeBháTh2
\ .
[en-hij(is) in-MieTseRàJieM,
\ .
die heenschiet,
<> \ . . . . . .
vandaan-van-de-vertegenwendiging-van SheLoMoH de-koning;
// <> !
en-voorts-keert-terug JáRaoBheNgáM vandaan-van-MieTseRáJieM.[72]
| .
en-voorts-zenden-zij en-voorts-roepen-zij~om-hem, 3
// <> . . . . . .
en-voorts-komt JáRaoBheNgáM en-al-af~JieSseRáAéL;
.
en-voorts-brengen-zij-in,
<> !
tot~ReChàBheNgáM te-zeggen.
<> \ . . . . . .
de-omvamende-jouwer doet-stijf-zijn enwel-het-juk-onzer; 4
|' ☼ \\ /
en-welnu doe-rap-klein-zijn het-heerdienstwerk-van de-omvamende-jouwer
. .
[(dat)stijf(is):
\\\ // // <> !
en-de-onderjukking-door-hem zwaar die~hij-geeft op-ons
[en-wij-zijn-aan't-heerdienen-jou.
\ . .
en-voorts-zegt-hij tot-hen: 5
// // <> \ . . . . .
nogmalig drie dagen en-keert-terug naar-mij;
II KRON 10
<> !
en-voorts-gaat het-genotenvolk.
=
|| \ . .
en-voorts-schaft-zich-raad koning ReChàBheNgáM: 6
| \ .
samen-met-de-baardouden die~geschieden staanden,
| \ .
voor-de-vertegenwendiging-van SheLoMoH de-omvamende-zijner,
// <> . . . . . . .
bij-het-geschieden-van-hem in-leven te-zeggen;
/// \ .
hoedanig? (zijn)jullie aanradend,
// <> !
om-te-doen-weerkeren tot-een-genotenvolk~(als)dit een-inbreng.
\\ / . .
en-voorts-brengen-zij-in tot-hem om-te-zeggen: 7
\\ / ///
ware't-dat~jij-aan't-geschieden-bent ten-goede voor-het-genotenvolk
| .
[(nl.)dit en-jij-voorts-aan't-genadigen-bent-hen,
// <> \ . . . . . . . . .
en-jij-voorts-aan't-inbrengen-bent tot-hen inbrengen (die)goed(zijn);
// // <> !
dan-geschieden-zij voor-jou (tot)heerdienaren al-af~de-dagen.
// // <> \ . . . . . . . . . . . . . .
en-voorts-verlaat-hij enwel~de-raad-van de-baardouden die raad-verschaffen;8
. .
en-voorts-schaft-hij-zich-raad:
| \ \ .
samen-met-de-borelingen die groot-worden samen-met-hem,
<> !
staanden voor-de-vertegenwendiging-zijner.
\ . .
en-voorts-zegt-hij tot-hen: 9
/// \ .
wat? (zijn)jullie aanradend,
// <>
en-zijn-wij-aan't-doen-weerkeren voor-inbreng
\ . . .
[enwel~aan-het-genotenvolk (nl.)dit;
\\ /// | .
zij-die inbrengen tot-mij om-te-zeggen,
\\ .
doe-('t)rap-klein-zijn vandaan-van(anders-dan)~het-juk,
// <> !
dat~geeft de-omvamende-jouwer op~ons.
II KRON 10
\ . .
en-voorts-brengen-zij-in samen-met-hem: 10
| \\ \ ¬ ,
de-borelingen die groot-worden samen-met-hem om-te-zeggen
|' ☼ \\ /
zo~ben-jij-aan't-zeggen tot-het-genotenvolk dat~inbrengt[73] tot-jou
. .
[om-te-zeggen:
\\ | \ .
de-omvamenden-jouwer doet-zwaar-zijn enwel~het-juk-onzer,
<> \ . . . . . .
en-jij doet('t)rap-klein-zijn
[vandaan-van(anders-dan)-het-juk-onzer;
/// \ .
zo ben-jij-aan't-zeggen tot-hen,
// <> //
het-kleine(lid)-mijner is-wolkig-dik vandaan-van(anders-dan)-de-heupen-van
!
[de-omvamende-mijner.
. .
en-welnu: 11
\\ /// | \ .
de-omvamende-mijner doet-belasten op-jullie een-juk zwaar,
<> \ . . . . . . .
en-ik ik-doe-toevoegen op~het-juk-jelieder;
. .
de-omvamende-mijner:
/// | .
hij-onderricht enwel-jullie met-afstruingesels,
<> !
en-ik met-schorpioengesels.
=
\\ \\\ // <>
en-voorts-komt JeRaoBheNgáM en-al-af~het-genotenvolk tot~ReChàBheNgáM[74] 12
\ . . . . .
[op-dag drie;
\\ /// \\ | .
zoals inbrengt de-koning te-zeggen,
// <> // !
keert-weer tot-mij op-dag drie.
// <> . . . . .
en-voorts-buigt-zich-toe-naar-hen de-koning stijf; 13
II KRON 10
| \ .
en-voorts-verlaat koning ReChàBheNgáM,
<> // !
enwel de-raad-van de-baardouden.
\ . .
en-voorts-brengt-hij-in tot-hen: 14
/// |… .
naar~de-raad-van de-borelingen te-zeggen,
\\ .
ik-ben-zwaar-aan't-doen-zijn[75] enwel~het-juk-lieder,
<> \ . . . . . . .
en-ik doe-toevoegen daarop;
. .
de-omvamende-mijner:
/// | .
onderricht enwel-jullie met-gesels,
<> !
en-ik met-schorpioenen.
// <> . . . . . . . . .
en-niet~hoort de-koning naar~het-genotenvolk; 15
/// | \ .
ja~het-geschiedt (als)een-singeldaad vandaan-van-genoot-met gods,
☼ \\ /
ter-toebuiging-daaraan-dat doet-opstaan die-JHWH-van-Israël
. .
[enwel~de-inbreng-zijner:
/// | | \ .
die hij-inbrengt door-de-hand-van AæChieJJáHuW de-ShieLóWNiet,
<> !
tot~JáRáBheNgáM de-stichtzoon-van~NeBháTh.
. .
en-al-af~JieSseRáAéL: 16
|| \ ¬ ,
ja niet~hoort de-koning voor-hen
\ \ \
en-voorts-doen-zij-terugkeren – het-genotenvolk – enwel~de-koning
|' ☼ \\ /
[te-zeggen wat?(is)~voor-ons een-vereffening bij-DáWieJD
\ . .
[en-niet~een-eigendom bij-de-stichtzoon-van~QieJSh:
/// | .
iedermenselijke voor-de-tenten-jouwer JieSseRáAéL,
|| // <> . . . . . .
welnu zie op-het-huis-jouwer DáWieJD;
II KRON 10,11
// <> !
en-voorts-gaat al-af~JieSseRáAéL voor-de-tenten-zijner.
=
.
en-de-stichtkinderen-van~JieSseRáAél, 17
<> \ . . . . .
die-zitten in-de-steden-van JeHuWDáH;
// <> !
en-voorts-koningt over-hen ReChàBheNgáM.
|| \ . .
en-voorts- zendt koning ReChàBheNgáM: 18
| \ .
enwel~HæDoRáM die(is) over-de-dwangschap,
\\\ //..
en-voorts-bekeilen~hem de-stichtkinderen-van~JieSseRáAéL
<> . . . . . . . .
[met-steen en-voorts-sterft-hij;
\ . .
en-koning ReChàBheNgáM:
| \ .
hij-maakt-zich-stevig om-op-te-gaan in-het-oprijtuig,
<> !
om-te-vluchten naar-JeRuWSháLáieM.
=
/// | \ .
en-voorts-vallen-zij-af – JieSseRáAéL – bij-het-huis-van DáWieJD, 19
<> // !
tot de-dag-van vandaag.
=
\ ¬ ,
en-voorts-komt ReChàBheNgáM in-JeRuWSháLàieM 11.1
☼ \\ / . .
en-voorts-stemt-hij-af enwel~het-huis-van JeHUWDáH en-BieNeJáMieN:
\\ // // <> \ . . . . . . . .
honderd tachtig kuddetal uitgekozenen makend broderij;
| .
om-broderij-te-maken genoot-met~JieSseRáAéL,
// <> !
om-te-doen-terugkeren enwel~het-koninkrijk aan-ReChàBheNgáM.
~
II KRON 11
| .
en-voorts-geschiedt de-inbreng-van~die-JHWH-van-Israël, 2
// <> !
tot~SheMàNgeJáHuW een-man-van~gods om-te-zeggen.
|| // <> \ . . . . .
zeg tot~ReChàBheNgáM stichtzoon-van SheLoMoH koning-van JeHuWDáH; 3
| .
en-tot al-af~JieSseRáAéL,
// <> !
in-JeHuWDáH en-in-BieNeJáMieN te-zeggen.
\ \ |' ☼
zo zegt die-JHWH-van-Israël niet zijn-jullie-aan't-opgaan 4
\\ | . .
[en-niet~broderij-aan't-voeren genoot-met~de-broederverwanten-jelieder:
/// \ .
keert-om iedermenselijke tot-het-huis-zijner,
\\\ // <> \ . . . . .
ja vandaan-van-bij-mij is-geschied de-inbreng (nl.)deze;
| \ .
en-voorts-horen-zij enwel~de-inbrengen-van die-JHWH-van-Israël,
<> // !
en-voorts-keren-zij-om vandaan-van-het-gaan naar~JeRaoBheNgáM.
~
// <> . . . . . .
en-voorts-zit ReChàBheNgáM in-JeRuWSháLáieM; 5
\\\ // <> !
en-voorts-sticht-hij steden tot-engten in-JeHuWDáH.
\\\ // <> !
en-voorts-sticht-hij enwel~BéJT~LèChèM en-enwel~NgéJTháM 6
[en-enwel~TeQóWàNg.
// <> !
en-enwel~BéJT~TsuWR en-enwel~SsoKhóW en-enwel~NgæDoeLLáM. 7
// <> !
en-enwel~GàT en-enwel~MéRéSháH en-enwel~ZieJPh. 8
// <> !
en-enwel~AæDóWRàJieM en-enwel~LáBhieJSh en-enwel~NgæZéQáH. 9
| .
en-enwel~TsàReNgáH en-enwel~AàJJáLóWN, 10
.
en-enwel~ChèBheRóWN,
// <> . . . . .
dat(is) in-JeHuWDáH en-BieNeJáMieN;
<> !
steden-als engten.
<> . . . . . . .
en-voorts-maakt-hij-hard enwel~de-engten; 11
II KRON 11
/// | .
en-voorts-geeft-hij in-hen voorleggers,
// <> // !
en-voorraden eten en-olie en-wijn.
/// | \ .
en-in-al-af~stad na-stad schilden en-lansen, 12
<> \ . . . . . . .
en-voorts-maakt-hij-hard-hen om-veel-te-zijn machtig;
<> // !
en-voorts-geschiedt-aan-hem JeHuWDáH en-BieNeJáMieN.
=
| .
en-de-priesters en-de-LeWieten, 13
<> . . . . .
die(zijn) in-al-af~JieSseRáAéL;
// <> !
zij-plaatsen-zich op-hem vandaan-van-al-af~de-gebiedsgrenzen-hunner.
\ . .
ja(zo)~verlaten de-LeWieten: 14
| .
de-dreven-hunner en-de-omgrijpingen-hunner,
// <> . . . . . .
en-voorts-gaan-zij te-JeHuWDáH en-JeRuWSháLàieM;
/// | .
ja~stinkend-vinden-hen JeRaoBheNgáM en-de-stichzonen-zijner,
<> !
vandaan-van(vanwege)-het-priesterschap voor-die-JHWH-van-Israël.
| .
en-voorts-blijven-er-staande~voor-hem priesters, 15
<> . . . . . .
voor-de-cultusbulten en-voor-de-harigebokken;
<> !
en-voor-de-kalveren die hij-maakt.
. .
en-de-lateren-hunner: 16
| \ .
vandaan-van-al-af de-stamstaven-van JieSseRáAéL,
| .
die-geven enwel~het-hart-hunner,
|' <> \ . . . .
om-te-zoeken enwel~die-JHWH-van-Israël de-gods-van [JieSseRáAéL;
/// .
komen te-JeRuWSháLàieM,
|' <> // !
om-te-slachten voor-die-JHWH-van-Israël de-gods-van
[de-omvamenden-hunner.
II KRON 11
| \ .
en-voorts-maken-zij-hard enwel-het-koningschap-van JeHuWDáH, 17
// //
en-voorts-maken-zij-bothard enwel~ReChàBheNgáM
<> \ . . . .
[stichtzoon-van~SheLoMoH voor-jaaranderingen (nl.)drie;
\ . .
ja zij-gaan:
\\\ // <> // !
in-de-neemweg-van DáWieJD en-SheLoMoH voor-jaaranderingen (nl.)drie.
/// | .
en-voorts-neemt~voor-zich ReChàBheNgáM een-vrouwmenselijke[76], 18
.
enwel~MàChæLàT,
<> . . . . . .
stichtdochter[77]-van~JeRieJMóWT stichtzoon-van~DáWieJD;
|| <> !
AæBhieJHàJieL stichtdochter-van~AêLieAáBh stichtzoon-van~JieSháJ.
// <> . . . . . . . . . . .
en-voorts-baart-zij voor-hem stichtkinderen; 19
// <> !
enwel~JeNguWSh en-enwel~SheMàReJáH en-enwel~ZáHàM.
\ .
en-laat-na-haar neemt-hij, 20
<> . . . . . .
enwel~MàNgæKháH stichtdochter-van~AàBheSháLóWM;
\ .
en-voorts-baart-zij voor-hem,
| .
enwel~AæBhieJJáH en-enwel~NgàTTàJ,
<> !
en-enwel~ZieJZáA en-enwel~SheLoMieJT.
\\ / \
en-voorts-bemint ReChàBheNgáM enwel~MàNgæKháH 21
II KRON 11,12
. .
[stichtdochter-van~AàBheSháLóWM:
| .
vandaan-van(anders-dan)-al-af~de-vrouwmenselijken-zijner
[en-de-kindvrouwen-zijner,
☼ /// | .
ja aan-vrouwmenselijken achttien draagt-hij-hoog-heen,
<> . . . . . .
en-aan-kindvrouwen zestig;
. .
en-voorts-doet-hij-baren:
\\\ // <> // !
twintig en-acht stichtzonen en-zestig stichtdochters.
\\ \\\ // //
en-voorts-doet-staande-blijven tot-eerstlid ReChàBheNgáM enwel~AæBhieJJáH22
<> \ . . . . .
[stichtzoon-van~MàNgæKháH tot-voorlegger bij-de-broederverwanten-zijner;
<> !
ja om-te-doen-koningen-hem.
☼ \\
en-voorts-heeft-hij-onderscheidingsvermogen en-voorts-rijt-hij-uit-elkaar 23
/ \\\ \ . .
[al-af~de-stichtzonen-zijner voor-de-landen-van JeHuWDáH en-BieNeJáMieN:
| \ .
voor-al-af de-steden-van ontoegankelijkheid,
// // <> . . . . . . . .
en-voorts-geeft-hij aan-hen pakhuisvoedsel[78] voor-een-veelheid;
<> // !
en-voorts-wenst-hij een-vloed-aan vrouwmenselijken.
. .
en-voorts-geschiedt-het: 12.1
|| /// | .
als-doet-vasto-zijn het-koningschap ReChàBheNgáM en-als-hij-hard-is,
<> \ . . . . . . . . . . .
verlaat-hij enwel~de-uitleg-van die-JHWH-van-Israël;
<> !
en-al-af~JieSseRáAéL genoot-met-hem.
~
|| /// | \ .
en-voorts-geschiedt-het in-jaarandering vijf voor-koning ReChàBheNgáM, 2
// // <> . . . . . .
gaat-op ShieJSháQ de-koning-van~MieTseRàJieM af-op~JeRuWSháLáieM;
// <> !
ja zij-overtreden tegen-die-JHWH-van-Israël.[79]
II KRON 12
/// // | .
met-een-kuddetal en-tweehonderd oprij-tuig, 3
// <> . . . . . . . . . .
en-met zestig kuddetal paardrijders;
\ . .
en-geen boekstaven:
|| /// | .
(is er)aan-het-genotenvolk die~komen genoot-met-hem
[vandaan-van-MieTseRáJieM,
// <> !
LuWBhieten[80] SoeKieten en-KuWShieten.
// // <> \
en-voorts-overmeestert-hij enwel~de-steden die-ontoegankelijk-zijn die(zijn) 4
. . . . . .
[voor-JeHuWDáH;
<> !
en-voorts-komt-hij tot~JeRuWSháLáieM.
~
/// | \ .
en-SheMàNgeJáH de-profeet komt naar~ReChàBheNgáM, 5
\ .
en-de-vorsten-van JeHuWDáH,
// <>
die~bijeengehaald-zijn naarJeRuWSháLàieM
\ . . . . . .
[vandaan-van(vanwege)-de-vertegenwendiging-van ShieJSháQ;
\\ / \ . .
en-voorts-zegt-hij aan-hen zo~zegt die-JHWH-van-Israël:
| \ .
jullie jullie-verlaten enwel-mij,
// // <> !
en-dus-ik ik-laat-achter enwel-jullie in-de-hand-van~ShieJSháQ.
// <> . . . . . .
en-voorts-verdeemoedigen-zich de-vorsten-van~JieSseRáAéL en-de-koning; 6
<> // !
en-voorts-zeggen-zij rechtvaardig (is)die-JHWH-van-Israël.
/// | \ .
en-zodra-ziet die-JHWH-van-Israël ja zij-verdeemoedigen-zich, 7
¬ | \\\
geschiedt een-inbreng-van~die-JHWH-van-Israël tot~SheMàNgeJáH
// <> \ . . . . .
[om-te-zeggen zij-verdeemoedigen-zich niet ben-ik-aan't-verderven-hen;
\\ /// | .
en-voorts-ben-ik-aan't-geven aan-hen in-weinig om-te-ontkomen,
II KRON 12
\\\ .. <>
en-niet~is-aan't-omverhalen de-hittigheid-mijner in-JeRuWSháLàieM
!
[door-de-hand-van~ShieJSháQ.
// <> . . . . . . . . . .
ja zij-zijn-aan'tgeschieden~voor-hem tot-heerdienaren; 8
| .
en-voorts-zijn-zij-aan't-volkènnen de-heerdienst-aan-mij,
<> // !
en-de-heerdienst-aan de-koninkrijken-van de-landen.
=
\\ // ¬ ,
en-voorts-gaat-op ShieJSháQ koning-van~MietseRàJieM 9
[op-tegen~JeRuWSHáLáieM
|| \ . .
en-voorts-neemt-hij enwel~de-voorraden-van
[het-huis-van~die-JHWH-van-Israël:
| \ .
en-enwel~de-voorraden-van het-huis-van de-koning,
<> . . . . . . . . .
enwel~ de-al-afheid neemt-hij;
| \ .
en-voorts-neemt-hij de-schut(schilden)-van goud,
// <> !
die maakt[81] SheLoMoH.
\\ /// | .
en-voorts-maakt koning ReChàBheNgàM op-de-drukplek-hunner, 10
<> . . . . .
schut(schilden)van metaal;
. .
en-voorts-is-hij-aan't-geven-bemoeienis:
| \ .
op~de-hand-van de-vorsten-van de-loopjongens,
.
de-waarhouders,
<> // !
in-de-opening-van het-huis-van de-koning.
// // <> \ . . . . . . . . . . .
en-voorts-geschiedt-het vanaf-dat~komt de-koning in het-huis-van 11
[die-JHWH-van-Israël;
/// | .
komen de-loopjongens en-dragen-hoog-heen-hen,
<> // !
en-doen-terugkeren-hen naar~het-hok-van de-loopjongens.
II KRON 12
SEDER
. .
en-zodra-hij-zich-verdeemoedigt: 12
/// \\ | .
keert-om vandaan-van-hem de-walgneus-van die-JHWH-van-Israël,
// <> . . . .
en-om-niet te-verdelgen tot-al-af;
| .
en-ook in-JeHuWDáH,
<> // !
geschieden[82]-er inbrengen goede.
=
|| \\\ // <> . . . . . . . . .
en-voorts-maakt-zich-hard koning ReChàBheNgáM in-JeRuWSháLáieM 13
[en-voorts-koningt-hij;
\ \ \ ☼ \\
ja een-stichtzoon-van~veertig en-één jaarandering (is)ReChàBheNgàM
/ \\ // \ \ . .
[bij-het-koningen-van-hem en-zeven tien jaarandering koningt-hij
[in-JeRuWsháLáieM:
☼ \\ / \\
de-stad die~uitkiest die-JHWH-van-Israël om-te-stellen
// \\ | \ .
[enwel~de-naam-zijner daar vandaan-van-al-af de-stamstaven-van [JieSseRáAëL,
\ .
en-de-naam-van de-moederende-van-hem,
<> !
(is)NàNgæMáH de-NgàMMoNietische.
<> . . . . . . .
en-voorts-maakt-hij het-kwade; 14
\ /// | .
ja niet doet-hij-vastzo-zijn het-hart-zijner,
<> !
om-na-te-vragen enwel~die-JHWH-van-Israël.
=
\ . .
en-de-inbrengen-van ReChàBheNgáM: 15
| .
de-eerdere en-de-latere,
II KRON 12,13
\\ / \\ \\\
niet?~(zijn)die opgeschreven bij-de-inbrengen-van SheMáNgeJáH
// // <> . . . . . . .
[de-profeet en-NgieDDóW de-schouwer ter-registratie;
\\\ // <> !
en-de-broderijen-van ReChàBheNgáM en-JáRaoBheNgáM al-af~de-dagen.
/// | .
en-voorts-ligt-neer ReChàBheNgáM genoot-met~de-omvamenden-zijner, 16
<> \ . . . . . .
en-voorts-wordt-hij-begraven in-de-stad-van DáWieD;
// // <> !
en-voorts-koningt AæBhieJJáH de-stichtzoon-zijner op-de-drukplek-zijner.
~
// // <> \ . . . . .
in-jaarandering acht tien voor-koning JáRaoBheNgáM; 13.1
// <> !
en-voorts-koningt AæBhieJJáH over~JeHuWDáH.
\ . .
drie jaaranderingen: 2
| .
koningt-hij in-JeRuWSháLàieM,
\ . .
en-de-naam-van de-moederende-zijner:
// <> . . . . .
(is)MieJKháJáHuW stichtdochter-van AuRieAéL
[vandaan-van~GieBheNgáH;
// // // <> //
en-broderij geschiedt-er onderscheidend AæBhieJJáH en-onderscheidend
!
[JaoRáBheNgáM.
\\ / . .
en-voorts-snoert-aan A░BhieJJáH enwel~de-broderij: 3
\\ | \ .
met-een-vermogen-aan manbazen-van broderij,
// <> \ . . . . . .
vier~honderd kuddetal manmenselijken verkozen;
=
. .
en-JaoRáBheNgáM:
/// | .
hij-rangschikt het-genotenvolk-zijner voor-de-broderij,
\\ // // // <>
met-acht honderd kuddetal manmenselijken een-uitgekozen
// !
[baaschap-van vermogen.
II KRON 13
=
\ . .
en-voorts-staat-op AæBhieJJáH: 4
| \ .
vandaan-boven voor-de-berg TseMáRieJM,
<> \ . . . . .
die(is) in-het-gebergte-van AèPheRáJieM;
|| <> // !
en-voorts-zegt-hij hoort-mij JaoRáBheNgáM en-al-af~JieSseRáAéL.
/// | .
niet?(is't) aan-jullie om-te-volkènnen, 5
|| \ \ . .
ja die-JHWH-van-Israël gods-van JieSseRáAéL:
\\ \\\ // <> . . . . . . . . .
hij-geeft het-koningschap aan-DáWieJD over~JieSseRáAéL
[voor-wereldlang;
// <> // !
aan-hem en-aan-de-stichtzonen-zijner een-zuivergang-van zout.
=
\\ | \ .
en-voorts-staat-op JaoRáBheNgáM stichtzoon-van~NeBháT, 6
<> \ . . . . . .
heerdienaar-van SheLoMoH stichtzoon-van~DáWieJD;
<> !
en-voorts-is-hij-weerspannig op-tegen~de-machtiger-zijner.
\ . .
en-voorts-verzamelen-zich op-tegen-hem: 7
/// | \ .
menselijken loze stichtkinderen-van BeLieJJàNgàL[83],
<> \
en-voorts-verstevigden-zij-zich op-tegen~ReChàBheNgáM
. . . . .
[stichtzoon-van~SheLoMoH;
. .
en-ReChàBheNgàM:
/// \\ | .
deze(is) een-bonker en-zacht-van~hart,
// <> !
en-niet maakt-hij-zich-hard voor-de-vertegenwendiging-hunner.
\ \ . .
en-welnu jullie die-zeggen: 8
| \\ \
zich-hard-te-maken voor-de-vertegenwendiging-van het-koningschap-van
II KRON 13
.
[die-JHWH-van-Israël,
<> \ . . . . . .
in-de-hand-van de-stichtzonen-van DáWieJD;
| \ .
en-jullie(zijn) roerig veel,
| \ .
en-genoot-met-jullie kalveren-van goud,
\\ // // <> !
die maakt voor-jullie JaoRáBheNgáM tot-gods.
/// | \ .
niet? doen-jullie-kraken enwel~de-priesters-van die-JHWH-van-Israël, 9
// <> . . . . . . .
enwel~stichtzonen-van AàHæRoN en-de-LeWieten;
\\ /// | \ .
en-voorts-maken-jullie voor-jezelf priesters zoals-de-genotenvolken-van
[het-land,
. .
al-af~wie-komt:
\\ / \\\
om-vol-te-maklen de-hand-zijner met-een-var
| \ .
[stichtjong-van een -rund en-reebokken zeven,
// <> // !
en-hij-geschiedt (als)priester voor-niet gods.
// // <> \ . . . . . .
en-wij die-JHWH-van-Israë (is) de-gods-onzer en-niet verlaten-wij-hem; 10
\\ | /// | \
priesters die-bedienen voor-die-JHWH-van-Israël (zijn)stichtzonen-van
.
[AàHæRoN,
<> !
en-de-LeWieten(zijn) op-het-bodewerk.
\ |' \ \
verwalmend voor-die-JHWH-van-Israël opgaanders ochtend-in~ochtend-uit 11
\ ☼ \\
[en-avond-in~avond-uit en-verwalming-van~welriekendheden en-rangschikking-van
// \ . .
[brood op~de-tafel de-reine:
\\ /// \\ | | \
en-de-zevenlamp-van goud en-de-lampen-zijner om-te-branden avond-in
.
[avond-uit,
\ .
ja~waarhoudend (zijn)wij,
<> \ . . . . .
enwel~de-waarhouding-van die-JHWH-van-Israël de-gods-onzer;
<> !
en-jullie jullie-verlaten enwel-hem.
II KRON 13
☼ \\ / \\\ //
en-kijk-hier genoot-met-ons in-het-eerstdeel de-gods en-de-priesters-zijner 12
// <> \ . . . . .
[en-het-grashofkoper-van het-geschetter om-te-schetteren over-jullie;
\ . .
stichtkinderen-van~JieSseRáAéL:
// //
niet~aan't-broderij-voeren-jullie genoot-met~die-JHWH-van-Israël
<> // !
[de-gods-van~de-omvamenden-jelieder ja~niet
[zijn-jullie-je-aan't dóórzetten.
. .
en-JeRaoBheNgáM: 13
| .
hij-doet-omsingelen enwel~(met)de-beloering,
<> . . . . .
om-te-komen vandaan-van-laat-achter-hen;
| \ .
en-voorts-geschieden-zij voor-de-vertegenwendiging-van JeHuWDáH,
<> !
en-de-beloering vandaan-van-laat-achter-hen.
\ . .
en-voorts-wenden-zij-zich, JeHuWDáH: 14
\\ /// | \ .
en-kijk-hier voor-hen de-broderij in-vertegenwendiging en-westenlaat,
<> . . . . . . . . . . .
en-voorts-schreeuwen-zij tot-die-JHWH-van-Israël;
.
en-de-priesters,
<> !
grashofkoperblazend op-grashof-koper.
<> \ . . . . .
en-voorts-schettert[84] iedermenselijke-van JeHuWDáH; 15
. .
en-voorts-geschiedt-het:
\\ | \ .
bij-het-schetteren-van iedermenselijke-van JeHuWDáH,
. .
en-de-gods:
/// | .
hij-steekt-neer enwel~JeAoBheNgáM en-al-af~JieSseRáAéL,
// <> !
voor-de-vertegenwendiging-van AæBhieJJáH
[en-JeHuWDáH.
// <>
en-voorts-vluchten de-stichtkinderen-van~JieSseRáAéL 16
II KRON 13
\ . . . . .
[vandaan-van-de-vertegenwendiging-van JeHuWDáH;
// <> !
en-voorts-geeft-hen gods in-de-hand-hunner.
// // // <> \ . . . . . .
en-voorts-slaan bij-hen AæBhieJJáH en-het-genotenvolk-zijner een-slag groot; 17
/// | .
en-voorts-vallen-er aangepakten vandaan-van-JieSseRáAéL,
// <> // !
vijf~honderd kuddetal manmenselijken uitgekozenen.
// <> \
en-voorts-verdeemoedigen-zich de-tichtkinderen-van~JieSseRáAéL in-het-tij 18
. . . .
[(nl.)dit;
| \ .
en-voorts-worden-hardbottig de-stichtkinderen-van JeHuWDáH,
\ .
ja zij-leunen,
<> // !
op~die-JHWH-van-Israël de-gods-van de -omvamenden-hunner.
\ ¬ \ ,
en-voorts-achtervolgt AæBhieJJáH laat-aan-achter JáRaoBheNgáM 19
/// \\ | .
en-voorts-overmeestert-hij vandaan-van-hem steden,
| .
enwel~BéJT~AéL en-enwel~de-stichtdorpen-zijner,
<> . . . . . .
en-enwel~JeSháNáH en-enwel~stichtdorpen-zijner;
<> !
en-enwel~NgèPheRóWN en-de-stichtdorpen-zijner.
\\\ // <>
en-niet-is-een-versperring de-kracht-van~JáRaoBheNgáM nogmalig 20
\ . . . . . . .
[in-de-dagen-van AáBhieJJáHuW;
// <> !
en-voorts-steekt-neer-hem die-JHWH-van-Israël en-voorts-is-hij-een-gestorvene.
~
\ .
en-voorts-maakt-zich-hard AæBhieJJáHuW, 21
.
en-voorts-draagt-hij-hoog-heen~voor-zich,
<> \ . . . . .
aan-vrouwmenselijken veer-tien;
, ,
en-voorts-doet-hij-baren:
/// \\ | .
twintig en-andertwee stichtzonen,
II KRON 13,14
// <> !
en-zes tien stichtdochters.
\\ | \ .
en-het-strak-geblevene[85]-van de-inbrengen-van AæBhieJJáH, 22
<> . . . . . .
en-de-neemwegen-zijner en-de-inbrengen-zijner;
|' <> // !
opgeschreven in-een-navraagwerk[86]-van de-profeet NgieDDóW.
\\ / . .
en-voorts-ligt-neer AæBhieJJáH genoot-met~de-omvamenden-zijner: 23[87]
/// | \ .
en-voorts-begraven-zij enwel-hem in-de-stad-van DáWieJD,
// // <> . . . . . .
en-voorts-koningt AáSáA de-stichtzoon-zijner op-de-drukplek-zijner;
// // <> // !
in-de-dagen-zijner is-kalm het-land tien jaaranderingen[88].
~
/// | \ .
en-voorts-maakt AáSáA het-goede en-het-recht-uite, 14.1[89]
<> // !
in-de-wel-ogen-van die-JHWH-van-Israël de-gods-zijner.
// // <>
en-voorts-doet-hij-wijken enwel~de-slachtplaatsen-van de-waargenomene[90] 2
. . . . . . . . . .
[en-de-cultusbulten;
| .
en-voorts-breekt-hij-af de-geplaatste(stenen),
<> !
en-voorts-kapt-hij-om de-cultbomen.
\\ | .
en-voorts-zegt-hij aan-JeHuWDáH, 3
|| <> \ . . . . . . .
om-na-te-vragen enwel~die-JHWH-van-Israël de-gods-van
[de-omvamenden-hunner;
<> // !
en-om(waar)te-maken de-uitleg[91] en-het-gebod.
II KRON 14
\\ | \ .
en-voorts-doet-hij-wijken vandaan-van-al-af~de-steden-van JeHuWDáH, 4
<> . . . . . . . . . . . . . .
enwel~de-cultusbulten en-enwel~de-verhittingsplateau's[92];
// <> !
en-voorts-is-kalm het-koninkrijk(-schap) voor-de-vertegenwendiging-zijner.
// // <> . . . . .
en-voorts-sticht-hij steden-van ontoegankelijkheid in-JeHuWDáH; 5
\ . .
ja~kalm-is het-land:
/// | \ .
en-geenszins~(is-er)genoot-met-hem broderij in-de-jaaranderingen (nl.)die,
// <> !
ja~rust-brengt die-JHWH-van-Israël voor-hem.
\\ / \ \ . .
en-voorts-zegt-hij aan-JeHuWDáH aan't-stichten-zijn-wij enwel~de-steden 6
[(nl.)die:
\\ \ ¬ \ ,
en-aan't-omsingelen met-muur en groterts[93] bungeldeuren en-schietbomen
\\ / . .
nog-is het-land voor-de-vertegenwendiging-onzer:
/// \\ | \ .
ja wij-vragen-na enwel~die-JHWH-van-Israël de-gods-onzer,
|| // <>
wij-vragen-na en-voorts-brengt-hij-rust voor-ons
. . . . . . . .
[in-omsingeling;
<> !
en-voorts-stichten-zij en voorts-zetten-zij-zich-door.
~
\ . .
en-voorts-geschiedt aan-AáSáA: 7
¬ \ | ,
een-vermogen hoog-heen-dragend schild en-lans
| \ \ .
vandaan-JeHuDáH drie honderd kuddetal,
=
. .
en-vandaan-van-BieNeJáMieN:
/// | \
hoog-heen-dragend schut en-nemend-de-weg-van
II KRON 14
.
[de-boog,
// <> . . . . . . . .
twee-honderd en-tachtig kuddetal;
<> // !
al-af~die manbazen-van vermogen.
\\ / \ . .
en-voorts-trekt-uit tot-hen ZèRàCh de-KuWShiet: 8
\\ | \ .
met-een-vermogen-van een-kuddetal aan-kuddetallen,
<> \ . . . . . . .
en-oprijtuigen drie honderd;
<> !
en-voorts-komt-hij tot~MáRéJSháH.
// <> . . . . . .
en-voorts-trekt-uit AáSáA voor-de-vertegenwendiging-zijner; 9
| .
en-voorts-rangschikken-zij een-broderij,
// <> !
in-de-vallei-van TsePhàTáH voor-MáRéJSháH.
\\ / \ ¬ ,
en-voorts-roept AáSáA tot~die-JHWH-van-Israël de-gods-zijner 10
[en-voorts-zegt-hij
. .
jij-JHWH-van-Israël:
// | // |
er-is-geen~genoot-met-jou om-te-helpen onderscheidend veel
\ .
[voor-geen kracht,
// /// \\ | \ .
help-ons jij-JHWH-van-Israël gods-onzer ja~op-jou leunen-wij,
/// .
en-in-de-naam-jouwer komen-wij,
<> . . . . . .
op-tegen~een-roerigheid (als)deze;
/// \\ | .
jij-JHWH-van-Israël gods-onzer jij,
// <> !
niet~aan't-versperren-is genoot-met-jou een-menselijke.
=
/// | .
en-voorts-steekt-neer die-JHWH-van-Israël enwel~de-KuWShieten, 11
// <> \
voor-de-vertegenwendiging-van AáSáA en-voor-de-vertegenwendiging-van
. . . . .
[JeHuWDáH;
II KRON 14,15
<> !
en-voorts-vluchten de-KuWShieten.
\\ / \ ¬
en-voorts-achtervolgt-hen AáSáA en-het-genotenvolk dat~genoot-met-hem(is) 12
,
[tot~GeRáR
/// | \ \
en-voorts-vallen-er vandaan-van-de-KuWShieten voor-geen aan-hen
. [leeftocht,
//
ja~gebroken-worden-zij
<>
[voor-de-vertegenwendiging-van~die-JHWH-van-Israël
\ . . . . .
[en-voor-de-vertegenwendiging-van de-neerlating-zijner;
// <> // !
en-voorts-dragen-zij-hoog-heen buit veel machtig.
. .
en-voorts-slaan-zij: 13
| \ .
enwel al-af~de-steden die-omsingelen GeRáR,
// <> . . . . .
ja~er-geschiedt de-vrees-van~die-JHWH-van-Israël op-hen;
\\ | .
en-voorts-beroven-zij enwel~al-af~de-steden,
// <> // !
ja~een-beroving veel geschiedt bij-hen.
// <> . . . . . . . .
en-ook~de-tenten-van het-verworvene slaan-zij; 14
\\ /// | .
en-voorts-nemen-zij-gevangen voorttrekvee in-veelheid en-kamelen,
<> !
en-voorts-keren-zij-terug in-JeRuWSháLáieM.
=
\\ | .
en-NgæZàReJáHuW stichtzoon-van~NgóWDéD, 15.1
// <> // !
(dan)geschiedt op-hem de-beluchting-van gods.
¬ \ ,
en-voorts-trekt-hij-uit voor-de-vertegenwendiging-van AáSáA 2
\ .
en-voorts-zegt-hij aan-hem,
|| <> \ . . . . .
hoort-mij AáSáA en-al-af-JeHUWDáH en-BieNeJáMieN;
/// | \
die-JHWH-van-Israël (is)genoot-met-jullie bij-het-geschieden-van-jullie
II KRON 15
.
[genoot-met-hem,
\\ | \
en-ware't-dat~jullie-aan't-bevragen-zijn-hem hij-is-aan't-gevonden-worden
.
[voor-jullie,
<> //
en-ware't-dat~jullie-aan't-verlaten-zijn-hem hij-is-aan't-verlaten
!
[enwel-jullie.
=
// <> . . . . .
en-dagen vele voor-JieSseRáAéL; 3
\ \ . .
voor-niets een-gods-van trouw:
// // <> // !
en-voor-niets een-priester die-uitlegt en-voor-niets uitleg.
\\ | .
en-voorts-keert-het-om in-de-beënging~voor-hem, 4
<> \ . . . . .
op-naar~die-JHWH-van-Israël de-gods-van JieSseRáAéL;
<> // !
en-voorts-zoeken-zij-hem en-voorts-wordt-hij-gevonden voor-hen.
\ .
en-in-tij(d)en (als)die, 5
// <> \ . . . . .
geen vrede voor-wie-uittrekt en-voor-wie-komt;
/// \ .
ja beroeringen vele,
<> !
over al-af~de-inzittenden-van de-landen.
// <> \ . . . . .
en-zij-verbeuken natie~bij-natie en-stad bij-stad; 6
// <> !
ja~gods beroert-hen met-al-af~beënging.
\ .
en-jullie volhardt, 7
<> . . . . . .
en-laat-niet~zakken de-handen-jelieder;
// // <> !
ja er-is loon voor-de-werken-jelieder.
=
\\ / \ . .
en-zodra-hoort AáSáA de-inbrengen (nl.)die: 8
II KRON 15
¬ \ ,
en-het-profeteren-van NgoDéD de-profeet
. .
maakt-hij-zich-hard:
/// |
en-voorts-doet-hij-oversteken de-afschuwelijkheden
/// | .
[vandaan-van-al-af~het-land JeHuWDáH en-BieneJáMieN,
\
en-vandaan-van-de-steden,
// <> \
die hij-overmeestert vandaan-van-het-gebergte
. . . . .
[AèPheRáJieM;
| \ .
en-voorts-vernieuwt-hij enwel~de-slachtse-van die-JHWH-van-Israël,
|| <> // !
die(is) voor-de-vertegenwendiging-van de-voorhal-van die-JHWH-van-Israël.
. .
en-voorts-verzamelt-hij: 9
| .
enwel~al-af~JeHuWDáH en-BieNeJáMieN,
| .
en-de-inklampers genoot-met-hen,
// <> . . . . . . .
vandaan-van-AèPheRàJieM en-MeNàShShèH
[en-vandaan-van-ShieMeNgóWN;
\\ /// | .
ja~zij-vallen toe-op-hem vandaan-van-JieSseRáAéL in-veelheid,
|| // <> !
als-zij-zien ja~die-JHWH-van-Israël de-gods-zijner (is)genoot-met-hem.
~
en-voorts-verzamelen-zij-zich te-JeRuWSháLàieM in-nieuwmaand drie; 10
// <> // !
voor-jaarandering vijf~tien voor-het-koningschap-van AáSáA.
/// | \ .
en-voorts-slachten-zij voor-die-JHWH-van-Israël op-de-dag (nl.)die, 11
<> . . . . . .
vandaan-van-de-buit doen-zij-komen;
| \ .
aan-rundvee zeven honderd,
<> // !
en-aanvoorttrekvee zeven kuddetallen.
\ .
en-voorts-komen-zij in-de-zuivergang, 12
II KRON 15
|| <>
om-te-bevragen enwel~die-JHWH-van-Israël
\ . . . . . . .
[de-gods-van de-omvamenden-hunner;
<> !
met-al-af~het-hart-hunner en-met-al-af~de-lichaamziel-hunner.
\\ \\\ // //
en-al-af die niet~aan't-navragen-is om-die-JHWH-van-Israël 13
<> . . . . . . . . . . . . . . . . .
[de-gods-van~JieSseRáAéL is-een-gestorvene-aan't-worden;[94]
| .
vandaan-van~een-kleine en-tot~een-grote,
<> !
en-vandaan-van-een-manmenselijke en-tot~een-vrouwmenselijke.
\\ .
en-voorts-bezevenen-zij-zich voor-die-JHWH-van-Israël, 14
// <> . . . . . . . .
met-een-stem groot en-met-geschetter;
<> !
en-met-grashofkoper en-met-klaroenen.
SEDER
\\ / . .
en-voorts-verheugen-zich al-af~JeHuWDáH over~de-bezevening: 15
/// | .
ja met-al-al~het-hart-hunner bezevenen-zij-zich,
\ .
en-met-al-af~de-genadiging-hunner zoeken-zij-hem,
<> . . . . .
en-voorts-laat-hij-zich-vinden aan-hen;
\\\ // <> !
en-voorts-brengt-rust die-JHWH-van-Israël voor-hen in-omsingeling.
|| \ \ . .
en-ook~MàNgæKháH moederende-van AáSáA de-koning: 16
| .
hij-doet-wijken-haar vandaan-van-het-baasschap-harer,
// <> . . . . . . . .
waarmee zij-maakt voor-de-cultboom een-trillerij[95];
/// | .
en-voorts-scheidt-af AáSáA enwel~die-trillerij-van-haar,
|| <> <> !
en-voorts-verpulvert-hij en-vervlamt-hij bij-de-beek QieDeRóWN.[96]
II KRON 15,16
. .
en-de-cultusbulten, 17
<> . . . . .
wijken-zij vandaan-van-JieSseRáAéL;
\\\ // // <> !
alleen het-hart-van~AáSáA geschiedt vervredigd al-af~de-dagen-zijner.
|| //
en-voorts-doet-hij-komen enwel~de-geheiligde(dingen)-van 18
// <> \ . . . . .
[de-omvamende-zijner en-de-geheiligde(dingen)-zijner naar-het-huis-van gods;
// <> !
zilver en-goud en-gereistukken.
<> \ . . . . . . . .
en-broderij niet geschiedt(er); 19
// // <> // !
tot jaarandering~dertig en-vijf voor-het-koninkrijk(-schap)-van AáSáA.
=
\\ /// | \ .
in-jaarandering dertig en-zes voor-het-koningschap-van AáSáA, 16.1
|| /// | .
gaat-op BàNgéSháA koning-van~JieSseRáAéL op-tegen~JeHuWDáH,
<> . . . . .
en-voorts-sticht-hij enwel~RáMáH;
. .
zonder:
/// \ .
toe-te-geven aan-een-uittrekkende en–een-komende,
<> // !
tot-AáSáA de-koning-van JeHuWDáH.
\\ / \ . .
en-voorts-doet-uittrekken AáSáA zilver en-goud: 2
// // <>
vandaan-van-de-gesperde(dingen)-van het-huis-van die-JHWH-van-Israël
\ . . . . . .
[en-het-huis-van de-koning;
. .
en-voorts-zendt-hij('t):
| \ .
naar~BèN~HæDáD de-koning-van AæRáM,
// <> !
die-zit in-DàReMèShèQ[97] om-te-zeggen.
| \ .
een-zuivergang onderscheidend-mij en-onderscheidend-jou, 3
\ <> \
en-onderscheidend de-omvamende-mijner en-onderscheidend
II KRON 16
. . . . . .
[de-omvamende-jouwer;
\\ /// | \ .
kijk-hier ik-zend aan-jou zilver en-goud,
|| \ . .
ga verstoor de-zuivergang-jouwer:
| \ .
samen-met~BàNgéSháA de-koning-van JieSseRáAéL,
<> !
en-hij-is-aan't-opgaan vandaan-van-op-mij.
\\ // / \ . .
en-voorts-hoort BèN HæDáD naar~koning AáSáA: 4
☼ \\ ///
en-voorts-zendt-hij enwel~de-vorsten-van de-vermogens
| \ .
[die(zijn)~aan-hem naar~de-steden-van JieSseRáAéL,
| \ .
en-voorts-verslaan-zij enwel~NgieJJóWN en-enwel~DáN,
<> \ . . . . . . .
en-enwel AáBhéL MáJieM;
// <> // !
en-enwel al-af~de-verzorgplekken-van de-steden-van NàPheTáLieJ.
| \ .
en-voorts-geschiedt-het als-(ervan)hoort BàNgeSháA, 5
\ <> . . . . .
en-voorts-stopt-hij te-stichten enwel~RáMáH;
<> !
en-voorts-legt-hij-stil enwel~het-bodewerk-zijner.
=
\ . .
en-AáSáA de-koning: 6
| .
hij-neemt enwel~al-af~JeHuWDáH,
|| /// |
en-voorts-dragen-zij-hoog-heen enwel~de-stenen-van RáMáH
.
[en-enwel~het-hout,
// <> . . . . . .
waarmee sticht BàNgeSháA;
\ .
en-voorts-sticht-hij daarmee,
<> !
enwel~GèBhàNg en-enwel~MieTsePáH.
=
II KRON16
\ . .
en-in-het-tij (nl.)dat: 7
/// \ .
komt ChæNáNieJ de-ziener,
<> \ . . . . .
naar~AáSáA de-koning-van JeHuWDáH;
\ . .
en-voorts-zegt-hij tot-hem:
\\ /// | /// \\ |
als-jij-leunt op~de-koning-van AæRáM en-niet-leun-jij
\ .
[op~die-JHWH-van-Israël de-gods-jouwer,
. .
om~vastzo:
// // <>
ontsnapt het-vermogen-van de-koning-van~AæRáM
!
vandaan-van-de-hand-jouwer.
\\\ \ . .
niet? de-KuWShieten en-de-LuWBieten: 8
\\ \\\ // //
geschieden-zij tot-een-vermogen en-tot-een-veelheid aan-oprij-tuig
<> \ . . . . . . . .
[en-aan-paardrijders tot-een-veelheid machtig;
// <> // !
en-als-jij-leunt op~die-JHWH-van-Israël geeft-hij-hen in-de-hand-jouwer.
\ . .
ja die-JHWH-van-Israël: 9
|| /// \\ |☼
de-wel-ogen-zijner stelregelend in-al-af~het-land om-zich-hard-te-maken
// // <>
[genoot-met~het-hart-hunner dat-in-vrede-is naar-hem
\ . . . . . . . . .
[en-voorts-ben-jij-zijn-dwaas-aan't-zijn op~deze(zaak);
\ . .
ja vandaan-van-nu,
// <> !
zijn-er genoot-met-jou broderijen.
\\ / . .
en-voorts-heeft-hartzeer AáSáA naar~de-ziener: 10
\\ | \ .
en-voorts-geeft-hij-hem aan-het-huis-van het-aandraaiblok[98],
// <> . . . . . . . . .
ja~in-razernij genoot-met-hem over~deze(zaak);
// // <> // !
en-voorts-beukt-stuk AáSáA (enigen)vandaan-van-het-genotenvolk in-het-tij
[(nl.)dat.
II KRON 16,17
| \ ,
en-kijk-hier de-inbrengen-van AáSáA, 11
<> . . . . . .
de-eerdere en-de-latere;
/// | \ .
kijk-zij geschreven op~het-staafboek-van de-koningen,
<> !
voor-JeHuWDáH en-voor-JieSseRáAéL.
\ |' | | ///
en-voorts-wordt-uitgeput AáSáA in-jaarandering dertig en-negen 12
| .
[voor-het-koningschap-zijner in-de-voetebenen-zijner,
<> . . . . .
tot~vandaan-van-boven (is) de -uitputting-van-hem;
| \ .
en-ook~in-de-uitputting-van-hem niet~vraagt-hij-na
[enwel~die-JHWH-van-Israël,
<> !
ja bij-die-herstellen-kunnen.
// . . . . . .
en-voorts-ligt-hij-neer genoot-mewt~de-omvamenden-zijner; 13
|| // // <> !
en-voorts-sterft-hij in-jaarandering veertig en-één voor-het-koningschap-zijner.
\ . .
en-voorts-begraven-zij-hem in-het-graf-zijner: 14
\ ¬ \ ,
dat hij-graaft~voor-zich in-de-stad-van DáWieJD
. .
en-voorts-doen-zij-neer-liggen-hem:
| /// | \ .
op-het-ligbed dat vol-is met-crêmes en-genres(daarvan),
<> \ . . . . . . . .
van-sausmakers die-sausmaken een-maaksel;
// <> //
en-voorts-vervlammen-zij~voor-hem een-vervlamming groot
!
[tot~aan-het-machtigst.
~
// // <> . . . . . . .
en-voorts-koningt JeHóSháPháTh de-stichtzoon-zijner op-de-drukplek-zijner; 17.1
<> !
en-voorts-maakt-hij-zich-hard op-tegen~JieSseRáAéL.
.
en-voorts-geeft-hij~vermogen, 2
// <> . . . . . . . . . . . .
in-al-af~de-steden-van JeHuWDáH (die)ontoegankelijk(zijn);
II KRON 17
/// | .
en-voorts-geeft-hij geplaatsten in-het-land JeHuWDáH,
\ .
en-in-de-steden-van AèPheRàJieM,
// <> // !
die overmeestert AáSáA de-omvamende-zijner.
// <> . . . . . .
en-voorts-geschiedt die-JHWH-van-Israël genoot-met~JeHóSháPháTh; 3
☼ . .
ja hij-gaat:
|| /// | .
in-de-neemwegen-van DáWieJD de-omvamende-zijner de-eerdere,
// <> !
en-niet vraagt-hij-na aan-de-bàNgàLs[99].
☼ /// | .
ja aan-de-gods-van de-omvamende-zijner vraagt-hij-na, 4
<> . . . . . . .
en-in-de-geboden-zijner gaat-hij;
<> // !
en-niet als-het-maaksel-van JieSseRáAéL.
\\ /// |
en-voorts-doet-vastzo-zijn die-JHWH-van-Israël enwel~het-koningschap 5
.
[in-de-hand-zijner,
\\\ // <> . . . . . .
en-voorts-geeft[100] al-af~JeHuWDáH cijns aan-JeHóWSháPháTh;
// <> !
en-voorts-geschiedt~aan-hem rijkdom~en-zwaarte in-veelheid.
// <> \ . . . . . . . . . .
en-voorts-maakt-zich-hoog het-hart-zijner op-de-neemwegen-van 6
[die-JHWH-van-Israël;
. .
en-nogmaals:
// // <>
doet-hij-wijken enwel~de-cultusbulten en-enwel~de-cultusbomen
!
[vandaan-van-JeHuWDáH.
~
\\ / . .
en-in-jaarandering drie voor-het-koningen-van-hem: 7
/// | \\ | \
zendt-hij aan-de-vorsten-zijner aan-BèN~ChàJieL en-aan-NgoBhàDeJáH
II KRON 17
.
[en-aan-ZeBhàReJáH,
<> . . . .
en-aan-NeTàNeAéAL en-aan-MieJKháJáH;
<> // !
om-te-leren in-de-steden-van JeHuWDáH.
\ . .
en-genoot-met-hen de-LeWieten: 8
|' |' | ' |'
SheMàNgeJáHuW en-NeTàNeJáHuW en-ZeBhàDeJáHuW en-NgàSseHéAL
|' ☼ \\
[en-SheMieRáJMóWT en-JeHóWNáTáN en-AæDoNieJJáHuW
// // <> . . . . . . .
[en-ThóWBieJJáHuW en-ThóWBh AæDoNieJJáHuW[101] de-LeWieten;
// // <> !
en-genoot-met-hen AêLieJShàMàNg en JeHóWRáM de-priesters.
| .
en-voorts-leren-zij in-JeHuWDáH, 9
.
en-genoot-met-hen,
<> \ . . . . . . . . . . .
het-staafboek-van de-uitleg-van die-JHWH-van-Israël;
\\ | \ .
en-voorts-singelen-zij-rond in-al-af~de-steden-van JeHuWDáH,
<> !
en-voorts-leren-zij bij-het-genotenvolk.[102]
\ \ . .
en-voorts-geschiedt de-vrees-voor die-JHWH-van-Israël: 10
/// \ .
op al-af~de-koninkrijken-van de-landen,
<> \ . . . . .
die omsingelen JeHuWDáH;
// <> !
en-niet voeren-zij-broderij genoot-met-JeHóWSháPháTh.
. .
en-vandaan-van~de-PeLieJSheTieJM: 11
II KRON 17
\\\ // <> \ . . . . . . . . . . . .
die-doen-komen voor-JeHóWSháPháTh cijns en-zilver (als)hoogdraaglast;
. .
ook de-NgàReBhieAieJM[103]:
// | || .
die-doen-komen voor-hem voorttrekvee reebokken,
/// | \ .
zeven kuddetallen en-zeven honderd,
|| // <> // !
en-bokken zeven kuddetallen en-zeven honderd.
~
\\\ // // <> . . . . . . . .
en-voorts-geschiedt JeHóWSháPháTh gaande en-groot-wordend tot~boven-op; 12
\\\ // <> // !
en-voorts-sticht-hij in-JeHuWDáH burchten en-steden-van verzorgingen.
// // // <> \ . . . . .
en-bodewerk veel geschiedt voor-hem in-de-steden-van JeHuWDáH; 13
/// // // <> !
en-menselijken-van broderij manbazen-van vermogen in-JeRuWSháLáieM.
// <> \ . . . . . . .
en-deze(zijn) de-bemoeienissen-hunner voor-het-huis-van 14
[de-omvamenden-hunner;
| \ .
voor-JeHuWDáH vorsten-over kuddetallen,
\ .
NgàDeNáH de-vorst,
| \ .
en-gemoot-met-hem manbazen-van vermogen,
// <> !
drie honderd kuddetal.
=
| \ . . . . .
en-op~de-hand-zijner JeHóWCháNáN de-vorst; 15
|| // <> !
en-genoot-met-hem twee-honderd en-tachtig kuddetal.
=
\ .
NgæMàSeJáH stichtzoon-van~ZieKheRieJ, 16
<> . . . . . . . . . . . .
die-zich-opoffert voor-die-JHWH-van-Israël;
// // <> // !
en-genoot-met-hem twee-honderd kuddetal een-manbaas-van vermogen.
II KRON 17,18
=
.
en-vandaan-van~BieNeJáMieN, 17
// <> . . . . . .
een-manbaas-van vermogen AèLeJáDáNg;
// // <> // !
en-genoot-met-hem gewapenden-met~boog en-schutse twee-honderd kuddetal.
=
<> . . . . .
en-aan~de-hand-zijner JeHóZáBháD; 18
// // <> // !
en-genoot-met-hem honderd~en-tachtig kuddetal uitgerusten-ter schare.
=
<> \ . . . . . . .
deze (zijn-het-)die-waarhouden enwel~de-koning; 19
|| // //
vandaan-van-de-afzondering-van wie~geeft de-koning in-de-steden-van
<> !
[ontoegankelijkheid in-al-af~JeHuWDáH.
=
\\\ // // <> . . . . . . . .
en-voorts-geschiedt aan-JeHóWSháPháTh rijkdom en-zwaarte in-veelheid; 18.1
<> !
en-voorts-verbruidt-hij-zich aan-AàCheAáBh.
☼ \\ /// |
en-voorts-daalt-hij-af aan-het-einde-van jaaranderingen naar~AàCheAáBh 2
.
[te-ShoMeRóWN,
\\ / /// | .
en-voorts-slacht~voor-hem AàCheAáBh voorttrekvee en-rundvee in-veelheid,
<> \ . . . . .
voor-het-genotenvolk dat(is) genoot-met-hem;
|| <> // !
en-voorts-verlokt-hij-hem om-op-te-gaan naar~RáMóWT-in GieLeNgáD.[104]
// \ . .
en-voorts-zegt AàCheAáBh koning-van~JieSseRáAéL: 3
| \ .
tot~JeHóWSháPháth koning-van JeHuWDáH,
// <> \ . . . . .
ga-zelf genoot-met-mij naar-RáMoT-in GieLeNgáD;
II KRON 18
\ . .
en-voorts-zegt-hij aan-hem:
///\\ | \ .
zoals-ik zo-jij en-als-het-genotenvolk-jouwer (is)het-genotenvolk-mijner,
<> !
en-genoot-met-jou in-de-broderij.[105]
// <> \ . . . . .
en-voorts-zegt JeHóWSháPháTh tot-de-koning-van JieSseRáAéL; 4
// <> // !
vraag~dan-toch vandaag enwel~een-inbreng-van die-JHWH-van-Israël.
\\ // ¬ \ \
en-voorts-verzamelt de-koning-van~JieSseRáAéL en-wel~de-profeten vier honderd 5
,
[manmenselijken
\ . .
en-voorts-zegt-hij tot-hen:
// // // <>
wij-zijn-aan't-gaan? naar~RáMoT-in GieLeNgáD ter-broderij
. . . . . . .
[of~ben-ik-aan't-stoppen;
\ .
en-voorts-zeggen-zij ga-op,
// <> // !
en-aan't-geven-is('t) de-gods in-de-hand-van de-koning.
\\ | .
en-voorts-zegt JeHóWSháPháTh, 6
\\ // // . . . . . . . . . . . . . .
geenszins? hier een-profeet voor-die-JHWH-van-Israël nog;
<> !
en-zijn-wij-aan't-vragen vandaan-van-bij-hem.
\\ | \ |' \
en-voorts-zegt de-koning-van~JieSseRáAéL tot~JeHóWSháPháTh nog(is-er) 7
|' ☼ \\
[een-manmenselijke~een-één-enkele om-te-vragen enwel~die-JHWH-van-Israël
/ . .
[vandaan-bij-hem en-ik ik-beweiger-hem:
☼ \\ /// |\ \
ja~geenszins(is)-hij profeterend over-mij ten-goede ja al-af~de-dagen-zijner
// <> \ . . . .
[ten-kwade hij(is) MieJKháHuW stichtzoon-van~JieMeLáA;
\\ | .
en-voorts-zegt JeHóWSháPháTh,
// <> !
niet~is-aan't-zeggen de-koning vastzo.
| \ .
en-voorts-roept de-koning-van JieSseRáAéL, 8
II KRON 18
<> . . . . . . . . . .
tot~een-castraat een-één-enkele;
|| <> // !
en-voorts-zegt-hij beijlig MieJKháHuW stichtzoon-van~JieMeJáA.
\ |' \ |
en-de-koning-van JieSseRáAéL en-JeHóWSháPháTh koning-van-JeHuWDáH 9
' ☼ \\ / /// |
[zittend iedermenselijke op~de -troon-zijner gekleed-in kostuums
\ .
[en-zittend op-een-vloer,
<> \ . . . . .
in-de-opening-van de-poort-van ShoMeRoN;
\\ .
en-al-af~de-profeten,
<> !
profeterend voor-de-vertegenwendiging-hunner.
// // // <>
en-voorts-maakt voor-hem TsieDeQieJJáHuW stichtzoon-van~KeNàNgæNáH 10
\ \ | \ .
[horens-van ijzer en-voorts-zegt-hij zo~ zegt die-JHWH-van-Israël,
// // <> !
hiermee ben-jij-aan't-rammen enwel~AæRáM totdat~zij-al-af-zijn.
.
en-al-af~de-profeten, 11
// <> . . . . . .
profeterend vastzo om-te-zeggen;
|| /// | .
ga-op-naar RáMoT (in)GieLeNgáD en-voorts-is-aan't-doorzetten,
// <> // !
en-aan't-geven die-JHWH-van-Israël in-hand-van de-koning.
|| \ \ . .
en-de-werkbode die~gaat om-te-roepen om-MieKhàJeHuW: 12
/// | .
brengt-in tot-hem om-te-zeggen,
|| \\\ // //
kijk-hier in-brengen de-profeten (als)een-mond~een-één-enkele
<> . . . . . .
[goeds naar~de-koning;
\\\ // //
en-aan't-geschieden-is~dan-toch de-inbreng-jouwer zoals-een-één-enkele
<> // !
[vandaan-van-hen en-voorts-ben-jij–aan't-inbrengen goeds.
<> . . . . . . . .
en-voorts-zegt MieKhàJeHuW; 13
|| // // <>
leeft~die-JHWH-van-Israël ja enwel~wat~aan't-zeggen-is de-gods-mijner
// !
[enwel-dat ben-ik-aan't-inbrengen.
II KRON 18
¬ ,
en-voorts-komt-hij tot~de-koning 14
\\ / . .
en-voorts-zegt de-koning tot-hem:
| ||
MieKhàH zijn-wij-aan't-gaan? naar-RáMOT (in)GieLeNgáD
<> . . . . . . .
[ter-broederij of~ben-ik-aan't-stoppen;
\\ | \ .
en-voorts-zegt-hij gaat-op en-zij-doen-doorzetten,
<> !
en-aan't-gegeven-worden-zijn-zij inde-hand-jelieder.
/// | .
en-voorts-zegt tot-hem de-koning, 15
// <> \ . . . .
tot~als-hoeveel? (voet)stampen ben-ik bezevenend-jou;
☼ // // <> //
omdat jij-niet~aan't-inbrengen-bent tot mij alleen~trouw op-de-naam-van
!
[die-JHWH-van-Israël.
. .
en-voorts-zegt-hij: 16
/// | \ .
ik-zie enwel~al-af~JieSseRáAéL verstrooiden op~de-bergen,
|| // <> . . . . . .
als-voorttrekvee terwijl geenszins(er-is)~voor-hen een-die-weidt;
/// | \ .
en-voorts-zegt die-JHWH-van-Israël niet(zijn-er)~machtigers voor-deze,
// <> !
zij-zijn-aan't-terugkeren iedermenselijke~voor-het-huis-zijner in-vrede.[106]
// <> . . . . . .
en-voorts-zegt de-koning-van~JieSseRáAéL tot~JeHóWSháPháTh; 17
| \ .
niet? zeg-ik tot-jou,
// // <> // !
niet~is-hij-aan't-profeteren over-mij goeds ja ware't~ten-kwade.
~
SEDER
|| <> \ . . . . . . . . . . .
en-voorts-zegt-hij om-vastzo hoort de-inbreng-van~die-JHWH-van-Israël; 18
/// | \ .
ik-zie enwel~die-JHWH-van-Israël zittend op-de-troon-zijner,
/// \\ | .
en-al-af~de-schare-van de-hemelhelften staande-blijvend,
II KRON 18
<> !
op-de-zuidenrechter-zijner en-de-noorderlinker-zijner.
\ . .
en-voorts-zegt die-JHWH-van-Israël: 19
/// | \ .
wie? is-aan't-toegankelijk-maken enwel~AàCheAáBh
[de-koning-van~JieSseRáAéL,
|| <> \ . . . . . .
en-is-hij-aan't-opgaan en-aan't-vallen in-RáMóWT (in)GieLeNgáD;
|' ///…….\……….. .
en-voorts-zegt-hij deze(is) zeggend als-zo,
<> // !
en-deze(is) zeggend alszo.
\ . .
en-voorts-trekt-uit de-beluchter: 20
| \ .
en-voorts-blijft-hij-staan voor-de-vertegenwendiging-van
[die-JHWH-van-Israël,
<> \ . . . . .
en-voorts-zegt-hij ik ik-ben-aan't-toegankelijk-maken-hem;
\\\ // <> !
en-voorts-zegt die-JHWH-van-Israël tot-hem met-wat?
. .
en-voorts-zegt-hij: 21
| \\ |
ik-ben-aan't-uittrekken en-voorts-ben-ik-aan't-geschieden
\ .
[tot-een-beluchting-van leugen,
<> . . . . . .
in-de-mond-van al-af~de-profeten-zijner;
. .
en-voorts-zegt-hij:
| .
jij-bent-aan't-toegankelijk-maken en-ook~ben-jij't-aankunnen,
<> !
trek-uit en-maak~vastzo.
. .
en-welnu: 22
\\ /// | \ .
kijk-hier geeft die-JHWH-van-Israël een-beluchting-van leugen,
<> \ . . . . .
in-de-mond-van van de-profeten-jouwer deze;
.
en-die-JHWH-van-Israël,
// .
hij-brengt-in over-jou kwaad.
=
II KRON 18
| \ .
en-voorts-bereikt(hem) TsieDeQieJJáHuW stichtzoon-van~KeNàNgæNáH, 23
// <> . . . . .
en-voorts-slaat-hij MieJKháJeHuW op-de-kaak;
. .
en-voorts-zegt-hij:
\ /// \\ | \\\
waar? (is)deze neemweg (die)oversteekt
// <>
[de-beluchting-van~die-JHWH-van-Israël vandaan-van-bij-mij
// !
[om-in-te-brengen enwel-bij-jou.
\ .
en-voorts-zegt MieJKháJeHuW, 24
// <> \ . . . .
kijk-hier-jij ziende op-de-dag (nl.)die;
// // // <> !
dat jij-aan't-komen-bent kamerbinnen bij-kamerbinnen om-te-schuilen.
\\ | \ .
en-voorts-zegt de-koning-van JieSseRáAéL, 25
| .
neemt enwel~MieJKháJeHuW,
<> \ . . . . .
en-doet-terugkeren-hem naar~AáMóWN de-vorst-van~de-stad;
<> !
en-naar~JóAáSh de-stichtzoon-van~de-koning.
. .
en-voorts-zijn-jullie-aan't-zeggen: 26
/// \ .
zo zegt de-koning,
// <> \ . . . . . . . . .
stelt deze in-het-huis-van al-afhouding;
// /// \\ | \ .
en-doet-eten-hem brood-van omknelling en-water-van omknelling,
<> // !
totdat ik-terugkeer in-vrede.
\ .
en-voorts-zegt MieJKháJeHuW, 27
/// | .
ware~terugkerend ben-jij-aan't-terugkeren in-vrede,
// <> . . . .
niet~brengt-in die-JHWH-van-Israël bij-mij;
|| <> // !
en-voorts-zegt-hij hoort genotenvolken al-af-jullie.
~
\\\ \\ // //
en-voorts-gaat-op de-koning-van~JieSseRáAéL en-JeHóWSháPháTh 28
II KRON 18
<> // !
[de-koning-van~JeHuWDáH naar~RáMóT (in)GieleNgáD.
☼ \\ / . .
en-voorts-zegt de-koning-van~JieSseRáAéL tot~JeHóWSháPháTh: 29
| \ .
– hij-laat-zich-opsporen[107] en-hij-komt in-de-broderij[108] -,
<> \ . . . . . . .
en-jij kleed-je met-het-kostuum-jouwer;
| \ .
en-voorts-laat-zich-opsporen de-koning-van JieSseRáAéL,
<> !
en-voorts-komt-hij in-de-broderij.
\ |' ☼ \\ ///
en-de-koning-van AæRáM gebiedt enwel~de-vorsten-van het-oprij-tuig 30
| .
[dat~aan-hem(is) te-zeggen,
/// .
niet zijn-jullie-broderij-aan't-voeren,
<> . . . . . .
enwel~met-de-kleine enwel~met-de-grote;
// // <> !
ja ware't-~enwel~met-de-koning-van JieSseRáAéL afgezonderd.
|' ☼ \\ / . .
en-voorts-geschiedt-het als-zien de-vorsten-van het-oprij-tuig 31 [enwel~JeHóWSháPhàTh:
/// | \ \ .
en-zij zij-zeggen de-koning-van JieSseRáAéL (is)hij,
// <> . . . . . . . . . .
en-voorts-omsingelen-zij op-tegen-hem om-broderij-te-voeren;
/// | \ .
en-voorts-schreeuwt JeHóSháPhàTh en-die-JHWH-van-Israël helpt-hem,
// <> !
en-voorts-lokt-weg-hen gods vandaan-van-hem.
. .
en-voorts-geschiedt-het: 32
| \ .
als-zien de-vorsten-van het-oprij-tuig,
// <> \ . . . .
ja niet~geschiedt(hier) de-koning-van JieSseRáAéL;
II KRON 18,19
<> !
en-voorts-keren-zij-om vandaan-laat-achter-hem.
. .
en-een-manmenselijke: 33
/// \\ | .
voert de-boog in-de-volgaafheid-zijner,
| \ .
en-voorts-slaat-hij enwel~de-koning-van JieSseRáAéL,
// <> \
onderscheidend de-kleefsels[109] en-onderscheidend
. . . . . . . .
[het-borstdeel;
\ . .
en-voorts-zegt-hij aan-de-oprijder:
\\\ // // <>
draai-om de-hand-jouwer en-doe-uittrekken-mij vandaan-van-de-neerlating
// !
[ja aangepakt-ben-ik.
/// | \ .
en-voorts-gaat-op de-broderij op-de-dag (nl.-)die, 34
\ . .
en-de-koning-van JieSseRáAéL:
\\ \\\ //
hij-geschiedt staande-blijvend in-de-oprijwagen
// <> . . . . . .
[terecht-gebracht-voor AæRáM tot~de-avond;
|| <> // !
en-voorts-sterft-hij aan-het-tij-van het neerkomen-van de-zon.
en-voorts-keert-terug JeHóSháPhàTh de-koning-van~JeHuWDáH 19.1
[naar~het-huis-zijner in-vrede te-JeRuWSháLáieM.
\ . .
en-voorts-trekt-uit naar~de-vertegenwendiging-zijner: 2
\ ¬ ¬ ,
JéHuWA stichtzoon-van~ChæNáNieJ de-schouwer
\\ | \ .
en-voorts-zegt-hij tot~koning JeHóWSháPháTh,
\ .
voor–de-schender? om-te-helpen,
// <> . . . . . . . .
en-wie-beweigert die-JHWH-van-Israël
[ben-jij-aan't-beminnen;
| \ .
en-hierdoor (is)op-jou toorn,
<> !
vandaan-van-voor-de-vertegenwendiging-van die-JHWH-van-Israël.
II KRON 19
|| // <> \ . . . .
echter inbrengen (die)goed(zijn) worden-gevonden genoot-met-jou; 3
/// | .
ja~jij-ruimt-op de-cultbomen vandaan-van~het-land,
// <> // !
en-voorts-doe-jij-vast-zo-zijn het-hart-jouwer om-na-te-vragen de-gods.
// <> . . . . . .
en-voorts-zit JeHóWSháPháTh in-JeRuWSháLáieM; 4
=
// \ . .
en-voorts-keert-hij en-voorts-trekt-hij-uit in-het-genotenvolk:
// \\ | \ .
vandaan-van-BeAéR ShèBhàNg tot~het-gebergte-van AèPheRàJieM,
|| <>
en-voorts-doet-hij-weerkeren-hen tot~die-JHWH-van-Israël
// !
[de-gods-van de-omvamenden-hunner.
\\ / . .
en-voorts-doet-hij-staande-blijven stelregelaars in-het-land: 5
\\\ // <> // !
in-al-af~de-steden-van JeHuWDáH (die)ontoegankelijk(zijn) voor-stad en-stad.
\ . .
en-voorts-zegt-hij tot~de-stelregelaars: 6
| \ .
ziet wat~jullie makende(zijn),
\ \\\ // <> \
ja niet voor-een-roodling zijn-jullie-regels-aan't-stellen ja
. . . . . . . . . . .
[voor-die-JHWH-van-Israël;
<> // !
en-genoot-met-jullie(is-hij) met-een-inbreng-van stelregeling.[110]
|| <> . . . . .
en-nu aan't-geschieden~de-vrees-voor~die-JHWH-van-Israël op-jullie; 7
\ .
houdt-'t-waar en-maakt(zo),
|| \ .
ja~geenszins(is-er) genoot-met~die-JHWH-van-Israël de-gods-onzer,
// // <>
valsheid en-hoog-heen-dragen-van vertegenwendiging
!
[en-aanneming-van~geschenk.
\ ☼ \\ /
en-ook in-JeRuWSháLàieM doet-staande-blijven JeHóWSháPháTh 8
\ . .
vandaan-van-de-LeWieten en-de-priesters:
II KRON 19
/// | .
en-vandaan-van-de-eerstleden-van de-omvamenden voor-JieSseRáAéL,
// <> . . . . .
voor-de-stelregeling-van die-JHWH-van-Israël en-voor-het-getwist;
<> !
en-voorts-keren-zij-terug naar-JeRuWSháLáieM[111].
// <> . . . . . . .
en-voorts-gebiedt-hij over-hen te-zeggen; 9
/// | \ .
zo zijn-jullie-aan't-maken-! in-ontzag-voor die-JHWH-van-Israël,
<> // !
in-betrouwbaarheid en met-een-hart vredig.
☼ \\ /
en-al-af~het-getwist dat~aan't-komen-is over-jullie 10
\ \ . .
[vandaan-van-de-broederverwanten-jelieder die-zitten in-de-steden-hunner:
\ ¬ \
onderscheidend~roodsstorting voor-roodsstorting onderscheidend-uitleg
¬ \ ,
[voor-gebod voor-ingriffingen en-voor-stelregels
\ .
en-voorts-zijn-jullie-aan't-klaarheid-geven enwel-hen,
/// | .
en-niet zijn-zij-schuldig-aan't-worden
[voor-die-JHWH-van-Israël,
// <>
en-voorts-is-aan't-geschieden~toorn over-jullie
. . . . . .
[en-over-de-broederverwanten-jelieder;
// <> // !
zo zijn-jullie-aan't-maken-! en-niet zijn-jullie-schuldig-aan't-worden.
|' \ ☼ \\ /
en-kijk-hier AæMàReJáHuW de-priester (die)eerstlid(is) over-jullie 11
\ . .
[voor-al-af in-breng-van~die-JHWH-van-Israël:
\\ / ///
en-ZeBhàDeJáHuW stichtzoon-van~JieSheMàNgéAL de-voorlegger
| \ .
[aan-het-huis-van~JeHuWDáH voor-al-af inbreng-van~de-koning,
// <> . . . . . .
en-(als)beambten de-LeWieten voor-de-vertegenwendiging-jelieder;
\ .
volhardt en-maakt(zo),
II KRON 19,20
// <> !
en-aan't-geschieden-is die-JHWH-van-Israël genoot-met~de-goede.
~
\ |' \ ☼
en-voorts-geschiedt laat-na-vastzo komen de-stichtkinderen-van~MóAáBh 20.1
\\ / \\\
[en-de-stichtkinderen-va NgàMMóWN en-genoot-met-hen
// <> !
[vandaan-van-de-NgàMMóWNieten op-tegen~JeHóWSháPháTh ter-broderij.[112]
. .
en-voorts-komen-zij[113]: 2
<> | .
en-voorts-leggen-er-voor aan-JeHóWSháPháTh om-te-zeggen,
\ / // // //
er-komt op-tegen-jou beroering veel vandaan-van-het-oversteekse
<> . . . . . . .
[aan-de-zee vandaan-van-AæRáM;
| \ .
en-kijk-hier-zij(zijn) in-ChàTseTsóWN TtáMáR,
<> // !
dat(is) NgéJN GèDieJ.
|' \\\ //
en-voorts-heeft-ontzag en-voorts-geeft JeHóSháPháTh 3
<> \ . . . . . . . . . . .
[enwel~de-vertegenwwendiging-zijner om-na-te-vragen aan-die-JHWH-van-Israël;
<> !
en-voorts-roept-hij-uit~een-vasten over~al-af~JeHuWDáH.
\ .
en-voorts-verzamelden-zich JeHuWDáH, 4
<> . . . . . . . . . . .
om-'t-te-zoeken vandaan-van-die-JHWH-van-Israël;
/// \ .
ook vandaan-van-al-af~de-steden-van JeHuWDáH,
<> // !
komen-zij om-te-zoeken enwel~die-JHWH-van-Israël.
\ .
en-voorts-blijft-staande JeHóWSháPháTh, 5
\\\ // <> \
in-de-afstemming-van JeHuWDáH en-JeRuSháLàieM in-het-huis-van
. . . . . . . . . . .
[die-JHWH-van-Israël;
II KRON 20
<> // !
voor-de-vertegenwendiging-van de-grashof de-nieuwe.
. .
en-voorts-zegt-hij: 6
|| /// \\ | \\ ///
jij-JHWH-van-Israël gods-van de-omvamenden-omzer niet? (ben)jij~het
| .
[gods in-de-helftenhemel,
\ .
en-jij(bent) je-vore-stellend,
<> \ . . . . . .
bij-al-af de-koninkrijken-van de-naties;
| \ .
en-in-de-hand-jouwer kracht en-baaskracht,
// <> !
en-geen genoot-met-jou om-zich-te-plaatsen.
\ \ . .
niet? (ben)jij de-gods-onzer: 7
\\ | | \ .
wegvangen-doe-jij enwel~de-inzittenden-van het-land (nl.)dit,
<> \
vandaan-van-voor-de-vertegenwendiging-van het-genotenvolk-jouwer
. . . .
[JieSseRáAéL;
. .
en-voorts-geef-jij-het:
// // <> !
aan-het-kiemsel-van AàBheRáHáM die-bemint-jou voor-wereldlang.
. . . . . . .
en-voorts-zitten-zij~daarin; 8
\\ \\\ // <> //
en-voorts-stichten-zij voor-jou daarin een-heiligdom voor-de-naam-jouwer
!
[om-te-zeggen.
\\ / . .
ware't-dat~aan't-komen-is over-ons kwaad: 9
¬ ¬ \ ,
het-zwaard-van het-stelregelen en-inbracht[114] en-honger
|| |
wij-zijn-aan't-staande-blijven-! voor-de-vertegenwendiging-van
/// | .
[het-huis (nl.)dit en-voor-de-vertegenwwendiging-jouwer,
// <> \ . . . .
ja de-naam-jouwer (is)in-het-huis (nl.)dit;
// // <>
en-wij-zijn-aan't-schreeuwen tot-jou vandaan-van-de-beënging-van-ons
II KRON 20
// !
[en-jij-bent-aan't-horen en-aan't-bevrijden.
|' ☼ \\ / . .
en-nu kijk-hier de-stichtkinderen-van~NgàMMóWN en-MóAáBh 10 en-de-berg~SséNgieJR:
☼ /// | \ .
die jij-niet~geeft aan-JieSseRáAéL om-te-komen bij-hen,
<> \ . . . . . . .
bij-het-komen-van-hen vandaan-van-het-land MieTseRáJieM;
// // <> // !
ja zij-wijken vandaan-vanop-hen en-niet verdelgen-zij-hen.
. .
en-kijk-hier~zij: 11
<> . . . . .
zich-klaar-makend op-tegen-ons;
| .
om-te-komen om-te-verdrijven-ons,
<> // !
vandaan-van-het-weggevangene-jouwer dat jij-doet-wegvangen-ons.
\\ | \ .
gods-onzer niet? ben-jij-de-regel-aan't-stellen~bij-hen, 12
] // \\ | .
ja geenszins(is) bij-ons kracht,
☼ //
voor-de-vertegenwendiging-van de-beroering
// <> \ . . . .
[die-veel-is (nl.)deze die-afkomt op-ons;
. .
en-wij:
/// | .
niet zijn-wij-aan't-volkènnen wat~wij-aan't-maken-zijn,
// <> !
ja op-jou (zijn) de-welogen-onzer.
. .
en-al-af~JeHuWDáH, 13
<> \ . . . . . .
staande-blijvend voor-de-vertegenwendiging-van die-JHWH-van-Israël;
<> // !
ook~het-trippelkroost-hunner en-de-vrouwmenselijken-hunner
[en-de-stichtkinderen-hunner.
~
|' |' \\\
en-JàChæWieJAéL stichtzoon-van~ZeKhàReJáH stichtzoon-van~JeNgieJéAL 14
// <> \
[stichtzoon-van~MàTTàNeJáH de-LeWiet vandaan-van-de-stichtkinderen-van
. . . . . .
AáSàPh;
II KRON 20
/// | \ . . . . . . . . . . .
geschiedt op-hem de-beluchting-van die-JHWH-van-Israël,
<> !
in-het-midden-van de-afstemming.
. .
en-voorts-zegt-hij: 15
\ | \ .
weest-opmerkzaam al-af~ JeHuWDáH en-de-inzittenden-van JeRuSháLàieM,
<> . . . . . .
en-koning JeHóWSháPháTh;
\\ / . .
zo~zegt die-JHWH-van-Israël aan-jullie:
☼ /// \\ |
jullie niet-aan't-ontzag-hebben-jullie en-niet-aan't-ontzet-zijn-jullie
\ ///
[vandaan-van(vanwege)-de-vertegenwendiging-van de-beroering
| .
[die-veel-is (nl.)deze,
\ // // <>// !
ja niet aan-jullie (is) de-broderij ja-aan-gods.
☼ \ .
morgen daalt-neer op-hen, 16
// <> \ . . . . . .
kijk-hier-zij op-gaande bij-de-opgang-van TsieTs;
/// | \ .
en-voorts-zijn-jullie-aan't-vinden enwel-hen bij-het-eindstuk-van de-beek,
<> // !
de-vertegenwendiging-van het-inbrengveld JeRuWAéL.
// <> \ . . . . . . . . .
niet(is't) aan-jullie om-broderij-te-voeren bij-deze(plek); 17
\ |' \ ☼ \\
plaatst-je blijft-staan en-ziet enwel~de-bevrijding-van die-JHWH-van-Israël
/ \ . .
[genoot-met-jullie JeHuWDáH en-JeRuSháLàieM:
| .
niet~ontzag-aan't-hebben-jullie en-niet~ontzet-aan't-zijn-julliw,
| \ .
morgen trek-uit voor-de-vertegenwendiging-hunner,
<> !
en-die-JHWH-van-Israël (is)genoot-met-jullie.
\\\ // <> . . . . . . . . . .
en-voorts-nijgt JeHóWSháPhàTh de-walgneus landwaarts; 18
|| \ . .
en-al-af~JeHuWDáH en-de-inzittenden-van JeRuSháLàieM:
\ \ .
neer-vallen-zij voor-d-e-vertegenwendiging-van die-JHWH-van-Israël,
<> !
om-te-bukken-voor-die-JHWH-van-Israël.
II KRON 20
\\\ // //
en-voorts-staan-op de-LeWieten vandaan-van-de-stichtkinderen-van 19
<> // . . . . . . .
[de-QeHáTieten en-vandaan-van-de-stichtkinderen-van de-QoRàChieten;
. .
voor-het-bepralen:
| .
voor-die-JHWH-van-Israël de-gods-van JieSseRáAéL,
// <> !
met-een-stem groot ter-opgang.
\ .
en-voorts-schouderen-zij-zich in-de-ochtend, 20
<> \ . . . . . .
en-voorts-trekken-zij-uit tot–het-inbrengveld-van TteQoWàNg;
|| \ . .
en-bij-het-uittrekken-van-hen blijft-staan JeHóWSháPháT:
\\ | . .
en-voorts-zegt-hij hoort-mij:
| \ .
JeHuWDáH en-inzittenden-van JeRuWSháLáieM,
// /// |
vertrouwt op-die-JHWH-van-Israël de-gods-jelieder
.
[en-jullie-zijn-jezelf-aan't-vertrouwen,
// <> !
vertrouwt op-de-profeten-zijner en-zet-door.
| .
en-voorts-geeft-hij-raad aan~het-genotenvolk, 21
/// | .
en-voorts-doet-hij-staande-blijven zangers voor-die-JHWH-van-Israël,
<> . . . . . .
en-bepralers-van de-luister~heilig;
| \ .
bij-het-uittrekken voor-de-vertegenwendiging-van de-uitrusting[115],
| \ .
en-zeggend handklapt voor-die-JHWH-van-Israël,
// <> !
ja voor-wereldlang de-goede-gunst-zijner.
☼ / \\ . .
en-op-het-tij-dat zij't-aanpakken met-jubelgeschrei en-bepraling: 22
\ \ // \
geeft die-JHWH-van-Israël die-loeren optegen~de-stichtkinderen-van
\\\ // <> //
[NgàMMóWN, MóAáBh en-het-gebergte~SséNgieJR die-komen
<> !
[voor-JeHuWDáH en-voorts-worden-zij-neergestoken.
II KRON 20
☼ \\ \\\ //
en-voorts-blijven-staande de-stichtkinderen-van NgàMMóWN en-MóWAáBh 23
// <> \
[op-tegen~de-inzittenden-van het-gebergte~SséNgieJR om-te-doen-bannen
. . . . . . .
[en-om-te-verdelgen;
| \ .
en-als-zij't-al-af-maken bij-de-inzittenden-van SséNgieJR,
// <> !
helpen-zij iedermenselijke~de-metgezel-zijner ten-verderve.
// // <> . . . . . . . . . .
en-JeHuWDáH komt op~een-signaleerplek voor-het-inbrengveld; 24
| .
en-voorts-wenden-zij-zich naar~het-roerige,
\\\ // // fz // !
en-kijk-hier-zij lijken gevallenen ten-lande en-geenszins een-ontkomene.
\\ \ ¬ \
en-voorts-komt JeHóWSháPháTh en-het-genotenvolk-zijner om-te-roven 25
,
[enwel~de-buit-hunner
☼ \\ // /// | \ .
en-voorts-vinden-zij bij-hen in-veelheid en-have en-lijken en-gerei
[begeerlijk,
// <> \ . . . . . . . .
en-voorts-slepen-zij't-eruit voor-zich voor-geen hoog-heen-draagbaar;
|| \\\ // // <> // !
en-voorts-geschieden-zij aan-dagen drie rovende enwel~de-buit ja
[veel(is)~die.
\ . .
en-op-dag vier: 26
| \ .
stemmen-zij-zich-af voor-de-diepte-van BeRáKháH,
<> \ , . . . . . . . . . .
ja~daar zegenen-zij-in enwel~die-JHWH-van-Israël;
|' || \\ // //
om~vastzo roepen-zij enwel~de-naam-van de-opstaanplaats (nl.)die
// <> !
[NgéMèQ BeRáKháH[116] tot~vandaag.
☼ \\ /// \\ |
en-voorts-keren-zij-om al-af~menselijke-van JeHuWDáH en-JeRuWSháLáieM 27
\ .
[en-JeHóWSháPháTh aan-het-eerstdeel-hunner,
// <> . . . . . . . .
om-terug-te-keren naar~JeRuWSháLáieM met-vreugde;
// <> !
ja~zo-verheugt-hen die-JHWH-van-Israël
[vandaan-van(vanwege)-de-vijanden-hunner.
II KRON 20
\\ | .
en-voorts-komen-zij te-JeRuWSháLàieM, 28
// <> . . . . . . . . . . . . . .
met-slapters en-cisters en-grashoftrompetten;
<> !
en-naar~het-huis-van die-JHWH-van-Israël.
| \ .
en-voorts-geschiedt-er vrees-voor gods, 29
\ . . . . . .
over al-af~de-koninkrijken-van de-landen;
|| /// \ .
als-zij-horen ja broderij-voert die-JHWH-van-Israël,
<> // !
genoot-met de-vijanden-van JieSseRáAéL.
<> \ . . . . . . .
en-voorts-is-kalm het-koninkrijk-van JeHóWSháPháTh; 30
\\\ \ <> !
en-voorts-geeft-rust aan-hem de-gods-zijner in-omsingeling.
~
SEDER
// <> . . . . .
en-voorts-koningt JeHóWSháPháTh over~JeHuWDáH; 31
☼ \\ / . .
een-stichtzoon-van~dertig en-vijf jaarandering bij-zijn-koning-worden:
\\ /// | \ .
en-twintig en-vijf jaarandering koningt-hij in-JeRuWSháLàieM,
\ .
en-de-naam-van de-moederende-zijner,
<> !
(is) NgæZuWBháH stichtdochter-van~ShieLeChieJ.[117]
. .
en-voorts-gaat-hij: 32
// // <> \
op-de-neemweg-van de-omvamdne-zijner AáSáA en-niet-wijkt-hij
. . . . . . . .
[vandaan-daarvan;
// <> // !
om-te-maken wat-rechtuit-is in-de-welogen-van die-JHWH-van-Israël.
// <> . . . . . . . . . .
dus de-cultusbulten wijken~niet; 33
<> | \ .
en-nog het-genotenvolk – niet~doen-zij-vast-zijn het-hart-hunner,
\\ !
voor-de-gods-van de-omvamenden-hunner.
II KRON 20,21
\\ | \ .
en-het-strakgeblevene-van de-inbrengen-van JeHóWSháPháTh, 34
<> . . . . . . .
de-eerdere en-de-latere;
\ . .
kijk-hier opgeschreven:
| \ .
bij-de-inbrengen-van JéHuWA stichtzoon-van~ChæNáNieJ,
\ .
die men-doet-opgaan,
<> // !
over~het-staafboek-van de-koningen-van JieSseRáAéL.
. .
en-laat-na~vastzo: 35
| \ .
verbindt-zich JeHóWSháPháTh koning-van~JeHuWDáH,
<> \ . . . . .
genoot-met AæChàZeJáH koning-van~JieSseRáAéL;
<> // !
hij hij-doet-schending om-te-maken.
<> .
en-voorts-verbindt-hij-zich genoot-met-hem, 36
// <> \ . . . . . . .
om-te-maken schepen om-te-gaan naar-TtàReShieJSh;
// <> // !
en-voorts-maken-zij schepen in-NgèTseJóWN GáBhèR.
|| /// \\ | .
en-voorts-profeteert AèLieJNgèZèR stichtzoon-van~DoDáWáH 37
[vandaan-van-MáRéSháH,
<> . . . . . . .
op-tegen~JeHóSháPháTh om-te-zeggen;
\ . .
als-jij-je-verbindt genoot-met~AæChàZeJáHuW:
/// | .
rijt-open die-JHWH-van-Israël enwel-de-maaksels-jouwer,
\ .
en-voorts-worden-gebroken de-schepen,
// <> // !
en-niet hebben-zij-spertijd om-te-gaan naar~TàReShieJSH.[118]
/// | .
en-voorts-ligt-neer JeHóWSháPháTh genoot-met-de-omvamenden-zijner, 21.1
// <>
en-voorts-wordt-hij-begraven genoot-met-de-omvamenden-zijner
\ . . . . . .
[in-de-stad-van DáWieJD;
// // <> !
en-voorts-koningt JeHóWRáM de-stichtzoon-zijner op-de-drukplek-zijner.
II KRON 21
|| \ . .
en-aan-hem(zijn)~broederverwanten stichtzonen-van JeHóWSháPháTh: 2
/// | \ .
NgæZàReJáHuW en-JeChieJAéL en-ZeKhàReJáHuW en-NgæZàReJáHuW,
<> . . . . . .
en-MieJKháAéL en-ShePhàTheJáHuW;
|| // <> !
al-af~deze(zijn) stichtzonen-van JeHóSháPhàTh koning-van~JieSseRáAéL.
\ \ ☼ \\ / ///
en-voorts-geeft aan-hen de-omvamende-hunner gaven vele aan-zilver 3
| .
[en-aan-goud en-aan-lekkermakers,
// <> . . . . .
genoot-met~steden die-behoeden(kunnen) in-JeHuWDáH;
// // <> // !
en-enwel~het-koningschap geeft-hij aan-JeHóRáM ja~hij(is) de-voorste.
~
\\ / ///
en-voorts-staat-op JóWRáM op-tegen-het-koningschap-van 4
| .
[de-omvamende-zijner en-voorts-maakt-hij-zich-hard,
// <>
en-voorts-vermoordt-hij enwel~al-af~de-broederverwanten-zijner
. . . . . . .
[met-het-zwaard;
// !
en-ook (enigen)vandaan-van-de-vorsten-van JieSseRáAéL.
// // <> \
een-stichtzoon-van~dertig en-andertwee jaarandering (is)JeHóWRáM 5
. . . . . . .
[als-hij-koningt;
\ .
en-acht jaaranderingen,
<> !
koningt-hij in-JeRuWSháLáieM.
// \ \ . .
en-voorts-gaat-hij in-de-neemweg-van de-koningen-van JieSseRáAéL: 6
/// | \ .
zoals maken (die-van)het-huis-van AàCheAáBh,
/// .
ja een-stichtdochter-van~AáCheAáBh,
// <> . . . . . . . . . . . . . .
geschiedt voor-hem (tot)vrouwmenselijke;
// <> !
en-voorts-maakt-hij het-kwade in-de-welogen-van die-JHWH-van-Israël.
\ . .
en-niet~heeft-behoefte die-JHWH-van-Israël: 7
II KRON 21
……………….| \ .
om-te-verderven enwel~het-huis-van DáWieJD,
\ .
ter-toebuiging-aan de-zuivergang,
// <> . . . . . .
die hij-afscheidt voor-DáWieJD;
\ . .
en-zoals hij-zegt:
\\ // // <> !
om-te-geven aan-hem een-lamp en-aan-de-stichtzonen-zijner
[al-af~de-dagen.
| \ .
in-de-dagen-zijner valt-af AêDóWM, 8
<> . . . . .
vandaan-van-de-drukplek-van de-hand-van~JeHuWDáH;
// <> !
en-voorts-doen-zij-koningen over-zich een-koning.
/// | .
en-voorts-steekt-over JeHóWRáM genoot-met~de-vorsten-zijner, 9
<> . . . . .
en-al-af~het-oprij-tuig genoot-met-hem;
| \ .
en-voorts-geschiedt-het hij-staat-op 's nachts,
. .
en-voorts-verslaat-hij:
| \ .
enwel~AêDóWM dat-omsingelt naar-hem-toe,
// !
en-enwel de-vorsten-van het-oprij-tuig.
\\ / \ . .
en-voorts-valt-af AêDóWM vandaan-van-de-drukplek-van 10
[de-hand-van~JeHuWDáH:
/// \ .
tot de-dag-van vandaag,
\ // // // <>
dan is-aan't-afvallen LieBheNáH in-het-tij (nl.)dat
. . . . . .
[vandaan-van-de-drukplek-van de-hand-zijner;
\ .
ja hij-verlaat,
<> // !
enwel~die-JHWH-van-Israël de-gods-van de-omvamenden-zijner.
~
/// | .
en-voorts-komt tot-hem een-geschrift, 12
// <> . . . . . . .
vandaan-van-AéLieJJáHuW de-profeet om-te-zeggen;
II KRON 21
\ \ . .
zo zegt die-JHWH-van-Israël:
| \ .
de-gods-van DáWieJD de-omvamende-jouwer,
. .
op-de-drukplek:
/// \\ | |
waarop jij-niet~gaat op-de-neemwegen-van
\ .
[JeHóWSháPháTh de-omvamende-jouwer,
<> // !
en-op-de-neemwegen-van AáSáA
[de-koning-van~JeHuWDáH.
. .
en-jij-voorts-gaat: 13
\\ | \ .
op-de-neemweg-van de-koningen-van JieSseRáAéL,
/// |
en-voorts-doet-hoereren enwel~JeHuWDáH
\ .
[en-enwel~de-inzittenden-van JeRuWSháLàieM,
<> \ . . . . .
als-het-hoereren-van het-huis-van AáCheAáBh;
\\ \\\
en-ook enwel~de-broederverwanten-jouwer
// // <>
[het-huis-van~de-omvamende-jouwer die-goed-zijn vandaan-van(anders-dan)-jij
!
[vermoordt.
\ . .
kijk-hier die-JHWH-van-Israël: 14
// // <> . . . . . . .
instekend een-steek groot op-het-genotenvolk-jouwer;
// <>
en-op-de-stichtkinderen-jouwer en-op-de-vrouwmenselijken-jouwer
!
[en-op-al-af~het-gehechte-aan-jou.
|| // <> \ . . . . . . .
en-jij(bent) in-uitgeputheden vele door-de-uitgeputheid-van 15
[de-ingewanden-jouwer;
<> \\ | .
tot-dat~uittrekken de-ingewanen-jouwer vandaan-van(vanwege)~de-uitputting,
<>
dagen op~dagen[119].
\\ / . .
en-voorts-wekt-op die-JHWH-van-Israël over~JeHóWRáM: 16
II KRON 21
\ /// | .
en-wel de-beluchting-van de-PeLieSheTieJM en-de-NgàReBhieJM[120],
<> // !
die(zijn) op~de-hand-van de-KuWShieten.
/// | .
en-voorts-gaan-zij-op in-JeHuWDáH en-voorts-splijten-zij-het, 17
. .
en-voorts-keren-zij-terug:
/// | \ .
samen-met al-af~het-gehechte dat-gevonden-wordt
[voor-het-huis-van~de-koning,
<> . . . . . .
en-ookde-stichtkinderen-zijner en-de-vrouwmenselijken-zijner;
/// | .
en-niet resteert~voor-hem een-stichtkind,
// <> // !
ja ware't-JeHóACháZ de-kleine-van de-stichtkinderen-zijner.
<> . . . .
en-laat-na al-af~dit; 18
\\ \\\ // <>
steekt-hem die-JHWH-van-Israël in-de-ingewanden-zijner tot-uitputting
// !
[(waarvoor-)geen herstel.
\ \ |' ☼
en-voorts-geschiedt-het voor-dagen van-dagen[121] en-omstreeks-het-tij-van 19
\\ / \ . .
[het-uittrekken-van het-einde aan-dagen[122] andertwee:
/// | .
aan't-uittrekken-zijn de-ingewanden-zijner genoot-met-uitputting-zijner,
<> \ . . . . . .
en-voorts-sterft-hij door-uitgeputheden kwade;
\\ // // <>
en-niet~maken-zij voor-hem, het-genotenvolk-zijner, een-vervlamming[123]
// !
[als-de-vervlamming-van de-omvamenden-zijner.
/// \\ | \ .
een-stichtzoon-van~dertig en-andertwee geschiedt-hij als-hij-koning-wordt, 20
\ .
en-acht jaaranderingen,
<> . . . . .
koningt-hij in-JeRuWSháLáieM;
\\ | \ .
en-voorts-gaat-hij-heen als-een-niet begeerde,
II KRON 21,22
\\ | \ .
en-voorts-begraven-zij-hem in-de-stad-van DáWieD,
<> // !
en-niet in-de-graven-van de-koningen.
| | /
en-voorts-doen-koningen de-inzittenden-van JeRuWSháLàiem 22.1
\\ /// | .
[enwel~AæChàZeJáHuW de-stichtzoon-zijner de-kleine op-de-drukplek-zijner,
/// | \ .
ja al-af~de-eerdere vermoordt[124] de-bende,
// <> . . . . . . . . . . . . . .
die-komt door-de-NgàReBieren tot-de-neerlatingsplaats;
// // <> //
en-voorts-koningt AæChàZeJáHuW sichtzoon-van~JeHóWRáM (als)koning-van
!
[JeHuWDáH.
~
\\ /// | \
een-stichtkind-van~veertig en-andertwee jaarandering (is)AæChàZeJáHuW 2
. .
[als-hij-koning-wordt:
\ .
een-jaarandering een-één-enkele,
<> . . . . . .
koningt-hij in-JeRuuWSháLáieM;
\ .
en-de-naam-van de-moederende-zijner,
<> !
(is)NgæTàLeJáHuW stichtdochter-van~NgåMeRieJ.
\ .
ook~hij gaat[125], 3
<> \ . . . . .
volgens-de-neemwegen-van het-huis-van AàCheAáBh;
// // // <>
ja de-moederende-zijner geschiedt (als) de-raadverschafster-zijner
!
[om-te-doen-schenden.
\\\ // // <>
en-voorts-maakt-hij het-kwade in-de-welogen-van die-JHWH-van-Israël
. . . . .
[zoals-het-huis-van AàCheAáBh;
// \ . .
ja~zij geschieden~voor-hem (als)raadverschaffers:
II KRON 22
// // <> // !
laat-na het-sterven-van de-omvamende-zijner tot-verderf voor-hem.
\ ¬ ,
ook volgens-de-raad-hunner gaat-hij 5
☼ \\ . .
en-voorts-gaat-hij samen-met~JeHóRáM koning-van~JieSseRáAéL:
// // <> \
ter-broderij op-tegen~ChæZáAéL de-koning-van~AæRáM in-RáMóWT
. . . . . .
[in-GieLeNgáD;
// <> !
en-voorts-verslaan de-AæRáMeeërs enwel~JóWRáM.
// \ . .
en-voorts-keert-hij-terug om-te-herstellen in-JieZeReAèL: 6
/// | \ .
ja de-slagen die slaan-hem in-RáMáH,
.
bij-de-broderij-van-hem,
<> \ . . . . .
samen-met~ChæZeAéL koning-van AæRáM;
\\ / \ . .
en-NgæZàReJáHuW stichtzoon-van~JeHóWRáM de-koning-van JeHuWDáH:
|' || \\\ //
af-daalt-hij om-te-zien enwel~JeHóWRáM stichtzoon-van~AàCheAáBh
<> // !
in-JieZeReAèL ja-uitgeput-is hij.[126]
. .
en-vandaan-van-gods: 7
| \ .
geschiedt de-verstamping-van AæChàZeJáHuW,
<> . . . . .
om-te-komen naar~JóWRáM;
. .
en-als-hij-komt:
/// | \ .
trekt-hij-uit genoot-met~JóWRáM naar~JeHuWA
[de-zstichtzoon-van~NieMeShieJ,
\ \ .
die gezalfd-is door-die-JHWH-van-Israël,
<> // !
om-uit-te-scheiden enwel~het-huis-van AàCheAáBh.[127]
|| // <> \
en-voorts-geschiedt-het als-regel-stelt JéHuWA genoot-met~het-huis-van 8
. . . . .
[AàCheAáBh;
II KRON 22
☼ \\ / \\
en-voorts-vindt-hij enwel~de-vorsten-van JeHuWDáH en-de-stichtzonen-van
\\\ // // <>
[de-broederverwant-van AæChàZeJáHuW die-bedienen voor-AæChàZeJáHuW
!
[en-voorts-vermoordt-hij-hen.
☼ \\ /
en-voorts-zoekt-hij enwel~AæChàZeJáHuW en-voorts-overmeesteren-zij-hem 9
\\\ \ . .
[en-hij(is) zich-verschuilende in-ShoMeRóWN:
\ ¬ ,
en-voorts-doen-zij-komen-hem naar~JéHuWA
[en-voorts-doen-zij-sterven-hem
.
en-voorts-begraven-zij-hem,
/// | \ .
ja zeggen-zij een-stichtzoon-van~JeHóWSháPháTh (is)hij,
// <> . . . . . .
die~navraagt enwel~die-JHWH-van-Israël
[met-al-af~het-hart-zijner;
| \ .
en-geenszins(is-er) voor-het-huis-van AæChàZeJáHuW,
// <> !
om-te-sperren kracht voor-het-koningschap.[128]
\\ | \ .
en-NgæTàLeJáHuW de-moederende-van AæChàZeJáHuW ziet, 10
\ \ . . . . . .
ja een-gestorvene(is) de-stichtzoon-harer;
. .
en-voorts-staat-zij-op:
// // <>
en-voorts-brengt-zij-in[129] emwel~al-af~het-kiemsel-van het-koninbgschap
// !
[voor-het-huis-van JeHuWDáH.[130]
☼ \\ /
en-voorts-neemt JeHóWShàBheNgàT stichtdochter-van~de-koning 11
\ . .
[enwel~JóWAáSh stichtzoon-van~AæChàZeJáHuW:
/// | ///
en-voorts-steelt-zij enwel-hem vandaan-van-het-midden-van
\\ | .
[de-stichtzonen-van de-koning die-tot-sterven-gebracht-worden,
// // <>
en-voorts-geeft-zij enwel-hem en-enwel~die-hem-zoogt
II KRON 22,23
\ . . . . . .
[in-het-kamerbinnen waar-men-zich-uitrekt;
| ' \ \
en-voorts-versteekt-hem JeHóWShàBheNgàT de-stichtdochter-van~koning
|' ☼ \\ / \ \\
[JeHoWRáM vrouwmenselijke-van JeHóWJáDáNg de-priester ja zij geschiedt
\\\ //
[(als)de-zusterverwante-van AæChàZeJáHuW
// <>
[vandaan-van-de-vertegenwendiging-van NgæTàLeJáHuW
// !
[en-niet doet-zij-sterven-hem.
/// | \ .
en-voorts-geschiedt-hij samen-met-hen in-het-huis-van gods, 12
<> \ . . . . . . . . . . . .
zich-verschuilend zes jaaranderingen;
<> // !
en-NgæTàLeJáHuW (is)koningerde over~het-land.
=
\\ / \ . .
in-jaarandering zeven maakt-zich-hard JeHóWJáDáH: 23.1
\ \ |' \
en-voorts-neemt-hij vorsten-over honderd voor-NgæZàReJáHuW
|' \
[stichtzoon-van~JeRoCháM en-voor-JieSheMáNgéAL
☼ \\ /
[stichtzoon-van~JeHóWNáTáN voor-NgæZàReJáHuW stichtzoon-van~NgóWBéD
\\\ //
[en-enwel~MàNgæShéJHuW stichtzoon-van~NgæDieJáHuW
// <> //
[en-enwel~AêLieJSháPháTh stichtzoon-van~ZieKheRieJ genoot-met-hem
!
[in-de-zuivergang.
\\ | .
en-voorts-singelen-zij-rond in-JeHuWDáH, 2
/// |
en-voorts-verzamelen-zij enwel~de-LeWieten
\ .
[vandaan-van-al-af~de-steden-van JeHuWDáH,
// <> . . . . .
en-de-eerstleden-van de omvamenden voor-JieSseRáAéL;
<> !
en-voorts-komen-zij naar~JeRuWSháLáieM.
\\ // // // <>
en-voorts-scheidt-af al-af~de-afstemming een-zuivergang in-het-huis-van gods3
. . . . . . .
[genoot-met~de-koning;
II KON 23
\ . .
en-voorts-zegt-hij aan-hen:
/// \\ | .
kijk-hier de-stichtzoon-van~de-koning is-aan't-koningen,
// // <> // !
zoals inbrengt die-JHWH-van-Israël over~de-stichtzonen-vnan DáWieD.
// <> . . . . . . . . .
dit(is) de-inbreng die-jullie-aan't-maken-zijn; 4
\\ // \ . .
het-derde(deel) vandaan-van-jullie die-komen de-verstildag:
| .
aan-priesters en-aan-LeWieten,
<> !
(zijn)tot-poorters-van de-kom-er-in's.
| \ .
en-het-derde (is)in-het-huis-van de-koning, 5
<> \ . . . . . . . . .
en-het-derde (is)in-de-poort-van de-grondveste;
.
en-al-af~het-genotenvolk,
<> // !
(is)in-de-grashoven-van het-huis-van die-JHWH-van-Israël.
\ . .
en-niet~is-men-aan't-komen in-het-huis-van~die-JHWH-van-Israèl: 6
/// | \ .
ja ware't~de-priesters en-de-bedienaren voor-de-LeWieten,
// <> \ . . . .
zij zij-zijn-aan't-komen ja~heilig (zijn)zij;
.
en-al-af~het-genotenvolk,
<> // !
zij-zijn-aan't-waar-houden de-waarhouding-van die-JHWH-van-Israël.
☼ \\ / . .
en-voorts-omscheren de-LeWieten enwel~de-koning in-omsingeling: 7
/// \ .
iedermenselijke en-het-gerei-zijner in-de-hand-zijner,
// <> . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
en-wie-komt naar~het-huis is-tot-sterven-gehracht-aan't-worden;
// <> // !
en-voorts-geschieden-zij samen-met~de-koning als-hij-inkomt
[en-als-hij-uittrekt.
\\ / . .
en-voorts-maken(het) de-LeWieten en-al-af~JeHuWDáH: 8
\ ¬ \ ,
volgens-al-af wat~gebiedt JeHóWJáDáNg de-priester
| \ .
en-voorts-nemen-zij iedermenselijke de-menselijken-zijner,
\ .
die-komen de-verstildag,
II KRON 23
<> \ . . . . . . .
genoot-met die-uittrekken op-de-verstildag;
\ // // // <> !
ja niet ontspert JeHóWJáDáNg de-priester enwel~de-vereffeningsgroepen[131].
☼ \\ / \ . .
en-voorts-geeft JeHóWJáDáNg de-priester aan-de-vorsten-over honderd: 9
| | .
enwel~neerlaters[132] en-enwel~schutschilden en-enwel~solstukken[133],
<> \ . . . . . .
die(horen) aan-koning DáWieJD;
<> // !
die(zijn) ten-huize-van gods.
\\ /
en-voorts-doet-hij-staande-blijven enwel~al-af~het-genotenvolk 10
\ \ . .
[en-iedermenselijke de-zendspies-zijner in-de-hand-zijner:
\\ /// | /// \\ |
vandaan-van-de-flank-van het-huis zuidenrechts tot~de-flank-van het-huis
.
[links,
<> . . . .
voor-de-slachtplaats en-voor-het-huis;
<> !
tot~de-koning in-omsingeling.
SEDER
\ . .
en-voorts-doen-zij-uittrekken enwel~de-stichtzoon-van~de-koning: 11
/// | \\ | .
en-voorts-geven-zij op-hem enwel~het-toewijdsel en-enwel~de-verordening,
<> . . . . .
en-voorts-doen-zij-koningen enwel-hem;
\\ | \ .
en-voorts-zalft-hem JeHóWJáDáNg en-de-stichtzonen-zijner,
<> // !
en-voorts-zeggen-zij aan't-leven(is) de-koning.
=
\ . .
en-voorts-hoort NgæTàLeJáHuW: 12
/// | .
enwel~de-stem-van het-genotenvolk die-toerennen,
II KRON 23
<> . . . . . .
en-die-bepralen enwel~de-koning;
// <> // !
en-voorts-komt-zij naar~het-genotenvolk in-het-huis-van die-JHWH-van-Israël.
|' \ ☼ \\ |
en-voorts-ziet-zij en-kijk-hier de-koning staande-blijvend 13
// . .
[op-de-staander-zijner bij-de-aankomst:
// | ,
en-de-vorsten en-grashoftrompetters (zijn) boven~de-koning
\\ / . .
en-al-af~het-genotenvolk-van het-land(is) verheugd:
\\ | .
en-het-stoot op-de-grashoftrompetten,
\ \ .
en-de-zangers op-het-gerei-voor de-zang,
<> . . . . . .
en-zij-die-doen-kennen om-te-bepralen;
/// \\ | .
en-voorts-scheurt NgæTàLeJáHuW enwel~de-kostuums-harer,
<> // !
en-voorts-zegt-zij een-verknoping een-verknoping.
=
| \\ / //
en-voorts-doet-uittrekken JeHóWJáDáNg de-priester enwel~de-vorsten-van 14
\ \ . .
[honderd de-bemoeienis-hebbers-over het-vermogen:
/// | \\ |
en-voorts-zegt-hij tot-hen doe-uittrekken-haar
\ .
[naar~het-huisbinnen-van de-series[134],
// <>
en-wie-komt laat-aan-achter-haar
\ . . . . . . .
[is-tot-sterven-gebracht-aan't-worden met-een-zwaard;
/// \ .
ja zegt de-priester,
// <> // !
niet zijn-jullie-aan't-doen-sterven-haar in-het-huis-van die-JHWH-van-Israël.
/// | .
en-voorts-stellen-zij aan-haar de-handen, 15
// //
en-voorts-doen-zij(haar)komen naar~de-aankomst-van
II KON 23
<> \ . . . . . . .
[de-poort-van~paarden het-huis-van de-koning;
<> !
en-voorts-doen-zij-sterven-haar daar.
~
/// | .
en-voorts-scheidt-af JeHóWJáDáNg een-zuivergang, 16
|| // <>
onderscheidend-hem en-onderscheidend al-af~het-genotenvolk
\ . . . . .
[en-onderscheidend de-koning;
// <> !
om-te-geschieden tot-een-genotenvolk voor-die-JHWH-van-Israël.
\\ /// \\ |
en-voorts-komen-zij al-af~het-genotenvolk in-het-huis-van~de-bezitsgod 17
.
[en-voorts-rukken-zij-omver,
// <> . . . . . . . . .
en-enwel~de-slachtplaatsen-zijner en-enwel~de-beelden-zijner breken-zij;
. .
en-enwel:
| \ .
MàTTáN de-priester-van de-bezitsgod,
<> // !
vermoorden-zij voor-de-vertegenwendiging-van de-slachtplaatsen.
☼ | / \ . .
en-voorts-stelt-aan JeHóWJáDáNg bemoeiers-van het-huis-van 18
[die-JHWH-van-Israël:
\\ | \ ¬ \ \ ¬
door-de-hand-van de-priesters de-LeWieten die vereffent DáWieJD
\ ,
[over~het-huis-van die-JHWH-van-Israël
|| \ . . . . . . . . . . .
om-te-doen-opgaan opgaanders-van die-JHWH-van-Israël:
// // <> \
als-geschreven in-de-uitlegging-van MoShèH met-vreugde
. . . . . .
[en-met-zang;
<> // !
op de-handen-van DáWieJD.
| .
en-voorts-doet-hij-staande-blijven de-poorters, 19
<> \ . . . . . . . . . . .
over-de-poorten-van het-huis-van die-JHWH-van-Israël;
// <> !
en-niet~is-aan't-komen een-besmette aan-al-af~inbreng.
II Kron 23, 24
\ \ |' |
en-voorts-neemt-hij enwel~de-vorsten-over honderd en-enwel-de-enormen 20
\\ / \
[en-enwel~de-vore-stellers bij-het-genotenvolk en-enwel
\ . .
[al-af~het-genotenvolk-van het-land:
/// | \
en-voorts-doet-hij-afdalen enwel~de-koning vandaan-van-het-huis-van
.
[die-JHWH-van-Israël,
// // <>
en-voorts-komen-zij in-het-midden-van~de-poort de-opperst
\ . . . . . . .
[in-het-huis-van de-koning;
\\ | .
en-voorts-doen-zij-zitten enwel~de-koning,
<> // !
op de-troon-van het-koninkrijk.
// <> \ . . . . . .
en-voorts-verheugen-zich al-af~het-volk-van~het-land en-de-stad kalmeert; 21
<> // !
en-enwel~NgæTàLeJáHuW doen-zij-sterven door-het-zwaard.
=
/// | \ .
een-stichtzoon-van~zeven jaaranderingen )is)JoAáSh als-hij-koning-wordt, 24.1
\ .
en-veertig jaarandering,
<> . . . . . .
koningt-hij in-JeRuWSháLáieM;
\ .
en-de-naam-van de-moederende-zijner,
<> // !
(is)TsieBheJáH vandaan-van-BeAéR SháBhàNg.
\\\ // <> \ . . . . . . . . . . .
en-voorts-maakt JoAáSh wat-rechtuit-is in-de-welogen-van die-JHWH-van-Israël;2
<> // !
al-af~de-dagen-van JeHóWJáDáNg de-priester.
// <> \ . . . . . . . .
en-voorts-draagt-hoog-heen~voor-hem JeHóWJáDáNg vrouwmenselijken 2 andertwee;
<> // !
en-voorts-doet-hij-baren stichtzonen en-stichtdochters.
<> . . . . . .
en-voorts-geschiedt-het laat-na~vastzo; 3
<> \ .
het-geschiedt genoot-met~het-hart-van JóWAáSh,
II KRON 24
<> // !
om-nieuw-te-maken enwel~het-huis-van die-JHWH-van-Israël.
¬ \ ,
en-voorts-verzamelt-hij enwel~de-priesters en-de-LeWieten 5
\ |' \ = ☼
en-voorts-zegt-hij aan-hen trekt-uit voor-de-steden-van JeHuWDáH
☼ \\ // \
[en-verzamelt vandaan-al-af~JieSseRáAéL zilver voor-het-hard-maken-van
\ . .
[enwel~het-huis-van de-gods-jelieder:
/// | .
naar-de-maat-van jaarandering bij-jaarandering,
<> \ . . . . . . .
en-jullie jullie-zijn-aan't-beijlen-je voor-de-inbreng;
// <> !
en-niet beijlen-zich de-LeWieten.
\ ¬ \ ,
en-voorts-roept de-koning om-JeHóWJáDáNg het-eerstlid 6
\ . .
en-voorts-zegt-hij aan-hem:
\\ | \ .
bekend-met-wat? ben-jij-niet~aan't-navragen op~de-LeWieten,
|| \ . .
om-te-doen-komen vandaan-van-JeHuWDáH
[en-vandaan-van-JerRuWSháLàieM:
| \ .
enwel~de-draaglast-van MoShèH
[heerdienaar-van~die-JHWH-van-Israël,
<> . . . .
en(van)-de-afstemming voor-JieSseRáAéL;
<> !
voor-de-tent-van de-verordeningen.
/// \\ | .
ja NgæTàLeJáHuW schendend, 7
// <> \ . . . . .
de-stichtzonnen-harer rijten-open enwel~het-huis-van de-gods;
| \ .
en-ook al-af~de-geheiligde(dingen)-van het-huis-van~die-JHWH-van-Israël,
<> !
maken-zij voor-de-BàNgàLs[135].
\ .
en-voorts-zegt de-koning, 8
<> \ . . . . . . . . . .
en-voorts-maken-zij een-kast een-één-enkele;
// // <>
en-voorts-geven-zij-die in-de-poort-van het-huis-van~die-JHWH-van-Israël
II KRON 24
!
[straat-buiten.
|| \ . .
en-voorts-geven-zij~stem in-JeHuWDáH en-in-JeRuWSháLàieM: 9
/// | || \\\
om-te-doen-komen voor-die-JHWH-van-Israël de-draaglast-van MoShèH
// <> !
[heerdienaar-van~de-gods over~JieSseRáAéL in-het-inbrengveld.
// <> . . . . . . . .
en-voorts-verheugen-zich al-af~de-vorsten en-al-af~het-genotenvolk; 10
// // <> !
en-voorts-komen-zij en-voorts-werpen-zij-heen voor-de-kast totdat~het-al-af-is.
|| ☼ \\ .
en-voorts-geschiedt-het in-het-tij-dat hij-doet-komen enwel~de-kast, 11
\ ¬ \ ,
tot~de-bemoeienis-van de-koning door-de-hand-van de-LeWieten
|| \ . .
en-als-zij-zien ja~veel(is) het-zilver:
\\ /// \\ |
en-(dan)komt een-boekstaver-van de-koning
| \ .
[en-de-bemoeienishebbende priester (nl.)het-eerstlid,
\\ | .
en-zijn-zij-aan't-naakt-legen enwel~de-kast,
<>
en-aan't-hoog-heen-dragen
\ . . . . . . . . . . . . . .
[en aan't-doenterugkeren-hem
[naar~de-opstaanplaats-zijner;
// | \ .
zo maken-zij voor-dag bij-dag,
// !
en-voorts-halen-zij-binnen~zilver in-veelheid.[136]
\\ / . .
en-voorts-geven-het de-koning en-JeHóWJáDáNg: 12
| \\ | \ .
aan-wie-maken het-bodewerk-van de-heerdienst-van
[het-huis-van~die-JHWH-van-Israël,
/// | \ .
en-voorts-geschieden-zij (als)verloners-van houwers en-bewerkers,
<> \ . . . . . . . . . . . .
om-maandnieuw-te-maken het-huis-van die-JHWH-van-Israël;
☼ /// | .
en-ook om-te-bewerken ijzer en-metaal,
<> // !
en-om-harder-te-maken enwel~het-huis-van die-JHWH-van-Israël.
II KRON 24
| \ .
en-voorts-maken('t) de-makers-van het-bodewerk, 13
\\\ // <> . . . . . .
en-voorts-gaat-op de-gestrektheid voor-het-bodewerk door-de-hand-hunner;
// \\\ //
en-voorts-doen-zij-staande-blijven enwel~het-huis-van de-gods
<> !
[op-de-vastigheid-daarvan en-voorts-maken-zij-het-stevig.
| ' \ ☼
en-als-zij-('t)al-af-hebben doen-zij-komen voor-de-vertegenwendiging-van 14
\\ / \ . .
[de-koning en-JeHóWJáDáNg enwel~het-restant-van het-zilver:
\\ ///
en-voorts-maakt-hij-daarvan gereistukken
| \ .
[voor-het-huis-van~die-JHWH-van-Israël gereistukken-van bediening,
\ .
en-van-de-opgaanders en-de-zoolschalen,
// <> . . . . . .
en-gereistukken-van goud en-zilver;
☼ \\ ///
en-voorts-geschieden-er die-doen-opgaan opgaanders
| .
[in-het-huis-van~die-JHWH-van-Israël steevast,
<> // !
al-af de-dagen-van JeHóJáDáNg.
~
\\\ // // <>
en-voorts-wordt-baardoud JeHóWJáDáNg en-voorts-is-hij-verzadigd van-dagen 15
. . . . . . . .
[en-voorts-is-hij-een-gestorvene;
\\\ // <> !
een-stichtkind-van~honderd en-dertig jaaranderig bij-zijn-sterven.
// <> . . . . . . . .
en-voorts-begraven-zij-hem in-de-stad-van~DáWieJD genoot-met~de-koningen;16
/// | .
ja~hij-maakt goeds in-JieSseRáAéL,
– <> !
en-genoot-met de-gods en-het-huis-zijner.
=
// | .
en-laat-na het-gestorven-zijn-van JeHóWJáDáNg, 17
/// \ .
komen de-vorsten-van JeHuWDáH,
II KRON 24
<> . . . . . .
en-voorts-bukken-zij-zich voor-de-koning;
// // <> !
dan hoort- de-koning naar-hen.
. .
en-voorts-verlaten-zij;
/// | \ .
enwel~het-huis-van die-JHWH-van-Israël de-gods-van 18
[de-omvamenden-hunner,
// <> . . . . . . . . .
en-voorts-heerdienen-zij enwel~de-cultusbomen
[en-enwel~de-boetseringen;
. .
en-voorts-geschiedt~toorn:
| .
over~JeHuWDáH en-over~JeRuWSháLàieM,
<> !
door-de-schuld-hunner (nl.)deze.
/// | .
en-voorts-zendt-hij bij-hen profeten, 19
<> . . . . . . . . . . . .
om-te-doen-terugkeren-hen naar~die-JHWH-van-Israël;
// <> // !
en-voorts-stellen-zij('t)-nogmalig bij-hen en-niet lenen-zij-het-oor.
=
\ . .
en-de-beluchting/-ter-van gods: 20
| | \ .
zij-bekleedt enwel~ZeKhàReJáH stichtzoon-van JeHóWJáDáNg de-priester,
<> \ . . . . . . . .
en-voorts-blijft-hij-staande vandaan-van-boven voor-het-genotenvolk;
\\ / \ \ . .
en-voorts-zegt-hij aan-hen zo zegt de-gods:
☼ \\ // ///
voor-wat? (zijn)jullie overstekende enwel~de-geboden-van
| \ .
[die-JHWH-van-Israël en-niet zijn-jullie-je-aan't-doorzetten,
// <> //
ja~jullie-verlaten enwel~die-JHWH-van-Israël en-voorts-verlaat-hij
!
[enwel-jullie.
\ .
en-voorts-verknopen-zij-zich op-tegen-hem, 21
// <> \ . . . . . .
en-voorts-bekeilen-zij-hem-met steen op-het-gebod-van de-koning;
<> // !
op-de-grashof-van het-huis-van die-JHWH-van-Israël.
II KRON 24
|| \ . .
en-niet~haakt-aan JóWAáSh de-koning: 22
\\ | \\ / /// |
bij-de-goede-gunst die maakt JeHóWJáDáNg de-omvamende-zijner
.
[genoot-met-hem,
<> . . . . . .
en-voorts-vermoorden-zij de-stichtzoon-zijner;
\ .
en-als-hij-sterft zegt-hij,
// <> !
aan't-zien-is't die-JHWH-van-Israël en-aan't-navragen.[137]
~
\ \ . .
en-voorts-geschiedt-het voor-het-omscheren-van de-jaarandering: 23
\ ¬ \ ,
op-gaat op-tegen-hem het-vermogen-van AæRáM
. .
en-voorts-komen-zij:
| .
naar~JeHuWDáH en-JeRuWSháLàieM,
// //
en-voorts-verderven-zij enwel~al-af~de-vorsten-van
<> . . . . . . . .
[het-genotenvolk vandaan-van-het-genotenvolk;
// <> // !
en-al-af~de-buit-hunner zenden-zij aan-de-koning-van DàReMáSsèQ.
☼ | / \
ja met-een-onbeduidendheid-aan menselijken komen-zij 24
\ . .
[(nl.)het-vermogen-van AæRáM:
| \\ // \\ |
en-die-JHWH-van-Israël geeft in-de-hand-hunner een-vermogen
\ .
[aan-veelheid machtig,
\ .
ja zij-verlaten,
<> \ . . . . . . .
enwel~die-JHWH-van-Israël de-gods-van
[de-omvamenden-hunner;
<> // !
en-enwel~van-JóWAáSh maken-zij regelstellingen.
\ . .
en-als-zij-gaan vandaan-van-hem: 25
II KRON 24,25
\ ¬ \ ,
ja~zij-verlaten enwel-hem in-uitgeputheden vele
\\ // . .
(zo)verknopen-zich op-tegen-hem de-heerdienaren-zijner:
| | \
op-de-roodsstortingen-van de-stichtzonen-van JeHóWJáDáNg
.
[de-priester,
// <>
en-voorts-vermoorden-zij-hem op-het-rekbed-zijner
. . . . . . . .
[en-voorts-is-hij-een-gestorvene;
\\ | \ .
en-voorts-begraven-zij-hem in-de-stad-van DáWieJD,
// <> // !
en-niet begraven-zij-hem in-de-graven-van de-koningen.
=
<> \ . . . .
en-deze(zijn't) die-zich-verknopen op-tegen-hem; 26
. .
ZáBháD:
| .
stichtzoon-van~ShieMeNgáT de-NgàMMóWNiet,
.
en-HóWBháD,
<> !
stichtzoon-van~ShieMeRieJT de-MóWAáBhieJT.
|| || \ . .
en-de-stichtzonen-zijner en-de-veelheid-van de-draaglast op-hem: 27
| \ .
en-het-grondvesten-van het-huis-van de-gods,
\ .
kijk-hier-zij(zijn) opgeschreven,
<> \ . . . . . . . .
op~de-navraging[138]-van het-staafboek-van de-koningen;
// // <> !
en-voorts-koningt AæMàTseJáHuW de-stichtzoon-zijner op-de-drukplek-zijner.
~
\\ /// \ \ .
(als)een-stichtzoon-van~twintig en-vijf jaarandering wordt-koning 25.1
[AæMàTseJáHuW,
/// \\ \ .
en-twintig en-negen jaarandering,
II KRON 25
,. . . . . . .
koningt-hij in-JeRuWSháLáieM;
\ .
en-de-naam-van de-moederende-zijner,
<> .
JeHóWNgàDáN vandaan-van-JeRuWSháLáieM.
// <> \ . . . . . . . . . . .
en-voorts-maakt-hij het-rechtuite in-de-welogen-van die-JHWH-van-Israël; 2
|| <> // !
alleen niet met-het-hart vervredigd.
|| // // <> . . . . . .
en-voorts-geschiedt-het zodra hard-is het-koningschap op-hem; 3
| .
en-voorts-vermoordt-hij enwel~de-heerdienaren-zijner,
<> // !
die-slaan[139] enwel~de-koning de-omvamende-zijner.[140]
<> \ . . . . . . .
en-enwel~de-stichtkinderen-hunner niet doet-hij-sterven; 4
\ \ |' \ ☼
ja zoals-geschreven-is in-de-uitleg[141] in-het-staafboek-van MoShèH
\\ / . .
[aan-wie~gebiedt die-JHWH-van-Israël te-zeggen:
\\ /// | |
niet~zijn-aan't-sterven omvamenden om~stichtkinderen en-stichtkinderen
\ .
[zijn-niet~aan't-sterven om-omvamenden,
// // <> !
ja iedermenselijke is-in-de-verwaarding-zijner aan't-sterven.[142]
~
/// \\ | .
en-voorts-verzamelt AæMàTseJáHuW enwel~JeHuWDáH, 5
\ . .
en-voorts-doet-hij-staande-blijven-hen voor-het-huis-van~de-omvamenden:
/// | \ .
tot-vorsten-van de-kuddetallen en-tot-vorsten-van honderd,
<> . . . . . .
voor-al-af~JeHuWDáH en-BieNeJáMieN;
. .
en-voorts-moeit-hij-zich-om-hen:
\\ /// | .
vandaan-van-een-stichtzoon-van twintig jaarandering en-daarboven-op,
II KRON 25
. .
en-voorts-vindt-hij-hen:
\\ // | \ .
drie~honderd kuddetal uitgekozen uittrekkend in-schare,
<> // !
grijpend lans en-schild.
\ . .
en-voorts-beloont-hij vandaan-van-JieSseRáAéL: 6
// // // <> // !
honderd kuddetal baasschap-van vermogen met-honderd ringstukken~zilver.
\ . .
en-een-manmenselijke-van de-gods: 7
/// | .
hij-komt naar-hem om-te-zeggen,
|| // <> \ . . . . .
o-koning niet~aan't-gaan-is genoot-met-jou een-schare-van [JieSseRáAéL;
\ /// | .
ja geenszins(is) die-JHWH-van-Israël genoot-met~JieSseRáAéL,
<> // !
al-af de-stichtkinderen-va AèPheRáJieM.
///
ja ware komende~jij, 8
<> \ . . . .
maak-je hard voor-de-broderij;
/// | \ .
aan't-doen-struikelen-jou-is de-gods voor-de-vertegenwendiging-van de-vijand,
// // <> // !
ja er-is~kracht bij-gods om-te-helpen en-om-te-doen-struikelen.
\ . .
en-voorts-splitst-af-hen AæMàTseJáHuW: 10
………………..| /// .
tot-de-kerfbende die~komt[143] naar-hem vandaan-van-AèPheRàJieM,
<> . . . . . . .
om-te-gaan tot-de-opstaanplaats-hunner;
\\ /// | .
en-voorts-ontgloeit de-neuswalging-hunner machtig in-JeHuWDáH,
// <> !
en-voorts-keren-zij-terug tot-de-opstaanplaats-hunner
in-een-gloed-van~neuswalging.
~
\\ | .
en-AæMàTseJáHuW maakt-zich-hard, 11
| .
en-voorts-drijft-hij enwel~het-genotenvolk-zijner,
II KRON 25
<> . . . . .
en-voorts-gaat-hij in-de-vallei-van het-zout;
// <> // !
en-voorts-verslaat-hij enwel~de-stichtkinderen-van~SséNgieJR tien kuddetallen.
\\ / . .
en-tien kuddetallen levenden: 12
| .
nemen-gevangen de-stichtkinderen-van JeHuWDáH,
<> \ . . . . .
en-voorts-doen-zij-komen-hen tot-het-eerstdeel-van de-klip;
// <>
en-voorts-werpen-zij-weg-hen vandaan-van-het-eerstdeel-van~de-klip
// !
[en-al-af-zij worden-gespleten.
=
\ . .
en-de-stichtkinderen-van de-kerfbende: 13
/// \\ | ///
die doet-terugkeren AæMàTse JáHuW vandaan-van-het-gaan
| .
[genoot-met-hem ter-broderij,
| \ .
en-voorts-ontschillen-zij[144] steden-van JeHuWDáH,
<> \ . . . . . .
vandaan-van-ShieMeRóWN en-tot~BéJT ChóWRóWN;
/// | \ .
en-voorts-verslaan-zij vandaan-van-hen drie kuddetallen,
<> // !
en-voorts-roven-zij met-een-roof veel.
=
. .
en-voorts-geschiedt-het: 14
\\ /// \\ | \
laat-na het-komen-van AæMàTseJáHuW vandaan-van-het-verslaan-van
.
[enwel~de-AêDóWMieten,
. .
en-voorts-doet-hij-komen:
| \ .
enwel~de-gods-van de-stichtkinderen-van SséNgieJR,
// <> . . . . .
en-voorts-doet-hij-staande-blijven-hen voor-zich
[tot-gods;
II KRON 25
// <> //
en-voor-de-vertegenwendiging-hunner is-hij-aan't-bukken en-voor-hen
!
[aan't-verwalmen.
// <> . . . . . . .
en-voorts-ontgloeit~de-neuswalging-van die-JHWH-van-Israël 15
[op-AæMàTseJáHuW;
/// | .
en-voorts-zendt-hij tot-hem een-profeet,
\ . .
en-voorts-zegt-hij aan-hem:
/// \\ | \ .
voor-wat? vraag-jij-na enwel~de-gods-van het-genotenvolk,
// // <>
die niet~eruit-slepen enwel~het-genotenvolk-hunner
!
[vandaan-van-de-hand-jouwer.
\ \ . .
en-voorts-geschiedt-het als-hij('t)inbrengt tot-hem: 16
/// | /// \\ |
en-voorts-zegt-hij aan-hem om-raad-te-verschaffen? aan-de-koning
.
[geven-zij-jou,
<> \ . . . . .
stop~zelf voor-wat? zijn-zij-aan't-slaan-jou;
\ . .
en-voorts-stopt de-profeet:
\\ | . .
en-voorts-zegt-hij ik-volkèn:
/// | .
ja~raad-schaft gods om-te-verderven-jou,,
\ .
ja~jij-maakt dit,
// <> !
en-niet hoor-jij naar-de-raad-van-mij.
. .
en-voorts-wordt-aangeraden: 17
\\ | \ .
AæMàTseJáHuW de-koning-van JeHuWDáH,
☼ \\ \\\
en-voorts-zendt-hij naar~JóWAáSh stichtzoon-van~JeHóWAáChàZ
// // <> . . . . . .
[stichtzoon-van~JéHuWA koning-van JieSseRáAéL om-te-zeggen;
<> // !
om-jou zijn-wij-aan't-zien-! de-vertegenwendiging.
|| \ . .
en-voorts-zendt JóWAáSh koning-van~JieSseRáAéL: 18
\ ¬ ,
tot~AæMàTseJáHuW koning-van~JeHuWDáH om-te-zeggen
II KRON 25
// \ . .
een-ringdoorn? die(is) op-de-LeBháNóWN:
☼ // /// | .
zendt naar~de-ceder die(is) op-de-LeBháNóWN om-te-zeggen,
//
geef~enwewl~de-stichtdochter-jouwer
<> . . . . . . . . . . . .
[aan-de-stichtzoon-mijner tot-vrouwmenselijke;
|| /// | \ .
en-voorts-steekt-over wildleven-van het-veld dat(is) op-de-LeBhóNóWN,
<> !
en-voorts-vertreedt-het enwel~de-ringdoorn.
. .
jij-zegt: 19
///\\ | .
kijk-hier ik-sla enwel~AæDóWM,
// <> . . . . . . . . . . . . . .
en-hoog-heen-draagt-jou het-hart-jouwer om-zwaarte-te-geven;
| \ .
welnu zit in-het-huis-jouwer,
/// | .
voor-wat? ben-jij-je-aan't-neerriollen in-kwaad,
.
en-ben-jij-voorts-aan't-vallen,
<> // !
jij en-JeHuWDáH genoot-met-jou.
\ .
en-niet~hoort AæMàTseJáHuW, 20
/// | .
ja vandaan-van(vanwege)-gods (is)het,
<> \ . . . . .
ter-toebuiging-daaraan-dat hij-gaafweg-doet-zijn-hen met-een-hand;
\ . .
ja na-vragen-zij,
<> \ !
enwel de-gods-van AêDóWM.
\\ /// | \
en-opgaat JóAáSh koning-van~JieSseRáAéL en-voorts-zien-zij-van-elkaar 21
.
[de-vertegenwendiging,
<> \ . . . . .
hij en-AæMàTseJáHuW koning-van~JeHuWDáH;
// <> // !
in-BéJT ShèMèSh dat(is) in-JeHuWDáH.
// <> \
en-voorts-wordt-neer-gestoken JeHuWDáH voor-de-vertegenwendiging-van 22
. . . .
[JieSseRáAéL;
II KRON 25
<> // !
en-voorts-vluchten-zij iedermenselijke naar-de-tent-zijner.
☼ \\ / \
en-enwel AæMàTseJáHuW koning-van~JeHuWDáH stichtzoon-van~JóWAáSh 23
. .
[stichtzoon-van~JeHóAáCháZ:
// // <> \ . . . . . .
vat JóWAáSh koning-van~JieSseRáAéL in-BéJT ShèMèSh;
\\ | .
en-voorts-doet-hij-komen-hem te-JeRuWSháLàieM,
|| \ . .
en-voorts-maakt-hij-een-reet in-de-muur-van JeRuSháLàieM:
/// \\ | \ .
vandaan-van-de-poort-van AèPheRàJieM tot~de-poort-van
[de-wendehoek,
// <> !
vier honderd el.
\ |' .
en-al-af~het-goud en-het-zilver en-enwel al-af~de-gereistukken 24
\\ / \ .
[die-gevonden-worden in-het-huis-van~de-gods genoot-met~NgoBhéD AêDóWM.
| \ .
en-enwel~de-voorraden-van het-huis-van de-koning,
<> \ . . . . . . . . . .
en-enwel de-stichtkinderen-van de-borgstelling;
<> !
en-voorts-keert-hij-terug te-ShoMeRóWN.
~
\\ /// | \
en-voorts-geschiedt AæMàTseJáHuW stichtzoon-van~JóWAáSh koning-van 25
.
[JeHuWDáH,
\ .
laat-na het-sterven-van,
// <> \ . . . . .
JóWAáSh stichtzoon-van~JeHóWAáCháZ koning-van JieSseRáAéL;
// <> !
vijf tien jaarandering.
\\ | \ .
en-het-strak-geblevene-van de-inbrengen-van AæMàTseJáHuW, 26
<> . . . . . . .
de-eerdere en-de-latere;
| \ .
niet? kijk-hier-zijn opgeschreven,
// <> !
op~het-staafboek-van de-koningen-van~JeHuWDáH en-JieSseRáAéL.
II KRON 25,26
. .
en-vandaan-van-het-tij: 27
/// \\ | \ .
waarin~afwijkt AæMàTseJáHuW vandaan-van-laat-achter
[die-JHWH-van-Israël,
| // //
en-zij-voorts-verknopen op-tegen-hem een-verknoping
<> \ . . . . . . . . . . .
[in-JeRuWSháLáieM en-hij-voorts-vlucht LáKhieSh-waarts;
/// | .
en-voorts-zenden-zij laat-aan-achter-hem LóKhieJSh-waarts,
<> !
en-voorts-doen-sterven-hem daar.
<> . . . . . . . .
en-voorts-dragen-zij-hoog-heen op~de-paarden; 28
// // <>
en-voorts-begraven-zij enwel-hem genoot-met~de-omvamenden-zijner
// !
[in-de-stad-van JeHuWDáH.
|| /// | .
en-voorts-nemen al-af~het-genotenvolk-van JeHuWDáH 26.1
[enwel~NgoeZZieJáHuW,
|| // <> . . . . . . . . . . .
en-hij(is) een-stichtkind-van~zes tien jaarandering;
\ .
en-voorts-doen-zij-koningen enwel-hem,
<> // !
op-de-drukplek-van de-omvamende-zijner AæMàTseJáHuW.
/// \ .
hij hij-sticht enwel~AéJLóWT, 2
<> . . . . .
en-voorts-doet-hij-terugkeren-het aan-JeHuWDáH;
// <> !
laat-na het-neerliggen-van~de-koning genoot-met~de-omvamenden-zijner.
~
SEDER
\\ /// | \ .
een-stichtkind-van~zes tien jaarandering (is)NgoeZZieJáHuW 3
[als-hij-koning-wordt,
/// \\ | .
en-vijftig en-andertwee jaarandering,
<> . . . . . .
koningt-hij in-JeRuWSháLáieM;
\ .
en-daar(is) de-moederende-zijner,
<> !
JeKhåLeJáH vandaan-van~JeRuWSháLáieM.
II KRON 26
// <> \ . . . . . . . . . . .
en-voorts-maakt-hij wat-rechtuit-is in-de-welogen-van die-JHWH-van-Israël; 4
// <> // !
naar-al-af wat~maakt AæMàTseJáHuW de-omvamende-zijner.
| \ .
en-voorts-geschedt-hij om-na-te-vragen gods, 5
\ .
in-de-dagen-van ZeKhàReJáHuW,
<> \ . . . . .
die-onderscheidingsvermogen-heeft in-de-gezichten-van de-gods;
| \ .
en-in-de-dagen dat-hij-navraagt enwel~die-JHWH-van-Israël,
<> !
sleept-eruit-hem de-gods.
=
| \ .
en-voorts-trekt-hij-uit en-voorts-voert-hij-broderij bij-de-PeLieJSheTieJM, 6
|| \ . .
en-voorts-rijt-hij-open enwel-de-muur-van GàT:
\ .
en-enwel de-muur-van JàBheNéH,
\ . . . . . . .
en-enwel de-muur-van AàSheDóWD;
\ .
en-voorts-sticht-hij steden,
<> !
bij-AàSheDóWD en-bij-de-PeLieJSheTieJM.
\\ / \\\
en-voorts-helpt-hem de-gods op-tegen~de-PeLieJSheTieJM 7
// // <>
[en-op-tegen~de-NgàReBhieJM[145] die-zitten in-GuWR~BáNgàL
!
[en(op-tegen)-de-MeNguWNieten[146].
\\\ // <> . . . . . .
en-voorts-geven de-NgàMMóWNieten cijns aan-NgoeZZieJáHuW; 8
/// | \ .
en-voorts-gaat de-naam-zijner tot~voor-men-komt in-MieTseRàJieM,
\ \\\ !
ja hard-maakt-hij(zich) tot~aan-het-opperste.
\\ /// | .
en-voorts-sticht NgoeZZieJáHuW groterts[147] in-JeRuWSháLàieM, 9
II KRON 26
\\\ // // <>
op~de-poort-van de-hoekwende en-op~de-poort-van de-vallei
. . . . . . . . .
[en-op~de-uiteinden;
!
en-voorts-maakt-hij-hard-hen.
\\ / . .
en-voorts-sticht-hij groterts in-het-inbrengveld: 10
| \ .
en-voorts-plaatst-hij bakken vele,
/// | \ .
ja een-verworvenheid-van~veel geschiedt aan-hem,
<> . . . . .
en-in-de-laagte en-in-het-rechtuite;
\ . .
akkerlieden en-gaardeniers:
| .
op-bergen en-op-de-KàReMèL[148],
// <> !
ja~(als)een-minnaar-van het-roodlingse geschiedt-hij.
=
\ |' ☼ \\ /
en-voorts-geschiedt aan-NgoeZZieJáHuW een-vermogen makend broderij 11
\\\ \ . .
[uittrekkenden-van een-schare tot-een-kerfbende:
| .
in-de-boekstaving-van de-bemoeienis-met-hen,
| \ .
door-de-hand-van JeNgóWAéL de-boekstaver,
<> . . . . . . . .
en-MàNgæSséJáHuW de-beambte;
/// .
op de-hand-van~ChæNàNeJáHuW,
<> !
(één)vandaan-van–de-vorsten-van de-koning.
|' || /// | \
al-af de-boekstaving-van de-eerstleden-van de-omvamenden tot-heerbazen-van12
.
[vermogen,
<> // !
aan-kuddetallen zes honderd.
☼ \\ / \\\ \ . .
en-op-de-hand-hunner )is)het-vermogen-van een-schare drie honderd 13
[kuddetallen:
II KRON 26
/// | \ .
en-zeven kuddetallen en-vijf honderd,
// <> \ . . . . . .
makers-van broderij met-de-kracht-van een-vermogen;
// <> !
om-te-hulp-te-geven aan-de-koning op-tegen~de-vijand.
☼ \\ / . .
en-voorts-doet-vastzo-zijn voor-hen NgoeZZieJáHuW voor-al-af~de-schare: 14
/// | .
schutschilden en-lansen en-helmen,
<> . . . . . .
en-borstbewapingen en-bogen;
<> !
en-voor-stenen slingers.
\ \\ / \
en-voorts-maakt-hij in-JeRuWSháLáieM berekeningen de-berekening-van 15
. .
[een-berekenaar:
/// | .
om-te-geschieden op~de-groterts[149] en-op~de-wendehoeken,
| .
aan-te-leggen met-pijlen,
<> . . . . . .
en-met-stenen grote;
/// | .
en-voorts-trekt-uit de-naam-zijner tot~aan-verten,
// <> // !
ja~wonderlijk-is-hij aan't-geholpen-worden totdat ja~hij-hard-is.
. .
en-als-hij-hard-geworden-is: 16
/// | .
rijst het-hart-zijner tot~aan-verderven,
<> \ . . . . . .
en-voorts-overtreedt-hij bij-die-JHWH-van-Israël de-gods-zijner;
| \ .
en-voorts-komt-hij naar~het-tehuis-van die-JHWH-van-Israël,
<> // !
om-te-verwalmen op~de-slachtplaats-van de-verwalming.
// <> \ . . . . . . .
en-voorts-komt laat-aan-achter-hem NgæZàReJáHuW de-priester; 17
|| \\\ // <>
en-genoot-met-hem priesters voor-die-JHWH-van-Israël tachtig
!
stichtkinderen-van~vermogen.
|| \ . .
en-voorts-blijven-zij-staan op-tegen~NgoeZieJJáHuW de-koning: 18
II KRON 26
/// | \ . .
en-voorts-zeggen-zij aan-hem niet~aan-jou(is't) NgoeZZieJJáHuW:
| .
om-te-verwalmen voor-die-JHWH-van-Israël,
\ \\\ //
ja aan-de-priesters de-stichtkinderen-van~AàHæRoN
<> . . . . . . . .
[die-geheiligd-zijn om-te-verwalmen;
/// | \ .
trekt-uit vandaan-van~het-heiligdom ja jij-overtreedt,
// <> // !
en-niet(is't)~voor-jou tot-zwaarte vandaan-van-die-JHWH-van-Israël gods.
| .
en-voorts-is-razend NgoeZieJJáHuW, 19
// <> . . . . . . . .
en-in-de-hand-zijner (is)verwalmgoed om-te-verwalmen;
\ . .
als-hij-razend-is genoot-met~de-priesters:
☼ \\ //
en-de-melaatsheid stijgt-op op-het-voorhoofd-zijner
/// | \
[voor-de-vertegenwendiging-van de-priesters in-het-huis-van
.
[die-JHWH-van-Israël,
<> // !
vandaan-van-boven aan-de-slachtplaats-van de-verwalming.
\ |' | \\ / . .
en-voorts-wendt naar-hem NgæZàReJáHuW de-priester het-eerstdeel 20
[en-al-af~de-priesters:
/// | .
en-kijk-hier~hij melaats-zijnde op-het-voorhoofd-zijner,
<> . . . . . .
en-voorts-doen-zij-schrikken-hem vandaan-van(vanwege)-daar;
| \ .
en-ook~hij hij-haast-zich om-uit-te-trekken,
// <> !
ja aan-tast-hem die-JHWH-van-Israël.
| \\ / \ \ . .
en-voorts-geschiedt NgoeZieJJáHuW de-koning melaats tot~de-dag-van 21
[zijn-sterven:
// /// | .
en-voorts-zit-hij in-het-huis-van ontslag (als)melaatse,
// <>……………………………………\ . . . . . . . . . . .
ja afgesneden-is-hij vandaan-van-het-huis-van die-JHWH-van-Israël;
/// | \ .
en-JóWTáM de-stichtzoon-zijner (is)over~het-huis-van de-koning,
<> // !
stelregelend enwel~het-genotenvolk-van het-land.
II KRON 26,27
\\ | \ .
en-het-strak-geblevene-van de-inbrengen-van NgoeZZieJJáHuW, 22
<> . . . . . . .
de-eerdere en-de-latere;
// // <> !
op-schrijft(die) JeShàNgeJáHuW stichtzoon-van~AáMóWTs de-profeet.
\\ / . .
en-voorts-ligt-neer NgoeZZieJJáHuW genoot-met~de-omvamenden-zijner: 23
\\ /// |
en-voorts-begraven-zij enwel-hem genoot-met~de-omvamenden-zijner
/// | \ .
[op-het-veld-van de-begrafenis die(is) voor-de-koningen,
// <> \ . . . .
ja zeggen-zij melaats)is) hij;
// // <> !
en-voorts-koningt JóWTáM de-stichtzoon-zijner op-de-drukplek-zijner.
~
\\ /// | \ .
een-stichtzoon-van~twintig en-vijf jaarandering (is)JóWTáM 27.1
[als-hij-koning-wordt,
\ .
en-zes~tien jaarandering,
<> . . . . . .
koningt-hij in-JeRuWSháLáieM;
\ .
en-de-naam-van de-moederende-zijner,
<> !
JeRuWSháH stichtdochter-van~TsáDóWQ.[150]
\\ / \ . .
en-voorts-maakt-hij wat-rechtuit-is in-de-welogen-van die-JHWH-van-Israël: 2
/// | \ .
naar-al-afwat~maakt NgoeZZieJJáHuW de-omvamende-zijner,
|| <> \ . . . . . . . . . . .
alleen niet~komt-hij naar~het-tehuis-van die-JHWH-van-Israël;
// <> !
en-nog(is) het-genotenvolk zich-verdervende.
. .
hij: 3
// // <> . . . . . . .
hij-sticht enwel~de-poort-van het-huis-van~die-JHWH-van-Israël
[de-opperste;
// // <> !
en-bij-de-muur-van NgoPhèL sticht-hij in-veelvoud.[151]
II KON 27
// <> . . . . . .
en-steden sticht-hij in-het-gebergte-van~JeHuWDáH; 4
\ .
en-in-de-oerwouden sticht-hij,
<> !
burchten en-groterts[152].
☼ || \
en-hij hij-voert-broderij genoot-met~de-koning-van 5
¬ \ ,
[de-stichtkinderen-van~NgàMMóWN en-voorts-is-hij-hard over-hen
\\ /
en-voorts-geven~aan-hem de-stichtkinderen-van~NgàMMóWN
\ . .
[in-de-jaarandering (nl.)die:
| .
honderd ringstuk~zilver,
\\ /// | .
en-tien kuddetallen ringvelden tarwe,
<> \ . . . . . . . . . .
en-aan-hariggerst tien kuddetallen;
. .
dit:
/// | \ .
doen-terugkeren aan-hem de-stichtkinderen-van NgàMMóWN,
=
// <> !
en-in-jaarandering het-andertweede en-in-het-derde.
<> . . . . .
en-voorts-is-hard JóWTáM; 6
/// \ .
ja hij-doet-vastzo-zijn de-neemwegen-zijner,
<> // !
voor-de-vertegenwendiging-van die-JHWH-van-Israël de-gods-zijner.
| \ .
en-het-strakgeblevene-van de-inbrengen-van JóWTáM, 7
<> . . . . . .
en-al-af~ de-broderijen-van-hem en-de-neemwegen-zijner;
\ .
kijk-hier-zij opgeschreven,
// <> !
op~het-staafboek-van de-koningen-van~JieSseRáAéL en-JeHuWDáH.
\\\ // <> \ . . . . . . . . . . .
een-stichtzoon-van~twintig en-vijf jaarandering geschiedt-hij 8
[als-hij-koning-wordt;
\ \ <> !
en-zes~tien jaarandering koningt-hij in-JeRuWSháLáieM.[153]
II KRON 27,28
/// | .
en-voorts-ligt-neer JóWTáM genoot-met~de-omvamenden-zijner, 9
// <> \ . . . . . .
en-voorts-begraven-zij enwel-hem in-de-stad-van DáWieJD;
// // <> !
en-voorts-wordt-koning AáChàZ de-stichtzoon-zijner op-de-drukplek-zijner.[154]
~
/// | \ .
een-stichtzoon-van~twintig jaarandering (is)AáCháZ als-hij-koning-wordt, 28.1
\ .
en-zes~tien jaarandering,
<> . . . . . .
koningt-hij in-JeRuWSháLáieM;
\\\ // // <>
en-niet~maakt-hij (wat-)rechtuit(-is) in-de-welogen-van die-JHWH-van-Israël
// !
[naar~DáWieJD de-omvamende-zijner.
|' <> \ . . . .
en-voorts-gaat-hij op-de-neemwegen-van de-koningen-van JieSseRáAéL; 2
\\\ // <> !
en-ook gietwerken maakt-hij voor-de-bezitsgoden[155].
// <> \ . . . . . .
en-hij verwalmt in-de-vallei-van BèN~HieNNoM; 3
/// | .
en-voorts-verbrandt-hij enwel~de-stichtkinderen-zijner in-vuur,
| .
naar~de-gruwelijkheden-van de-naties,
| \ .
die wegvangt die-JHWH-van-Israël,
<> //
vandaan-van-de-vertegenwendiging-van de-stichtkinderen-van
!
[JieSseRáAéL.
\\\ // <>
en-voorts-slacht-hij en-voorts-verwalmt-hij op-de-cultusbulten 4
. . . . . . . . . . .
[en-op-de-heuvelmutsen;
<> // !
en-op-de-drukplek-van al-af~boomhout sappig.
// \ ¬ \
en-voorts-geeft-hem die-JHWH-van-Israël de-gods-zijner in-de-hand-van 5
\ ,
[de-koning-van AæRáM
II KRON 28
.
en-voorts-verslaan-zij-hem,
/// \\ | \
en-voorts-nemen-zij-gevangen vandaan-van-hem een-gevangenschap
.
[groot,
<> . . . . . . . .
en-voorts-doen-zij(die)-komen in-DàReMèSsèQ[156];
☼ /// | .
en-ook in-de-hand-van~de-koning-van JieSseRáAéL geeft-hij(hem),
<> // !
en-voorts-verslaat-hij~hem een-slag groot.
=
☼ \\ / . .
en-voorts-vermoordt PèQàCh stichtzoon-van~ReMàLeJáHuW in-JeHuWDáH: 6
\\ // // // <> \
honderd en-twintig kuddetal op-een-dag een-één-enkele de-al-afheid-van
. . . . . . .
[de-stichtzonen-van~vermogen;
|| <> // !
als-zij-verlaten enwel~die-JHWH-van-Israël de-gods-van
[de-omvamenden-hunner.
|| \ \ . .
en-voorts-vermoordt ZieKheRieJ een-manbaas-van AèPheRàJieM: 7
\\ | .
enwel~MàNgæSséJáHuW de-stichtzoon-van~de-koning,
<> \ . . . .
en-enwel~NgàZeRieQáM de-voorlegger-van het-huis;
<> // !
en-enwel~AèLeQáNáH de-andertweede-van de-koning.
=
☼ \\
en-voorts-nemen-gevangen de-stichtkinderen-van~JieSseRáAéL 8
/ \ . .
[vandaan-van-de-broederverwanten-hunner tweehonderd kuddetal:
| \ .
vrouwmenselijken stichtzonen en-stichtdochters,
// <> \ . . . . .
en-ook~buit veel roven-zij vandaan-van-hen;
// <> !
en-voorts-doen-zij-komen enwel~de-buit te-ShoMeRóWN.
=
II KRON 28
☼ \\ // ¬ \ ,
en-daar geschiedt een-profeet voor-die-JHWH-van-Israël NgoDéD 9
[(is)de-naam-zijner
. .
en-voorts-trekt-hij-uit:
/// | \ .
voor-de-vertegenwendiging-van de-schare die-komt te-ShieMeRóWN,
\ . .
en-voorts-zegt-hij aan-hen:
☼ \\ \\\
kijk-hier in-de-hittigheid-van die-JHWH-van-Israël
// <>
[de-gods-van~de-omvamenden-jelieder over~JeHuWDáH
\ . . . . . .
[geeft-hij-hen in-de-hand-van-jullie;
\ .
en-voorts-moorden-jullie~bij-hen in-razernij,
// <> !
tot aan-de-helftenhemel tast-hij.
☼ /// | \ .
en-nu de-stichtkinderen-van~JeHuWDáH en-JeRuSháLàieM (zijn)jullie zeggende,10
// / <> . . . . . .
om-te-bewalken[157] tot-heerdienaren en-familiebedienden voor-jullie;
/// | \ .
(zijn-)er-niet? alleen~jullie genoot-met-jullie verschuldigdheden,
<> !
aan-die-JHWH-van-Israël de-gods-jelieder.
\ .
en-nu hoort-mij, 11
\\ | .
en-doet-terugkeren de-gevangenschap,
// <> . . . . . . .
die jullie-gevangen-nemen
[vandaan-van-de-broederverwanten-jelieder;
// // <> !
ja de-gloed-van de-walgneus-van~die-JHWH-van-Israël (is)over-jullie.
=
\\ / \ . .
en-voorts-staan-op menselijken vandaan-van-de-eerstleden-van 12
[de-stichtkinderen-van~AèPheRàieM:
/// | \
NgæZàReJáHuW stichtzoon-van~JeHóWNáTáN BeRèKheJáHuW
.
[stichtzoon-van~MeShieLLéMieT,
II KRON 28
\\ | .
en-JeChieZeQieJJáHuW stichtzoon-van~ShàLLoeM,
<> . . . . .
en-NgæMáSsáA stichtzoon-van~ChàDeLáJ;
<> !
op-tegen~die-komen vandaan-van-de-schare.
\ . .
en-voorts-zeggen-zij aan-hen: 13
/// | .
niet~zijn-jullie-aan't-doen-komen enwel~de-gevangen-schap hierheen,
☼ \\ /// | \
ja tot-verschuldigdheid-aan die-JHWH-van-Israël op-ons (ziin)jullie
.
[zeggende,
// <>
om-te-doen-toevoegen boven-op~de-verwaardingen-onzer
. . . . . .
[en-boven-op~de-verschuldigdheden-onzer;
/// | .
ja~veel-is de-verschudigdheid voor-ons,
// <> !
en-de-gloed-van de-walgneus over~JieSseRáAéL.
=
\ . .
en-voorts-laten-achter de-uitgeruste(mannen): 14
| .
enwel~de-gevangenschap en-enwel~de-roof,
// <> !
voor-de-vertegenwendiging-van de-vorsten en-al-af~de-afstemming.
\ ☼ \\ //
en-voorts-staan-op de-menselijken die-ingeboord-zijn met-namen 15
\ . .
[en-voorts-maken-zij-zich-hard bij-de-gevangenschap:
¬ \ ,
en-al-af~de-naakt-gestelden-hunner bekleden-zij vandaan-van-de-buit
\ ☼
en-voorts-bekleden-zij-hen en-voorts-schoeien-zij-hen
\\ //
[en-voorts-doen-zij-eten-hen en-voorts-dernken-zij-hen
. .
[en-voorts-begieten-zij-hen:
/// | .
en-voorts-brengen-zij-hen op-ezels voor-al-af-struikelende,
// //
en-voorts-doen-zij-komen-hen te-JeRieChóW
<> \
[de-stad-van~de-dadelpalmen ter-zijde-van
II KRON 28
. . . . . .
[de-broederverwanten-hunner;
<> !
en-voorts-keren-zij-terug te-ShoMeRóWN.
~
\ . .
in-het-tij (nl.)dat: 16
|| \\\ // // <> // !
zendt koning AáCháZ op-naar~de-koningen-van AàShShuWR om-hulp voor-hem.
// <> . . . . . .
en-nogmaals AæDóWMieten komen ; 17
// <> !
en-voorts-slaan-zij-toe in-JeHuWDáH
[en-voorts-nemen-zij-gevangen~een-gevangenschap.
\ . .
en-PeLieJSheTieJM schillen-zich-binnen: 18
\\ \ ¬ ,
in-de-steden-van de-laagte en-de=zuidwoestijn (die)aan-JeHuWDáH(is)
☼ \\
en-voorts-overmeesteren-zij enwel~BéJT~ShèMèSh
/ . .
[en-enwel~AàJJáLóWN en-enwel~GeDéRóWT:
/// \\ |
en-enwel~SsóWBhóW en-de-stichtingen-zijner
\ .
[en-enwel~TtieMeNáH en-de-stichtingen-zijner,
<> . . . . . .
en-enwel~GieMeZóW en-enwel~de-stichtingen-zijner;
<> !
en-voorts-zitten-zij daar.
/// | .
ja~(zo)verdeemoedigt die-JHWH-van-Israël enwel~JeHuWDáH, 19
<> \ . . . . .
ter-oversteek-van AáCháZ koning-van~JieSseRáAéL;
/// \\ | .
ja varen-laat-hij-het in-JeHuWDáH,
// <> !
en-overtredend overtreedt-het op-die-JHWH-van-Israël.
\ .
en-voorts-komt op-tegen-hem, 21
// <> \ . . . . . . . .
TtieLeGàT[158] PieLeNeAèSèR[159] de-koning-van AàShShuWR;
// <> // !
en-voorts-maakt-hij't-eng voor-hem en-niet maakt-hij-hard-hem.
II KRON 28
/// | \ .
ja~(dan)vereffent't AáCháZ met~het-huis-van die-JHWH-van-Israël, 21
\ <> . . . . . . .
en-met~het-huis-van de-koning en-de-vorsten;
| \ .
en-voorts-geeft-hij't aan-de-koning-van AàShShuWR,
// <> !
en-niet voor-hulp aan-hem.
| \ .
en-in-het-tij-dat 't-eng-gemaakt-is voor-hem, 22
<> \ . . . . . . . . . . .
en-voorts-voegt-hij-toe om-te-overtreden op-die-JHWH-van-Israël;
<> // !
dat (is) koning AéCháZ.
. .
en-voorts-slacht-hij: 23
\ ¬ \ ,
voor-de-gods-van DàReMèSsèQ[160] die-slaan op-hem
. .
en-voorts-zegt-hij:
☼ /// | fz \
ja de-gods-van de-koningen-van~AæRáM zij(zijn) helpend
.
[enwel-hen,
// <> . . . . . . . . .
voor-hem ben-ik-aan't-slachten
[en-zijn-zij-aan't-helpen-mij;
// // <> !
en-zij zij-geschieden~voor-hem om-te-doen-struikelen-hem
[en-voor-al-af~JieSseRáAéL.
\\ / \ . .
en-voorts-haalt-bijeen AáCháZ enwel~het-gerei-van het-huis-van~de-gods: 24
| \ .
en-voorts-maakt-hij-een-einde enwel~aan-het-gerei-van
[het-huis-van~de-gods,
<> \ . . . . . . . . . . . .
en-voorts-sluit-hij enwel~de-bungeldeuren-van
[het-huis-van~die-JHWH-van-Israël;
\\ \\\ // <>
en-voorts-maakt-hij voor-zich slachtplaatsen op-al-af~wendehoek
!
[in-JeRuWSháLáieM.
\\ /// | \ .
en-in-al-af~stad en-stad voor-JeHuWDáH maakt-hij cultusbulten, 25
<> \ . . . . . .
om-te-verwalmen voor-de-gods latere;
II KRON 28,29
|| <> //
en-voorts-doet-hij-hartzeer-hebben enwel~die-JHWH-van-Israël de-gods-van
!
[de-omvamenden-zijner.
/// | .
en-het-strak-geblevene-van de-inbrengen-zijner en-al-af~de-neemwegen-zijner,26
<> . . . . . .
de-eerdere en-de-latere;
\ .
kijk-hier opgeschreven,
// <> !
op~het-staafboek-van de-koningen-van~JeHuWDáH en-JieSseRáAéL.
\\ | . .
en-voorts-ligt-neer AáChàZ genoot-met~de-omvamenden-zijner: 27
/// | .
en-voorts-begraven-zij-hem in-de-stad in-JeRuWSháLàieM,
///\ .
ja niet doen-zij-komen-hem,
<> \ . . . .
tot-de-graven-van de-koningen-van JieSseRáAéL;
// // <> !
en-voorts-koningt JeChieZeQieJJáHuW de-stichtzoon-zijner
[op-de-drukplek-zijner.
~
\ . .
JeChieZeQieJJáHuW koningt: 29.1
/// | .
een-stichtzoon-van~twinitig en-vijf jaarandering,
/// \\ | .
en-twintig en-negen jaarandering,
<> . . . . . .
koningt-hij in-JeRuWSháLáieM;
\ .
en-de-naam-van de-moederende-zijner,
<> !
AæBhieJJáH stichtdochter-van~ZeKhàReJáHuW.
// <> \ . . . . . . . . . . .
en-voorts-maakt-hij wat-rechtuit-is in-de-welogen-van die-JHWH-van-Israël; 2
// <> // !
naar-al-af wat~maakt DáWieJD de-omvamende-zijner.
\ | \\ /
hij in-de-jaarandering (die)de-eerste(is) voor-het-koningschap-zijner 3
\ . .
[in-de-nieuwmaand (die(de-eerste(is):
// // <>
hij-opent enwel~de-bungeldeuren-van het-huis-van die-JHWH-van-Israël
II KRON 29
!
[en-voorts-maakt-hij-hard-hen.
// <> . . . . . . .
en-voorts-doet-hij-komen enwel~de-priesters en-enwel~de-LeWieten; 4
<> // !
en-voorts-haalt-hij-bijeen-hen aan-de-wijdte-van de-zonne-opstijging[161].
// <> \ . . . . . . .
en-voorts-zegt-hij aan-hen hoort-mij oh-LeWieten; 5
\ . .
welnu heiligt-je:
| /// | \
en-heiligt enwel~het-huis-van die-JHWH-van-Israël de-gods-van
.
[de–omvamenden-jelieder,
// <> !
en-doet-uittrekken enwel~het-uitstotelijke[162]
[vandaan-van-het-geheiligde.
\ . .
ja~(zij)overtreden de-omvamenden-onzer: 6
// // //
en-zij-maken het-kwade in-de-welogen-van
<> . . . . .
[die-JHWH-van-Israël~de-gods-onzer en-zij-verlaten-hem;
\\\ //
en-voorts-singelen-zij-weg de-vertegenwendiging-hunner
// <> !
[vandaan-van-het-voortgewoon-van die-JHWH-van-Israël
[en-voorts-geven-zij~de-nek.
\ || \ . .
ook sluiten-zij de-bungeldeuren-van de-voorhal: 7
| .
en-voorts-blussen-zij enwel~de-lampen,
<> \ . . . . . . . . . .
en-verwalming niet verwalmen-zij;
| \ .
en-een-opgaander doen-zij-niet~opgaan in-het-geheiligde,
<> !
voor-de-gods-van JieSseRáAéL.
| \ .
en-voorts-geschiedt de-toorn-van die-JHWH-van-Israël, 8
<> . . . . . .
over~JeHuWDáH en-JeRuWSháLáieM;
/// | \ .
en-voorts-geeft-hij-hen-over aan-gebibber aan-ontzetting en-aan-gelipfluit,
// // <> !
zoals jullie (zijn)ziende met-de-welogen-jelieder.
II KRON 29
// // <> . . . . . . .
en-kijk-hier (zo)vallen de -omvamenden-onzer door-een-zwaard; 9
\\ \\\
en-de-stichtzonen-onzer en-de-stichtdochters-onzer
// <> !
[en-de-vrouwmenselijken-onzer (zijn)in-gevangenschap om~dit.
| .
welnu genoot-met~het-hart-mijner(is't), 10
\ .
om-af-te-scheiden een-zuivergang,
<> \ . . . . .
voor-die-JHWH-van-Israël de-gods-van JieSseRáAéL;
// <> // !
en-aan't-omkeren-is vandaan-van-ons de-gloed-van de-neuswalging-zijner.
SEDER
|| <> . . . . . .
stichtkinderen-mijner welnu niet~zorgeloos-aan't-zijn-jullie; 11
|| \ . .
ja~op-jullie is-de-keus-van die-JHWH-van-Israël:
/// | .
om-staande-te-blijven voor-de-vertegenwendiging-zijner
[om-te-bedienen-hem,
// <> // !
en-om-te-geschieden voor-hem tot-bedienaren en-verwalmers.
=
\ ☼ \ ||
en-voorts-staan-op de-LeWieten MàChàT stichtzoon-van~NgæMáSsàJ 12
\ ¬ \
[en-JóWAéL stichtzoon-van~NgæZàReJáHuW vandaan-van-de-stichtkinderen-van
,
[de-QeHáTieten
\ .
en-vandaan-van~de-stichtkinderen-van MeRáRieJ,
/// .
QieJSh stichtzoon-van~NgàBheDieJ,
<> . . . . .
en-NgæZàReJáHuW stichtzoon-van~JeHàLLèLeAéL;
.
en-vandaan-van~de-GéReSheNieten,
| .
JóAáCh stichtzoon-van~ZieMMáH,
<> !
en-NgéDèN stichtzoon-van~JóAáCh.
| .
en-vandaan-van~de-stichtkinderen-van AêLieTsáPháN, 13
II KRON 29
<> . . . . . .
ShieMeRieJ en-JeNgieWAéL;
\ .
en-vandaan-van~de-stichtkinderen-van AáSáPh,
<>
ZeKhàReJáHuW en-MàTTàNeJáHuW.
=
// <> \ . . . . .
en-vandaan-van~de-stichtkinderen-van HéJMáN JeHóWAéL en-ShieMeNgieJ; 14
\ .
en-vandaan-van~de-stichtkinderen-van JeDuWTuWN,
<> !
SheMàNgeJáHuW en-NgoeZieJAéL.
/// |
en-voorts-halen-zij-bijeen enwel~de-broederverwanten-hunner 15
.
[en-voorts-heiligen-zij-zich,
// <> \
en-voorts-komen-zij naar-het-gebod-van~de-koning naar-de-inbreng-van
. . . . . . . . . . . .
[die-JHWH-van-Israël;
<> // !
ter-reiniging-van het-huis-van die-JHWH-van-Israël.
\ ☼ \
en-voorts-komen de-priesters voor-het-inwendige-van 16
¬ ,
[het-huis-van~die-JHWH-van-Israël ter-reiniging
. .
en-voorts-doen-zij-uittrekken:
/// | /// | \
enwel al-af~het-besmette dat zij-vinden in-het-tehuis-van
.
[die-JHWH-van-Israël,
<> \ . . . . . . . . . . .
tot-de-grafshof-van het-huis-van die-JHWH-van-Israël;
| .
en-voorts-krijgen-het de-LeWieten,
// <> !
om-het-te-doen-uittrekken tot-de-beek~QieDeRóWN straatbuiten.
☼ || \
en-voorts-pakken-zij-het-aan op-een-één-enkele voor-de-nieuwmaand 17
¬ .
[de-eerste om-te-heiligen,
\\\ \ . .
en-op-dag acht voor-de-nieuwmaand:
fz \ .
komen-zij voor-de-voorhal-van die-JHWH-van-Israël,
II KRON 29
// <>
en-voorts-heiligen-zij enwel~het-huis-van~die-JHWH-van-Israël
\ . . . . .
[in-dagen acht;
\\ // // // <> !
en-op-dag zes – tien voor-de-nieuwmaand de-eerste zijn-zij-al-af.
=
/// \\ | \ .
en-voorts-komen-zij in-het-inwendige naar~ChieZeQieJJáHuW de-koning, 18
.
en-voorts-zeggen-zij,
\\ \ . . . . . . . . . . .
wij-reinig(d)en enwel~al-af~het-huis-van die-JHWH-van-Israël;
/// | .
enwel~de-slachtplaats-van de-opgaander
[en-enwel~al-af~de-gereistukken-daarvan,
// <> !
en-enwel~de-tafel-van de-rangschikking
[en-enwel~al-af~de-gereistukken-darvan.
\ . .
en-enwel al-af~de-gereistukken: 19
\ ☼ \\ \\\ //
die doet-wegstinken koning AáCháZ bij-het-koningschap-zijner
<> \ . . . . . . . . . .
[bij-de-overtreding-zijner doen-wij-vast-zo-zijn en-heiligen-wij;
|| <> !
en-kijk-hier-zij voor-de-vertegenwendiging-van die-JHWH-van-Israël.
=
| \ .
en-voorts-schoudert-zich JeChieZeQieJJáHuW de-koning, 20
|' <> \ . . . . .
en-voorts-haalt-hij-bijeen enwel de-vorsten-van de-stad;
<> // !
en-voorts-gaat-hij-op tenhuize-van die-JHWH-van-Israël.
\ ☼ \ // \
en-voorts-doen-zij-komen varren~zeven en-reebokken zeven en-lammeren 21
. .
[zeven:
\\ /// | .
en-bokken-van geiten zeven ter-verwaarding,
// <> . . . . .
over~het-koninkrijk en-over~het-heiligdom en-over~JeHuWDáH;
. .
en-voorts-zegt-hij:
II KRON 29
/// | .
aan-de-stichtzonen-van AàHæRoN de-priesters,
<> // !
om-te-doen-opgaan op~de-slachtplaats-van die-JHWH-van-Israël.
| .
en-voorts-villen-zij het-rundvee, 22
/// | .
en-voorts-krijgen de-priesters enwelhet-roods,
<> . . . . . . . . . .
en-voorts-besprenkelen-zij de-slachtplaats;
\ . .
en-voorts-villen-zij de-reebokken:
/// | .
en-voorts-sprenkelen-zij het-roods op-de-slachtplaats,
| .
en-voorts-villen-zij de-lammeren,
// <> !
en-voorts-sprenkelen-zij het-roods op~de-slachtplaats.
\\ | \ .
en-voorts-reiken-zij-aan enwel~de-bokharigen-van de-verwaarding, 23
// <> . . . . . . . . . .
voor-de-vertegenwendiging-van de-koning en-de-afstemming;
// <> !
en-voorts-stutten-zij de-handen-hunner op-hen.
| .
en-voorts-villen-hen de-priesters, 24
/// | .
en-voorts-verwaarden-zij samen-met-het-roods-hunner de-slachtplaats,
<> . . . . .
ter-betegening over~al-af~JieSseRáAéL;
/// | \ .
ja voor-al-af~JieSseRáAéL zegt de-koning,
<> !
(is)de-opgaander en-de-verwaarding.
\\ // \
en-voorts-doet-hij-staande-blijven enwel~de-LeWieten ten-huize-van 25
. .
[die-JHWH-van-Israël:
\\ | \ .
met-scheemschelparen met-slapters en-met-cisters,
// // // <>
naar-gebod-van DáWieD en-GáD de-schouwer-van~de-koning
\ . . . . .
[en-NáTháN de-profeet;
\\\ // <> !
ja door-de-hand-van~die-JHWH-van-Israël (is)het-gebod
[door-de-hand-van-de-profeten-zijner.
II KRON 29
=
/// | \ .
en-voorts-blijven-staande de-LeWieten bij-de-gereistukken-van DáWieJD, 26
<> !
en-de-priesters met-de-hofgrastrompetten.
=
\\ | .
en-voorts-zegt ChieZeQieJJáHuW, 27
// <> . . . . . . . . . .
te-doen-opgaan de-opgaander voor-de-slachtplaats;
|| \ . .
en-op-het-tij-dat aangepakt-wordt de-opgaander:
/// | .
wordt-aangepakt de-zang-van~die-JHWH-van-Israël
[en-de-hofgrastrompetten,
.
en-op-de-handen-van[163],
<> // !
de-gereistukken-van DáWieJD de-koning-van~JieSseRáAéL.
| .
en-al-af~de-afstemming[164] (zijn)zich-bukkenden, 28
\ .
en-de-zang gezongen-wordend,
<> . . . . . . . . . . . . .
en-de-hofrgrastrompetten getrompetterd-wordend;
|| <> // !
de-al-afheid tot aan-het-al-af-zijn-van de-opgaander.
<> . . . . . . . . . .
en-als-al-af-zijn de-opgaanders; 29
. .
knielen-zij:
// // <>
de-koning en-al-af~wie-gevonden-worden samen-met-hem
!
[en-voorts-bukken-zij-zich.
☼ \\ /// | .
en-voorts-zegt JeChieZeQieJJáHuW de-koning en-de-vorsten aan-de-LeWieten, 30
\\ .
om-te-bepralen die-JHWH-van-Israël,
// <> \ .
met-de-inbrengen-van DáWieJD en-AáSáPh[165] de-schouwer;
II KRON 29
| .
en-voorts-bepralen-zij tot~aan-de-vreugde,
<> !
en-voorts-nijgen-zij en-bukken-zij-zich.
~
\\ / . .
en-voorts-buigt-zich-toe JeChieZeQieJJáHuW en-voorts-zegt-hij: 31
\\ /// | .
welnu vol-zijn-doen-jullie de-handen-jelieder voor-die-JHWH-van-Israël,
\\\ // //
komt-binnen-bereik en-doet-komen slachtgaven
<> \ . . . . . . . . .
[en-behandklappingsgaven voor-het-huis-van die-JHWH-Israël;
/// | \ .
en-voorts-doen-komen de-afstemming[166] slachtgaven
[en-behandklappingsgaven,
// <> !
en-al-af~zelfopofferaar-van hart opgaanders.
|| \ ¬ \ \
en-voorts-geschiedt de-boekstaving-van de-opgaander die doen-komen 32
,
[de-afstemming
\ .
aan-rundvee zeventig,
// <> \ . . . . . . .
aan-reebokken honderd aan-lammeren twee-honderd;
// <> !
voor-opgaander voor-die-JHWH-van-Israël (zijn)al-af~deze.
. . . . . . . .
en-de-geheiligden; 33
| \ <> <> // !
(zijn)rundvee zes honderd en-voorttrekvee drie kuddetallen.
/// | \ . .
alleen de-priesters geschieden met-weinig: 34
\ .
en-niet zijn-zij't-aan't-kunnen,
<> . . . . . . . . . .
om-te-ontschillen enwel~al-af~de-opgaanders;
|| \ . .
en-voorts-vatten-hard-hen de-broederverwanten-hunner de-LeWieten: 35
/// | \ \
tot~het-al-af-zijn-van het-bodewerk en-totdat zich-aan't-heiligen-zijn
.
[de-priesters,
II KRON 29,30
/// | \ .
ja de-LeWieten (zijn)rechtuit-van hart,
<> !
om-zich-te-heiligen vandaan-van(anders-dan)-de-priesters.
\\ / \\\ //
en-ook~opgaander in-veelheid met-de-melkvetten-van de-vevredigingagaven 35
<> . . . . . . . . .
[en-met-de-uitgietingsgaven voor-de-opgaander;
<> // !
en-voorts-is-vast de-heerdienst-van het-huis-van~die-JHWH-van-Israël.
/// \\ | .
en-voorts-verheugt-zich JeChieZeQieJJáHuW en-al-af~het-genotenvolk, 36
// // <> . . . . . . . .
over(wat) vastzo-doen-zijn gods voor-het-genotenvolk;
// <> // !
ja plotseling geschiedt de-inbreng.
~
\\ // \ . .
en-voorts-zendt JeChieZeQieJJáHuW op-naar~al-af~JieSseRáAéL 30.1
[en-JeHuWDáH:
| | \ .
en-ook~brieven schrijft-hij op-naar~AêPheRàJieM en-MeNàShShèH,
// <> . . . . . . .
om-te-komen tot-het-huis-van~die-JHWH-van-Israël in- [JeRuWSháLáieM;
\ .
om-te-maken PèSàCh,
<> // !
voor-die-JHWH-van-Israël de-gods-van JieSseRáAéL.
\\ \\\ // <>
en-voorts-beraadslaagt de-koning en-de-vorsten-zijner en-al-af~de-afstemming2
. . . . .
[in-JeRuWSháLáieM;
// <> // !
om-te-maken het-PèSàCh op-de-nieuwmaand de-andertweede.
\ \\\ // <> \ . . . . .
ja niet kunnen-zij-het-aan om-het-te-maken in-het-tij (nl.)dat; 3
/// // | \ .
ja de-priesters niet~reinigingen-zij-zich aan-de-maat,
<> <> !
en-het-genotenvolk niet halen-zij-zich-bijeen in-JeRuwSháLáieM.
// <> \ . . . . . . .
en-voorts-is-rechtuit de-inbreng in-de-welogen-van de-koning; 4
<> !
en-in-de-welogen-van al-af~de-afstemming.
\ . .
en-voorts-doen-zij-staande-blijven een-inbreng: 5
II KRON 30
\\ /// |
om-te-doen-oversteken een-stem in-al-af~JieSseRáAéL
\ .
[vandaan-van-BéAR~ShèBhàNg en-tot~DáN,
|| // // //
om-te-komen om-te-maken PèSàCh voor-die-JHWH-van-Israël
<> . . . . . .
[de-gods-van~JieSseRáAéL in-JeRuWSháLáieM;
\ // // <> !
ja niet veel maken-zij('t) zoals-geschreven.
¬ \\ / \\\
en-voorts-gaan de-snellopers met-de-brieven vandaan-van-de-hand-van 6
\ . .
[de-koning en-de-vorsten-zijner:
| .
in-al-af~JieSseRáAéL en-JeHuWDáH,
// <> . . . . . . .
en-naar-het-gebod-van de-koning om-te-zeggen;
\ . .
stichtkinderen-van JieSseRáAéL:
/// . .
keert-terug naar~die-JHWH-van-Israël:
| | \ .
de-gods-van AàBheRáHáM JieTseCháQ en-JieSseRáAéL,
| .
en-hij-is-aan't-terugkeren naar~de-ontkomenen,v
\ .
van-eerder voor-jullie,
<> //
vandaan-van-de-handzool-van de-koningen-van !
[AàShShuWR.
. .
en-niet~aan't-geschieden-jullie: 7
| .
zoals-de-omvamenden-jelieder en-zoals-de-broederverwanten-jelieder,
\ .
die overtreden,
<> \ . . . . . .
tegen-die-JHWH-van-Israël de-gods-van
[de-omvamenden-hunner;
\ .
en-voorts-geeft-hij-hen aan-ontzetting,
<> // !
zoals jullie ziende(zijn).
|| // <> . . . . . .
welnu niet-aan't-verstijven-jullie de-nek-jelieder zoals-de-omvamenden-jelieder;8
\ . .
en-geeft~een-hand aan0die-JHWH-van-Israël:
II KRON 30
/// | \ .
en-komt tot het-heiligdom-zijner dat hij-doet-heiligen wereldlang,
| \ .
en-heerdient enwel~die-JHWH-van-Israël de-gods-jelieder,
// // //
en-aan't-omkeren-is vandaan-van-jullie de-gloed-van
!
[de-neuswalging-zijner.
\ || . .
ja als-jullie-omkeren op-tot~die-JHWH-van-Israël: 9
\\ ///
(zijn)de-broederverwanten-jelieder en-de-stichtkinderen-jelieder
| \ .
[tot-moederschoten voor-de-vertegenwendiging-van
[wie-gevangenen-zijn-van-hen,
<> \ . . . .
en-tot-terugkeer tot-het-land (nl.)dit;
/// | \
ja~gratieverlenend en-moederschoot-hebbend (is)die-HWH-van-Israël
,
[de-gods-jelieder,
/// | .
en-niet~is-hij-aan't-doen-wijken de-vertegenwendiging vandaan-van-jullie,
<> !
ware't-dat~jullie-aan't-terugkeren-zijn naar-hem.
~
\\ / \ \\\
en-voorts-geschieden-er snelloppers die-oversteken vandaan-van-stad 10
// // <> . . . . . .
[voor-stad in-het-land~AèPheRàJieM en-MeNàShShèH en-tot~ZeBhoeLuWN;
// \ .
en-voorts-geschieden-zij lachend over-hen,
<> !
en-schaterend bij-hen.
// // . . . . . . .
daarentegen~menselijken vandaan-vanAáShéR en-MeNàShShèH; 11
,
zij-verdeemoedigen-zich,
<> !
en-voorts-komen-zij te-JeRuWSháLáieM.
\ . .
ook in-JeHuWDáH: 12
| \ .
geschiedt de-hand-van de-gods,
// <> \ . . . . . .
om-te-geven aan-hen een-hart één-enkel;
II KRON 30
|| // // <> //
om-te-maken het-gebod-van de-koning en-de-vorsten bij-de-inbreng-van
!
[die-JHWH-van-Israël.
/// \\ | .
en-voorts-halen-zij-bijeen in-JeRuWsháLàieM een-genotenvolk~veel, 13
// // <> \
om-te-maken enwel~het-feest-van de-uitgeduwde(koeken) in-nieuwmaand
. . . . . . . . .
[andertwee;
<> // !
een-afstemming in-veelheid machtig.
|| \\ | .
en-voorts-staan-zij-op en-voorts-doen-zij-wijken enwel~de-slachtplaatsen, 14
<> . . . . . .
die (zijn)in-JeRuWSháLáieM;
/// | .
en-enwel al-af~de-verwalmingsplaatsen doen-zij-wijken,
<> // !
en-voorts-werpen-zij-(ze)weg aan-de-beek QieDeRóWN.
\ .
en-voorts-villen-zij het-PèSàCh, 15
// <> \ . . . . . . . . .
op-de-veer-tiende voor-nieuwmaand andertwee;
\\ /// | .
de-priesters en-de-LeWieten zijn-schaamdeelachtig en-voorts-heiligen-zij-zich,
// <> // !
en-voorts-doen-zij-komen opgaanders ten-huize-van die-JHWH-van-Israël.
/// | .
en-voorts-blijven-zij-staande op-de-stand-hunner naar-de-stelregeling-hunner,16
<> \ . . . . . .
naar-de-uitleg-van MoShèH de-manmenselijke-van~de-gods;
| \ .
de-priesters sprenkelend enwel~het-roods,
<> !
vandaan-van-de-hand-van de-LeWieten.
// <> \ . . . . . . . .
ja~een-veelheid in-de-afstemming die niet~zich-heiligen; 17
|| \ . .
en-de-LeWieten(zijn) over-het-villen-van de-PèSàCh(dieren):
| \ .
voor-al-af-wie niet rein(is),
<> !
om-te-heiligen voor-die-JHWH-van-Israël.
\ \ |' ☼ \\
ja een-veelheid-van het-genotenvolk een-veelheid vandaan-van-AèPheRàJieM 18
/ /// | \ .
[en-MeNàShShèH JieSsSsàSseKhKhàR en-ZeBhoeLuWN niet reinigden-zij-zich,
II KRON 30
// <> \ . . . . . . . . .
ja~zij-eten enwel~het-PèSàCh wat-niet-is naar-het-geschrevene;
☼ \\ // | .
ja uitspreekt-zich JeChieZeQieJJáHuW over-hen te-zeggen,
<> <> // !
die-JHWH-van-Israël die-goed-is is-aan't-betegenen hierbij.
\ .
al-af~het-hart-zijner doet-hij-vastzo-zijn, 19
// // <> \
om-na-te-vragen de-gods die-JHWH-van-Israël de-gods-van
. . . . .
[de-omvamenden-zijner;
<> // !
en-niet(is't) naar-de-reinheid-van het-geheiligde.
=
/// | .
en-voorts-hoort die-JHWH-van-Israël naar~JeChieZeQieJJáHuW, 20
<> !
en-voorts-herstelt-hij enwel~het-genotenvolk.
=
\ ☼ \\
en-voorts-maken de-stichtkinderen-van~JieSseRáAéL die-gevonden-worden 21
/ \\\ // // <>
[in-JeRuWSháLàieM enwel~het-feest-van de-uitgeduwde(koeken) zeven dagen
\ . . . . . .
[met-vreugde groot;
\ // \ || \\\
en-bepralenden voor-die-JHWH-van-Israël dag bij-dag (zijn)de-LeWieten
// <> !
[en-de-priesters met-gerei-van~sterkte voor-die-JHWH-van-Israël.
=
\ . .
en-voorts-brengt-in JeChieZeQieJJáHuW: 22
| .
op~het-hart-van al-af~de-LeWieten,
// <> . . . . . . . . . . . .
die-onderwezen-zijn een-onderwezenheid~goed
[voor-die-JHWH-van-Israël;
/// | \ .
en-voorts-eten-zij enwel~(dat-van)de-gemeenschapsordening zeven dagen,
| \ .
slachtende slachtgaven-van vervredigingen,
II KRON 30
.
en-zich-behandklappend,
<> \ !
voor-die-JHWH-van-Israël de-gods-van de-omvamenden-hunner.
=
\ .
en-raad-verschaffen al-af~de-afstemming, 23
|| // <> . . . . . . . . .
om-te-maken zeven dagen er-achter-aan;
// // !
en-voorts-maken-zij zeven~dagen vreugde.
\ \ ☼ \\
ja ChieZeQieJJáHuW koning-van~JeHUWDáH regelt-een-heffing 24
/ \ ¬ \ \ ,
[voor-de-afstemming van-een-kuddetal varren en-zeven kuddetallen voorttrekvee
=
|| /// | \
en-de-vorsten regelen-een-heffing voor-de-afstemming van-varren
.
[een-kuddetal,
<> \ . . . . . . . . . .
en-van-voorttrekvee twintig kuddetallen;
// <> !
en-voorts-heiligen-zich de-priesters met-velen.
\ \ . .
en-voorts-verheugen-zich al-af~de-afstemming-van JeHuWDáH: 25
| .
en-de-priesters en-de-LeWieten,
<> \ . . . .
en-al-af~de-afstemming-van de-komenden vandaan-van-JieSseRáAél;
. .
en-de-inklampers:
| \ .
die-komen vandaan-van-het-land JieSseRáAéL,
<> !
en-de-inzittenden-van JeHuWDáH.
// <> . . . . . .
en-voorts-geschiedt-er vreugde~groot in-JeRuWsháLáieM; 26
☼ || /// | \
ja vandaan-van-de-dagen-van SheLoMoH stichtzoon-van~DáWieD koning-van
.
[JieSseRáAéL,
// <> !
niet als-dit in-JeRuWSháLáieM.
II KRON 30,31
=
/ <> | \
en-voorts-staan-op de-priesters de-LeWieten en-voortz-zegenen-zij-in 27
.
[enwel~het-genotenvolk,
<> . . . . . . .
en-voorts-hoort-het op-de-stem-hunner;
\\\ // // <>
en-voorts-komt de-uitspraak-hunner tot-het-domicilie-van de-heiligheid-zijner
!
[tot-de-helftenhemel.
~
\ | \\ // ¬
en-als-al-af-is al-af~dit trekken-uit al-af~JieSseRáAéL die-gevonden-worden 31.1
\ ,
[voor-de-steden-van JeHuWDáH
\ \ \ |'
en-voorts-breken-zij de-plaatspalen en-voorts-kappen-zij-om de-cultbomen
\ ☼
[en-voorts-rukken-zij-omver enwel~de-cultus-bulten
|| \\\ //
[en-enwel~de-slachtplaatsen vandaan-van-al-af~JeHuWDáH en-BieNeJáMieN
// <> . . . . . . . . . .
[en-in-AèPheRàJieM en-MeNàShShèH tot~aan-het-al-af-zijn-toe;
/ \\\ // //
en-voorts-keren-terug al-af~de-stichtkinderen-van JieSseRáAéL iedermenselijke
<> !
[tot-de-omgrijping-zijner tot-de-steden-hunner.
=
\ |' \
en-voorts-doet-staande-blijven JeChieZeQieJJáHuW enwel~vereffeningen-van 2
\ ☼ || \
[de-priesters en-de-LeWieten over-de-vereffeningen-hunner iedermenselijke
\ . .
[naar-de-mond-van de-heerdienst-zijner:
| .
voor-de-priesters en-voor-de-LeWieten,
<> . . . . . . . . . . . . .
voor-de-opgaander en-voor-de-vervredigingsgaven;
| \ .
voor-de-bediening en-voor-de-behandklapping en-voor-de-bepraling,
<> // !
in-de-poorten-van de-neerlatingen-van die-JHWH-van-Israël.
II KRON 31
=
☼ \\ / . .
en-de-besomming-van de-koning vandaan-van-de-have-zijner 3
[voor-de-opgaanders:
| \ .
voor-de-opgaanders-van de-ochtend en-de-avond,
.
en-de-opgaanders,
<> . . . . . . . . . .
voor-de-verstildagen en-voor-de-gemeenschapsverordeningen;
<> // !
volgens-het-opgeschrevene in-de-uitleg-van die-JHWH-van-Israël.
/// | \ .
en-voorts-zegt-hij aan-het-genotenvolk en-aan-de-inzittenden-van 4 [JeRuWSháLàieM,
|| // <> . . . . . .
om-te-geven de-besomming-van de-priesters en-de-LeWieten;
// <> //
ter-toebuiging-daaraan-dat zij-gehard-worden in-de-uitleg-van
!
[die-JHWH-van-Israël.
\ . .
en-volgens-het-openrijten-van de-inbreng: 5
/// |
doen-veel-zijn de-stichtkinderten-van~JieSseRáAéL
\ . . . . . .
[de-eersteling(sopbrengst)-van koren:
/// | .
wegvangst en-glansolie en-honing,
<> \ . . . .
en-al-af de-inkomste-van het-veld;
// // <> !
en-het-tiende-van de-al-afheid in-veelheid doen-zij-komen.
\\\ \ . .
en-de-stichtkinderen-van JieSseRáAéL en-JeHuWDáH: 6
¬ \ ,
de-inzittenden in-de-steden-van JeHuWDáH
. .
ook~zij:
/// | .
een-tiende-van het-rundvee en-het-voorttrekvee,
\ .
een-tiende-van de geheiligde(dingen),
<> \
die-geheiligd-zijn voor-die-JHWH-van-Israël
. . . . . . .
[de-gods-hunner;
II KRON 31
|| <> // !
doen-zij-komen en-voorts-geven-zij ophopingen-van ophopingen.
=
\\ | .
in-nieuwmaand drie, 7
// <> . . . . . . . . . .
pakken-zij-aan de-ophopingen om(ze)te-grondvesten;
// <> !
in-nieuwmaand zeven maken-zij't-al-af.
\\ | \ .
en-voorts-komen JeChieZeQieJJáHuW en-de-vorsten, 8
<> . . . . . . . . . .
en-voorts-zien-zij enwel~de-ophopingen;
| .
en-voorts-zegenen-zij-in enwel~die-JHWH-van-Israël,
// !
en-enwel het-genotenvolk-zijner JieSseRáAéL.
~
\ . .
en-voorts-vraagt JeChieZeQieJJáHuW: 9
// <> !
om~de-priesters en-de-LeWIeten over~de-ophopingen.
SEDER
\ . .
en-voorts-zegt tot-hem: 10
\\\ // <> \ . . . . . . .
NgæZàReJáHuW de-priester het-eerstlid voor-het-huis-van TsáDóWQ;
\\ // \
vandaan-van-de-aanpak-van de-verheveningsgave om(die)te-doen-komen
. .
[in-het-huis-van~die-JHWH-van-Israël:
\\ /// |
wordt-er-gegeten en-wordt-verzadigd en-wordt-er-strakgehouden
.
[tot~voor-een-veelheid,
/// | \ .
ja die-JHWH-van-Israël zegent-in enwel~het-genotenvolk-zijner,
<> // !
en-strak-gebleven-is enwel~het-roerige (nl.)dit.
=
II KON 31
\ . .
en-voorts-zegt JeChieZeQieJJáHuW: 11
\\\ // // <>
on-te-doen-vast-zijn dienstvertrekken in-het-huis-van die-JHWH-van-Israël
!
[en-voorts-doen-zij(ze)vast-zijn.
\\ \\\ //
en-voorts-doen-zij-komen enwel~de-verheveningsgave en-de-tiende 12
<> . . . . . . . . .
[en-de-geheiligde(dingen) in-getrouwheid;
/// | \ .
en-over-deze (is)voorlegger KáWNàNeJáHuW de-LeWiet,
en-ShieMeNgieJ de-broederverwant-zijner andertweede.
|' ☼ \\ / ///
en-JeChieJAéL en-NgæZàReJáHuW en-NàChàT en NgæSháHéAL en-JeRieMóWT 13
| \ .
[en-JóWZáBháD en-AêLieJAéL en-JieSeMàKheJáHuW,
<> . . . . . .
en-MàChàTen-BeNáJáHuW;
. .
bemoeienishebbenden:
/// \\ | \ .
vandaan-van-de-hand-van KáWNàNeJáHuW en-ShieMeNgieJ
[de-broederverwant-zijner,
| \ .
op-bemoeienis-van JeChieZeQieJJáHuW de-koning,
<> // !
en-NgàZàReJáHuW voorlegger-van het-huis-van~de-gods.
\\ /// | \ .
en-QóWRéA stichtzoon-van~MeNáH de-LeWiet de-poorter 14
[aan-het-opstijgoosten,
<> \ . . . . .
(is)over de-zelfopofferingsgaven-voor de-gods;
| \ .
om-te-geven de-verheveningsgave-van die-JHWH-van-Israël,
<> !
de-geheiligde(dingen)-van de-geheiligden.
|' \ ☼ \\
en-op~de-hand-van NgéDèN en-MieNeJáMieN en-JéShuWàNg 15
// \\\ // //
[en-SheMàNgeJáHuW AæMàReJáHuW en-SheKhàNeJáHuW in-de-steden-vnan
<> . . . . . . . . .
[de-priesters in-getrouwheid;
/// | .
om-te-geven aan-de-broederverwanten-hunner bij-de-vereffeningen,
<> !
zowel-groot als-klein.
II KRON 31
|| \ . .
afgezonderd-van wie-zich-laat-registreren tot-aanhakers: 16
\\ /// | .
vandaan-van-een-stichtzoon-van drie jaaranderingen en-daarboven,
// <>
voor-al-af~wie-komt voor-het-huis-van~die-JHWH-van-Israël
\ . . . . . .
[voor-de-inbreng-van~de-dag op-de-dag-zijner;
. .
voor-de-heerdienst-hunner,
<> !
op-de-waarhoudtijden-hunner naar-de-vereffeningen-hunner.
\\ /// | \ .
en-samen registreert-hij de-priesters voor-het-huis-van 17
[de-omvamenden-hunner,
.
en-de-LeWieten,
// // <> . . . . . .
vandaan-van-een-stichtkind-van twintig jaarandering en-daarboven;
<> !
bij-de-waarhoudtijden-hunner bij-de-vereffeningen-hunner.
. .
om-te-registreren: 18
\\\ //
bij-al-af~het-trippelkroost de-vrouwmenselijken-hunner
// <> . . . . . . . . . .
[en-de-stichtzonen-hunner en-de-stichtdochters-hunner
[voor-al-af~de-afstemming;
// <> !
ja met-de-getrouwheid-hunner zijn-zij-zich-aan't-heiligen~heilig.
☼ \\ / |
en-voor-de-stichtkinderen-van AàHæRoN de-priesters in-de-velden-van 19
/// | \ .
[de-dreve-van de-steden-hunner in-al-af~stad na-stad,
|| // <> . . . . . . .
menselijken die ingeboord-zijn met-namen;
\ . .
om-te-geven besommingen:
| .
aan-al-af~aanhaker-van de-priesters,
<> !
en-aan-al-af~geregistreerde bij-de-LeWieten.
\\\ // <> . . . . .
en-voorts-maakt zoals-dit JeChieZeQieJJáHuW in-al-af~JeHuWDáH; 20
\\ /// | .
en-voorts-maakt-hij het-goede en-het-rechtuite en-het-trouwe,
<> // !
voor-de-vertegenwendiging-van die-JHWH-van-Israël de-gods-zijner.
II KRON 31,32
|| \ \ . .
en-bij-al-af~maaksel dat~hij-aanpakt bij-de-heerdienst-van 21
[het-huis-van~de-gods:
| .
en-bij-de-uitleg en-bij-het-gebod,
<> . . . . . . .
om-na-te-vragen de-gods-zijner;
// <> !
met-al-af~het-hart-zijner maakt-hij('t) en-zet-hij-door.
~
| /// | .
laat-na de-inbrengen en-de-trouw (nl.)deze, 32.1
<> \ . . . . . . . .
komt SàNeChéRieJB koning-van~AàShShuWR;
\ . .
en-voorts-komt-hij in JeHuWDáH:
\\ | \ .
en-voorts-laat-hij-zich-neer op~de-steden (die)ontoegankelijk(zijn),
<> // !
en-voorts-zegt-hij af-te-splijten-hen naar-zich.[167]
| .
en-voorts-ziet JeChieZeQieJJáHuW, 2
<> . . . . . .
ja~(daar)komt SàNeChéRieBh;
|| <> !
en-de-vertegenwendiging-zijner(is) ter-broderij op-tegen~JeRuWSháLáieM.
. .
en-voorts-beraadslaagt-hij: 3
| .
genoot-met~de-vorsten-zijner en-de-heerbazen-zijner,
| \ .
om-dicht-te-stoppen enwel~de-wateren-van de-oogwellen,
<> \ . . . . .
die(zijn) in-het-straatbuiten voor-de-stad;
!
en-voorts-helpen-zij-hem.
\ .
en-voorts-verzamelen-zij genotenvolk~veel, 4
| .
en-voorts-stoppen-zij-dicht enwel~al-af~de-oogwellen,
// // <>
en-enwel~de-beek die-spoelt in-het-midden-van~het-land
. . . . . .
[door-te-zeggen;
II KRON 32
/// \\ | \ .
voor-wat? zijn-aan't-komen de-koningen-van AàShShUWR,
<> // !
en-zijn-zij-voorts-aan't-vinden wateren vele.
|' ☼ \\
en-voorts-maakt-hij-zich-hard en-sticht-hij enwel~al-af~de-muur 5
/ \ . .
[die-opengereten-is en-voorts-doet-hij(die)opgaan op~de-groterts[168]:
\\ | \ .
en-voor-het-straatbuiten de-muur westenlaat,
// <> \
en-voorts-maakt-hij-hard enwel~de-MieLLóWA[169]-van de-stad-van
. . . . . >
[DáWieJD;
// // <> !
en-voorts-maakt-hij afzendtuig in-veelheid en-schutsschilden.
// // <> . . . . . . . . . .
en-voorts-geeft-hij vorsten-van broderijen over~het-genotenvolk; 6
\ . .
en-voorts-verzamelt-hij-hen tot-zich:
| \ .
naar~de-wijdte-van de-poort-van de-stad,
// <> !
en-voorts-brengt-hij-in op~het-hart-hunner door-te-zeggen.
\ .
weest-hard en-weest-bothard, 7
\ . .
niet~zijn-jullie-je-aan't-ontzien en-niet~ben-je-je-aan't-ontzetten:
| \
vandaan-van(vanwege)-de-vertegenwendiging-van de-koning-van
.
[AàShShuWR,
<>
en-vandaan-van-voor(vanwege)-de-vertegenwendiging-van
\ . . . . . .
[al-af~het-roerige dat(is)~genoot-met-hem;
// <> !
ja~genoot-met-ons is-veel vandaan-van(anders-dan)-genoot-met-hem.[170]
| \ .
genoot-met-hem(is) een-arm-van vlees, 8
/ /// \\ | .
en-genoot-met-ons (is)die-JHWH-van-Israël de-gods-onzer om-te-helpen-ons,
<> . . . . . .
en-om-broderij-te-voeren de-broderij-onzer;
II KRON 32
\ .
en-voorts-stutten-zij (nl.)het-genotenvolk,
<> // !
op~de-inbrengen-van JeChieZeQieJJáHuW koning-van~JeHuWDáH.
~
\ . .
laat-na dit: 9
☼ \\ /// |
zendt SàNeChéRieJBh de-koning-van~AàShShuWR de-heerdienaren-zijner
.
[JeRuWShrLàieM-waarts,
| .
en-hij(is) op~LáKhieJSh,
<> . . . . . .
en-al-af~de-vore-stelling-zijner genoot-met-hem;
\\ | // .
op-tegen~JeChieZeQieJJáHuW de-koning-van JeHuWDáH,
// // <> !
en-op-tegen~al-af~JeHuWDáH dat(is) in-JeRuWSháLàieM om-te-zeggen.[171]
\ .
zo zegt, 10
<> \ . . . . . . .
SàNeChéRieJBh de-koning-van AàShShuWR;
| .
op~wat? (zijn)jullie je-veilig-wetend,
// <> !
en-zittend in-een-engte in-JeRuWSháLáieM.
/// \\ | \ .
(is)niet? JeChieZeQieJJáHuW verlokkend enwel-jullie, 11
\ .
om-te-geven enwel-jullie,
// // <> . . . . . . .
aan-het-sterven door-honger en-door-dorst door-te-zeggen;
\ . .
die-JHWH-van-Israël de-gods-onzer:
|| <> //
hij-is-aan't-uitslepen-ons vandaan-van-de-handzool-van de-koning-van
!
[AàShShuWR.
| .
is-hij~niet? JeChieZeQieJJáHuW, 12
// <> . . . . . .
die-doet-wijken enwel~de-cultusbultenzijner
[en-enwel~de-slachtplaatsen-zijner;
II KRON 32
\\ /// \\ | .
en-voorts-zegt-hij aan-JeHuWDáH en-aan-JeRuWSháLàieM te-zeggen,
| \\\ //
voor-de-vertegenwendiging-van een-slachtplaats een-één-enkele
<> // !
[zijn-jullie-je-aan't-bukken en-daarop zijn-jullie-aan't-verwalmen.[172]
\ . .
niet? volkènnen-jullie: 13
/// \\ | \ .
wat ik-maak ik en-de-omvamenden-mijner,
<> \ . . . . . . .
aan-al-af de-genotenvolken-van de-landen;
\ . .
't-aankunnend? zijn-zij't-aan't-aankunnen:
| \ .
de-gods-van de-naties-van de-landen,
// <> !
om-uit-te-slepen enwel~de-landen-hunner
[vandaan-van-de-hand-mijner.
☼ || /// \\ | \ \
wie? bijal-af~de-gods-van de-naties (nl.)deze die met-de-ban-slaan 14
.
[de-omvamenden-mijner[173],
.
is't-aan't-aankunnen,
// <> . . . . . .
om-uit-te-slepen enwel~het-genotenvolk-zijner
[vandaan-van-de-hand-mijner;
/// | .
ja is-aan't-aankunnen de-gods-jelieder,
// <> !
om-uit-te-slepen enwel-jullie vandaan-van-de-hand-mijner.
|' ☼ \\ /
en-welnu niet~in-de-waan-aan't-brengen enwel-jullie ChieZeQieJJáHuW 15
\\ \ ¬ \
[en-niet~aan't-verlokken-hij enwel-jullie naar-dit en-niet~aan't-vertrouwen-jullie
,
[op-hem
\ . .
ja~niet is't-aan't-aankunnen:
\\ | \ .
al-af~godheid-van al-af~naties en-koninkrijk,
// //
om-uit-te-slepen het-genotenvolk-zijner
//
[vandaan-van-de-hand-mijner
II KRON 32
\ . . . . . . .
[en-vandaan-van-de-hand-van de-omvamenden-mijner;
fz \ .
dus ja de-gods[174]-jelieder,
// <> !
zijn-niet~uit–aan't-slepen enwel-jullie vandaan-van-de-hand-mijner.[175]
| \ .
en-nogmaals brengen-in de-heerdienaren-zijner, 16
<> . . . . . .
over~die-JHWH-van-Israël de-gods;
<> // !
en-over JeChieZeQieJJáHuW de-heerdienaar-zijner.
\ .
en-staafboeken schrijft-hij, 17
|| <> \ . . . . .
om-te-honen die-JHWH-van-Israël de-gods-van JieSseRáAéL;
\\ / . .
en-om-te-zeggen over-hem te-zeggen:
|' /// | \\ ///
als-de-gods-van de-naties-van de-landen die niet~uit-slepen
| .
[de-genotenvolken-hunner vandaan-van-de-hand-mijner,
\ || \\\ //
vaszto is-niet~aan't-uitslepen de-gods-van ChieZeQieJJáHuW
<> !
[het-genotenvolk-zijner vandaan-van-de-hand-mijner.
\\ / . .
en-voorts-roepen-zij met-een-stem~groot JeHuWDiesch: 18
/// | \ .
op-tegen~het-genotenvolk-van JeRuWSháLàieM dat(is) op~de-muur,
<> . . . .
om-ontzag-te-hebben-hen en-om-te-vcerschrikken-hen;
\\ // !
ter-toebuiging-daaraan-dat zij-aan't-overmeesteren-zijn enwel~de-stad.[176]
.
en-voorts-brengen-zij-in, 19
<> . . . . . .
tot~de-gods-van JeRuWSháLáieM;
. .
zoals-over:
| \ .
de-gods-van de-genotenvolken-van het-land,
II KRON 32
<> // !
maaksels-van de-handen-van roodling.
=
|| \ . .
en-voorts-spreekt-zich-uit JeChieZeQieJJáHuW de-koning: 20
\\\ // <> . . . . . . .
en-JeShàNgeJáHuW stichtzoon-van~AáMóWTs de-profeet hierover;
<> !
en-voorts-schreeuwen-zij-aan de-helftenhemel.[177]
~
/// | .
en-voorts-zendt die-JHWH-van-Israël een-werkbode, 21
|| // \
en-voorts-doet-hij-verholen-zijn al-af~manbaas-van vermogen
\ .
[en-voorlegger en-vorst,
<> \ . . . . . . . .
in-de-neerlatinge-van de-koning-van AàShShuWR;
☼ \\ / . .
en-voorts-keert-hij-terug mnet-schande-van vertegenwendiging
[tot-het-land-zijner:
| \ .
en-voorts-komt-hij ten-huize-van de-gods-zijner,
\ .
en-die-uittrekken vandaan-van-de-ingewanden-zijner,
<> // !
daar doen-zij-vallen-hem met-het-zwaard.
| \\ / \
en-voorts-bevrijdt die-JHWH-van-Israël enwel~JeChieZeQieJJáHuW en-enwel 22
\ . .
[de-inzittenden-van JeRuWSháLéM:
// // <>
vandaan-van-de-hand-van SàNeChàRieJBh koning-van~AàShShuWR
. . . . . . .
[en-vandaan-van-de-hand-van~de-al-afheid;
<> !
en-voorts-brengt-hij-hen-onder[178] in-een-singelrond.
☼ \\ /// | .
en(er-zijn)velen die-doen-komen cijns voor-die-JHWH-van-Israël 23
[te-JeRuWSháLàieM,
.
en-lekkernijen,
II KRON 32
<> \ . . . . .
voor-JeChieZeQieJJáHuW koning-van JeHuWDáH;
// //
en-voorts-wordt-hij-hoog-heen-gedragen voor-de-welogen-van
<> !
[al-af~de-naties laat-na~vastzo.
=
\ .
in-de-dagen (nl.)die, 24
// <> . . . . . . .
raakt-uitgeput JeChieZeQieJJáHuW tot~aan-het-sterven;
| .
en-voorts-spreekt-hij-zich-uit tot~die-JHWH-van-Israël,
\ .
en-voorts-zegt-hij aan-hem,
<> // !
en-een-godsbewijs geeft-hij aan-hem.[179]
/// | \ .
en-niet~naar-het-klaargemaakte over-hem doet-terugkeren 25
[JeChieZeQieJJáHuW,
<> . . . . . .
rijzig-wordt het-hart-zijner;
/// .
en-voorts-geschiedt toorn,
<> !
en-over~JeHuWDáH en-JeRuWSháLáieM.
/// \\ | \
en-voorts-verdeemoedigt-zich JeChieZeQieJJáHuW bij-het-rijzig-zijn-van 26
.
[het-hart-zijner,
<> \ . . . . . .
hij en-de-inzittenden-van JeRuWSHáLáieM;
/// | \ .
en-niet~komt over-hen de-toorn-van die-JHWH-van-Israël,
<> !
in-de-dagen-van JeChieZeQieJJáHuW.
\\\ // // <> \
en-voorts-geschiedt voor-JeChieZeQieJJáHuW rijkdom en-zwaarte en-veelheid 27
. . . . . . .
machtig;
\ ☼ \\ / \
en-voorraden maakt-hij~voor-zich aan-zilver en-aan-goud en-aan-gesteente
. .
[kostbaar:
II KRON 32
| .
en-aan-specerijen en-aan-schutschilden,
<> // !
en-aan-al-af gereistukken-van begeerte.
.
en-verzorgingsruimten, 28
// <> \ . . . . . . . .
voor-de-inkomst-van koren en-wegvangst en-glansolie;
| \ .
en-kribben voor-al-af~diervee en-diervee,
<> !
en-(kudde)uithalingen voor-de-kribben.
| \ .
en-steden maakt-hij voor-zich, 29
// <> . . . . . . . .
en-verworvenheid~voorttrekvee en-rundvee in-veelheid;
/// | .
ja geeft~aan-hem gods,
<> // !
hechtheid veel machtig.
\ . .
en-hij JeChieZeQieJJáHuW: 30
|| || /// |
hij-stopt-dicht enwel~de-uittrek-van de-wateren-van GieJChóWN
.
[de-opperste,
//
en-voorts-maakt-hij-rechtuit-hen
<> \ . . . . .
[tot-gerektheid~naar-het-avondwesten voor-de-stad-van DáWieD;
// <> !
en-voorts-zet-door JeChieZeQieJJáHuW bij-al-af~het-maakwerk-zijner.
|| \ \ . .
en-vastzo bij-de-geheimraden-van de-vorsten-van BáBhèL: 31
/// | . .
die-gezonden-zijn op-tegen-hem om-na-te-vragen:
| \ \ .
het-godsbewijs dat geschiedt in-het-land,
<> . . . . .
verlaat-hem de-gods;
.
om-te-beproeven-hem,
<> !
op-de-volkennis-van al-af~(wat-is)in-het-hart-zijner.
// // <>
en-het-strakgebleven-van de-inbrengen-van JeChieZeQieJJáHuW
. . . . . .
[en-de-goed-gunsten-zijner;
II KRON 32,33
\ . .
kijk-hier-zij opgeschreven:
|| /// | .
bij-het-schouwen-van JeShàNgeJáHuW stichtzoon-van~AáMóWTs de-profeet,
// <> !
op~het-staafboek-van de-koningen-van~JeHuWDáH en-JieSseRáAéL.
\\ / . .
en-voorts-ligt-neer JeChieZeQieJJáHuW genoot-met~de-omvamenden-zijner: 33
¬ ¬ \
en-voorts-begraven-zij-hem in-het-opperste-van de-graven-van
,
[de-stichtzonen-van~DáWieD
| \ .
en-zwaarte maken-zij~voor-hem bij-het-sterven-van-hem,
<> \ . . . . . .
al-af~JeHuWDáH en-de-inzittenden-van JeRuSháLáieM;
// <> !
en-voorts-koningt MeNàShShèH de-stichtzoon-zijner op-de-drukplek-zijner.
~
// <> \ . . . . . . . . . . .
een-stichtzoon-van~twaalf jaarandering (is)MeNàShShèH als-hij-koning-wordt; 33.1
// | .
en-vijftig en-vijf jaarandering,
<> !
koningt-hij in-JeRuWSháLáieM.
// <> \ . . . . . . . . . . .
en-voorts-maakt-hij het-kwade in-de-welogen-van die-JHWH-van-Israël; 2
| .
naar-de-gruwelijkheden-van de-naties,
| \ .
die weg-vangt die-JHWH-van-Israël,
<> //
vandaan-van-de-vertegenwendiging-van de-stichtkinderen-van
!
[JieSseRáAéL.
. .
en-voorts-keert-hij-om: 3
\\ | .
en-voorts-sticht-hij enwel~de-cultusbulten,
// <> \ . . . . . . .
die omverrukt JeChieZeQieJJáHuW de-omvamende-zijner;
\\ /// |
en-voorts-doet-hij-opstaan slachtplaatsen voor-de-bezitsgoden[180]
\ .
[en-voorts-maakt-hij cultbomen,
II KRON 33
\\ | \ .
en-voorts-bukt-hij-zich voor-al-af~de-schare-van de-helftenhemel.
<> !
en-voorts-heerdient-hij enwel-hen.
// <> \ . . . . . . . . . . .
en-hij-sticht slachtplaatsen in-het-huis-van die-JHWH-van-Israël; 4
\ \ .
waarvan zegt die-JHWH-van-Israël,
// <> !
in-JeRuWSháLàieM is-aan't-geschieden~de-naam-mijner voor-wereldlang.
// <> \ . . . . . .
en-voorts-sticht-hij slachtplaatsen voor-al-af~de-schare-van de-helftenhemel; 5
<> // !
in-andertwee de-grashoven-van het-huis-van~die-JHWH-van-Israël.
☼ \\ /// |
en-hij oversteken-doet-hij enwel~de-stichtkinderen-zijner in-het-vuur 6
\ . . . . .
[in-de-vallei-van het-stichtkind-van~ChieNNoM[181],
/// | .
en-hij-doet-aan-wolkschouwing en-aan-waarzeggerij en-aan-magie,
// < . . . . . . . . . . . . .
en-hij-maakt spook en-vóórkennishebber;
. .
veel-doet-hij-zijn:
// // // <>
om-te-maken het-kwade in-de-welogen-van die-JHWH-van-Israël
!
[om-hartzeer-tegeven-hem.
|| // <> \ . . . . . . .
en-voorts-stelt-hij enwel~een-beitelwerk de-fetisj[182] die hij-maakt; 7
\ . .
in-het-huis-van de-gods:
\\ /// | | \ .
waarvan zegt gods tot~DáWieJD en-tot~SheLoMoH de-stichtzoon-zijner,
\\ / . .
in-het-huis (nl.)dit en-in JeruWSháLàieM:
/// \\ | | \ .
dat ik-uitkies vandaan-van-al-af de-stamstaven-van JieSseRáAéL,
// <>
ben-ik-aan't-stellen enwel~de-naam-mijner
!
[voor-wereldlang.
\ . .
en-niet ben-ik-aan't-toevoegen: 8
II KRON 33
| \ .
om-te-doen-wijken enwel~het-voetebeen-van JieSseRáAél,
| .
vandaan-van-op het-roodlingse,
// <> . . . . . . .
dat ik-staande-doe-blijven voor-de-omvamenden-hunner;
\ \ . .
alleen ware't-dat~zij-aan't-horen-zijn om-te-maken:
/// \ .
enwel al-af~wat ik-gebied-hen,
// // <>
tot~al-af~de-uitleg en-de-ingriffingen en-de-stelregels
!
[door-de-hand-van~MoShèH.
\ .
en-voorts-doet-omtuimelen MeNàShShèH, 9
<> \ . . . . . .
enwel~JeHuWDáH en-de-inzittenden-van JeRuWSháLáieM;
\ .
om-te-maken kwaad,
.
vandaan-van(vanwege)~de-naties,
| \ .
die verdelgt die-JHWH-van-Israël,
<> //
vandaan-van-de-vertegenwendiging-van de-stichtkinderen-van
!
[JieSseRáAéL.
~
\\\ // //
en-voorts-brengt-in die-JHWH-van-Israël tot~MeNàShShèH 10
<> !
[en-tot~het-genotenvolk-zijner niet merken-zij't-op.
\\ / . .
en-voorts-doet-komen die-JHWH-van-Israël over-hen: 11
/// | | \ .
enwel~de-vorsten-van de-schare die(is) aan-de-koning-van AàShShuWR,
// <> . . . . . . . . . .
en-voorts-overmeesteren-zij enwel~MeNàShShèH met-ringdoornen;
\\ | .
en-voorts-knevelen-zij-hem met-dubbelmetaal,
<> !
en-voorts-doen-zij-gaan-hem BáBhèl-waarts.
\ .
en-als-hij't-eng-maakt voor-hem, 12
|| <> \
pakt-hij-aan enwel~de-vertegenwendiging-van die-JHWH-van-Israël
II KRON 33
. . . . . .
[de-gods-zijner;
\ .
en-voorts-verdeemoedigt-hij-zich machtig,
<> // !
vandaan-van-voor-de-vertegenwendiging-van de-gods-van
[de-omvamenden-zijner.
\ . .
en-voorts-spreekt-hij-zich-uit tot-hem: 13
/// | \ .
en-voorts-laat-hij-zich-afbidden voor-hem en-voorts-hoort-hij
[en-gratieëert-hij-hem,
// <> . . . . . .
en-voorts-doet-hij-terugkeren-hem in-JeRuWSháLàieM
[tot-het-koningschap-zijner;
\ .
en-voorts-volkènt MeNàShShèH,
// <> // !
ja die-JHWH-van-Israël hij(is) de-gods.
| ' \ \ \
en-laat-na~vastzo sticht-hij een-muur in-het-straatbuiten 14
|' | \\ /
[voor-de-stad-van~DáWieD naar-het-avondwesten voor-GieJChóWN bij-de-beek
\\ /// | \
[en-voor-het-komen in-de-poort-van de-vissen en-maakt-hij-een-omsingeling
.
[voor-NgoPhèL,
<> . . . . . . .
en-voorts-doet-rijzig-zijn-die machtig;
\\\ // //
en-voorts-stelt-hij vorsten-van~vermogen in-al-af~de-steden
<> !
[(die)ontoegankelijk(zijn) in JeHuWDáH.
☼ \\ ///
en-voorts-doet-hij-wijken enwel~de-gods-van de-waargenomene[183] 15
\\ | \ .
[en-enwel~de-fetisch vandaan-van-het-huis-van die-JHWH-van-Israël,
. .
en-al-af~de-slachtplaatsen:
// // // <>
die hij-sticht op-de-berg-van het-huis-van~die-JHWH-van-Israël
. . . . . .
[en-in-JeRuWSháLáieM;
<> // !
en-voorts-werpt-hij(ze)weg in-het-straatbuiten voor-de-stad.
\\ | \ ,
en-voorts-doet-hij-vast-zijn enwel~de-slachtplaats-van die-JHWH-van-Israël, 16
II KRON 33
\ .
en-voorts-slacht-hij daarop,
// <> . . . . . . . . . . .
slachtgaven-van vervredigingen en-behandklapping;
\\ | .
en-voorts-zegt-hij aan-JeHuWDáH,
|| <> // !
om-te-heerdienen enwel~die-JHWH-van-Israël de-gods-van JieSseRáAéL.
| \ .
treurig-genoeg (is)nogmalig het-genotenvolk, 17
<> . . . . . . . . . .
slachtend op-de-cultusbulten;
<> // !
alleen(wel) voor-die-JHWH-van-Israël de-gods-hunner.
\\ \ ¬
en-het-strak-gebleven-van de-inbrengen-van MeNàShShèH 18
\ ,
[en-het-zich-uitspreken-van-hem tot~de-gods-zijner
| .
en-in-de-inbrengen-van de-schouwers,
\ .
die-zij-inbrengen tot-hem,
// <> // . . . .
in-de-naam-van die-JHWH-van-Israël de-gods-van JeiSseRáAéL;
|| <> // !
kijk-hier-zij (gaan)over~de-inbrengen-van de-koningen-van JieSseRáAéL.
\ ¬
en-het-zich-uitspreken-van-hem en-het-afbidden~voor-hem 19
\ ,
[en-al-af~het-verwaarden-van-hem en-het-overtreden-van-hem
. .
en-de-opstaanplaatsen:
☼ \\ /// | |
omdat hij-sticht daarop cultusbulten en-doet-staande-blijven
\ .
[de-cultbomen en-de-beitelwerken,
<> . . . . . . . .
voor-de-wending-dat hij-zich-verdeemoedigt;
\ .
kijk-hier-zij (zijn)opgeschreven,
<> // !
op de-inbrengen-van de-schouwers.
/// | .
en-voorts-ligt-neer MeNàShShèH genoot-met~de-omvamenden-zijner, 20
<> . . . . . . .
en-voorts-begraven=-zij-hem in-het-huis-zijner;
// // <> !
en-voorts-wordt-koning AáMóWN de-stichtzoon-zijner op-de-drukplek-zijner.
II KRON 33,34
~
\\\ // <> \
een-stichtkind-van~twintig en-andertwee jaarandering (is)AáMóWN 21
. . . . . . . . . . .
[als-hij-koning-wordt;
\ .
en-andertwee jaaranderingen,
<> !
koningt-hij in-JeRuWSháLáieM.
/// | \ .
en-voorts-maakt-hij het-kwade in-de-welogen-van die-JHWH-van-Israël, 22
// <> \ . . . . . .
zoals maakt MeNàShShèH de-omvamende-zijner;
. .
en-voor-al-af~de-beitelwerken:
/// | \ .
die maakt MeNàShShèH de-omvamnde-zijner,
// <> !
slacht AáMóWN en-voorts-heerdient-hij-hen.
/// | \
en-niet verdeemoedigt-hij-zich vandaan-van-voor-de-vertegenwendiging-van 23
.
[die-JHWH-van-Israël,
<> \ . . . . . .
zoals-zich-verdeemoedigt MeNàShShèH de-omvamende-zijner;
// // <> // !
ja hij AáMóWN doet-veel-zijn de-schuld.
/// | .
en-voorts-verknopen-zich op-tegen-hem de-heerdienaren-zijner, 24
<> !
en-voorts-doen-zij-sterven-hem in-het-huis-zijner.[184]
| .
en-voorts-slaan het-gentoenvolk-van~het-land, 25
// <> \ . . . . . .
enwel al-af-wie-zich-verknopen op-tegen~koning AáMóWN;
\\\ // //
en-voorts-doen-koningen het-genotenvolk-van~het-land enwel~JoAShieJJáHuW
<> !
[de-stichtzoon-zijner op-de-drukplek-zijner.
~
// <> \ . . . . . . . . . . .
een-stichtkind-van~acht jaaranderingen (is)JoAShieJJáHuW 34.1
[als-hij-koning-wordt;
II KRON 34
/// | .
en-dertig en-één-enkele jaarandering,
<> !
koningt-hij in-JeRuWSháLáieM.
SEDER
// <> \ . . . . . . . . . . .
en-voorts-maakt-hij (wat-)rechtuit(-is) in-de-welogen-van die-JHWH-van-Israël;2
. .
en-voorts-gaat-hij:
| \ .
op-de-neemwegen-van DáWieJD de-omvamende-zijner,
<> // !
en-niet~wijkt-hij zuidenrechts en-moorderlinks.
\\ / . .
en-bij-acht jaaranderingen voor-het-koningschap-zijner: 3
| \ .
en-hij nog(is)hij een-bonker,
|| || <> \ . . . . . .
pakt-hij't-aan om-na-te-vragen tot-de-gods-van DáWieJD
[de-omvamende-zijner;
\\\ \ . .
en-in-de-twaalfde jaarandering:
| .
pakt-hij't-aan om-te-reinigen,
| .
enwel~JeHuWDáH en-JeRuWSháLàieM,
\ .
vandaan-van~de-cultusbulten en-de-cultbomen,
<> !
en-de-beitelwerken en-de-gietwerken,
\ . .
en-voorts-rukken-zij-omver voor-de-vertegenwendiging-zijner: 4
fz \ .
enwel de-slachtplaatsen-van de-bezitsgoden[185],
// // <>
en-de-hitteplateau's die(zijn)~vandaan-van-boven-af boven-hen
. . . . . . . . . .
[kapt-hij-om;
☼ /// | \ .
en-de-cultbomen en-de-beitelwerken en-de-gietwerken breekt-hij
[en-vermolmt-hij,
| \ .
en-voorts-sprenkelt-hij(ze) op~de-vertegenwendiging-van de-graven,
<> !
(van-hen)die-slachten voor-hen.
II KRON 34
| .
en-de-hardebotten-van de-priesters, 5
<> . . . . . . .
vervlamt-hij op~de-slachtplaatsen-hunner;
// <> !
en-voorts-reinigt-hij enwel~JeHuWDáH en-enwel~JeRuWSháLáieM.
| \\\ // <>
en-in-de-de-steden-van MeNàShShèH en-AèPheRàJieM en-ShieMeNgóWN 6
. . . . .
[en-tot~NàPheTtáLieJ;
<> !
in-de-schroeidroge(streken)-hunner[186] singelwgewijs.
\ . .
en-voorts-rukt-hij-omver enwel~de-slachtplaatsen: 7
/// | \ .
en-enwel~de-cultbomen en-de-beitelwerken hij-verbeukt(ze)
[om-te-vermolmen,
// <> \ . . . .
en-al-af~de-hitteplateau's kapt-hij-om in-al-af~het-land JieSseRáAéL;
<> !
en-voorts-keert-hij-terug te-JeRuWSháLáIeM.
=
\\ /// | .
en-in-jaarandering acht tien voor-het-koningschap-zijner, 8
// <> . . . . .
om-te-reinigen het-land en-het-huis;
☼ | //
zendt-hij enwel~SháPháN stichtzoon-van~AèTsàLeJáHuW
\ . .
[enwel~MàNgæSséJáHuW de-vorst-van~de-stad:
☼ /// | .
en-enwel JóWAáCh stichtzoon-van~JúWAáCháZ de-aanhaakbeamte,
|| <> //
om-hard-te-maken enwel~het-huis-van die-JHWH-van-Israël
!
[de-gods-zijner.
/ \ \ . . . . . .
en-voorts-komen-zij naar~ChieLeQieJJáHuW de-priester de-grote[187]: 9
II KRON 34
¬ ¬ \
en-voorts-geven-zij enwel~het-zilver dat-men-doet-komen-naar
,
[het-huis-van~gods
\ | \\ //
dat bij-een-halen~de-LeWieten de-waarhouders-van de-kom-er-in
\\\ \ . .
[vandaan-van-de-hand-van MeNàShShèH en-AèPheRáJieM:
| \ .
en-vandaan-van-al-af het-restant-van JieSseRáAéL,
<> . . . . .
en-vandaan-van-al-af~JeHuWDáH en-BieNeJáMieN;
<> !
en-voorts-keren-zij-terug in-JeRuWSháLáieM.
. .
en-voorts-geven-zij-het: 10
| \ .
op~de-hand-van de-makers-van het-bodewerk,
<> \ . . . . . . . . . . .
die-de-bemoeienis-hebben in-het-huis-van die-JHWH-van-Israël;
\\ / \ . .
en-voorts-geven enwel-dat de-makers-van het-bodewerk:
/// | \ .
hen-die makende(zijn) in-het-huis-van die-JHWH-van-Israël,
// <> !
om-bouwvalligheid-te-herstellen en-om-hard-te-maken het-huis.
. .
en-voorts-geven-zij-het: 11
| .
aan-de-bewerkers en-aan-de-stichters,
| \ .
om-te-verwerven stenen (die)behouwen)zijn,
<> . . . . . . . . . . . .
en-houtbomen voor-de-verbindingsstukken;
| .
en-om-te-bebalken enwel~de-huizen,
// <> // !
die doen-verderven de-koningen-van JeHuWDáH.
| \\ // . .
en-de-menselijken(zijn) makende in-getrouwheid in-het-bodewerk: 12
\ ☼ \ ///
en-over-hen(zijn) de-bemoeienishebbenden JàChàT en-NgoBhàDeJáHuW
| \ .
[de-LeWieten vandaan-van~de-stichtzonen-van MeRáRieJ,
\\\ // //
en-ZeKhàReJáHuW en-MeShoeLLáM vandaan-van~de-stichtzonen-van
<> . . . . . . . . . . . . . . . . . .
[de-QeHáTieten voor-de-viering-van-de-voortduur;
II KRON 34
.
en-de-LeWieten,
<> !
al-af~onderscheidingsvermogen-hebbend
[bij-al-af~de-gereistukken-voor~gezang.
\ . .
en-(zij-zijn)over wie-zeulen: 13
| | \
en-wie-voortgaande-vieren voor-al-af maker-van bodewerk,
<> . . . . . . . . .
voor-heerdienst na-heerdienst;
.
en-vandaan-van-de-LeWieten,
// | !
(zijn)boekstavers en-beamten en-poorters.
\ .
en-als-zij-doen-uittrekken enwel~het-zilver, 14
<> \ . . . . . . . . . . . .
dat-men-doet-komen in-het-huis-van die-JHHWH-van-Israël;
| \ .
vindt ChieleQieJJáHuW de-priester,
// <> !
enwel~het-staafboek de-uitleg-van~die-JHWH-van-Israël
[in-de-hand-van~MoShèH.
\ . .
en-voorts-buigt-zich-toe ChieLeQieJJáHuW: 15
\\ | \ .
en-voorts-zegt-hij tot~SháPháN de-boekstaver,
\\\ // <> \ . . . . . . . . . . .
het-staafboek-van de-uitleg vind-ik in-het-huis-van
[die-JHWH-van-Israël;
\\\ // <> !
en-voorts-geeft ChieLeQieJJáHuW enwel~het-staafboek aan-~SháPháN.
\\ /// \\ | .
en-voorts-doet-komen SháPháN enwel~het-staafboek naar~de-koning, 16
\\ \\\ // <>
en-voorts-doet-hij-weerkeren nogmalig enwel~de-koning een-inbreng
. . . . . . .
[om-te-zeggen;
// // <> //
al-af wat~gegeven-is in-de-hand-van~de-heerdienaren-jouwer (zijn)zij
!
[makende.
|| <> \ . . . . . . . . . . .
en-voorts-doen-zij-uitstromen enwel~het-zilver dat-gevonden-is 17
[in-het-huis-van~die-JHWH-van-Israël;
. .
en-voorts-geven-zij-het:
II KRON 34
| .
op~de-hand-van wie-de-bemoeienis-hebben,
<> // !
en-op-de-hand-van de-makers-van het-bodewerk.
en-voorts-legt-voor SháPáN de-boekstaver aan-de-koning te-zeggen, 18
een-staafboek geeft aan-mij,
ChieLeQieJJáHuW de-priester;
// // //
en-voorts-roept-uit[188]~daarmee SháPháN voor-de-vertegenwendiging-van
!
[de-koning.
| \ .
en-voorts-geschiedt-het als-hoort de-koning, 19
<> \ . . . . . .
enwel de-inbrengen-van de-uitleg;[189]
<> !
en-voorts-scheurt-hij enwel~de-kostumms-zijner.
\ |' |' \
en-voorts-gebiedt de-koning enwel~ChieLeQieJJáHuW en-enwel~AæChieQáM 20
☼ \\ /
[stichtzoon-van~SháPháN en-enwel~NgàBheDóWN stichtzoon-van~MieJKháH
\ \ . .
[en-enwel SháPháN de-boekstaver:
// // <> !
en-enwel NgæSsáJáH heerdienaar-van~de-koning om-te-zeggen.
☼ \\ / . .
gaat-heen en-vraagt-na ernwel~die-JHWH-van-Israël om-mij: 21
| | \ .
en-om wat-resteert in-JieSseRáAéL en-in-JeHuWDáH,
// <> . . . . . . . . .
over~de-inbrengen-van het-staafboek dat-gevonden-is;
/// | \ \
ja~groot(is) de-hiitigehdi-van~die-JHWH-van-Israël die hij-doet-uitstromen
.
[op-ons,
☼ \\ /// \\ | \
om dat niet~waarhouden de-omvamenden-onzer enwel~de-neemweg-van
.
[die-JHWH-van-Israël,
|| <> // !
om-te-maken naar-al-af~het-opgeschrevene op~het-staafboek (nl.)dit.
II KRON 34
\\ / \ . .
en-voorts-gaat ChieLeQieJJáHuW en-wie(zijn)van de-koning: 22
\\ / \ \
naar~ChoeLeDáH de-profetes de-vrouwmenselijke-van ShàLLuWM
. .
[stichtzoon-van~TtóWQeHàT:
| \ .
stichtzoon-van~ChàSeRáH de-waarhouder-van de-kostuums,
// // \ . . . . . . . . . .
en-hij(is) zittend in-JeRuWsháLàieM in-het-andertweede;
// <> !
en-voorts-brengen-zij-in tot-haar naar-dit.
=
\ .
en-voorts-zegt-zij aan-hen, 23
// <> \ . . . .
zo~zegt die-JHWH-van-Israël de-gods-van JieSseRáAéL;
\ .
zegt aan-de-manmenselijke,
// <> !
die~zendt enwel-jullie naar-mij.
=
/// // .
zo zegt die-JHWH-van-Israël, 24
| // // // <>
kijk-hier-mij doende-komen kwaad over~de-opstaanplaats (nl.)deze
. . . . . . .
[en-over~de-inzittenden-daarvan;
/// | \ .
enwel al-af~de-bezweringen opgeschreven op~het-staafboek,
\ .
dat zij-uitroepen,
<> // !
voor-de-vertegenwendiging-van de-koning-van JeHuWDáH.
\ \ . .
op-de-drukplek waar zij-verlaten-mij: 25
| \ .
en-voorts-verwalmen-zij voor-gods latere,
\\ | .
ter-toebuiging-daaraan-dat zij-hartzeer-doen-hebben-mij,
<> \ . . . . . . .
met-al-af de-maaksels-van de-handen-hunner;
\\\ // // <>
en-voorts-is-aan't-uitstromen de-hittigheid-mijner op-de-opstaanplaats (nl.)deze
II KRON 34
// !
[en-niet is-zij-aan't-geblust-worden.
\ . .
en-tot~de-koning-van JeHuWDáH: 26
/// | \ .
die-zendt enwel-jullie om-navraag-te-doen bij-die-JHWH-van-Israël,
// <> . . . . .
zo zijn-jullie-aan't-zeggen tot-hem;
=
/// | \ .
zo-zegt die-JHWH-van-Israël de-gods-van JieSseRáAéL,
<> // !
de-inbrengen die jij-hoort.
☼ \\ |
ter-toebuiging-daaraan-dat zacht-is~het-hart-jouwer 27
\ \ . .
[en-jij-voorts-je-verdeemoedigt vandaan-voor-de-vertegenwendiging-van gods:
/// | /// |
als-jij-hoort enwel~de-inbrengen-zijner over~de-opstaanplaats (nl.)deze
.
[en-over~de-inzittenden-daarvan,
\ .
en-jij-je-voorts-verdeemoedigt voor-de-vertegenwendiging-mijner,
// <> \ . . . . . . .
en-scheurt enwel~de-kostuums-jouwer en-weent
[voor-de-vertegenwendiging-mijner;
// <> !
dan-ook~ik hoor-ik konde-van~die-JHWH-van-Israël.
| // . .
kijk-hier-mij bijeenhalend-jou tot~de-omvamenden-jouwer: 28
\ ¬
en-voorts-ben-jij-bijeen-gehaald-aan't-worden naar~het-graf-jouwer
,
[in-vrede
\ .
en-niet~zijn-aan't-zien de-welogen-jouwer,
| .
op-al-af het-kwaad,
\\ // // //
dat ik)ben) doende-komen over~de-opstaanplaats
<> . . . . . . .
[(nl.)deze en-over~de-inzittenden-daarvan;
// <> !
en-voorts-doen-zij-weerkeren aan~de-koning de-inbreng.
~
II KRON 34
<> . .
en-voorts-zendt de-koning: 29
|| // <>
en-voorts-haalt-hij-bijeen enwel~al-af~de-baardouden-van JeHuWDáH
!
[en-JeRuWSháLáieM.
\ \ ☼
en-voorts-gaat-op de-koning naar-het-huis-van~die-JHWH-van-Israël 30
\\ // \ .
[en-al-af-mensleijke-van JeHuWDáH en-de-inzittenden-van JeRuSháLàieM,
| .
en-de-priesters en-de-LeWieten,
<> \ . . . . . .
en-al-af~het-genotenvolk vandaan-van-groot en-tot~klein;
\ . .
en-voorts-roept-hij in-de-oren-hunner:
| \ .
enwel~al-af~de-inbrengen-van het-staafboek-van de-zuivergang,
<> // !
dat-gevonden-is in-het-huis-van~die-JHWH-van-Israël.
\\ / . .
en-voorts-blijft-staan de-koning op~de-standplaats-zijner: 31
\ ¬
en-voorts-scheidt-hij-af enwel~de-zuivergang
\ ,
[voor-de-vertegenwendiging-van die-JHWH-van-Israël
// \ . .
om-te-gaan laat-aan-achter die-JHWH-van-Israël:
/// |
en-om-waar-te-houden enwel~de-geboden-zijner
\ .
[en-enwel~de-verordeningen-zijner en-de-ingriffingen-zijner,
<> . . . . . .
met-al-af~het-hart-zijner
[en-met-alaf~de-lichaamziel-zijner;
| \ .
om-te-maken enwel~de-inbrengen-van de-zuivergang,
<> // !
die-opgeschreven-zijn op~het-staafboek (nl.)dit.
|| //
en-voorts-doet-hij-staande-blijven enwel al-af~wie-gevonden-wordt 32
<> . . . . .
[in-JeRuWSháLàieM en-BieNeJáMieN;
| \ .
en-voorts-maken de-inzittenden-van JeRuWSháLàieM,
// <> // !
naar-de-zuivergang-van gods de-gods-van de-omvamenden-hunner.
\\ / . .
en-voorts-doet-wijken JoAShieJJáHuW enwel~al-af~de-gruwelijkheden: 33
II KRON 34,35
¬ \ \ ,
vandaan-van-al-af~de-landen die(zijn) aan-de-stichtkinderen-van [JieSseRáAéL
. .
en-voorts-doet-hij-dienen:
/// | .
enwel al-af~wie-gevonden-wordt in-JieSseRáAéL,
<> \
om-te-heerdienen enwel~die-JHWH-van-Israël
. . . . . . .
[de-gods-hunner;
|| \ .
al-af~de-dagen-zijner niet wijken-zij,
|| <> // !
vandaan-van-achter die-JHWH-van-Israël de-gods-van
[de-omvamenden-huynner.
~
\\ \\\ // <>
en-voorts-maakt JoAShieJJáHuW in-JeRuWSháLàieM hinkstap(feest)[190] 35.1
. . . . . . . . . . . .
voor-die-JHWH-van-Israël;
\ .
en-voorts-villen-zij het-hinkstap(lam),
// <> // !
op-de-veer-tiende voor-de-nieuwmaand de-eerste.
// <> . . . . . . .
en-voorts-doet-hij-staande-blijven de-priesters 2
[op-de-waarhoudingstijden-hunner;
.
en-voorts-hardt-hij-hen,
<> // !
voor-de-heerdienst-van het-huis-van die-JHWH-van-Israël.
\ ☼ \\
en-voorts-zegt-hij aan-de-LeWieten die-onderscheidingsvermogen-geven 3
// \ . .
[aan-al-af~JieSseRáAéL die-geheiligd-zijn voor-die-JHWH-van-Israël:
/// \\ | ☼ \\ / ///
geeft enwel~de-kast~de-heilige in-het-huis dat sticht*te) SheLoMoH
| \ .
[de-stichtzoon-van~DáWieD de-koning-van JieSseRáAéL,
// <> . . . . . .
geenszins(is-het)~voor-jullie een-hoogdraaglast op-de-flank;
.
welnu,
II KRON 35
| \ .
heerdient enwel~die-JHWH-van-Israël de-gods-jelieder,
<> // !
en-enwel het-genotenvolk-zijner JieSseRáAéL.
// <>
en-doet't-vastzo-zijn voor-het-huis-van~de-omvamenden-jelieder 4
. . . . . .
[volgens-de-vereffeningen-jelieder;
. .
zoals-schrijft:
| \ .
DáWieJD de-koning-van JieSseRáAéL,
<> // !
en-in-het-opgeschrevene-van SheLoMoH de-stichtzoon-zijner.
\ . .
en-blijft-staande bij-het-geheiligde: 5
| \ .
voor-de-zijtakken-van het-huis-van de-omvamenden,
<> \ . . . . . . . .
voor-de-broederverwanten-jelieder stichtkinderen-van
[het-genotenvolk;
// <> !
en-de-vereffening-van het-huis-van~de-omvamende voor-de-LeWieten.
SEDER
<> . . . . . . . . . . .
en-vilt het-hinkstap(lam); 6
| \ .
en-heiligt-je en-doet't-vastzo-zijn voor-de-broederverwanten-jelieder,
// <> !
om't-te-maken volgens-de-inbreng-van~die-JHWH-van-Israël
[door-de-hand-van~MoShèH.
\ \ //
en-voorts-doet-verheven-zijn JoAShieJJáHuW voor-de-stichtkinderen-van 7
☼ || \ ¬ \
[het-genotenvolk voorttrekvee lammeren en -stichtjongen-van~geiten dat-al-af
,
[voor-hinkstap(lammeren)
. .
voor(zover)-al-af~wat-vindbaar-is:
| \ .
tot-een-boekstaving-van dertig kuddetal,
<> \ . . . . . . . .
en-aan-rundvee drie kuddetal;
<> // !
deze(zijn) waaraan-gehecht-is de-koning.
=
II KRON 35
|| // //
en-de-vorsten-zijner-doen voor-zelfoffergave voor-het-genotenvolk 8
// <> . . . . . . . . .
[voor-de-priesters en-de-LeWieten ('t)verheven-zijn;
\\ . .
ChieLeQieJJáHuW en-ZeKhàReJáHuW:
| \ .
de-voorleggers-van het-huis-van de-gods,
\ . .
geven voor-hinkstaplammeren:
\\ | \ .
twee-kuddetallen en-zes honderd[191],
<> // !
en-aan-rundvee drie honderd.
\\ / . .
en-SheMàNgeJáHuW en-NeTàNeAéL de-broederverwant-zijner: 9
\\\ // <> \ . . . . . .
en-ChæShàBheJáHuW en-JeNiIeJéAL en-JóZáBháD vorsten-van de-LeWieten;
\\ /// | \ .
doen-verheven-zijn voor-de-LeWieten tot-hinkstaplammeren vijf kuddetallen[192],
<> // !
en-aan-rundvee vijf honderd.
<> . . . . . . . . .
en-voorts-doen-zij-vastzo-zijn de-heerdienst; 10
\\ \\\ //
en-voorts-blijven-staande de-priesters op-de-standplekken-hunner
// <> // !
[en-de-LeWieten op~de-vereffeningen-hunner naar-het-gebod-van de-koning.
<> . . . . . . . . . .
en-voorts-villen-zij het-hinkstaplam; 11
<> | .
en-voorts-sprenkelen de-priesters vandaan-van-de-handen-hunner,
<> !
en-de-LeWieten(zijn) ontschillend.
\\ / ☼ ///
en-voorts-doen-zij-wijken de-opgaander om-te-geven-die voor-de-zijtakken 12
| \ .
[voor-het-huis-van~e-omvamenden voor-de-stichtkinderen-van het-genotenvolk,
| .
om(ze[193])te-doen-lijfnaderen voor-die-JHWH-van-Israël,
<> \ . . . . .
zoals-geschreven in-het-staafboek-van MoShèH;
<> !
en-vastzo voor-het-rundvee.
II KRON 35
// // <> . . . . . . . .
en-voorts-koken-zij het-hinkstaplam in-het-vuur naar-de-stelregel; 13
\ . .
en-de-heilige(dingen) koken-zij:
/// | .
in-potten en-in-vaten en-in-schotels,
<> //
en-voort-doen-zij-ze-snel-gaan voor-al-af~de-stichtkinderen-van
!
[het-genotenvolk.
. .
en-later-achteraan: 14
/// | .
doen-zij-vastzo voor-zichzelf en-voor-de-priesters,
/// | \ .
ja de-priesters(zijn) de-stichtkinderen-van AàHæRoN,
// // <>
bij-het-doen-opgaan-van de-opgaander en-de-melkvetten
. . . . . .
[tot~de-nacht;
| .
en-de-LeWieten doen-het-vastzo-zijn voor-zichzelf,
<> // !
en-voor-de-priesters de-stichtkinderen-van AàHæRoN.
\\ / . .
en-de-zangers stichtkinderen-van~AáSáPh op~-standplekken-hunner: 15
/// | || /// |
volgens-de-stelregel-van DáWieJD en-AáSáPh en-HéJMáN en-JeDuWTuWN
\ .
[de-schouwer-van de-koning,
<> \ . . . . . .
en-de-poorters voor-poort na-poort;
\ . .
geenszins(is't) aan-hen:
| .
om-te-wijken vandaan-van-over de-heerdienst-hunner,
// <> //
ja~de-broederverwanten-hunner de-LeWieten doen-het-vastzo-zijn
!
[voor-hen.
☼ \\ / ///
en-voorts-is-vastzo al-af~de-heerdienst-van die-JHWH-van-Israël op-de-dag 16
| \ .
[(nl.)die om-te-maken het-hinkstap(feest),
\ .
en-te-doen-opgaan opgaanders,
<> \ . . . . . . . . . . .
op de-slachtplaats-van die-JHWH-van-Israël;
II KRON 35
<> // !
volgens-de-stelregel-van koning JoAShieJJáHuW.
\\ /// //
en-voorts-maken de-stichtkinderen-van~JieSseRáAéL die-gevonden-zijn 17
<> \ . . . .
[enwel-het-hinkstap(feest) in-het-tij (nl.)dat;
// <> // !
en-enwel~het-feest-van de-uitgeduwde(koeken) zeven dagen.
\\ /// \\ | .
en-niet~is-gemaakt een-hinkstap(feest) zoals-dit in-JieSseRáAéL, 18
<> \ . . . . .
vandaan-van-de-dagen-van SheMuWAéL de-profeet;
\ \ <> \
en-al-af~de-koningen-van JieSseRáAéL maken~niet zoals-het-hinkstap(feest)
\ ☼ \\ /// |
[dat~maakt JoAShieJJáHuW en-de-priesters en-de-LeWieten en-al-af JeHuWDáH
\ . . . . . . . . . . .
[en-JieSseRáAéL dat-gevonden-wordt,
<> !
en-de-inzittenden-van JeRuWSháLáieM.[194]
=
/// | .
in-de-acht-tiende jaarandering, 19
<> . . . . . . .
voor-het-koningschap-van JoAShieJJáHuW;
<> // !
is-gemaakt het-hinkstap(feest) (nl.)dit.
\ . .
laat-na al-af~dit: 20
\\ /// \\ | .
dat vastzo-doet-zijn JoAShieJJáHuW enwel~het-huis,
|| \\\ // //
gaat-op NeBhóW de-koning-van~MieTseRàJieM om-broderij-te-voeren
<> . . . .
[bij-KhàReKeMieJSh aan~de-PeRáT[195];
// <> !
en-voorts-trekt-uit om-te-treffen-hem JoAShieJJáHuW.
\ \ \ | \\
en-voorts-zendt-hij tot-hem werkboden om-te-zeggen wat?(is-er)~voor-mij 21
// \ . .
[en-voor-jou koning-van JeHuWDáH:
\\ /// | /// \ .
niet~op-tegen-jou jij vandaag ja naar~hert-huis
[dat-broderij-voert-met-mij,
II KRON 35
<> \ . . . . .
en-gods zegt om-mij-te-beijlen;
// // <>
stop~wat-jou-betreft vandaan-van(vanwege)-gods die(is)~genoot-met-mij
!
[en-niet-is-hij-aan't-verderven-jou.
| \\ /
en-niet-doet-wegsingelen JoAShieJJáHuW de-vertegenwendiging-zijner 22
. .
[vandaan-van-hem:
/// | .
ja om-broderij-te-voeren~met-hem laat-hij-zich-opsporen,
// // // <>
en-niet hoort-hij naar~de-inbrengen-van NeBhóW
\ . . . .
[vandaan-van-de-mond-van gods;
|| <> // !
en-voorts-komt-hij om-broderij-tevoeren in-het-diep-van MeGieDDóW.
| .
en-voorts-leggen-aan de-aanleggers, 23
<> . . . . . .
op-koning JoAShieJJáHuW;
\\ ///