NeChèMeJáH[1] 1
VERVOLG VAN DE SEDER VANAF EZRA 8:35
// <> . . . .
de-inbrengen-van NeChèMeJáH stichtzoon-van~ChæKàLeJáH; 1
< |
en-voorts-geschiedt-het in-de-maan(d)vernieuwing~KiSeLèW[2]
\ .
[jaar-andering twintig,
// <> // !
en-ik ik-geschied in-ShuWShàN de-burcht.
\\ / \\\ //
en-voorts-komt ChæNáNieJ één-enkele vandaan-van-de-broederverwanten-mijner 2
// <> . . . .
[hij en menselijken vandaan-van-JeHuWDáH;
+
en-voorts-wens-ik-van-hen (te horen)
\\\ // //
over-de-JeHuwDieJM het-ontkomene hen-die~resteren
<> !
[vandaan-van-de-gevangenschap, en-over~JeruWSháLáM.
¬ :
en-voorts-zeggen-zij aan-mij 3
+
de-resterenden
< |
zij-die~resteren vandaan-van~de-gevangenschap
\ .
[daar in-het-oordeelsgebied,
// <> . . . .
in-kwaad groot en-in-hoon;
< / | .
en-het-bolwerk-van JeRuWSháLàiM opengereten,
<> // !
en-de-poorten-harer worden-aangestoken met-vuur.
+
en-voorts-geschiedt-het 4
\ \ . .
naar-het-horen-van-mij en-wel~van-de-inbrengen (nl.)deze:
/ | .
aan’t-zitten-ben-ik en-aan’t-wenen,
<> . . . . . .
en-aan’t-treuren-ben-ik dagen;
/ | .
en-voorts-geschied-ik een-vastende en-een-zich-uitsprekende,
<> // !
voor-de-vertegenwendiging-van de-gods-van de-helftenhemel.
NEH 1
. .
en-voorts-zeg-ik: 5
< | \ .
ach jij-JHWH-van-Israël gods-van de-helftenhemel,
// <> . . . . . . . . . . . . .
die-god groot en-ontzagwekkend;
< | .
waar-houdend de-zuivergang en-goede-gunst,
<> // !
voor-de-beminnenden-hem en-de-waarhoudenden-van de-geboden-zijner.
\ \ \ ~ »»
geschiede toch het-oor-jouwer~opmerkende en-de-wel-ogen-jouwer geopend 6
\ \ ||
[om-te-horen naar~het-zich-uitspreken-van de-heerdienaar-jouwer
\ ☼ \\ \ |
[hetgeen ik uitsprekend(ben) voor-de-vertegenwendiging-jouwer vandaag
\ .
[des-daags en-des-nachts,
// <> . . . . . . .
op-tegen~de-stichtkinderen-van JieSseRáAéL heerdienaren-jouwer;
/ . .
en-handen-wringend:
/// | \
op-tegen~de-verwaardingen-van de-stichtkinderen-van~JieSseRáAéL die
\ .
[zij-verwaarden voor-jou,
// <> !
en-ik en-het-huis-van~de-mij-omvamende verwaarden.
<> \ . . . .
te-gronde-te-richten richten-wij-te-gronde voor-jou; 7
\ . .
en-niet~houden-wij-waar enwel~de-geboden:
| .
enwel~de-omgriffingen enwel~de-stelregels,
// <> // !
die jij-gebiedt-aan enwel~MoShèH de-heerdienaar-jouwer.
| .
haak-aan~toch enwel~bij-de-inbreng, 8
// <> // <> . . . . .. .
die jij-gebiedt enwel~aan-MoShèH de-heerdienaar-jouwer om-te-zeggen;
\ .
jullie jullie-zijn-aan’t-overtreden,
|| // <> !
ik ik-ben-aan’t-verstrooien enwel-jullie bij-de-volksgenootschappen.
\ .
en-voorts-zijn-jullie-je-aan’t-omkeren naar-mij, 9
| .
en-voorts-zijn-jullie-aan’t-waar-houden de-geboden-mijner,
<> . . . .
en-voorts-zijn-jullie-aan’t-maken hen;
\\ / ///
ware’t-dat~aan’t-geschieden-is het-gedool-jelieder bij-het-einde-van
NEH 1
/ | \ .
[de-helftenhemel daarvandaan ben-ik-aan’t-verzamelen-hen,
| .
en-voorts-ben-ik-aan’t-doen-komen-hen naar-de-opstaanplaats,
\ .
die ik-uitkies,
// <> !
om-te-doen-voortwonen enwel~de-naam-mijner daar.
// < > . . . . . . .
en-zij heerdienaren-jouwer en-volksgenootschap-jouwer; 10
/// / | \ .
die jij-los-koopt met-de-kracht-jouwer die-groot-is,
< > !
en-met-de-hand-jouwer die-hard-is.
SEDER VIJF[3]
\ . .
ach-toch machtiger-mijns: 11
\ ☼
aan’t-geschieden toch het-oor-jouwer~opmerkende
\\ |
[naar-het-zich-uitspreken-van de-heerdienaar-jouwer
\ . . . . . . .
[en-naar~het-zich-uitspreken-van de-heerdienaren-jouwer:
| \ .
welbehagen-hebbend aan-het-ontzag enwel~voor-de-naam-jouwer,
/// |
en-doe-het-zich-doorzetten~toch voor-de-heerdienaar-jouwer
,
[vandaag,
\ .
en-geef-hem tot-moederschotigheid,
<> \
voor-de-vertegenwendiging-van de-manmenselijke
. . . . .
[(nl.)deze;
// // <> !
en-ik, ik-geschied als-schenker voor-de-koning.
~
\ \ . .
en-voorts-geschiedt’t in-de-nieuwmaand NieJSáN: 2.1
// // // <> \
jaarandering twintig voor-AàRTàCheShàSeTeA de-koning wijn
. . . . . .
[voor-de-vertegenwendiging-zijner;
/// / | \ .
en-voorts-draag-ik-hoog-heen enwel~wijn en-voorts-geef-ik-die aan-de-koning,
NEH 2
// < > !
en-niet~geschied-ik kwaad voor-de-vertegenwendiging-zijner.
☼ \\ / \
en-voorts-zegt aan-mij de-koning wat?-volkènnend(is) 2
\ . .
[de-vertegenwendiging-jouwer kwaad:
\\ \ .
en-jij geen(kant)van-jou is-uitgeput,
\ .
geenszins(is) dit,
<> \ . . . .
ja~ware’t een-kwaadheid-van het-hart;
<> // !
en-voorts-heb-ik-ontzag veel machtig.
\ .
en-voorts-zeg-ik ror-de-koning, 3
<> \ . . . . . .
de-koning voor-wereld-lang aan’t-leven;
/ \ . .
wat?-volkènnend is-niet~aan’t-kwaad-zijn de-vertegenwendiging-mijner:
\\ / /// |
dat de-stad het-huis-van~de-begravingen-van de-omvamenden-mijner
.
[schroeidroog-is,
<> // !
en-de-poorten-harer ziin-vereten in-vuur.
=
/// \\ .
en-voorts-zegt tot-mij de-koning, 4
<> \ . . . . . . . . . . . .
op~wat?~(is)dit-wat jij zoekend(bent);
.
en-voorts-spreek-ik-mij-uit,
<> !
tot-de-gods-van de-helftenhemel.
\ .
en-voorts-zeg-ik tot-de-koning, 5
\ .
ware’t~op-voor~de-koning goed,
// <>
en-ware-‘t-dat aan’t-goed-zijn-is de-heerdienaar-jouwer
. . . . . .
[voor-de-vertegenwendiging-jouwer;
\\\ \ . .
dit-dat jij-aan’t-zenden-bent-mij naar~JeHuWDáH:
// // <>
naar~de-stad-van de-begravingen-van de-omvamenden-mijner
!
[en-ik-aan’t-stichten-ben-haar.
☼ \\ / \ \ .
en-voorts-zegt tot-mij de-koning en-de-gemalin zittend aan-de-zijde-zijner: 6
NEH 2
// // <>
tot~wanneer? is-aan’t-geschieden het-gaan-van-jou
\ . . . . . .
[en-wanneer? ben-jij-aan’t-terugkeren;
/// / |
en-voorts-is-het-goed voor-de-vertegenwendiging-van-de-koning
.
[en-voorts-zendt-hij-mij,
// <> !
en-voorts-geef-ik-toch aan-hem een-kalendertijd.
☼ ,
en-voorts-zeg-ik aan-de-koning 7
\ .
ware’t~op~de-koning goeddoend,
| .
brieven zijn-zij-aan’t-geven~voor-mij,
<> \ . . . . . . . . .
over~de-commandanten in-het-oversteekse-van de-blikkering;
| .
die doen-oversteken-mij,
// <> !
tot dat~-ik-aan’t-komen-ben naar-JeHuWDáH.
|| ☼ / \\ / |
en-een-brief naar~AàSàPh de-waarhouder-van het-paradijs[4] dat aan-de-koning:8
\ \ || ☼
die aan’t-geven-is~aan-mij houtbomen om-voorzieningen-te-treffen
\\ /// / |
[enwel~voor-de-poorten-van de-burcht die(is)~aan-het-huis
\ .
[en-aan-de-muur-van de-stad,
<> \ . . . . . . .
en-voor-het-huis waar~ik-aan’t-komen-ben naar-toe;
\ .
en-voorts-geeft~aan-mij de-koning,
<> // !
naardat-de-hand-van~de-gods-mijner goed-is over-mij.
. .
en-voorts-kom-ik 9
| \ .
naar~de-commandanten in-het-oversteekse-van de-blikkering,
\ .
en-voorts-geef-ik aan-hen,
<> \ . . . . . .
enwel de-brieven-van de-koning;
/// | .
en-voorts-zendt genoot-met-mij de-koning,
// <> !
vorsten-van vermogen en-paardrijders.
NEH 2
~
|| \ . .
en-voorts-hoort SàNeBàLLàTh de-ChoRoNiet: 10
| \ .
en-ThóWBieJJáH de-heerdienaar de-NgàMMoNiet,
// <> \ . . . . .
en-voorts-is-het-kwaad voor-hen een kwaad groot;
// .
dat~komt een-roodling,
/ <> // !
om-te-zoeken goeds voor-de-stichtkinderen-van JieSseRáAéL.
<> . . . . . .
en-voorts-kom-ik naar~JeRuWSháLáieM; 11
<> // !
en-voorts-geschied-ik~daar dagen (nl.)drie.
\ . .
en-voorts-sta-ik-op ’s nachts: 12
☼ \ ☼ ,
ik en-menselijken weinig genoot-met-mij
\ .
en-niet~leg-ik-voor aan-een-roodling,
. .
wat:
| \ .
de-gods-mijner gevende(is) naar-het-hart-mijner,
<> . . . . . .
om-te-maken voor-JeRuWSháLáieM;
| \ .
en-een-dier geenszins genoot-met-mij,
/// .
ja ware’t~het-dier,
// <> // !
zodat ik oprijdende (ben) daarop.
\\ / . .
en-voorts-trek-ik-uit bij-de-valleipoort s’nachts: 13
| \ .
en-naar~de-vertegenwendiging-van de-oogwel-van de-draken[5],
<> . . . . . . . . . . .
en-naar~de-poort-van de-schraalheid[6];
\\ / /// / | \
en-voorts-geschied-ik brekend bij-de-muren-van JeRuSháLáieM aldus~zij
.
[opengereten (zijn),
<> \ !
en-de-poorten-harer zijn-ver-eten met-vuur.
| \ .
en-voorts-steek-ik-over naar~de-poort-van de-oogwel, 14
<> . . . . . . .
en-naar~de-vijver-van de-koning;
NEH 2
// <> //
en-geenszins~een-opstaanplaats voor-het-dier om-over-te-steken
!
[op-de-drukplek-mijner.
\\ /// / | .
en-voorts-geschied-ik opgaande bij-de-beek ’s nacht’s, 15
// <> . . . . .
en-voorts-geschied-ik brekend bij-de-muur;
. .
en-voorts-keer-ik-om:
// // <> !
en-voorts-kom-ik bij-de-poort-van de-vallei[7] en-voorts-keer-ik-om.
. .
en-de-overheden: 16
/// | // .
niet volkènnen-zij waarheen ik-ga,
<> \ . . . . . . . . . . . .
en-wat ik makende(ben);
\\ / \ . .
en-aan-de-JeHuWDieJM en-aan-de-priesters en-aan-de-prefecten
[en-aan-de-overheden:
/ | \ .
en-aan-de-strakgebleven maker-van het-bodewerk,
<> // !
tot~vastzo niet leg-ik’t-voor.
\ . .
en-voorts-zeg-ik tot-hen: 17
/// | | \ \ .
jullie (zijn) zienden het-kwaad waar wij in(zijn),
/// / | .
dat JeRuWSháLàieM schroeidroog-is,
<> \ . . . . .
en-de-poorten-harer zijn-aangestoken met-vuur;
. .
aan-de-gang:
| \ .
en-wij-zijn-aan’t-stichten enwel~de-muur-van JeRuWSháLàieM,
// <> !
en-niet~zijn-wij-aan’t-geschieden nogmalig (tot)hoon.
\\ / \ . .
en-voorts-leg-ik-voor aan-hen enwel~de-hand-van de-gos-mijner: 18
| \ .
dat~hij goeddoende-is op-mij,
// <> \ . . . . .
en-dusdanig~de-inbrengen-van de-koning die hij-zegt~aan-mij;
| \ .
en-voorts-zeggen-zij aan’t-opstaan-zijn-wij en-voorts-zijn-wij-aan’t-stichten,
// <> !
en-voorts-maken-zij-hard de-handen-hunner ten-goede.
~
NEH 2
☼ \\ / \ \
en-voorts-hoort’t SàNeBàLLàT de-ChoRoNiet en-ThoBieJJàH de-heerdienaar 19
. .
[de-NgàMMóWNiet:
/ | .
en-GèShèM de-NgàReBier,
\ .
en-voorts-bauwen-zij-na ons,
<> . . . . .
en-voorts-doen-zij-minachtend over-ons;
. .
en-voorts-zeggen-zij:
/// | \ \ .
wat?~de-inbreng (nl.)deze die jullie makende(zijn),
// <> // !
op-tegen? de-koning (zijn)jullie optredend.
\\ / . .
en-voorts-doe-ik-keren enwel-tot-hen een-inbreng: 20
/// | \ .
en-voorts-zeg-ik aan-hen de-gods-van de-helftenhemel,
/// \ .
hij hij-is’t-eruit-aan’t-doen-slepen voor-ons,
// <> \
en-wij de-heerdienaren-zijner zijn-aan’t-opstaan
. . . . . . . .
[en-wij-zijn-aan’t-stichten;
. .
en-voor-jullie:
\\\ // <> !
geen~vereffening en-gerechtigheid en-aanhaking in-JeRuWsháLáieM.
|| ☼ \\ /
en-voorts-staat-op AèLeJáShieJBh de-priester de-grote[8] 3.1
\ . .
[en-de-broederverwanten-zijner de-priesters:
| \ .
en-voorts-stichten-zij enwel~de-poort-van het-voorttrekvee[9],
\ .
zij zij-heiligen-die,
<> . . . . . .
en-voorts-doen-zij-staande-blijven de-deuren-zijner;
/// | .
en-tot~de-grotert[10] van-HéMMáA heiligen-zij-die,
<> // !
tot de-grotert-van ChæNàNeAéL.
=
// <> \ . . . . .
en-op~de-hand-zijner stichten de-menselijken-van JéRieChóW; 2
NEH 3
=
\ .
en-op~de-hand-zijner sticht,
<> !
ZàKuWR stichtzoon-van~AieMeRie.
=
| \ .
enwel de-poort-van de-vissen[11], 3
<> \ . . . . .
stichten de-stichtkinderen-van SeNèAáH;
\ .
zij zij-treffen-voorzieningen,
/ | .
en-voorts-doen-zij-staan de-deuren-zijner,
<> !
de-beschoeiingen-zijner en-de-schietbomen-zijner.
=
\ . .
en-op~de-hand-hunner doet-hard-zijn: 4
/// | .
MeRéMóWT stichtkind-van~AuWRieJJáH stichtkind-van~HàQQuwTs,
=
\ .
en-op~de-hand-hunner doet-hard-zijn,
// | . . . . .
MeShoeLLáM stichtkind-van~BèRèKheJáH stichtkind-van~
[MeShéJWàBeAéL;
=
\ .
en-op~de-hand-hunner doet-hard-zijn,
<> !
TsáDóWQ stichtkind-van~BàNgæNáA.
=
<> \ . . . . . . .
en-op~de-hand-hunner doen-hard-zijn de-TteQóWNgieten; 5
| \ .
en-de-tooidragers-hunner doen-niet~komen de-hals-hunner,
<> !
in-de-heerdienst-van de-machtigers-van-hen.
☼ \\ . .
en-wel de-poort-van de-slaper[12] doen-hard-zijn: 6
| .
JóWJáDáNg stichtkind-van~PáSéàCh,
NEH 3
<> . . . . .
en-MeShoeLLáM stichtkind-van~BeSóWDeJáH;
\ .
zij zij-treffen-voorzieningen,
/ | .
en-voorts-doen-zij-staan de-deuren-zijner,
<> !
en-de-beschoeiingen-zijner en-de-schietbomen-zijner.
=
\\ / \ . .
en-op~de-hand-hunner doet-hard-zijn MeLàTheJáH de-GieBeNGoNiet: 7
| .
en-JáDóWN de-MàRoNiet,
// <> . . . . .
menselijken-van GieBeNgóWN en-vanMieTsePáH;
|| <> // !
voor-de-troon-van de-commandant oversteeks-van de-blikkering.
=
\ . .
op~de-hand-zijner doet-hard-zijn: 8
/// | .
NgoeZZieJéAL stichtkind-van~ChàReHæJáH een-uitsmelter,
=
\ .
en-op~de-hand-zijner doet-hard-zijn,
<> . . . . . . . . . . .
ChæNàNeJáH stichtzoon-van~sausmakers;
| .
en-voorts-verlaten-zij JeRuWSháLàieM,
<> // !
tot de-muur de-wijde.
=
/// | \ .
en-op~de-hand-hunner doet-hard-zijn RePháJáH stichtzoon-van~ChuWR, 9
|| <> // !
vorst-van de-helft-van het-spilgebied JeRuWSháLáieM.
=
\\\ | \ <>
en-op~de-hand-hunner doet-hard-zijn JeDáJáH stichtzoon-van~ChæRuWMàPh 10
\ . . . . . .
[en-het-voorgelegde-van het-huis-zijner;
=
\ .
en-op-de-hand-zijner doet-hard-zijn,
<> !
ChàThThuWSs stichtzoon-van~ChæShàBheNeJáH.
NEH 3
\ . .
een-meetstuk een ander: 11
| \ .
doet-hard-zijn MàLeKieJJáH stichtzoon-van CháRieM,
<> \ . . . . . . .
en-ChàShShuWBh stichtzoon-van~PàChàT MóWAáBh;
<> // !
en-wel de-grotert[13]-van de-ovens.
=
\ . .
en-op-de-hand-zijner doet-hard-zijn: 12
| .
SháLuWM stichtzoon-van~LóWChéSh,
|| <> \ . . . . . .
vorst-van de-helft-van het-spilgebied-van JeRuWSháLáieM;
<> !
hij en-de-stichtdochters-zijner.
=
☼ \\ / \ ¬ \
enwel de-poort-van de-vallei[14] doet-hard-zijn CháNuWN en-de-inzittenden-van 13
,
[ZáNóWàCh
\ .
zij zij-stichten-hem,
/ | .
en-voorts-doen-zij-staande-blijven de-deuren-zijner,
<> . . . . . .
de-beschoeiingen-zijner en-de-schietbomen-zijner;
/// | .
en-een-kuddetal ellen bij-de-muur,
<> // !
tot de-poort de-schralige.
\ \ . .
enwel de-poort de-schralige: 14
| \ .
doet-hard-zijn MàLeKieJJáH stichtzoon-van~RéBhàBh,
<> \ . . . . .
vorst-van het-spilgebied BéJT~KèRèM;
\ .
hij hij-is-aan’t-stichten-hem,
| .
en-hij-is-aan’t-staande-doen-blijven de-deuren-zijner,
<> !
de-beschoeiingen-zijner en-de-schietbomen-zijner.
=
NEM 3
☼ \\ / ☼ \
enwel de-poort-van de-oogwel[15] doet-hard-zijn SháLuWN 15
¬ \ \ ,
[stichtzoon-van~KåL~ChozèH vorst-van het-spilgebied-van MiTsePáH
/// \\ | .
hij hij-is-aan’t-stichten-hem en-aan’t-beplanken-hem,
\\ .
en-hij-is-aan’t-staande-doen-blijven de-deuren-zijner,
<> . . . . . .
de-beschoeiingen-zijner en-de-schietbomen-zijner;
☼ || /// \\ | .
en-wel-ook de-muur-van de-vijver-van ShèLàCh voor-de-schutse-van~
[de-koning,
.
en-tot~de-opgangstrap,
<> // !
die-afdaalt vandaan-van-de-stad-van DáWieD.
=
/// | \ .
laat-achter-hem doet-hard-zijn NeChèMeJáH stichtzoon-van~NgàZeBuWQ, 16
|| <> \ . . . . . . .
vorst-van de-helft-van het-spilgebeid-van BéJT~TsuWR;
\\ | \ .
tot~voorgelegd-aan de-graven-van DáWieJD,
| .
en-tot~de-vijver die-gemaakt-is,
<> // !
en-tot het-huis-van de-heerbazen.
=
// // <> \ . . . .
laat-achter-hem doen-hard-zijn de-LeWieten ReChuWM stichtzoon-van~BáNáJ;17
\ . .
op-de-hand-zijner doet-hard-zijn:
// // <>
ChæShàBeJáH vorst-van~de-helft-vanhet-spilgebied QeNgieJLáH
!
[voor-het-spilgebied-zijner.
=
| \ .
laat-achter-hem doen-harder-zijn de-broederverwanten-hunner, 18
<> . . . .
BáWWàJ stichtzoon-van~ChéNáDàD;
|| <> // !
vorst-van de-helft-van het-spilgebied QeNgieLáH.
=
NEM 3
\\ / \\\ //
en-voorts-doet-hard-zijn op~de-hand-zijner NgéZèR stichtzoon-van~JéShuWàNg19
// <> \ . . . . . . . .
[vorst-van MieTsePáH vandaan-van-de-maat de-andertweede;
|| // <> !
vandaan-van-voorgelegd-aan de-opgang-van de-kusplaats-van de-hoek.
=
\\ \\\ // //
laat-achter-hem die-in-gloed-staat doet-hard-zijn BáRuWK 20
<> \ . . . . . . .
[stichtzoon-van~ZàBBàJ vandaan-van-de-maat de-andertweede;
.
vandaan-van-de-hoek,
\\ | \ .
tot~de-opening-van het-huis-van AêLeJáShieBh,
<> !
de-priester de-grote.
=
\ . .
laat-achter-hem doet-hard-zijn: 21
\\\ // <>
MeRéMóWT stichtzoon-van~AuWRieJJáH stichtzoon-van~HàQóWTs
\ . . . . . . . . . .
[een-maat andertwee;
\\ | \ .
vandaan-van-de-opening-van het-huis-van AêLeJáShieJBh
<> // !
[en-tot~het-al-af-gemaakte van-het-huis-van AêLeJáShieJBh.
=
// // <> // !
en-laat-achter-hem doen-hard-zijn de-priesters de-menselijken-van 22
[het-ringgebied.
\\ /// // <> \
laat-achter-hem doet-hard-zijn BieNeJaMieJN en-ChàShuWBh voorgelegd-aan 23
. . . . . .
[het-huis-hunner;
=
\ . .
laat-achter-hem doet-hard-zijn:
\\\ // <>
NgæZàReJáH stichtzoon-van~MàNgæSséJáH stichtzoon-van~NgæNàNeJáH
// !
[ter-zijde-van het-huis-zijner.
NEH 3
\ . .
laat-achter-hem doet-hard-zijn: 24
// <> \ . . . . . . . . .
BieNNieWWieJ stichtzoon-van~ChéNáDàD een-maat andertwee;
\ .
vandaan-van-het-huis-van NgæZàReJáH,
<> !
tot~de-hoek en-tot~het-wendepunt.
\ ¬ ,
PáLáL stichtzoon-van~AuWZàJ vandaan-voor(-gelegd-aan)de-hoek 25
. .
en-de-grotert:
| /// \\ | .
die-uittrekt vandaan-van-het-huis-van de-koning (nl.)de-opperste,
<> \ . . . . . . . .
die (is) voor-de-grashof-van de-vizierplek;
<> // !
laat-achter-hem PeDáJáH stichtzoon-van~PàReNgoSh.
=
.
en-de-NeTieJNieten, 26
// <> . . . .
zij-geschieden zittend in-NgoPhèL;
☼ \\ /// \\ | .
tot voor(gelegd-aan) de-poort-van het water voor-de-(zons-)oprijskant,
<> !
en-de-grotert die-uittrekt.
=
// // <> \ . . . . . . . .
laat-achter-hem doen-hard-zijn de-TteQoNgieten een-maat andertwee; 27
\\ /// | .
vandaan-van-voor(gelegd-aan) de-grotert (nl.)de-grote die-uittrekt,
<> // !
en-tot de-muur-van NgoPhèL.
\ \ . .
vandaan-van-op de-poort-van de-paarden: 28
\\ | .
doen-hard-zijn de-priesters,
<> // !
iedermenselijke voor(gelegd) het-huis-zijner.
=
\\\ // // <>
laat-achter-hem doet-hard-zijn TsáDóWQ sichtzoon-van~AieMMéR
// . . . . .
[voor(gelegd) het-huis-zijner;
NEH 3
=
/// | \ .
en-laat-achter-hem doet-hard-zijn SheMáNgeJáH stichtzoon-van~SheKàNeJáH,
<> // !
die-waar-houdt de-poort-van de-(zons-)oprijzing.
=
\\ / \ . .
laat-achter-hem doet-hard-zijn ChæNàNeJáH stichtzoon-van~SheLèMeJáH: 30
\\\ // <> \
en-CháNuWN stichtzoon-van~TsáLáPh sde-zesde een-maat andertwee;
=
\ . .
laat-achter-hem doet-hard-zijn:
| .
MeShoeLáM stichtzoon-van~BáRáKheJáH,
<> !
voor(gelegd) de-zitplek-zijner.
\ . .
laat-achter-hem doet-hard-zijn: 31
| .
MàLeKieJJáH stichtzoon-van~de-uitsmelter,
// <> . . . . . . .
tot~het-huis-van de-NeTieNieten en-de-marskramers;
/// \ .
voor(gelegd) de-poort-van MiePheQáD,
<> // !
en-tot de-opperzaal-van het-wendepunt.
\\ /// | \
en-onderscheidend de-opperzaal-van het wendepunt voor-de-poort-van 32
.
[het-voorttrekvee,
// <> !
doen-hard-zijn de-uitsmelters en-de-marskramers.
~
|| \\\ \ . .
en-voorts-geschiedt naar-wat hoort SàNeBàLLàTh: 33[16]
/// | .
ja~wij stichtenden enwel~-de-muren,
\ .
en-voorts-ontgloeit-het aan-hem,
NEH 3(4)
<> . . . .
en-voorts-heeft-hij-hartzeer veel;
<> !
en-voorts-bauwt-hij-na over~de-JeHuWDieJM.
\ \ . .
en-voorts-zegt-hij voor-de-vertgenwendiging-van de-broederverwanten-zijner: 34[17]
| .
en-van-de-mogendheid-van ShieMeRóWN[18],
|| // / <>
en-voorts-zegt-hij wat? (zijn)de-JeHuWDieM die-verwelkt-zijn
. . . . . . . .
[makende;
\\ /// \\ | \
worden-zij-achter-gelaten? voor-zichzelf slachten-zij? kunnen-zij’t-aan?
.
[op-een-dag,
\\\ // // <> //
doen-zij-leven? enwel~de-stenen vandaan-van-hopen-van stof en-zij
!
[(zijn)vervlamd.
// <> . . . .
en-ThóWBhieJJáH de-NgàMMoNiet (is)ter-zijde-van-hem; 35[19]
. .
en-voorts-zegt-hij:
/// \ .
ook wat(maar)~zij bouwend(zijn),
\ .
ware~aan’t-opgaan een-vos,
<> // !
en-hij-is-aan’t-openrijten de-muren-van de-stenen-hunner.
~
/// \\ | \ .
hoor gods-onzer ja~ons-geschiedt minachting, 36[20]
// <> . . . . . .
en-doe-keren de-hoon-hunner naar-de-eerstdelen[21]-hunner;
// <> // !
en-geef-hen ter-roof in-een-land-van gevangenschap.
| .
en-niet~ben-jij-aan’-verhullen over-het-geontwricht-hunner, 37[22]
NEH 3,4
<> \
en-de-verwaarding-hunner vandaan-van-voor-de-vertegenwendiging-jouwer
. . . . . .
ben-jij-niet~aan’t-wissen;
// <> // !
ja zij-geven-hartzeer voor(gelegd) de-stichters.
SEDER
| .
en-voorts-stichten-wij enwel~de-muren , 38[23]
// <> . . . . .
en-voorts-wordt-verknoopt al-af~de-muur tot~de-helft-zijner;
/// § <> !
en-voorts-geschiedt (het-)hart voor-het-genotenvolk om-te-maken.
~
\ \ \ || ☼
en-voorts-geschiedt naar-wat hoort SàNeBàLLàTh en-ThóWBhieJJáH 4.1[24]
\ / . .
[en-de-NgàReBieJren en-de-NgàMMoNieten en-de-AàSheDoDieten:
/// | \ .
ja~opgaat de-uitstrekking voor-de-muren-van JeRuWSháLáieM,
// <> . . . .
ja~aangepakt-worden de-reten om-op-te-stoppen-die;
// <> !
en-voorts-ontgloeit-hij over-hen machtig.
/// | .
en-voorts-verknopen-zich zij-al-af verenigd, 2[25]
<> \ . . . . .
om-te-komen om-in-broderij-te-geraken-met-hen in-JeRuWSháLáieM;
// <> !
en-om-te-maken voor-haar getuimel.
<> . . . . .
en-voorts-spreken-wij-ons-uit naar~de-gods-onzer; 3[26]
\\ \\\ // // <>
en-voorts-doen-wij-staande-blijven waarhouders op-hen dagelijks en-‘snachts
!
[vandaan-van(vanwege)-de-vertegenwendiging-hunner.
\ . .
en-voorts-zegt JeHuWDáH: 4[27]
NEH 4
| /// .
struikelt de-kracht-van wie-zeult, [28]
<> . . . .
en-het-stof is-veel;
\\ | \ .
en-wij niet kunnen-wij-het-aan,
<> !
om-te-stichten bij-de-muur.
\ . .
en-voorts-zeggen de-beëngers-van-ons: 5[29]
/// | \ .
niet volkènnen-zij en-niet zien-zij,
// // <>
tot dat~wij-komen naar~het-midden-hunner
. . . .
[en-voorts-vermoorden-wij-hen;
<> !
en-voorts-zijn-wij-aan’t-doen-verstillen enwel~het-bodewerk.
| \ .
en-voorts-geschiedt zodra~komen de-JeHuWDieM, 6[30]
<> . . . .
die-zitten terzijde-van-hen;
/// | \ .
en-voorts-zeggen-zij(‘t) aan-ons tien voetstampen,
<> //
vandaan-van-al-af~de-opstaanplaatsen waaruit~jullie-terugkeren
!
[op-tegen-ons.
|| \\\
en-voorts-doe-ik-staande-blijven vandaan-van-de-drukplekken 7[31]
// // <>
[per-opstaanplaats vandaan-van-de-laat-achterdelen voor-de-muur
. . . . . . . . .
[bij-de-bleekvelden;
/// | .
en-voorts-doe-ik-staande-blijven enwel~het-genotenvolk naar-families,
// <> !
genoot-met~de-zwaarden-hunner de-lansen-hunner en-de-bogen-hunner.
\ . .
en-voorts-zie-ik en-sta-ik-op: 8[32]
|| /// |
en-voort-zeg-ik tot-de-prefecten en-tot-de-overheden
NEH 4
\ .
[en-tot~het-strak-geblevene-van het-genotenvolk,
<>
niet~je-aan’t-ontzien-jullie
. . . . . .
[vandaan-van(vanwege)de-vertegenwendiging-hunner;
|| /// | .
enwel-bij~de-machtiger-mijns de-grote en-de-ontzagwekkende haakt-aan,
. .
en-gaat-broderij-aan:
| \
om~de-broederverwanten-jelieder de-stichtzonen-jelieder
.
[en-de-stichtdochters-jelieder,
<> !
de-vrouwmenselijken-jelieder en-de-huizen-jelieder.
~
|| /// \\ | \ .
en-voorts-geschiedt zodra~horen de-vijanden-onzer ja~volkènd-is-het 9[33]
[aan-ons,
// <> . . . . . .
en-voorts-verbreekt gods enwel~de-raadverschaffing-hunner;
/// \\ | .
en-voorts-keren-wij-terug al-af-van-ons naar~de-muur,
<> !
iedermenselijke naar~het-bodewerk-zijner.
\ \ . .
en-voorts-geschiedt vandaan-van~de-dag (nl)die: 10[34]
\ ¬ \ ,
de-helft-van de-bonkers-mijner makend met-bodewerk
. .
en-de-helft-hunner:
| \ .
hard-vattend de-lansen de-schutten,
<> . . . . . . . . . .
de-bogen en-de-borstwapens;
. .
en-de-vorsten,
<> // !
laat-achter al-af~het-huis JeHuWDáH.
\\\ // // <>
de-stichtenden bij-de-muur en-de-hoog-heen-dragenden bij-het-gezeulde 11
. . . . . . .
[die-beladen;
NEH 4
/// | \ .
met-een-één-enkele hand-zijner makend aan-het-bodewerk,
<> // !
en-een-één-enkele hard-vattend de-zendpijl.
.
en-de-stichtenden, 12[35]
// // // <>
iedermenselijke het-zwaard-zijner gesnoerden op~het-heupenpaar-zijner
. . . . . .. . . .
[en-stichtenden;
// <> !
en-de-stotenden op-de-klaroen terzijde-van-mij.
|| /// |
en-voorts-zeg-ik tot~de-prefecten en-tot~de-overheden 13[36]
\ .
[en-tot-het-strakgeblevene-van het-genotenvolk,
// <> . . . .
het-bodewerk is-veel en-is-wijd;
. .
en-wij:
| .
vaneen-gescheidenenen op~de-muur,
<> // !
ver-zijnden iedermenselijke vandaan-van-de-broederverwant-zijner.
. .
op-de-opstaanplaats: 14[37]
/// | \ .
waar jullie-aan’t-horen-zijn enwel~de-stem-van de-klaroen,
<> \ . . . .
daarheen zijn-jullie-aan’t-verzamelen naar-ons;
<> // !
de-gods-onzer is-in-‘t-brood-aan’t-geraken[38] voor-ons.
<> \ . . . . . . . .
en-wij makend bij-het-bodewerk; 15[39]
. .
en-de-helftenhunner:
| .
hardvattenden bij-de-lansen,
\ .
vandaan-van-het-opgaan-van het-uitgekozen-vroege-glans-donker,
<> // !
tot het-uittrekken-van de-sterren.
NEH 4,5
\ /// | \ .
ook in-het-tij (nl.)dit zeg-ik aan-het-genotenvolk, 16[40]
\ .
iedermenselijke en-de-bonker-zijner,
<> \ . . . . .
zijn-aan’t-overnachten in-het-midden-van JeRuWSháLáieM;
\\\ // <> // !
en-zij-geschieden~voor-ons ‘snachts (als)waarhouding en-’sdaags
[(als)bodewerk.
\\ / \ . .
en-geenszins ik en-de-broederverwanten-mijner ende-bonkers-mijner: 17[41]
/// | \ .
en-de-menselijken-van de –waarhouding die laat-achter-mij(zijn),
// <> . . . . .
geenszins~wij ons-ontschillend-van de-kostuums-onzer;
<> // !
iedermenselijke de-zendpijl-zijner het-water.
=
\\ // //
en-voorts-geschiedt-er geschreeuw-van het-genotenvolk 5.1
<> . . . . .
[en-van-de-vrouwmenselijken-hunner groot;
<> !
naar~de-broederverwanten-hunner de-JeHuWDieJM.
\\ \ .
en-er-zijn-er die zeggenden(zijn), 2
// <> \ . . . . .
de-stichtzonen-onzer en-de-stichtdochters-onzer wij (zijn) velen;
// <> // !
en-wij-zijn-aan’t-nemen koren en-wij-zijn-aan’t-eten en-wij-zijn-aan’t-leven.
\\ \ .
en-er-zijn-er die zeggenden(zijn), 3
// // // \
de-velden-onzer en-de-gaarden-onzer en-de-huizen-onzer (zijn)wij
. . . . . . . . . .
[als-borg-gevende;
// <> !
en-wij-zijn-aan’t-nemen koren bij-honger.
| \ .
en-er-zijn-er die zeggenden(zijn), 4
// <> \ . . . . . .
wij-lenen zilver voor-het-af-te-metene-van de-koning;
<> !
op-de-velden-onzer en-de-gaarden-onzer.
NEH 5
. .
en-welnu: 5
/// \\ | .
als-het-vlees-van de-broederverwanten-onzer (is)het-vlees-onzer,
<> . . . . .
als-de-stichtkinderen-hunner de-stichtkinderen-onzer;
\ ☼ \\
en-kijk-hier wij bewalkenden[42] enwel~de-stichtzonen-onzer
\\ . .
[en-enwel~de-stichtdochters-onzer tot-heerdienaren:
\\ /// | \
en-er-zijn-er vandaan-van-de-stichtdochters-onzer bewalkt en-geenszins
\ .
[in-de-godsgreep-van de-hand-onzer,
// <> !
en-de-velden-onzer en-de-gaarden-onzer (zijn)voor-lateren.
// <> . . . . . .
en-voorts-ontstak-het aan-mij machtig; 6
/// \\ | .
zoals ik-hoor enwel~het-geschreeuw-hunner,
// !
en-enwel~de-inbrengen (nl.)deze.
\\ / . .
en-voorts-maakt-zich-koning[43] het-hart-mijner over-mij: 7
\\ | \ .
en-voorts-twist-ik-! enwel~met-de-prefecten en-enwel~met-de-overheden,
\ .
en-voorts-zeg-ik aan-hen,
\
een-hoog-heen-dracht
<> \
[ieder-mensenlijke~bij-de-broederverwant-zijner zijn-jullie
. . . . . .
[doende-hoog-heen-dragen;
\ <> // !
en-voorts-geef-ik over-hen een-afstemming groot.
\ . .
en-voorts-zeg-ik-1 aan-hen: 8
\ ☼ \\ /
wij wij-verwerven enwel~de-broederverwanten-onzer de-JeHuWDieJM
NEH 5
/// | \ .
[die-verkocht-zijn aan-de-naties naar-de-maat bij ons,
// // <>
en-ook~jullie zijn-aan’t-verkopen enwel~de-broederverwanten-jelieder
. . . . . .
[enwij-verkopen~aan-onszelf;
// <> !
en-niet-vinden-zij inbreng.
=
|| // <> \ . . . . . . . . . .
en-voorts-zeg-ik niet~goed(is) de-inbreng die~jullie makende(zijn); 9
|| /// \\ | .
niet? in-ontzag-voor de-gods-onzer zijn-jullie-aan’t-gaan,
// <> !
vandaan-van(vanwege)-het-gehoon-van de-naties de-vijanden-onzer.
| \ .
en-ook~ik broederverwanten-mijner en bonkers-mijner, 10
// <> // . . . . .
lenenden bij-hen zilver en-koren;
<> _ !
wij-zijn-aan’t-nalaten~dan-toch enwel~een-draaglast (als)deze.
☼ || / . .
doet-terugkeren dan-toch aan-hen vandaag: 11
// // <> . . . . .
de-velden-hunner de-gaarden-hunner de-olijven-hunner
[en-de-huizen-hunner;
\\ // | \ .
en-een-honderd-van het-zilver en-het-koren en-de-wegvangst en-de-glansolie,
// <> // !
die jullie lenenden-zijn bij-hen.
\ . .
en-voorts-zeggen-zij wij-doen(’t)-terugkeren: 12
| \ .
en-vandaan-van-hen zijn-wij-niets aan’t-zoeken,
\ .
vastzo zijn-wij-aan’t-maken,
<> \ . . . . . . . . . . . .
naar-wat jij zeggende(bent);
| .
en-voorts-roep-ik enwel~de-priesters,
.
en-voorts-doe-ik-hen-zich-bezevenen,
<> // !
om-te-maken zoals~de-inbreng (nl.)deze.
\ . .
ook~de-boezem-mijner bonk-ik-uit: 13
NEH 5
|| \ <> .
en-voorts-zeg-ik als-zo is-aan’t-uitbonken de-gods,
☼ \\ /
enwel~al-af~menselijke die niet-aan’t-doen-opstaan-is
\ . .
[enwel~de-inbreng (nl.)deze:
| .
vandaan-van-het-huis-zijner en-vandaan-van-de-arbeid-zijner,
// <> . . . .
en-als-zo is-hij-aan’t-geschieden uitgebonkt en-loos;
\\ / . .
en-voorts-zeggen-zij al-af~de-afstemming[44] op-trouwe[45]:
| .
en-voorts-bepralen-zij die-JHWH-van-Israël,
// <> // !
en-voorts-maakt het-genotenvolk als-de-inbreng (nl.)deze.
|| \ \ . .
ook vandaan-van-de-dag dat~hij-gebiedt enwel-mij: 14
\ ¬ \ ,
om-te-geschieden (als)commandant[46] in-het-land JeHuWDáH
\ . .
vandaan-van-jaarandering twintig:
☼ \\ /// \\ | \
en-tot jaarandering dertig en-twee voor-AàReTàShàSeTe
.
[de-koning,
<> \ . . . .
aan-jaaranderingen twaalf[47];
\ .
ik en-de-broederverwanten-mijner,
// <> // !
brood-van de-commandant niet eet-ik.
☼ \\ /
en-de-commandanten de-eerdere die-van~voor-de-vertegenwendiging-mijner 15
\ . .
[doen’t-zwaar-zijn over het-genotenvolk:
\\ / /// \\ | |
en-voorts-nemen-zij vandaan-van-hen aan-brood en-wijn later-nog
NEH 5,6
\ .
[aan-zilver~gewichten veertig,
// <> \ . . . . . . . .
ook de-bonkers-hunner sollen met~het-genotenvolk;
| \ .
en-ik niet~maak-ik vastzo,
<> // !
vandaan-van(vanwege)-de-vertegenwendiging-van het-ontzag-voor gods.
☼ \\ /// | .
en-ook bij-het-bodewerk-van de-muur (nl.)deze maak-ik-mij-hard, 16
<> \ . . . . . . . .
en-veld niet verwerven-wij;
.
en-al-af~de-bonkers-mijner,
// <> !
(zijn)verzamelden daar op~het-bodewerk.
\\ / \\\ \ . .
en-de-JeHuWDieJM en-de-overheden (zijn)honderd en-vijftig manmenselijke: 17
// // // <>
en-de-komenden naar-ons vandaan-van-de-naties die~omsingelen-ons
!
[(zijn)aan~de-tafel-mijner.
☼ \ / \ . .
en-wat geschiedt (als)gemaakt voor-een-dag een-één-enkele: 18
\ || ☼ \\\ |
een-os een-één-enkele aan-voorttrekvee zes~zuiveren en-tsjirpvogels
.
[worden-(klaar-)gemaakt~voor-mij,
\\ \\\ // <> . . . . . . .
en-onderscheidend tien dagen bij-al-af ~wijn voor-een-veelheid;
. .
en-genoot-met~dit:
/// | \ .
brood-van de-commandant niet zoek-ik,
// <> // !
ja~zwaar-is de-heerdienst op~het-genotenvolk (nl.)dit.
// <> . . . . .
haak-aan~bij-mij gods-mijner om-het-goede; 19
// <> // !
de-al-afheid-van wat~ik-maak over~het-genotenvolk (nl.)dit.
~
\ \ \
en-voorts-geschiedt-het naar-wat ten-gehore-gebracht-wordt 6.1
\ ☼ \\ /
[aan-SàNeBàLLàTh en-ThóWBhieJJáH en-aan-GèShèM de-Arabier
\ . .
[en-aan-de-strakgeblevene-van de-vijanden-onzer:
NEH 6
/// \\ | .
ja ik-sticht enwel~de-muur,
// <> . . . .
en-niet~is-strakgebleven daarin een-reet;
/// \ .
ook tot~het-tij (nl.)dat,
<> // !
bungeldeuren niet~doe-ik-staande-blijven in-de-poorten.
\\ /// \\ | \ .
en-voorts-zendt SàNeBàLLàTh en-GèShèM naar-mij om-te-zeggen, 2
|| // // <>
aan-de-gang en-wij-zijn-aan’t-beraadslagen verenigd in-de-dorpen-van
\ . . . . . .
[de-spleet-van AóWNóW;
\\| .
en-zij berekenenden(zijn-zij),
// <> !
om-(‘t)te-maken voor-mij kwaad.
\\ /// | .
en-voorts-zend-ik-! af-op-hen werkboden te-zeggen, 3
/// | \ .
een-bodewerk groot (ben)ik makende,
// <> . . . . . . . . .
en-niet ben-ik’t-aan’t-aankunnen om-af-te-dalen;
\ /// | \
voor-wat? is-aan’t-verstild-worden het-bodewerk naar-wat
.
[ik-aan’t-doen-zakken-ben,
<> !
en-voorts-ik-aan’t-afdalen-ben naar-jullie.
// // // <> \ . . . . . . .
en-voorts-zenden-zij naar-mij naar-een-inbreng (als)deze vier voetstampen; 4
// <> // !
en-voorts-doe-ik-terugkeren enwel-hen naar-een-inbreng (als)deze.
=
☼ \\ / // //
en-voorts-zendt naar-mij SàNeBhàLLàTh naar-een-inbreng (als)deze 5
// \ . . . . . .
[(als)voetstamp vijf enwel~de-bonker-zijner;
// <> !
en-een-brief geopend in-de-hand-zijner.
\ . .
geschreven-is daarin: 6
/// | \ .
bij-de-naties wordt-gehoord en-GàSheMuW(is) zeggende,
/// \\ | \ .
jij en-de-JeHuWDieJM(zijn) berekenenden om-weerspannig-te-zijn,
NEM 6
// // <> . . . . .
om~vastzo (ben)jij stichtend de-muur;
. .
en-jij:
/// | .
geschiedend voor-hen tot-koning,
<> !
volgens-inbrengen (als)die.
|’ \ | \\
en-ook~profeten doe-jij-staande-blijven om-te-roepen over-jou 7
/ . .
[in-JeRuWSháLàieM om-te-zeggen:
/// .
een-koning in-JeHuWDáH,
| || .
en-nu is-het-aan’t-gehoord-doen-worden aan-de-koning,
\ <> \ .
volgens-de-inbrengen (nl.)die en-nu aan-de-gang,
// !
en-wij-zijn-aan’t-beraadslagen verenigd.
=
/// | .
en-voorts-zend-ik-! naar-hem om-te-zeggen, 8
/// | \ .
niet is-aan’t-geschiedenis-worden volgens-inbrengen (als)die,
<> \ . . . . . . . .
die jij(bent) zeggende;
// <> // !
ja vandaan-van-het-hart-jouwer ben)jij fantaserend-hen.
\ . .
ja al-af-zij: 9
/// \\ | .
(zijn)makend-ontzaghebbend enwel-ons om-te-zeggen,
\\\ // <>
aan’t-zakken-zijn de handen-hunner vandaan-van~het-bodewerk
\ . . . . . . . . . . .
[en-niet is-het-aan’t-gemaakt-worden;
<> // !
en-nu maak-hard enwel~de-handen-mijner.
. .
en-ik~ik-kom: 10
\ \\\ //
in-het-huis-van SheMàNgeJáH stichtzoon-van~DeLáJáH
<> . . . . . . .
[stichtzoon-van~MeHéJThàBheAéL en-hij (is)zich-versperrend;
|’ | \\
en-voorts-zegt-hij wij-zijn-ons-aan-de-orde-aan’t-stellen naar~het-huis-van
NEH 6
\ \ . .
[gods naar~het-midden-van het-tehuis:
/// \ .
en-wij-zijn-aan’t-sluiten de-bungeldeuren-van het-tehuis,
/// \ .
ja komenden (zijn er) om-te-vermoorden-jou,
<> // !
en’snachts komenden om-te-vermoorden-jou.
. .
en-voorts-zeg-ik: 11
/// \\ | .
een-manmenselijke? iemand-als-ik is-aan’t-heenschieten,
// // // <>
en-wie? iemand-als-ik die~aan’t-komen-is naar~het-tehuis
. . . . . . .
[en-voorts-leeft-hij;
<> !
niet ben-ik-aan’t-komen.
|’ \ <> . . . .
en-voorts-ben-ik-aan’t-waarnemen en-kijk-hier niet~gods zendt-hem; 12
/// | \ .
ja de-profeterende een-inbreng over-mij,
// <> !
en-ThóWBhieJáH en-SàNeBhàLLàTh belonen-hem.
/// | .
ter-toebuiging-daaraan (is)een-beloonde hij, 13
//
ter-toebuiging-daaraan-dat~ik-aan’t-ontzag-krijgen-ben
<> . . . . . . .
[en-ik-aan’t-maken-ben~vastzo en-voorts-ben-ik-aan’t-verwaarden;
/// | \ .
en-voorts-is-aan’t-geschieden voor-hen tot-een-naam kwaad,
<> !
ter-toebuiging-daaraan-dat zij-aan’t-honen-zijn-mij.
~
\\\ // // <>
haak-aan gods-mijner aangaande-ThóBhieJáH en-aangaande-SàNeBhàLLàTh 14
\ . . . .
[bij-de-maaksels-zijner (nl.)die;
\\ /// |
en-ook aangaande-NóWNgàDeJáH de-profetes
\ .
[en-aangaande-de-strakgeblevene-van de-profeten,
// <> // !
die geschieden (als)ontzaghebbend-makenden enwel-mij.
NEH 6
SEDER
| .
en-voorts-wordt-in-vrede-afgemaakt de-muur, 15
// <> . . . . .
op-de-twintigste en-vijfde aan-AêLuWL;
// <> !
in-vijftig en-andertwee dagen.
~
. .
en-voorts-geschiedt het: 16
/// | .
naar-wat horen al-af~de-vijanden-onzer,
. .
en-voorts-hebben-ontzag:
| .
al-af~de-naties die omsingelen-ons,
// . . . . . .
en-voorts-vallen-zij-neer in-de-wel-ogen-hunner;
. .
en-voorts-volkènnen-zij,
fz .
ja vandaan-bij de-gods-onzer,
<> // !
is-gemaakt bodewerk (als-)dit.
\ \ . .
ook in-de-dagen (nl.)die: 17
|| /// | .
verveelvuldigend(zijn) de-prefecten-van JeHuWDáH brieven,
<> . . . .
gaande af-op~ThóBhieJJáH;
// <> // !
en-die van-ThóBhieJJáH komend naar-hen.
\ . .
ja~vele in-JeHuWDáH: 18
/// | .
bezitters-van bezevening over-hem,
// <> \ . . . . .
ja~bruidsman (is)hij voor-SheKhàNeJáH stichtzoon-van~AáRéCh;
\ .
en-JeHóWCháNàN de-stichtzoon-zijner,
|| <> // !
neemt enwel~de-stichtdochter-van~MeShoeLLáM stichtzoon-van
[BeRèKheJáH.
\ . .
ook (van)de-goedheid-zijner: 19
NEH 6,7
/// | .
geschieden-zij (als)aanzeggenden voor-de-vertegenwendiging-mijner,
|| //
en-(van)de-inbrengen-mijner geschieden-zij
|| . . . .
[(als)doenden-uittrekken-die tot-hem;
// // <> !
brieven zendt ThóBhieJJáH om-mij-ontzag-te-doen-hebben.
. .
en-voorts-geschiedt-het: 7.1
/// | .
naar-dat gesticht-is de-muur,
<> . . . . . . . . . . .
en-voorts-doe-ik-staande-blijven de-bungeldeuren;
// // <>
en-voorts-worden-tot-bemoeienis-gebracht de-poortwachters en-de-zangers
!
[en-de-LeWieten.
|| \ . .
en-voorts-gebied-ik enwel~ChæNáNieJ de-broedeverwant-mijner: 2
// // <> . . . . .
en-enwel~ChæNåNeJáH de-vorst-van de-burcht over~JeRuWSháLáieM;
| \ .
ja~hij(is) als-een-manmenselijke-van trouw,
// <> !
en-ontzag-heeft-hij enwel~voor-gods vandaan-van(anders-dan)-velen.
\ . .
en-voorts-zeg-ik[48] aan-hen: 3
\ |’ /// \\ |
niet zijn-aan’t-geopend-worden de-poorten-van JeRuWSháLàieM
\ .
[tot~het-heet-zijn-van de-zon,
\\ // // //
en-tot zij staande-blijvend aan’t aan’t-klem-zetten-zijn
<> . . . . . . . . .
[de-bungeldeuren en-(die)voorts-aan’t-grijpen-zijn;
. .
en-voorts-is-men-staande-aan’t-doen-blijven:
| \ .
(als)waarhouders inzittenden-van JeRuWSháLàieM,
fz .
iedermenselijke bij-de-waarhouding-zijner,
<> // !
en-een-iedermenselijke voorgelegd-aan het-huis-zijner.
NEH 7
|| /// \\ | .
en-de-stad is-wijd-van handbreedten en-groot, 4
// <> . . . . . .
en-het-genotenvolk weinig in-het-midden-harer;
// <> !
en-geen huizen gesticht.
/// | .
en-voorts-geeft de-gods-mijner tot~het-hart-mijner, 5
|| \\\ //
en-voorts-verzamel-ik enwel~de-prefecten enwel~de-overheden
<> . . . . . .
[en-ewel~het-genotenvolk om-zich-te-laten-registreren;
. .
en-voorts-vind-ik:
/// \\ | \ .
het-staafboek-van geregistreerden die-opgaan eerder,
<> // !
en-voorts-vind-ik geschreven daarin.
~
\ \ . .
deze(zijn) de-stichtkinderen-van het-oordeelsgebied[49]: 6
| \ .
de-opgaanden vandaan-van-de-gevangenschap-van de-ontmanteling[50],
\ .
die ontmanteld-is-door[51],
<> \ . . . . .
NeBhuWKhàDeNèTsTsàR koning-van BáBhèL;
\\\ // <> //
en-voorts-keren-zij-terug te-JeRuWSháLàieM en-te-JeHuWDáH iedermenselijke
!
[tot-de-stad-zijner.
\ . .
de-komenden genoot-met~ZeRoeBáBhèL: 7
|’ |’ ☼ \\ /
JéShuWàNg NecHèMeJáH NgæZàReJáH RàNgàMeJáH NàChæMáNieJ
// // // <> \ . . . . .
[MaoReDåKhàJ BhieLeSháN MieSePèRèT BieGeWàJ NeChuWM BhàNgæNáH;
|| <> // !
de-boekstaving-van de-menselijken-van het-genotenvolk JieSseRáAéL.
=
\ .
de-stichtkinderen-van PhàReNgoSh, 8
NEH 7
|| <> // !
twee-kuddetal honderd en-zeventig en-andertwee.
=
\ .
de-stichtkinderen-van ShePhàTheJáH, 9
// <> // !
drie honderd zeventig en-andertwee.
=
\ .
de-stichtkinderen-van AáRàCh, 10
// <> // !
zes honderd vijftig en andertwee.
=
// // //
de-stichtkinderen-van~PhàTàCh MóWAáBh voor-de-stichtkinderen-van 11
<> . . . . .
[JéShuWàNg en-JóAáBh;
|’ // <> !
een-dubbelkuddetal en-acht honderd tien.
=
\ .
de-stichtkinderen-van NgéJLáM, 12
|’ <> // !
een-kuddetal twee-honderd vijftig en-vier.
=
\ .
de-stichtkinderen-van ZàTuWA, 13
// <> // !
acht honderd veertig en-vijf.
\ .
de-sticht-kinderen-van ZàKKàJ, 14
// <> !
zeven honderd en-zestig.
=
\ .
de-stichtkinderen-van BhieNNuWJ, 15
// <> // !
zes honderd veertig en-acht.
NEH 7
=
\ .
de-stichtkinderen-van BhéKháJ, 16
// <> // !
zes honderd twintig en-acht.
=
\ .
de-stichtkinderen-van NgàZeGáD, 17
|| // <> // !
twee-kuddetallen drie honderd twintig en-twee.
=
| .
de-stichtkinderen-van AæDoNieJQáM, 18
// <> // !
zes honderd zestig en-zeven.
=
\ .
de-stichtkinderen-van BieGeWáJ, 19
<> // !
twee-kuddetallen zestig en-zeven.
=
\ .
de-stichtkinderen-van NgáDieJN, 20
// <> // !
zes honderd vijftig en-vijf.
=
// <> // !
de-stichtkinderen-van~AáThéR voor-ChieZeQieJáH negentig en-acht. 21
=
\ .
de-stichtkinderen-van CháShoeM, 22
// <> // !
drie honderd twintig en-acht.
=
\ .
de-stichtkinderen-van BéTsáJ, 23
// <> // !
drie honderd twintig en-vier.
=
\ .
de-stichtkinderen-van CháRieJPh, 24
<> // !
honderd twaalf,
NEH 7
=
// .
de-stichtkinderen-van GieBeNgóWN, 25
// !
negentig en-vijf.
=
/// \\ | .
de-menselijken-van BéJT~LèChèM en-NethoPháH, 26
<> // !
honderd tachtig en-acht.
=
\ .
de-menselijken-van NgæNáTóWT, 27
<> // !
honderd twintig en-acht.
=
// <> // !
de-menselijken-van BéJT~NgàZeMáWèT veertig en-andertwee. 28
=
\\ /// | \ .
de-menselijken-van QieReJàT JeNgáRieJM KePhieJRáH en-BeAéRóWT, 29
// <> // !
zeven honderd veertig en-drie.
=
/// | .
de-menselijken-van CháRèMáH en-GáBhàNg, 30
// <> // !
zes honderd twintig en-een-één-enkele.
=
\ .
de-menselijken-van MieKheMáS, 31
<> // !
honderd twintig en-andertwee.
=
/// | .
de-menselijken-van BéJT~AéL en-HáNgáJ, 32
<> // !
honderd twintig en-drie.
=
// // <> // !
de-menselijken-van NeBhóW het-latere vijftig en andertwee. 33
=
\\ \ .
de-stichtkinderen-van NgéJLáM het-latere, 34
|| <> // !
een-kuddetal twee-honderd vijftig en-vier.
=
\ .
de-stichtkinderen-van CháRieM, 35
// <> !
drie honderd en-twintig.
=
NEH 7
\ .
de-stichtkinderen-van JeRéChóW, 36
// <> // !
drie honderd veertig en-vijf.
=
| .
de-stichtkinderen-van~LoD en-AóWNóW, 37
// <> // !
zeven honderd en-twintig en-een-één-enkele.
=
\ .
de-stichtkinderen-van SeNáAáH, 38
\ .
drie kuddetallen,
// <> !
negen honderd en-dertig.
~
. . . . . . . . .
de-priesters; 39
/// | \ .
de-stichtkinderen-van JeDàNgeJáH voor-het-huis-van JéShuWàNg,
// <> // !
negen honderd zeventig en-drie.
=
\ .
de-stichtkinderen-van AieMMéR, 40
<> // !
een-kuddetal vijftig en-andertwee.
=
\ .
de-stichtkinderen-van PhàSheChuWR, 41
|| <> // !
een-kuddetal twee-honderd veertig en-zeven.
=
\ .
de-stichtkinderen-van CháRieM, 42
<> // !
een-kuddetal zeven tien.
~
. . . . . . .
de-LeWieten; 43
\\\ // //
de-stichtkinderen-van JéShuwàNg voor-QàDeMieJéAL voor-de-stichtkinderen-van
<> // !
[voor-HóWDeWáH zeventig en-vier.
=
. . . . . . . .
de-zangers; 44
NEH 7
\ .
de-stichtkinderen-van AáSáPh,
<> // !
honderd veertig en-acht.
=
. .
de-poorters: 45
/// |
de-stichtkinderen-van~ShàLLuWM de-stichtkinderen-van~AáThéR
\ .
[de-stichtkinderen-van~ThàLeMoN de-stichtkinderen-van~NgàQQuWBh,
// <> // . . . . .
de-stichtkinderen-van ChæThieJTháA de-stichtkinderen-van ShoBháJ;
<> // !
honderd dertig en-acht.
=
. .
de-afgegevenen[52]; 46
// <>
de-stichtkinderen-van~TsieCháA de-stichtkinderen-van~ChæShoePháA
// !
[de-stichtkinderen-van ThàBáNgóWT.
// <>
de-stichtkinderen-van~QéRóWM de-stichtkinderen-van~SieJNgáA 47
\ !
[de-stichtkinderen-van PháDóWN.
// <>
de-stichtkinderen-van~LeBháNáH de-stichtkinderen-van~ChæGáBháH 48
// !
[de-stichtkinderen-van ShàLeMáJ.
// <>
de-stichtkinderen-van~CháNáN de-stichtkinderen-van~GieDDéL 49
!
[de-stichtkinderen-van~GáCháR.
// <>
de-stichtkinderen-van~ReAáWáH de-stichtkinderen-van~ReTsieJN 50
// !
[de-stichtkinderen-van NeQóWRáA.
// <>
de-stichtkinderen-van~GàWWáM de-stichtkinderen-van~NgoeZZáA 51
// !
[de-stichtkinderen-van PhàSéàCh.
// <>
de-stichtkinderen-van~BhéSàJ de-stichtkinderen-van~MeNguwNieJM 52
// !
[de-stichtkinderen-van NePhóWSheSieJM.
// <>
de-stichtkinderen-van~BhàQeBuwQ de-stichtkiunderen-van~ChæQuwPháA 53
// !
[de-stichtkinderen-van ChàReChuWR.
NEH 7
// <>
de-stichtkinderen-van~BhàTseLieJT de-stichtkinderen-van~MeChieJDáA 54
// !
[de-stichtkinderen-van ChàReSháA.
// <>
de-stichtkinderen-van~BàReQóWS de-stichtkinderen-van~SieSeRáA 55
!
[de-stichtkinderen-van~TáMàCh.
// <> // !
de-stichtkinderen-van NeTsieàCh de-stichtkinderen-van ChæThiePháA. 56
<> \ . . . . .
de-stichtkinderen-van de-heerdienaren-van SheLoMoH; 57
// <>
de-stichtkinderen-van~SóThieJ de-stichtkinderen-van~SóWPhèRáH
// !
[de-stichtkinderen-van PheRieJDáA.
// // <>
de-stichtkinderen-van~JàNgæLáA de-stichtkinderen-van~DàReQóWN 58
// !
[de-stichtkinderen-van GieDDéL.
\\\ \ . .
de-stichtkinderen-van ShePhàTheJáH de-stichtkinderen-van~ChàThThieJL: 59
// // <> // !
de-stichtkinderen-van PoKhèRèT-van TseBháJieJM de-stichtzoon-van AáMóWN.
.
al-af~de-afgegevenen, 60