MeSháLieJM (VORE-STELLEN) (SPREUKEN)1
SEDER
fz \ . . . . . . .
vore-stellen[1]-van SheLoMoH stichtzoon-van~DáWieD; 1
. .
koning-van:
!
JieSseRáAéL.
\ \ . . . . . . . . .
om-te-volkennen wijsheid en-onderricht[2]; 2
/ . .
om-te-onderscheiden:
// !
gezegden-van onderscheidingsvermogen[3].
fz \ . . . . . . . . .
om-aan-te-nemen onderricht-van de-onderwezene; 3
// / . .
recht en-stelregeling:
!
en-rechtuitheden.
\ \ . . . . . . . . . .
om-te-geven aan-toegankelijken slimmigheid; 4
/ . .
aan-een-bonker[4]:
\ !
volkennis en-opzetvermogen.
\ fz \ . . . . . . .
aan’t-horen-is de-wijze en-voorts-voegt-hij-toe aan-te-nemen; 5
/ . .
en-de-vaststandige:
// !
snoeringsvaardigheden[5] is-hij-aan’t-verwerven.
\ fz . . . . . . .
om-te-onderscheiden een-vore-stel en-het-raadsgeheim-zijner; 6
// / . .
de-inbrengen-van de-wijzen:
!
en-de-raadselachtigheden-hunner.
\ fz \ . . . . . . .
ontzag-voor die-JHWH-van-Israël de-eersteling-van het-volkènnen; 7
// / . .
wijsheid en-onderricht:
// !
zotten minachten(ze).
~
\ fz \ . . . . . . . . .
hoor stichtkind-mijner het-onderricht-van de-jou-omvamende; 8
/ . .
en-niet~aan’t-weggooien-jij:
// !
de-uitleg-van de-bemoederende-jou.
/// /// § » . . . . . . .
ja een-geleide-van gratie (zijn)zij voor-het-eerstdeel-jouwer; 9
/ . .
omboordingen:
!
voor-de-hals-jouwer.
<< // / . .
stichtkind-mijner ware’t-dat aan’t-toegankelijk-maken-zijn-jou verwaarders: 10
!
niet~aan’t-doen-komen-jij(hen). _________
¬ ~~ / \
ware’t-dat~zij-aan’t-zeggen-zijn ga gekoppeld-aan-ons* 11
// . . . . .
wij-zijn-aan’t-loeren-toch voor-bloed;
// \ !
aan’t-opbergen-zijn-wij-ons-toch voor-de-straffeloze gratieweg.
fz \ . . . . . . .
wij-zijn-aan’t-verslinden-hen als-de-oergroeve levenden; 12
/ . .
en-volgaven:
\ !
als-neerdalenden-in een-bak.
\ \ . . . . . .
al-af~rijkdom kostbaar zijn-wij-aan’t-vinden; 13
<> \ !
wij-zijn-aan’t-vol-maken de-huizen-onzer met-buit.
fz \ . . . . . .
de-lotssteen[6]-jouwer ben-jij-aan’t-doen-neervallen in-het-midden-van-ons; 14
// < >
een-buidel een-één-enkele:
// !
is-aan’t-geschieden voor-de-al-afheid-van-ons.
. .
stichtkindzoon-mijner: 15
\ \ . . .
niet~ben-jij-aan’t-gaan op-een-neemweg samen-met-hen;
// / . .
weer het-voete-been-jouwer:
!
vandaan-van-de-straten-hunner.
\ fz \ . . . . .
ja de-voetebenen-hunner ten-kwade zijn-zij-aan’t-lopen; 16
/ . .
en-zij-zijn-zich-aan’t-beijlen:
!
om-te-storten~roods.
fz \ . . . .
ja~gratis wordt-uitgewand[7] de-wegvang[8]; 17
/ . .
bij-de-welogen-van:
// !
al-af~bezitter-van een-vlerk.
fz \ . . . . .
en-zij(zijn) op-het-roods-hunner aan’t-loeren; 18
/ . .
aan’t-opbergen-zijn-zij-zich:
!
voor-de-lichaamzielen-hunner.
. .
vastzo: 19
fz \ . . . . . . . .
de-paden-van al-af~brokkenmaker brokstuk;
<> \ !
enwel~de-lichaamziel-van de-bezitters-van-haar is-hij-aan’t-nemen.
~
fz \ . . . . . . . . . .
wijsheden in-het-straatbuiten is-zij-aan’t-jubelschreien; 20
/ . .
in-de-wijdsheden:
// !
is-zij-aan’t-geven de-stem-harer.
// . .
op-het-eerstdeel-van zich-roerends: 21
_______
/ \
is-zij-aan’t-roepen*
<> // . .
in-de-openingen-van de-poorten in-de-stad:
// !
het-te-zeggene-door-haar is-zij-aan’t-zeggen.
_______
\ ¬ / \
tot~wanneer? toegankelijken zijn-jullie-aan’t-beminnen toegankelijks* 22
. .
en-bruten:
fz \ . . . .
bruutheid begeren-zij voor-zich;
/ . .
en-slaplendigen:
!
zij-zijn’t-beweigeren~volkènnis.
. .
aan’-t-omkeren(zijn)jullie: 23
____________
/ \
tot-de-terechtwijzingen-mijner*
/// \ \ . . . . . .
kijk-hier ik-ben-aan’t-doen-bruisen-toch voor-jullie de-beluchting-mijner;
<> \ !
ik-ben-aan’t-doen-volkènnen-toch de-inbrengen-mijner enwel-jullie.
\ fz . . . . . . . . .
toegebogen roep-ik en-voorts-beletten-jullie; 24
// . .
ik-rek-uit de-hand-mijner:
\ !
en-geen zoekenden.
// . . . . .
en-voorts-laten-jullie-varen de-al-afheid-van~de-raadverschaffing-mijner; 25
/ . .
en-aan-het-terecht-gebracht-worden-door-mij:
\ !
geen behoefte-hebben-jullie.
fz \ . . . . . . .
ook~ik bij-overmachtiging-van-jullie ben-ik-aan’t-lachen; 26
/ . .
ik-ben-aan’t-nabauwen:
\ !
bij-het-komen-van de-vrees-van-jullie.
/// \\ . .
bij-het-komen als-een-ramp[9] van-de-vrees-van-jullie: 27
fz \ !
en-de-overmachtiging-van-jullie als-een-wegraping
[in-aantocht-aan’t-zijn-is;
// / . .
bij-het-komen op-jullie:
// !
van-beëngdheid en-van-doordrongenheid.
\ fz \ . . . . . . . .
dan zijn-zij-aan‘t-roepen-mij en-niet ben-ik-me-aan’t-toebuigen; 28
/ . .
zijn-zij-aan’t-vroeg-donker-zoeken-mij:
\ !
en-niet zijn-zij-aan’t-vinden-mij.
fz \ . . . . .
op-de-drukplek-daarvan ja~beweigeren volkènnis; 29
// / . .
en-het-ontzag-voor die-JHWH-van-Israël:
\ !
niet verkiezen-zij.
// . . . . . .
niet~hebben-zij-behoefte aan-de-raadverschaffing-mijner; 30
/ . .
zij-smaden:
!
al-af~terecht-gebracht-worden-door-mij.
fz \ . . . . . .
en-zij-zijn-aan’t-eten vandaan-van-de-vrucht-van de-neemweg-hunner; 31
\ !
en-vandaan-van-de-raadverschaffingen-hunner zijn-zich-aan’t-verzadigen.
/// \ \ . . . .
ja het-zich-keren-van toegankelijken is-aan’t-vermoorden-hen; 32
< > \ !
en-de-zorgeloosheid-van slaplendigen is-aan’t-teloor-doen-gaan-hen.
\ <> . . . . .
en-de-horende tot-mij is-aan’t-voortwonen~veilig; 33
/ . .
en-welgedaan-is-hij-!:
// !
vandaan-van-de-vrees-voor het-kwaad.
~
fz \ . . . . . .
stichtkind-mijner ware’t-dat~jij-aan’t-aannemen-bent het-gezegde-mijner; 2.1
/ . .
en-de-geboden-mijner:
// !
aan’t-opbergen-bent bij-jou.
\ \ . . . . . .
om-opmerkzaam-te-doen-zijn voor-wijsheid de-oren-jouwer; 2
// / . .
ben-jij-aan’t-rekken het-hart-jouwer:
!
om-onderscheidingsvermogen.
/// \ \ . . . . . . . . .
ja ware’t-dat om-onderscheidingsvermogen jij-aan’t-roepen-bent; 3
/ . .
om-onderscheidingsvermogen:
// !
jij-aan’t-geven-bent de-stem-jouwer.
// . . . . .
ware’t-dat~jij-aan’t-zoeken-bent-haar als-zilver; 4
// !
en-als-weggestoptes ben-jij-aan’t-naspeuren-haar.
. .
dan: 5
fz \ . . . . . . . . . .
ben-jij-aan’t-onderscheiden het-ontzag-voor die-JHWH-van-Israël;
<> \ !
en-de-volkènnis-van gods ben-jij-aan’t-vinden.
fz \ . . . . . . . .
ja~die-JHWH-van-Israël is-aan’t-geven wijsheid; 6
/ . .
vandaan-van-de-mond-zijner:
\ !
volkènnis en-onderscheidingsvermogen.
\ fz . . . . . . . .
en-opbergend voor-rechtuiten welslagen[10]; 7
/ . .
schut:
\ !
voor-wie-gaan volgaaf.
fz \ . . . . . . . . . .
om-te-behoeden de-paden-van stelregeling; 8
<> \ !
en-de-neemweg-van de-goedgunstigen-zijner is-hij-aan’t-waar-houden.
. .
dan: 9
fz \ . . . . . .
ben-jij-aan’t-onderscheiden recht en-stelregel;
/ . .
en-recht-uitheid:
!
al-af~cirkelgang~goeddoend.
\ \ . . . . . .
ja~aan’t-komen-is wijsheid in-het-hart-jouwer; 10
/ . .
en-volkènnis:
// !
voor-de-lichaamziel-jouwer is-klankmooi-aan’t-zijn.
fz // . .
opzettelijkheid is-aan’t-waar-houden over-jou: 11
// !
onderscheidingsvermogen is-aan’t-behoeden-jou.
fz \ . . . . .
om-te-doen-eruit-slepen-jou vandaan-van-een-neemweg kwaad; 12
/ . .
vandaan-bij-een-manmenselijke:
// !
die-inbrengt verdraaiingen.
fz \ . . . . . . . . .
die-verlaten paden-van wat-rechtuit-is; 13
/ . .
om-te-gaan:
!
op-een-neemweg-van~duisternis.
fz // . . . . .
die-zich-verheugen om-te-maken het-kwade; 14
/ . .
aan’t-juichen-zijn-zij:
bij-verdraaiingen kwaad.
\ \ . . . . . . . .
van-wie de-paden verkeerd(zijn); 15
/ . .
en-afgezwenkten:
!
op-de-cirkelgangen-hunner.
\ \ . . . . .
om-te-doen-eruit-slepen-jou vandaan-van-een-vrouwmenselijke vreemd; 16
/ . .
vandaan-van-een-waargenomen(vrouw):
// !
(die-)de-gezegden-harer vereffent.
fz \ . . . . .
zij-die-verlaat de-kuddeman-van de bonktijd-harer; 17
<> \ !
en-wel-ook~de-zuivergang-van de-gods-harer vergeet-zij.
/// \ \ . . . . .
ja neer-bukt naar-gestorvenheid het-huis-harer; 18
/ . .
en-naar~neergezakten[11]:
!
de-cirkelwegen-harer.
fz \ . . . . . .
al-af-die-komt-bij-haar niet zijn-zij-aan’t-terugkeren-!; 19
/ . .
en-niet~zijn-zij-aan’t-bereiken:
// !
de-paden-van de-levenden.
. .
ter-toebuiging-daaraan: 20
fz \ . . . . . .
ben-jij-aan’t-gaan op-de-neemweg-van de-goeden;
<> \ !
en-de-paden-van de-rechtvaardigen ben-jij-aan’t-waar-houden.
// . . . .
ja~recht-uiten zijn-aan’t-bewonen~het-land; 21
/ . .
en-volgaven:
// !
zij-zijn-aan’t-strakgehouden-worden daarop.
fz \ . . . . . . . . . . . . . . . .
en-schenders (zijn)vandaan-van-het-land aan’t-afgescheiden-worden; 22
/ . .
en-verkostumeerden:
// !
zijn-aan’t-losgerukt-worden vandaan-daarvan.
~
fz \ . . . . . . .
stichtkind-mijner de-uitleg-mijner ben-jij-niet~aan’t-vergeten; 3.1
/ . .
en-de-geboden-mijner:
// !
is-aan’t-behoeden het-hart-jouwer.
/// \ fz \ . . . . .
ja uitgestrekt-zijnde de-dagen en-de-jaaranderingen-van het-leven; 2
/… . .
en-vrede:
// !
zijn-zij-aan’t-toevoegen voor-jou.
/ . .
goede-gunst en-trouw: ______
/ \
zijn-niet~aan’t-verlaten-jou* 3
// . . . . . .
knoop-vast-hen op-dekeelnek-jouwer;
/ . .
schrijf-hen:
// !
op~het-bord-van het-hart-jouwer.
<> . . . .
en-vind~gratie en-onderwezenheid-goed; 4
<> \ !
in-de-wel-ogen-van gods en-van-roodling.
~
\ fz . . . . . .
weet-je-veilig bij~die-JHWH-van-Israël met-al-af~het-hart-jouwer; 5
/ . .
en-op~het-onderscheidingsvermogen-jouwer:
!
ben-jij-niet~aan’t-leunen.
// . . . .
bij-de-al-afheid-van~de-neemwegen-jouwer volkèn-hem; 6
/ . .
en-hij:
// !
is-aan’t-rechtuit-doen-zijn de-paden-jouwer.
\ \ . . . . . .
niet~ben-jij-aan’t-geschieden wijs in-de-wel-ogen-jouwer; 7
// / . .
heb-ontzag enwel~voor-die-JHWH-van-Israël:
\ !
en-wijk vandaan-van-het-kwaad.
fz \ . . . . . .
herstel is-aan’t-geschieden voor-de-(navel-)streng-jouwer; 8
/ . .
en-drenking:
!
voor-de-harde-botten-jouwer.
\ fz . . . . . .
geef-zwaarte enwel~die-JHWH-van-Israël vandaan-van-de-have-jouwer; 9
/ . .
en-vandaan-van-het-eerste-van:
!
de-al-afheid-van~wat-toekomt-aan-jou.
\ \ . . . . . .
en-aan’t-vol-worden-zijn de-schuren-jouwer verzadigd; 10
/ . .
en-wegvangst[12]:
// !
de-inboringen[13]-jouwer zijn-aan’t-open-rijten.
\ fz \ . . . . . . . . .
het-onderricht-van die-JHWH-van-Israël, stichtkind-mijner, 11
[ben-jij-niet~aan’t-schofferen;
/ . .
en-niet~ben-jij-je-aan’t-prikken:
!
bij-het-terechtgebracht-worden-door-hem.
< // \ \ \ . . . . . . . . . .
ja enwel die aan’t-beminnen-is die-JHWH-van-Israël is-hij-aan’t-terechtbrengen;12
/ . .
en-zoals-een-omvamende:
// !
en-wel~een-stichtkind aan’t-genadigen-is.
\ fz \ . . . . . . .
gelukgewenst een-roodling, vindt-hij wijsheid; 13
/ .
een-roodling:
// !
is-hij-aan’t-ja-knikken-bij onderscheidingsvermogen.
< \ fz . . . . .
ja goed(is) de-reiswaar-daarvan vandaan-van(anders-dan)reiswaar-van~zilver; 14
/ . .
en-vandaan-van(anders-dan)delvingsgoud:
!
wat-zij-doet-(op)komen.
\ fz . . . . . . . . . . .
kostbaar-is het vandaan-van(anders-dan)-wendepaarlen; 15
/ . .
en-de-al-afheid-van~het-welbehagelijke-van-jou:
\ !
is-niet aan’t-voorgehouden-worden daaraan.
\ fz . . . . .
gestrektheid-van dagen in-de-zuidenrechter-harer; 16
/ . .
in-de-noordenlinker-harer:
\ !
rijkdom en-zwaarte.
// . . . . . . . . . . .
de-neemwegen-harer neem-wegen-van~klankmooiheid; 17
\ !
en-de-al-afheid-van~de-straten-harer vrede.
\ fz \ . . . .
een-houtboom-van~leven (is)zij voor-wie-hard-vatten bij-haar; 18
// !
en-wie-vast-houdt-haar (is)een-gelukgewenste.
~
. .
die-JHWH-van-Israël: 19
// . . . . . . .
met-wijsheid grondvest-hij~het-land;
// / . .
vastzo-zettend de-hemelhelften:
!
met-onderscheidingsvermogen.
fz \ . . . . . . .
met-de-volkènnis-zijner (zijn-)vloeden-van-beroerte zich-aan’t-splitsen; 20
/ . .
en-slijpseluchten:
!
zij-zijn-aan’t-druppelen~dauw.
fz \ . . . . . .
stichtkind-mijner niet~zijn-zij-aan’t-zwenken vandaan-van-de-wel-ogen-jouwer;21
// / . .
behoed welslagen:
!
en-opzetvermogen.
\ \ . . . . . .
zij-zijn-aan’t-geschieden (tot)leven voor-de-lichaamziel-jouwer; 22
/ . .
en-gratie:
SPREUKEN 3
!
voor-de-keelnek-jouwer.
/// \ \ . . . . . .
dan ben-jij-aan’t-gaan in-veiligheid de-neemwegen-jouwer; 23
/ . .
en-het-voetebeen-jouwer:
\ !
niet doe-jij-blijven-steken.
// . . . . . .
ware’t-dat~jij-aan’t-liggen-bent niet~ben-jij-aan’t-vrezen; 24
/ . .
en-voorts-ben-jij-aan’t-liggen:
// !
en-voorts-is-aangenaam-aan’t-zijn de-slaap-jouwer.
fz \ . . . . . . .
niet~ben-jij-je-aan’t-ontzien vandaan-van-een-vrees plotseling; 25
// / . .
en-vandaan-van-de-ramp[14]-van schenders:
\ !
ja is-die-aan’t-komen.
fz \ . . . . . .
ja~die-JHWH-van-Israël is-aan’t-geschieden[15] bij-de-slappe-lende[16]-jouwer; 26
< > \ !
en-voorts-is-hij-aan’t-waar-houden de-voetebenen-jouwer
[vandaan-van-overmeestering.
// . . . . .
niet~ben-jij-aan’t-beletten~goed vandaan-van-de-bezitters-zijner; 27
\\ <> \ !
bij-het-geschieden voor-de-godsgreep-van de-hand-jouwer om’t-te-maken.
¬ /// | \ fz
niet~ben-jij-aan’t-zeggen tot-de-metgezel-jouwer ga en-keer-terug 28
// . .
[en-morgen ben-ik-aan’t-geven:
\ !
en-het-is samen-met-jou.
SPREUKEN 3,4
\ \ . . . . . .
niet~ben-jij-aan’t-bewerken over~de-metgezel-jouwer kwaad; 29
<> \ !
en-hij~hij-is-aan’t-zitten tot-veiligheid samen-met-jou.
\ \ . . . . . . . .
niet~aan’t-twisten(ben)-jij genoot-mèt-een-roodling gratisweg; 30
<> \ !
ware’t-dat~niet hij-klaar-maakt-voor-jou kwaad.
fz \ . . . . . .
niet~aan’t-ijveren(ben)-jij bij-een-manmenselijke-van geweld; 31
/ . .
en-niet~aan’t-kiezen(ben)-jij:
!
op-al-af~de-neemwegen-zijner.
/// \ \ . . . . . . .
ja aan’t-doen-gruwen die-JHWH-van-Israël (is) die-afzwenkt; 32
// !
en-samen-met~rechtuiten het-overleg-zijner.
\ fz \ . . . . . . .
de-vloek-van die-JHWH-van-Israël in-het-huis-van een-schender;
<> \ !
en-het-oord-van rechtvaardigen is-hij-aan’t-inzegenen.
// . . . . . . . . .
ware’t-voor-bruten hij~hij-brutaliseert; 34
/ . .
en-aan-zich-buigenden:
!
is-hij-aan’t-geven~gratie.
fz \ . . . . . . . . . . . . . . . . .
zwaarte (zijn)wijzen ten-eigendom-aan’t-krijgen; 35
/ . .
en-slaplendigen:
// !
heffend kleinering.
~
\ fz \ . . . . . . . . . .
hoort stichtkinderen het-onderricht-van een-omvamende; 4.1
/ . .
en-weest-opmerkzaam:
// !
voor-volkènnis-van onderscheidingsvermogen.
/// \ <> \ . . . . .
ja aanneembaars (dat)goed(is) geef-ik aan-jullie; 2
/ . .
de-uitleg-mijner:
!
niet~aan’t-verlaten(zijn)-jullie.
SPR 4
fz \ . . . . . .
ja~(als)een-stichtkind geschied-ik voor-de-omvamende-mijner; 3
// / . .
zacht en-verenigd:
// !
voor-de-vertegenwendiging-van de-moederende-mijner.
. .
en-voorts-legt-hij-uit-aan-mij: 4
// . .
en-voorts-zegt-hij aan-mij:
// . . . . . .
aan’t-vast-houden~de-inbrengen-mijner(is) het-hart-jouwer;
<> \ !
houd-waar de-geboden-mijner en-leef.
\ fz \ . . . . . . . . . . . . . .
verwerf wijsheid verwerf onderscheidingsvermogen; 5
// . .
niet~aan’t-vergeten(ben)-jij en-niet-aan’t-rekken-je:
!
vandaan-van-de-zeggingen-van~de-mond-mijner.
// . . . .
niet~aan’t-verlaten-ben-jij en-zij-is-aan’t-waar-houden-jou; 6
// !
bemin en-zij-is-aan’t-behoeden-jou.
\ fz // . . . . . . .
eerste(is) wijsheid verwerf wijsheid; 7
/ . .
en-bij-de-al-afheid-van~de-verworvenheid-jouwer:
\ !
verwerf onderscheidingsvermogen.
// . . . .
zet-omhoog-haar en-zij-is-aan’t-verheven-doen-zijn-jou; 8
/ . .
zij-is-zwaar-doen-zijn-jou:
\ !
ja jij-bent-je-aan’t-heen-slaan-om-haar.
// fz . . . . .
zij-is-aan’t-geven voor-het-eerstdeel-jouwer een-boord-van~gratie; 9
<> \ !
een-krans-van pronk is-zij-aan’t-overleveren-jou.
\ fz \ . . . . . .
hoor stichtkind-mijner en-neem-aan de-zeggingen-mijner; 10
// / . .
en-zij-zijn-veel-aan’t-doen-zijn voor-jou:
\ !
de-jaaranderingen-van leven.
\ fz . . . . . . . . .
op-de-neem-weg-van wijsheid leg-ik(‘t)uit-jou; 11
SPREUK 4
/ . .
en-de-weg-nemen-doe-ik-jou:
!
op-cirkelingen-rechtuit.
fz \ . . . . . .
bij-het-gaan-van-jou is-niet~beëngd-aan’t-worden de-schrede-jouwer; 12
/ . .
en-ware’t-dat~jij-aan’t-snel-lopen-bent:
\ !
niet ben-jij-aan’t-struikelen.
\ \ . . . . . .
vat-hard bij-het-onderricht niet~ben-jij-aan’t-inzakken; 13
/ . .
hoed-haar:
// !
ja~zij(is) het-leven-jouwer.
\ fz . . . . . .
op-het-pad-van schenders niet~ben-jij-aan’t-komen; 14
/ . .
en-niet~ben-jij-op-het-doel-af-aan’t-gaan:
\ !
op-de-neemweg-van kwaden.
// . . . . . .
laat-varen-hen niet~ben-jij-aan’t-oversteken~daarop; 15
<> \ !
stap-mis vandaan-van-daarop en-steek-over.
< \ fz \ . . . . . . . . . . . .
ja niet zijn-zij-aan’t-slapen ware’t-dat~niet zij-aan’t-kwaad-doen-zijn; 16
// . .
en-weg-geropt-wordt de-slaap-hunner:
// !
ware’t-dat~niet zij-aan’t-doen-struikelen-zijn.
\ fz \ . . . . . . .
ja zij-verbroden[17] brood-van een-schender; 17
<> \ !
en-de-wijn-van gewelddadigen zijn-zij-aan’t-drinken.
\ fz \ . . . . . .
en-het-pad-van rechtvaardigen (is)als-een-licht dat-straalt; 18
\ . .
voortgaande en-lichtend:
SPREUK 4
// !
tot~het-vastzo-worden-van de-dag.
\ fz . . . . . .
de-neemweg-van de-schenders (is)als-het-donker; 19
// . .
niet volkènnen-zij:
// !
bij-wat zij-aan’t-struikelen-zijn.
~
fz \ . . . . . . . . . . . . .
stichtkind-mijner voor-de-inbrengen-mijner wees-opmerkzaam-toch; 20
/ . .
om-de-gezegden-mijner:
!
rek~het-oor-jouwer.
|| . . . . . .
niet~zijn-zij-aan’t-zwenken vandaan-van-de-wel-ogen-jouwer; 21
/ . .
houd-waar-hen:
\ !
in-het-midden-van het-hart-jouwer.
\ fz . . . .
ja~levens (zijn)zij voor-wie-vinden-hen; 22
// !
en-voor-al-af~het-vlees-zijner een-hersteller.
fz \ . . . . . .
vandaan-van-al-af~het-waar-te-houdene behoed het-hart-jouwer; 23
. .
ja~vandaan-van-hen:
// !
de-uittrekgangen-van de-levenden.
\ fz \ . . . . .
doe-wijken vandaan-van-jou de-verkeerdheden-van de-mond; 24
// . . . . . . . .
en-het-zwenken-van het-lippenpaar:
// !
doe-verre-zijn vandaan-van-jou.
fz \ . . . . .
de-wel-ogen-jouwer(zijn) terechtbrengend aan’t-kijken; 25
/ . .
en-de-wimpers-jouwer:
// !
zijn-recht-uit-aan’t-zijn voor-gelegd-aan-jou.
fz \ . . . . . .
even de-cirkeling-van de-voetebenen-jouwer; 26
// !
en-al-af~de-neemwegen-jouwer zijn-vastzo-aan’t-zijn.
SPR 4,5
// // . . . . . . . . . .
niet~ben-jij-aan’t-rekken~rechterzuidwaarts en-linkernoordwaarts; 27
<> \ . . . . .
doe-wijken de-voetebenen-jouwer vandaan-van-het-kwaad.
fz \ . . . . . . . . . . . . .
stichtkinderen-mijner voor-de-wijsheid-mijner wees-opmerkzaam-toch; 5.1
/ . .
voor-het-onderscheidingsvermogen-mijner:
!
rek~het-oor-jouwer.
// . . . . . . . . . .
om-waar-te-houden opzetplannen; 2
/ . .
en-volkènnis:
// !
zijn-het-lippenpaar-jouwer aan’t-behoeden.
/// \ fz \ . . . . . . . . . .
ja honing zijn-aan’t-druipen het-lippenpaar-van een-vreemdelinge; 3
<> \ !
en-effenglad vandaan-van(anders-dan)olie de-inwijder-harer[18].
fz \ . . . . .
en-het-latere-van-haar is-bitter als-absint; 4
/ . .
is-scherp:
\ !
als-een-zwaard-met een-mondenpaar.
fz \ . . . . . . . . .
de-voetebenen-harer afdalenden naar-gestorvenheid; 5
/ . .
de-oergroeve:
// !
de-schreden-harer zijn-aan’t-vast-houden(die).
\ fz . . . . . . . . . . . . .
het-pad-van de-levenden afwendend-dat~jij-aan’t-evenen-bent(dat); 6
// / . .
schudden de-cirkelgangen-harer:
\ !
niet~ben-jij-z’aan’t-volkènnen.
~
\ fz . . . .
en-welnu stichtkinderen hoort~naar-mij; 7
/ . .
en-niet~zijn-jullie-aan’t-wijken:
SPR 5
!
vandaan-van-de-gezegden-van~de-mond-mijner.
\ \ . . . . . .
doe-ver-zijn vandaan-van-op-haar de-neemwegen-jouwer; 8
/ . .
en-niet~ben-jij-aan’t-lijfnaderen:
// !
naar~de-opening-van het-huis-harer.
\ \ . . . . . .
afwendend-dat~jij-aan’t-geven-bent aan-lateren het-handgeklap-voor-jou; 9
/ . .
en-de-jaaranderingen-jouwer:
!
aan-een-wreedaard.
\ \ . . . . . .
afwendend-dat~zich-aan’t-verzadigen-zijn vreemden aan-de-kracht-jouwer; 10
/ . .
en-de-boetseerwerken-jouwer:
\ !
in-het-huis-van een-waargenomene[19].
// . . . .
en-voorts-ben-jij-aan’t-grommen[20] in-het-latere-van-jou; 11
// / . .
bij-het-al-af-zijn-van het-vlees-jouwer:
!
en-van-het-restvlees-jouwer.
. .
en-voorts-ben-jij-aan’t-zeggen: 12
fz \ . . . . . . . .
voorwaar ik-beweiger onderricht;
/ . .
en-terechtgebracht-worden:
// !
versmaadt het-hart-mijner.
fz \ . .
en-niet~hoor-ik bij-de-stem-van wie-uitlegt-aan-mij; 13
. .
en-wie-leert-mij:
// !
niet~rek-ik het-oor-mijner.
fz \ . . . . . .
als-weinig geschied-ik in-al-af~het-kwaad; 14
<> \ !
in-het-midden-van de-afstemming en-van-de-ordegemeenschap.
// . . . . . .
drink~water vandaan-van-de-bak-jouwer; 15
SPR 5
/ . .
en-vlietends
// !
vandaan-het-midden-van de-bron-jouwer.
\ \ . . . . . . . . . .
aan’t-zich-verstrooien-zijn de-oog-wellen-jouwer straatbuitenwaarts; 16
/ . .
in-de-wijdten:
!
zijtakken-van~wateren.
// . . . .
aan’t-geschieden-zij~voor-jou afgezonderd-voor-jou; 17
<> \ !
en-geen voor-vreemden samen-met-jou.
SEDER
// . . . . . .
aan’t-geschieden~de-spreng-jouwer ingezegend; 18
/ . .
en-verheug-je:
// !
vandaan-van(vanwege)-de-vrouwmenselijke-van de-bonktijd-jouwer.
// . .
een-hinde-van minne:
____________
/ \
en-een-steenbokje-van~gratie* 19
fz \ . . .
de-uiers-harer zijn-aan’t-benatten-jou in-al-af~tij;
. .
in-de-minne-harer:
// !
ben-jij-aan’t-dwalen steevast.
/// \ \ . . . . . . .
en-voor-wat? ben-jij-aan’t-dwalen stichtzoon-mijner bij-een-vreemde; 20
/ . .
en-ben-jij-omslaan:
\ !
de-dijenschoot-van een-waargenomene.
<> \\ \ fz
ja terechtgebracht-voor de-wel-ogen-van die-JHWH-van-Israël 21
. . . . . . . . . . .
[(zijn)de-neemwegen-van een-manmenselijke;
// !
en-al-af~de-cirkelgangen-zijner verevent-hij.
. .
en-de-ontwrichtingen-zijner: 22
SPR 5,6
// . . . . . . .
aan’t-overmeesteren-zijn-zij enwel~de-schender;
// . .
en-met-de-snoeren-van de-verwaarding-zijner:
!
is-hij-aan’t-vastgehouden-worden.
. .
hij: 23
fz \ . . . . . . . .
hij-is-aan’t-sterven bij-geen onderricht;
<> \ !
en-in-de-veelheid-van de-zotheid-zijner is-hij-aan’t-dwalen.
~
fz \ . . . . . .
stichtzoon-mijner ware’t-dat~jij-borg-staat voor-de-metgezel-jouwer; 6.1
<> \ !
jij-stoot-toe voor-een-vreemde de-handzool-jouwer.
// . . . . . . .
jij-komt-in-de-val met-de-gezegdne-van~de-mond-jouwer; 2
/ . .
overmeesterd-word-jij:
!
met-de-gezegden-van~de-mond-jouwer.
\\ // /// || . .
maak dit dan-wel stichtzoon-mijner en-sleep-je-eruit: 3
¬ /// . . . . . .
ja jij-komt in-de-handzool-van~een-metgezel-jouwer;
// . .
ga en-laat-je-zakken:
// !
en-beheister de-metgezel-jouwer.
\ \ . . . . . .
niet~ben-jij-aan’t-geven slaap aan-de-welogen-jouwer; 4
/ . .
en-sluimering:
!
aan-de-wimpers-jouwer.
fz \ . . . . .
sleep-je-eruit als-een-gazel vandaan-van-een-hand; 5
/ . .
en-een-tsirper:
// !
vandaan-van-de-hand-van een-val-zetter.
~
SPR 6
// . . . . .
ga~tot~de-mier, trage; 6
<> \ !
zie de-bij[21] en-word-wijs.
<> // . .
voor-wie (er)geenszins(is) een-magistraat: 7
// !
een-beambte en-een-vore-steller.
\ \ . . . . .
zij-is-aan’t-vastzo-stelllen bij-het-knotten het-brood-harer; 8
// . .
zij-reserveert bij-het-knotten:
!
de-etenswaar-harer.
<> // . . . . . .
tot~wanneer? trage ben-jij-aan’t-liggen; 9
. .
wanneer?:
// !
ben-jij-aan’t-opstaan vandaan-van-de-slaap-jouwer.
\ fz \ . . . . . . . . . .
weinig slaperijen weinig sluimeringen; 10
§ <> \ !
weinig om-elkaar-heen-slaan-van handen om-te-liggen.
// . . . . . .
en-komt~als-een-heengaande jouw-derven; 11
/ . .
en-jouw-tekort:
\ !
als-een-manmenselijke die-zich-verschut.
~
\ fz \ . . . . . . .
een-roodling zonder-nut een-manmenselijke-van streverij; 12
. .
een-gaande:
// !
(met)verkeerdheid-van mond.
\ fz \ . . . . .
een-samenknijpende met-de-wel-ogen-zijner een-verwoordende 13
[met-de-voete-benen-zijner;
/ . .
een-uitleggende:
SPR 6
!
met-de-vingers-zijner.
/ . .
verdraaidheden in-het-hart-zijner: 14
\ \ . . . .
een-bewerker-van kwaad in-al-af~tij;
// !
oordelen is-hij-aan’t-afzenden.
. .
om~vastzo: 15
fz \ . . . . . . .
plotseling is-aan’t-komen de-overmachtiging-van-hem;
// . .
plotsklaps is-hij-aan’t-gebroken-worden:
\ !
en-geen herstel.
~
fz \ . . . . . . . . . . .
deze~zes beweigert die-JHWH-van-Israël; 16
. .
en-zeven:
// !
gruwelen-van de-lichaamziel-zijner.
\ fz \ . . . . . . . . . .
wel-ogen verheven een-tong leugenachtig; 17
/ . .
en-handen:
// !
uitstortend het-roods-van~een-straffeloze.
. .
een-hart: 18
fz \ . . . . . . .
bewerkend berekeningen-van streverij;
// / . .
voetebenen zich-beijlend:
// !
om-te-snellen ten-kwade.
\ fz \ . . . . .
een-blazer-van liegerijen een-nogmaligsteller-van leugen; 19
// / . .
en-een-zender-van oordelen:
/// !
onderscheidend broeder-verwanten.
~
SPR 6
\ fz \ . . . . . .
hoed stichtzoon-mijner de-geboden-van de-omvamende-jouwer; 20
/ . .
en-niet~aan’t-weggooien(ben)-jij:
// !
de-uitlegging-van de-moederende-jouwer.
\ \ . . . . . . .
knoop-ze op~het-hart-jouwer steevast; 21
. .
doe-ze-om:
!
op~de-keelnek-jouwer.
\\ | \ . .
bij-het-op-jezelf-gaan-van-jou is-het-aan’t-leiden enwel-jou: 22
fz \ . . . .
bij-het-neerliggen-van-jou is-het-aan’t-waar-houden over-jou;
. .
en-word-jij-waak-warm:
\ !
dat is-aan’t-overwegen-met-jou.
/// \ fz \ . . . . .
ja een-lamp (is) een-gebod en-uitleg(is) licht; 23
// / . .
en-neemweg-van de-levenden:
// !
(zijn) terechtbrengingen-van het-onderricht.
fz \ . . . . . .
om-te-waarhouden-jou vandaan-van-de-vrouwmenselijke kwaad; 24
/ . .
vandaan-van-het-effen-doen:
// !
van-de-tong-van een-waargenomene[22].
\ fz . . . . . .
niet~aan’t-begeren(ben)-jij de-mooiheid-van-haar met-het-hart-jouwer; 25
. .
en-niet~is-zij-aan’t-nemen-jou:
!
in-de-wimpers-harer.
/// // . .
ja om-een-vrouwmenselijke een-hoer: 26
/ \
tot~een-ring-van brood*
<> . . . . . . . . . . . .
en-de-vrouwmenselijke-van een-manmenselijke;
<> \ !
een-lichaamziel kostelijk is-zij-te-kooi-aan’t-brengen.
SPR 6
/// § fz . . . . .
?is-aan’t-beuren een-menselijke vuur in-de-dijenschoot-zijner; 27
. .
en-de-kostuums-zijner:
\ !
niet zijn-zij-aan’t-vervlammen.
\ fz . . . . .
of?~is-aaan’t-gaan een-menselijke op-kolen; 28
. .
en-de-voete-benen-zijner:
\ !
zijn-niet aan’t-verschroeien.
. .
vastzo: 29
fz \ . . . . .
hij-die-inkomt naar~de-vrouwmenselijke-van de-metgezel-zijner;
// . .
niet is-aan’t-straffeloos-zijn:
// !
al-af~die-aantast in-haar.
\ fz . . . . .
niet~is-men-aan’t-minachting-hebben voor-een-steler ja hij-is-aan’t-stelen; 30
// . . . . .
om-vol-te-doen-zijn de-lichaamziel-zijner:
\ !
ja hij-is-aan’t-hongeren.
fz \ . . . . . . . .
en-is-hij-aan’t-gevonden-worden hij-is-aan’t-vervredigen zevenmaal; 31
<> \ !
enwel~al-af~de-welstand-van het-huis-zijner is-hij-aan’t-geven.
\ \ . . . .
die-echtbreekt met-een-vrouwmenselijke heeft-tekort~aan-hart; 32
// / . .
een-verderver-van de-lichaamziel-zijner:
\ !
(is)hij (die)aan’t-maken-is-dat.
// . . . . . .
aantasting~en-kleinering is-hij-aan’t-vinden; 33
/ . .
en-de-hoon-voor-hem:
\ !
is-niet aan’t-gewist-worden.
// . . . . . . .
ja~ijver(is) de-hitte-van~een-manbaas; 34
. .
en-geen~medelijden-aan’t-hebben-is-hij:
\ !
op-de-dag-van wraak.
SPR 6,7
fz \
niet~hoog-heen-aan’t-dragen-is-hij de-vertegenwendiging-van 35
. . . . . . . . . . .
[al-af~betegeningsgave;
/ . .
en-niet~behoefte-aan’t-hebben-is-hij:
\ !
ja (al)ben-jij-veel-aan’t-maken~een-geschenk.
~
fz \ . . . . . .
stichtkind-mijner houd-waar de-zeggingen-mijner; 7.1
/ . .
en-de-geboden-mijner:
// !
ben-jij-aan’t-opbergen bij-jou.
\ \ . . . . .
houd-waar de-geboden-mijner en-leef; 2
/ . .
en-de-uitleg-mijner:
\ !
als-de-pupil-van de-welogen-jouwer.
// . . . . . .
knoop-hen om-de-vingers-jouwer; 3
/ . .
schrijf-hen:
// !
op~het-bord-van het-hart-jouwer.
\ fz \ . . .
zeg aan-de-wijsheid zusterverwant-mijner jij; 4
/ . .
en-volbekende:
// !
tot-het-onderscheidingsvermogen ben-jij-aan’t-roepen.
fz \ . . . . . . . . .
om-te-waarhouden-jezelf vandaan-van-een-vrouwmenselijke (die)vreemd(is); 5
/ . .
vandaan-van-een-waargenomene:
// !
het-gezegde-door-haar doet-zij-vereffenen.
fz \ . . . . . .
ja bij-het-venster-van het-huis-mijner; 6
<> \ !
tot-bij de-tralie-mijner signaleer-ik.
/// . .
en-voorts-zie-ik bij-toegankelijken: 7
/// . .
ik-ben-aan’t-onderscheiden bij-de-stichtkinderen:
SPR 7
\ !
een-bonker die-tekort-heeft~aan-hart.
\ fz \ . . . . .
overstekend op-een-beenweg ter-zijde-van de-hoekwende-harer; 8
<> \ !
en-op-de-neemweg-naar het-huis-harer is-hij-aan’t-schrijden.
// . . . .
in-de-bries~in-de-avond-van een-dag; 9
// / . .
in-de-pupil-van nacht:
!
en-donker.
\ <> . . . . .
en-kijk-hier een-vrouwmenselijke om-te-treffen-hem; 10
// / . .
uitzetdracht-van een-hoer:
// !
en-behoedzaam-van hart.
\ \ . . . . . . . . . . . ..
een-in-beroering-brengster (is)zij en-kregelig-makend; 11
/ . .
in-het-huis-harer:
// !
zijn-niet~aan’t-voortwonen de-voete-benen-harer.
/// . .
een-voetstamp op-het-straatbuiten: 12
// . . . . . . .
een-voetstamp op-de-wijdten;
<> \ !
en-terzijde-van al-af~wendepunt is-zij-aan’t-loeren.
\ <> . . . . .
en-voorts-is-zij-hard-aanvatten op-hem en-aan’t-kussen~hem; 13
// / . .
sterk-doet-zij-zijn de-vertegenwendiging-harer:
// !
en-voorts-zegt-zij aan-hem.
\ \ . . . .
slachtgaven-van vervredigingen over-mij; 14
/ . .
vandaag:
// !
vervredig-ik de-toezeggingen-mijner.
<> \ . . . .
om~vastzo trek-ik-uit om-te-treffen-jou; 15
\ . . . . . .
om-in-het-vroegdonker-uit-te-kiezen de-vertegenwendiging-jouwer:
!
en-voorts-vind-ik-jou.
SPR 8
fz \ . . . . . .
met-tapijten bewaad-ik de-divan-mijner; 16
/ . .
stikwerken:
// !
fijndraad-van MieTseRáJieM.
// . . . . . .
ik-bezwaai de-ligplek-mijner; 17
// / . .
met-mirre en-aloëhout:
!
en-kaneel.
/// \ fz . . . . . . .
aan-de-gang aan’t-benatten-wij de-lievigheden tot~de-ochtend; 18
/ . .
aan’t-genieten-zijn-wij-toch:
!
met-minnarijen.
/// \ \ . . . . .
ja geenszins(is) de-manmenselijke in-het-huis-zijner; 19
/ . .
hij-gaat:
\ !
op-de-neemweg vandaan-van-ver.
fz \ . . . . . .
een-inengsel-van het-zilver neemt-hij in-de-hand-zijner; 20
// / . .
op-een-dag die-verhuld-is:
// !
is-hij-aan’t-komen naar-het-huis-zijner.
fz \ . . . . . . . . . .
zij-doet-rekken-hem met-de-veelheid-van aannemelijkheid; 21
// / . .
met-de-vereffening-van de-lippen-harer:
!
is-zij-aan’t-kraken-hem.
// . .
gaande laat-achter-haar: 22
____
/ \
plotseling*
fz \ . . . . . .
als-een-os naar-de-vilbank is-hij-aan’t-komen;
/ . .
en-als-rinkelkop:
// !
naar~het-onderricht-van een-zot.
/// § |’ . .
tot aan’t-stukwrijven-is een-pijl het-(lever-)gezwaarte-zijner: 23
SPR 7,8
\ \ . . . . . .
als-een-zich-ijlende tsjirper naar~een-klapnet;
/ . .
en-niet~volkènt-hij:
// !
ja~uit-op~de-lichaamziel-zijner (is)dat.
~
\ fz . . . .
en-nu stichtkinderen hoort~naar-mij; 24
/ . .
en-weest-opmerkzaam:
!
op-de-zeggingen-van~de-mond-mijner.
\ \ . . . . . ..
niet~aan’t-misstappen naar~de-neemwegen-harer het-hart-jouwer; 25
/ . .
niet~aan’t-tuimelen-jij:
!
op-de-straten-harer.
\ \ . . . . . .
ja~vele aangepakten doet-zij-vallen; 26
/ . .
en-hardbottigen:
!
al-af~vermoorden-van-haar.
\ \ . . . . .
neemwegen-naar de-oergroeve (is)het-huis-harer; 27
. .
afdalend:
!
naar~de-kamerbinnens-van~gestorvenheid.
~
// . . . . . .
is-niet?~de-wijsheid aan’t-roepen; 8.1
/ . .
en-onderscheidingsvermogen:
// !
aan’t-geven de-stem-harer.
// . . . . . . . .
op-het-eerstdeel-van~verhevenheden op~de-neemweg; 2
<> \ !
bij-het-huis-van de-straten plaatst-zij-zich.
// . . . . . . . .
voor-de-hand-van~poorten voor-de-mond-van~een-trefplaats; 3
SPR 8
<> \ !
de-inkomst-van de –openingen is-zij-aan’t-jubelschreien.
\ \ . . . . . .
naar-jullie menselijken ben-ik-aan’t-roepen; 4
/ . .
en-de-stem-mijner:
// !
naar~de-stichtkinderen-van roodling.
\ \ . . . . . . . . .
onderscheidt toegankelijken slimmigheid; 5
/ . .
en-slaplendigen:
// !
onderscheidt een-hart.
fz \ . . . . . . . .
hoort ja~vóórleggers ben-ik-aan’t-inbrengen; 6
// / . .
en-vandaan-van-de-opening-van de-lippen-mijner:
!
rechtuitheden.
fz \ . . . . . . .
ja~trouw is-aan’t-mompelen het-gehemelte-mijner; 7
<> \ !
en-een-gruwel-voor de-lippen-mijner (is)schending.
// . . . . . .
In-gerechtigheid al-af~de-zeggingen-van~de-mond-mijner; 8
/ . .
geenszins in-hen:
// !
gewrongens en-verkeerds.
\ fz . . . . . . . . . . . . . .
al-af-zij(zijn) terechtbrengend voor-wie-onderscheiden-kan; 9
/ . .
en-rechtuit:
// !
voorde-vinders-van volkènnis.
// . . . . . .
neemt-aan~het-onderricht-mijner en-niet~zilver; 10
/ . .
en-volkènnis:
// !
vandaan-van(anders-dan)-een-inscherping-van uitgekozen[23].
\ fz . . . . . . . . .
ja~goed(is) wijsheid vandaan-van(anders-dan)-wendparels; 11
/ . .
en-al-af~de-welgevalligheden:
SPR 8
\ !
niet zijn-zij-aan’te-gehouden-worden-voor~haar.
fz \ . . . . . . . . . .
ik~wijsheid ik-neem-woning-in slimmigheid; 12
<> \ !
en-volkènnis vandaan-van-opzettelijkheid ben-ik-aan’t-vinden.
____________
\ ¬ / \
ontzag-voor die-JHWH-van-Israël(is) beweigering-van kwaad* 13
/// \\ \ \\
hoogheid en-hovaardigheid en-een-neemweg kwaad en-een-mond-van
\ !
[verdraaiingen beweiger-ik.
fz . . . . . . . .
aan-mij(is)~raadverschaffing en-welslagen; 14
// / . .
ik heb-onderscheidingsvermogen:
\ !
aan-mij(is) baaskracht.
fz \ . . . . . . .
door-mij-zijn koningen aan’t-koningen; 15
/ . .
en-waardendragers:
\ !
aan’t-in-griffen recht.
fz \ . . . . . . .
door-mij-zijn vorsten aan’t-vorst-zijn; 16
/ . .
en(zijn)-opofferingsgezinden:
// !
al-af~de-regelstellers-van recht.
fz \ . . . . . . . . .
ik die-beminnen-mij[24] ben-ik-aan’t-beminnen; 17
/ . .
en-wie-in’t-vroege-glansdonker-zoeken-mij:
!
zij-zijn-aan’t-vinden-mij.
// . . . .
rijkdom~en-zwaarte samen-met-mij; 18
// / . .
welstand opklimmerigheid:
!
en-gerechtigheid.
\ fz \
goed de-vruchten-mijner vandaan-van(anders-dan)-opgedolven(goud) 19
SPR 8
. . . . . . . . . . .
[en-vandaan-van(anders-dan)-gedegen(goud);
/ . .
en-het-aan-komen-van-mij:
// !
vandaan-van(anders-dan)-zilver uitgekozen.
// . . . . .
op-een-pad-van gerechtigheid ben-ik-aan’t-doen-gaan; 20
/ . .
midden-op:
// !
straten-van stelgregeling.
<> // . . . . .
om-in-eigendom-te-geven aan-die-beninnen-mij wat-er-is; 21
\ !
en-de-voorraden-hunner ben-ik-vol-aan’t-maken.
~
. .
die-JHWH-van-Israël: 22
fz \ . . . . . .
hij-verwerft-mij de-eersteling-van de-neemweg-zijner;
<> \ !
oostenvroeg vandaan-vande-werken-zijner vandaan-van-dan.
fz // . .
vandaan-van-wereldlang ben-ik-gevlochten vandaan-van-het-eerstdeel: 23
!
van-daan-van-het-het-oosten-vroege-van~het-land.
\\ . . . . .
bij-geen~geen-poelen-van-beroerte ben-ik-gebaard; 24
// . .
bij-geen oogwellen:
!
bezwaard-van~wateren.
\ \ . . . . . . .
bij-het-nog-vers-zijn-dat bergen neer-plonzen; 25
<> \ !
voor-het-vertegenwendigen-van heuvels ben-ik-gebaard.
\ fz \ . . . . . . .
nog~niet maakt-hij land en-straatbuitens; 26
. .
en-een-eerstdeel-van:
// !
de-stofjes-van de-afdrachtbodem.
\ fz \ . . .
bij-het-vastzo-maken-door-hem van-de-helftenhemel daar ik; 27
// . .
bij-het-ingriffen-door-hem van-afgecirkelds:
SPR 8
// !
op~de-vertegenwendiging-van een-poel-van-beroerte.
\ \ . . . . .
bij-het-stevig-maken-door-hem van-pulverluchten vandaan-van-boven; 28
. .
bij-het-sterk-doen-zijn:
// !
van-de-oogwellen-van de-poel-van-beroerte.
/// / . .
bij-het-stellen-door-hem aan-de-zee de-ingrifpalen-zijner: 29
fz \ . . . . . .
en-de-wateren zijn-niet aan’t-oversteken~het-de-mondspraak-zijner;
/ . .
bij-het-ingriffen-door-hem:
\ !
van-de-grondvesten-van het-land.
// . .
en-voorts-geschied-ik ter-zijde-van-hem: 30
/ \
(als)vertrouweling*
\ fz /// . . . .
en-voorts-geschied-ik (tot)verrukkingen dag (bij)dag;
<> \ !
lachend[25] voor-de-vertegenwendiging-zijner in-al-af~tij.
fz \ . . . . . .
lachend op-de-afdrachtbodem-van het-land-zijner; 31
/ . .
en-de-verrukkingen-mijner:
// !
samen-met~de-stichtkinderen-van roodling.
~
\ fz . . . .
en-welnu stichtkinderen hoort~naar-mij; 32
/ . .
gelukgewenst:
// !
de-neemwegen-mijner zijn-zij-waar-aan’t-houden.
<> // . . . .
hoort het-onderricht en-weest-wijs: 33
!
en-niet~aan’t-openrijten-(zijn)jullie.
SPR 8,9
___________
¬ / \
gelukgewenst~de-roodling die-hoort naar-mij* 34
\ fz /// . . . .
om-bedacht-te-zijn op~de-bungeldeuren-mijner dag bij-dag;
/ . .
om-waar-te-houden:
// !
de-posten-van de-openingen-mijner.
\ fz \ . . . . .
ja die-vindt-mij (is)vindende leven; 35
// / . .
en-voorts-knikt-hij-bij genadiging:
!
vandaan-van-die-JHWH-van-Israël.
fz \ . . . . . .
en-de-verwaarder-van-mij is-gewelddadig de-lichaamziel-mijner; 36
/ . .
al-af~die-beweigeren-mij:
\ !
beminnen gestorvenheid.
~
fz \ . . . . .
alwijsheid sticht het-huis-harer; 9.1
<> \ !
uit-houwt-zij de-staanders-harer zeven.
\ fz \ . . . . .
af-slacht-zij de-afslacht-harer zij-mengt de-wijn-harer; 2
. .
dusdanig:
// !
rangschikt-zij de-tafel-harer.
\ \ . . . . .
uit-zendt-zij de-bonksters-harer zij-roept; 3
/ . .
op~de-klemhoeken-van:
\ !
de-verhevenheden-van de-trefburg.
fz \ . . . . . . .
wie?~(is)een-toegankelijke hij-wijkt hierheen; 4
/ . .
die-tekort-heeft~aan-hart:
\ !
zij-zegt aan-hem.
fz \ . . . . . .
aan-de-gang neemt-brood bij-het-brood-mijner; 5
SPR 9
/ . .
en-drinkt:
\ !
bij-wijn (die)ik-meng.
\ \ . . . . .
verlaat de-toegankelijken en-leeft; 6
/ . .
en-gaat-naar-het-doel:
\ !
op-de-neemweg-van het-onderscheidingsvermogen.
/// .
onderrichtend een-bruut, 7
\ \ . . . . . .
neemt-hij voor-hem kleinering;
<> \ !
en-terechtbrengend een-schender de-blaam-zijner.
\ <> . . . .
niet~aan’t-terecht-brengen-jij een-bruut 8
[afwendend-dat~hij-aan’t-beweigeren-is-jou;
\ . .
breng-terecht een-wijze:
!
en-hij-is-aan’t-beminnen-jou.
\ fz . . . . . . . .
geef aan-een-wijze en-hij-is-wijs-aan’t-zijn~nogmaals; 9
// . .
doe-volkènnen een-rechtvaardige:
\ !
en-hij-s-aan’t-toevoegen aanneming.
~
\ fz \ . . . . . . . . . . .
de-aanpak-van wijsheid (is)ontzag-voor die-JHWH-van-Israël; 10
<> \ !
en-volkènnis-van de-geheiligde(dingen) (is)onderscheidingsvermogen.
SEDER
<> \ . . . . . .
ja~met-mij zijn-veel-aan’t-zijn de-dagen-jouwer; 11
// . .
en-toegevoegd-zijn-aan’t-worden voor-jou:
\ !
jaaranderingen-van leven.
ware’t-dat~jij-wijs-bent ben-jij-wijs voor-jouzelf; 12
SPR 9,10
/ . .
en-ben-jij-bruut:
// !
in-de-afzondering-jouwer ben-jij’t-hoog-heen-aan’t-dragen.
\ fz . . . . . . . .
een-vrouwmenselijke-van slaplendigheden (is)een-zich-roerende; 13
/ . .
een-al-te-toegankelijke:
// !
en-zonder~volkènnen iets.
fz \ . . . . .
en-voorts-zit-zij voor-de-opening-van het-huis-harer; 14
/ . .
op~een-troon:
\ !
op-de-verhevenheden-van de-trefburg.
// . . . . . . . .
om-te-roepen tot-overstekers-van~de-neemweg; 15
/ . .
die-rechtuit-doen-zijn:
!
de-paden-hunner.
fz \ . . . . . . . .
wie?~(is)toegankelijk hij-is-zich-aan’t-doen-wijken herwaarts; 16
// \ !
en-hij-heeft-tekort~aan-hart[26] en-voorts-is-zij-aan’t-zeggen tot-hem.
// . . . . . . . . . . . .
wateren~gestolen zijn-zoet-aan’t-zijn; 17
<> \ !
en-brood-van verstokenen is-klank-mooi-aan’t-zijn.
fz \ . . . . .
en-niet~volkènt-hij ja~schimmen (zijn)daar; 18
<> \ !
in-de-diepten-van de-oergroeve de-geroepenen-van-haar.
~
. .
toespelingen-van: 10.1
/ \
SheLoMoH*
~
\ fz . . . . . . . .
een-stichtkind wijs is-aan’t-verheugen~een-omvamende;
SPR 10
// / . .
een-stichtkind slaplendig:
// !
in-kommer-is-aan’t-zijn de-moederende-zijner.
fz \ . . . . . . . .
niet~zijn-nut-aan’t-hebben voorraden-door schending; 2
. .
en-gerechtigheid:
// !
sleept-weg vandaan-van-gestorvenheid.
\ fz \ . . . . . . . . . .
niet~doet-hongeren die-JHWH-van-Israël een-lichaamziel rechtvaardig; 3
<> \ !
en-het-vervallene-aan schenders is-hij-een-duw-aan’t-geven.
\ // . . . . . . . . .
derven maakt[27] de-handzool~(die)bedrieglijk(is); 4
<> \ !
en-de-hand-van snellopenden is-rijk-aan’t-maken.
\ fz \ . . . . . . . .
wie-reserveert in-de-waak-warmte (is)een-stichtkind-van een-onderwezene; 5
// / . .
wie-zich-verdooft bij-de-knotting:
\ !
(is)een-stichtkind dat-te-schande-maakt.
fz \ . . . . . . . . . . .
Inzegeningen(ziijn) voor-het-eerstdeel-van een-rechtvaardige; 6
// / . .
en-de-mond-van schenners:
// !
is-aan’t-verhullen geweldenarij.
\ fz . . . . . . . .
het-aanhaken-bij een-rechtvaardige(is) ter-inzegening; 7
<> . .
en-de-naam-van schenners:
!
is-aan’t-verrotten.
fz \ . . . . . . .
een-wijze-van~hart is-aan’t-aannemen de-geboden; 8
// / . .
en-een-zotte-van lippen:
!
is-aan’t-omgekieperd-worden.
\ fz \ . . . . .
een-gaande in-volgaafheid is-aan’t-gaan veilig; 9
// / . .
en-wie-verkeerd-doet-zijn de-neemwegen-zijner:
SPR 10
!
is-volkènd-aan’t-worden.
\ fz \ . . . . . . . . .
wie-samenknijpt het-wel-oog is-aan’t-geven gekrenktheid; 10
// / . .
en-een-zotte-van lippen:
!
is-aan’t-omgekieperd-worden.
\ fz \ . . . . . . . . . .
een-spreng-van leven (is)de-mond-van een-rechtvaardige; 11
// / . .
en-de-mond-van schenners:
// !
is-aan’t-verhullen geweldenarij.
fz \ . . . . . . . . .
beweigering is-aan’t-wekken veroordelingen; 12
// / . .
en-over al-af~de-afvalligheden:
// !
is-een verhulling-aan’t-zijn minne.
\ fz \ . . . . . . .
op-de-lippen-van een-onderscheidende is-aan’t-gevonden-worden wijsheid; 13
/ . .
en-een-stamstaf:
\ !
(is)voor-de-rug-van een-die-tekort-heeft-aan~hart.
// . . . . . .
de-wijzen zijn-aan’t-opbergen~volkènnis; 14
/ // !
en-de-mond-van~een-zotte is-ontsteltenis lijfna.
\ fz \ . . . . . . .
de-welstand-van een-rijke (is)een-trefburg (die)sterk)is; 15
<> \ !
de-ontsteltenis-van armen (is)het-derven-hunner.
\ \ . . . . .
het-werk-van een-rechtvaardige (is)ten-leven; 16
<> \ !
het-inkomen-van een-schender (is)ter-verwaarding.
\ fz \ . . . . . . . .
het-pad ten-leven (is-van) wie-waarhoudt onderricht; 17
<> \ !
en-wie-verlaat terechtwijzing (is)een-tuimelende.
\ fz . . . . . . . . . .
wie-verhult beweigering (is-van)lippen-leugenachtig; 18
// / . .
en-wie-doet-uittrekken roddel:
!
(is)slaplendig.
SPR 10
\ fz \ . . . . . . . .
bij-veelheid-van inbrengen is-niet aan’t-stoppen~afvalligheid; 19
<> \ !
en-wie-terughoudt de-lippen-zijner (is) een-onderwezene.
\ fz \ . . . . . . . .
zilver uitgekozen (is) de-tong-van een-rechtvaardige; 20
<> \ !
het-hart-van schenners (is)als-weinig.
\ fz \ . . . . .
de-lippen-van een-rechtvaardige zijn-aan’t-weiden velen; 21
/ . .
en-zotten:
// !
bij-tekort-aan~hart zijn-zij-aan’t-sterven.
\ fz \ . . . . . . . . . . . . .
inzegening-van die-JHWH-van-Israël die is-rijk-aan’t-maken; 22
<> \ !
en-niet~is-hij-aan’t-toevoegen krenking genoot-daarmee.
\ fz \ . . . . . . . . . .
als-kussen (is)voor-de-slaplendige het-maken-van opzettelijkheid; 23
/ . .
en-wijsheid:
\ !
(is)voor-een-iedermenselijke-van onderscheidingsvermogen.
\ fz . . . . .
ingeklamptheid-van de-schenner dat(is) het-inkomen-zijner; 24
<> \ !
en-het-verlangen-van rechtvaardigen is-hij-aan’t-geven.
\ <> \ . . . . . . . .
als-het-oversteken-van een-raapwind en-geenszins(is er) een-schenner; 25
/ . .
en-een-rechtvaardige:
\ !
(is)een-grondveste wereldlang.
/// . .
als-zuur voor-de-tanden: 26
// . . . . . . .
en-als-rook voor-de-welogen;
// / . .
vastzo (is) de-trage:
!
voor-wie-uitzenden-hem.
\ fz \ . . . . . .
ontzag-voor die-JHWH-van-Israël doet-toevoegen dagen; 27
<> \ !
en-de-jaaranderingen-van schenners zijn-aan’t-beknot-worden.
\ \ . . . . . . .
het-wachten-van rechtvaardigen (is)vreugde; 28
SPR 10,11
<> \ !
en-de-gespannenheid-van schenners is-teloor-aan’t-gaan.
\ fz \ . . . . . . . . . . .
sterkte(is) voor-de-volgave de-neemweg-van die-JHWH-van-Israël; 29
/ . .
en-ontsteltenis:
\ !
voor-de-werkers-van streverij.
\ \ . . . . . . . . .
een-rechtvaardige voor-wereldlang zonder-dat~hij-zich-aan’t-verzwikken-is; 30
/ . .
en-schenders:
\ !
niet zijn-zij-aan’t-voortbewonen~land.
fz \ . . . . . . .
de-mond-van~een-rechtvaardige is-aan’t-doen-gedijen wijsheid; 31
// / . .
en-een-tong-van verdraaiingen:
!
is-aan’t-afgescheiden-worden.
\ fz \ . . . . . . .
de-lippen-van een-rechtvaardige volkènnen-! genadiging; 32
// / . .
de-mond-van schenders:
!
verdraaiingen.
\ fz \ . . . . . . . . . . .
een-unster-van bedrog (is)de-gruwel-van die-JHWH-van-Israël; 11.1
<> \ !
en-een-steen-van vervrediging genadiging-van-hem.
fz \ . . . . . .
komt~opborreling en-voorts-komt kleinering; 2
// !
en-samen-met~bescheidenen (is)wijsheid.
\ \ . . . . . . . . .
de-volgaafheid-van recht-uiten is-aan’t-leiden-hen; 3
<> \ !
en-het-gerommel-van verkostumerenden overweldigt-hen.
\ <> \ . . . . . . .
niet~is-nut-aan’t-hebben welstand op-de-dag-van overstéking; 4
/ . .
en-gerechtigheid:
/// !
is-aan’t-uit-slepen vandaan-van-gestorvenheid.
\ fz \ . . . . .
de-gerechtigheid-van volgaven is-rechtuit-aan’t-doen-zijn 5
[de-neemwegen-zijner;
/ . .
en-in-zijn-schenden:
SPR 11
// !
is-aan’t-vallen een-schender.
\ fz . . . .
de-gerechtigheid-van rechtuiten is-eruit-aan’t-slepen-hen; 6
/ . .
en-in-vervallenheid:
// !
zijn-verkostumeerden aan’t-overmeesterd-worden.
/// \ fz \ . . . . . . . . . .
bij-het-sterven-van een-roodling (die)schendt is-aan’t-teloor-gaan gespannenheid;7
<> \ !
en-de-verwachting-van strevenden gaat-teloor.
Fz \ . . . . . . . . . . . .
een-rechtvaardige is-vandaan-van-beënging aan’t-onttrokken-worden; 8
<> \ !
en-voorts-komt een-schender op-de-drukplek-zijner.
. .
met-de-mond: 9
fz \ . . . . . .
is-een-roekeloze aan’t-verderven de-metgezel-zijner;
/ . .
en-met-volkènnis:
// !
zijn-rechtvaardigen aan’t-onttrokken-worden[28].
\ fz \ . . . . . . .
bij-het-goed-gaan-van rechtvaardigen is-aan’t-schaterlachen een-trefburg; 10
<> \ !
en-bij-het-teloor-gaan-van schenders (is-er)jubelgeschrei.
\ fz \ . . . . . . .
met-de-inzegening-van rechtuiten is-verheven-aan’t-worden een-trefburg; 11
// / . .
en-met-de-mond-van schenders:
!
is-die-gesloopt-aan’t-worden.
// . . . . .
wie-minachting-heeft~voor-de-metgezel-zijner (is)tekort-hebbend-aan~hart[29]; 12
<> \ !
en-een-manmenselijke-van onderscheidingsvermogen is-aan’t-zwijgen.
\ fz . . . . . . .
wie-gaat eruitkramend (is)wie-ontmantelt~overleg; 13
/ . .
en-wie-betrouwbaar-is-van~beluchting:
// !
(is)wie-verhult een-inbreng.
SPR 11
\ fz . . . . . . . . . .
bij-geen snoervaardigheden is-aan’t-vallen~een-genotenvolk; 14
/ . .
en-bevrijding(is-er):
\ !
bij-een-veelheid-van raadverschaffing.
<> \ . . . . . . . .
verpletterd~is-hij-aan’t-verpletterd-worden ja~hij-borgt een-vreemde; 15
<> \ !
en-wie-beweigert aanstootgevers is-veilig.
<> \ . . . . . . .
een-vrouwmenselijke-van~gratie is-aan’t-vasthouden zwaarte; 16
/ . .
en-die-doen-afdeinzen:
!
zijn-aan’t-vasthouden~rijkdom.
\ fz \ . . . . . . . . . .
klaar-makend de-lichaamziel-zijner (is)de-menselijke-van goede-gunst; 17
// / . .
en-een-ontredderende-van het-vlees-zijner:
!
(is)een-wrede.
. .
een-schender: 18
// . . . . . .
(is)makend werken-van~leugen;
// / . .
en-een-te-kiem-legger-van gerechtigheid:
\ !
de-beloning(is) trouw.
// . . . . . .
vastzo(is)~gerechtigheid ten-leven; 19
<> \ !
en-wie-navolgt kwaad tot-gestorvenheid-van-hem.
\ fz . . . . .
een-gruwel-van die-JHWH-van-Israël (is)een-verkeerde-van~hart; 20
/ . .
en-begenadigd-van-hem:
\ !
(zijn)de-volgaven-van neemweg.
\ fz \ . . . . . .
hand aan-hand is-niet~straffeloos-aan’t-zijn een-kwade; 21
<> \ !
en-wie-te-kiem-legt gerechtigheid ontkomt.
\ fz \ . . . . . . . .
een-neusring-van goud in-de-walgneus-van een-everzwijn; 22
// / . .
(is)een-vrouwmenselijke (die)mooi(is):
SPR 11
\ !
en-afwijkt-van de-smaak.
\ \ . . . . .
het-verlangen-van rechtvaardigen zowaar~(is)goed; 23
<> \ !
de-gespannenheid-van schenders (is)oversteking.
\ fz // . . . . . . . .
er-is een-uiteen-gooier en-toegevoegde nogmalig; 24
// / . .
en-een-verduisteraar vandaan-van-wat-recht-uit-is:
!
voorwaar~ter-tekortkoming.
// . . . . . . . . . . . . . . . .
een-lichaamziel~die-inzegent is-aan’t-vet-gemaakt-worden; 25
/ . .
en-wie-benat:
// !
ook~hij is-aan’t-benat-worden.
\ fz \ . . . . . .
wie-weert gezuiverd(graan) is-het-aan’t-verdoemen voor-de-groep; 26
/ . .
en-inzegening:
\ !
(is-er)voor-het-eerstdeel-van wie-breekt.
\ <> \ . . . . . . .
wie-in-‘t-vroege-glansdonker-uitkiest goeds is-aan’t-zoeken-naar genadiging; 27
<> \ !
en-wie-vraagt-naar kwaads het-is-aan’t-komen-over-hem.
\ fz \ . . . . . .
wie-zich-veilig-weet bij-de-rijkdom-zijner hij is-aan’t-vallen; 28
/ . .
en-als-loofopgang:
\ !
zijn-rechtvaardigen aan’t-bloeien.
\ fz . . . . . . .
wie-ontreddert het-huis-zijner is-eigenaar-aan;’t-worden-van~beluchting; 29
// / . .
en-heerdienaar(is) een-zotte:
!
aan-de-wijze-van~hart.
fz \ . . . . . .
de-vrucht-van~een-rechtvaardige (is)een-houtboom-van het-leven; 30
<> \ !
en-wie-aanneemt lichaamzielen (is)wijs.
\ fz \ . . . . . . . . . . . .
kijk-hier een-rechtvaardige in-het-land is-hij-aan’t-vervredigd-worden; 31
/ . .
dus-ook:
SPR 11,12
// !
ja~schenner en-verwaarder.
\ <> \ . . . . . .
wie-bemint onderricht (is)beminnend volkènnis; 12.1
<> \ !
en-wie-beweigert terechtwijzing is-vee-dom.
. .
een-goede: 2
\ fz . . . . . . . . . . . .
is-aan’t-doen toe-knikken genadiging vandaan-van-die-JHWH-van-Israël;
<> \ !
en-een-manmenselijke-van opzettelijkheden is-hij-aan’t-schenden.
\ \ . . . . . . . .
niet~is’t-aan’t-aankunnen een-roodling met-schennis; 3
// / . .
en-de-wortel-van de-rechtvaardigen:
!
zonder-dat~hij-aan’t-zwikken-is.
fz \ . . . . . .
een-vrouwmenselijke-van~vermogen (is)een-krans-van de-bezitter-van-haar; 4
<> \ !
en-als-verrotting in-de-harde-botten-zijner (is)een-te-schandemaakster.
\ \ . . . . . . .
de-berekeningenvan rechtvaardigen (zijn) stelregel; 5
<> \ !
de-snoervaardigheden-van schenders (zijn)bedriegerij.
\ \ . . . . . . . . . . .
de-inbrengen-van schenders (zijn)geloer-op~roodsstorting; 6
// / . .
en-de-mond-van recht-uiten:
!
is-aan’t-eruit-slepen-hen.
\ \ . . . . . .
omgedraaid(worden) schenders en-geenszins(zijn)-zij(er); 7
<> \ !
en-het-huis-van rechtvaardigen is—aan’t-staande-blijven.
\\ . . . . . . . . . . . .
om-de-mond-van~het-onderwezen-zijn-zijner 8
[is-aan’t-bepraald-worden~iedermenselijke;
/ . .
en-de-ontwrichte-van~hart:
// !
is-aan’t-geschieden ter-verachting.
\ fz \ . . . . . . . . . .
goed(is) een-zich-rap-klein-makende en-een-heerdienaar voor-zich(heeft); 9
/ . .
een-zich-zwaar-makende:
!
en-tekort-heeft-aan~brood.
SPR 12
\ fz \ . . . . . .
een-volkènnende(is) de-rechtvaardige de-lichaamziel-van het-veegedierte-zijner;10
// / . .
de-moederschotigheden-van schenders:
!
(zij-zijn)wreed.
\ fz . . . . . .
wie-heerdient het-roodlingse-zijner is-aan’t-verzadigd-worden-met~brood; 11
<> \ !
en-wie-volgt lozen heeft-tekort~aan-hart.[30]
\ fz \ . . . . . . . .
(zo)begeert een-schender een-kooiveste-van schenders; 12
<> \ !
en-de-wortel-van rechtvaardigen is-aan’t-geven.
\ fz \ . . . . .
in-afvalligheid-van lippen (is)een-struikelblok-van kwaad; 13
<> \ !
maar-voorts-trekt-uit vandaan-van-beënging een-rechtvaardige.
\ fz
vandaan-van-de-vrucht-van de-mond-van~een-iedermenselijke 14
. . . . .
[is-hij-aan’t-verzadigd-worden-met~goed;
// / . .
het-klaar-gemaakte-van de-handen-van~een-roodling:
// !
is-aan’t-weerkeren voor-hem.[31]
\ fz \ . . . . . .
de-neemweg-van een-zot is-recht-uit in-de-welogen-zijner; 15
<> \ !
en-wie-hoort naar-raad (is)wijs.
. .
een-zot: 16
fz \ . . . . . .
op-de-dag is-hij-aan’t-doen-volkènnen het-hartzeer-zijner;
<> \ !
en-een-verhuller-van kleinering (is)een-slimme.
\ fz \ . . . . . .
blaast-hij betrouwbaarheid vóór-legt-hij recht; 17
<> \ !
en-nogmaligsteller-van leugens bedrog.
\ <> \ . . . . . . .
er-is een-die-zwetst als-doorboringen-van een-zwaard; 18
<> \ !
en-de-tong-van de-wijzen (is)genezend.
fz \ . . . . .
een-lip-van~trouw is-aan’t-vastzo-zijn op-den-duur; 19
SPR 12
/ . .
en-tot~een-ogenblik:
\ .
(is)een-tong-van leugen.
fz \ . . . . . .
bedrog(is) in-het-hart-van~een-bewerker-van kwaad; 20
<> \ !
en-voor-raadverschaffers-van vrede vreugde.
\ \ . . . . . . .
niet~is-een-ontmoeting-aan’t-hebben met-de-rechtvaardige al-af~streverij;[32] 21
/ . .
en-schenders:
\ !
zij-zijn-vol kwaad.
\ fz . . . . . .
een-gruwel-van die-JHWH-van-Israël (zijn)lippen-van~leugen; 22
<> \ !
en-makers-van getrouwheid genadigt-hij[33].
\ fx \ . . . . . .
een-roodling slim (is)verhullend kennis; 23
// / . .
en-het-hart-van slaplendigen:
// !
is-aan’t-uitroepen zotternij.
// . . . . . . . . . .
de-hand-van~zich-ijlenden is-zich-aan’t-vore-stellen; 24
/ . .
en-bedriegerij:
// !
is-aan’t-geschieden tot-dwangschap.
\ \ . . . . . . . . . . . . .
bedruktheid in-het-hart-van~iedermenselijke is-aan’t-neerbukken-hem; 25
<> \ !
en-een-inbreng goed is-aan’t-verheugen-hem.
\ . . . . . . . .
aan’t-uitzoeken de-mede-gezel-zijner is-een-rechtvaardige; 26
<> \ !
en-de-neemweg-van schenders doet-tuimelen-hen.
\ \ . . . . . .
niet~is-aan’t-roosteren bedriegerij[34] het-opgekooide-zijner; 27
<> \ !
en-de-welstand-van~een-roodling (is)het-kostbare-van een-zich-ijlende.
Spr.12,13
// . . . . .
op-het-pad-van~gerechtigheid (is)leven;
<> \ !
en-de-neemweg-van (die)straat (is)niet~sterven.
\ fz \ . . . . . . . .
een-stichtkind wijs (is)een-onderrichte-van een-omvamende; 13.1
/ . .
en-een-bruut:
// !
niet~hoort-hij het-schelden.
\ <> \ . . . . . .
vandaan-van-de-vrucht-van de-mond-van~een-menselijke is-aan’t-eten een-goede;2
<> \ !
en-de-lichaamziel-van gekostumeerden[35] is-gewelddadig.
\ fz \ . . . . . .
wie-behoedt de-mond-zijner (is)waar-houdend de-lichaamziel-zijner; 3
// / . .
wie-in-spagaat-heeft[36] de-lippen-zijner:
!
ontsteltenis(is er)~voor-hem.
\ fz \ . . . . . .
van(daan-van)-verlangen en-niets (heeft)de-lichaamziel-zijner een-trage; 4
<> \ !
en-de-lichaamziel-van zich-ijlenden is-aan’t-vettig-worden.
fz \ . . . . . . . .
inbreng-van~leugen is-aan’t-beweigeren een-rechtvaardige; 5
/ . .
en-een-schender:
// !
is-te-schande-aan’t-worden en-is-aan’t-doen-opwoelen.
fz \ . . . . . . . .
gerechtigheid is-aan’t-behoeden de-volgave-van~neemweg; 6
/ . .
en-schending:
// !
is-aan’t-verommelen een-verwaarder.
\ fz \ . . . . . . .
er-is een-zich-rijk-makende en-niets al-bij-al; 7
/ . .
een-dervende:
\ !
en-welstand veel.
\ \ . . . . . .
het-tegengoed-van de-lichaamziel-van-~een-menselijke (is)de-rijkdom-zijner; 8
/ . .
en-een-dervende:
SPR 13
// !
niet~hoort-hij het-schelden.
// . . . . . . .
het-licht-van~rechtvaardigen is-zich-aan’t-verheugen; 9
<> \ !
en-de-lamp-van schenders is-aan’t-vervluchtigen.
fz \ . . . . . . . .
alleen~met-geborrel is-men-aan’t-geven vechterij; 10
\ !
en-samen-met~raad-verschaften (is)wijsheid.
<> \ . . . . . . . . . . . . .
welstand vandaan-van-een-vlaag is-weinig-aan’t-zijn; 11
<> \ !
en-die-verzamelt op! de-hand is’t-aan’t-veel-maken.
\ fz . . . . .
verwachting die-opgevoerd-wordt (is)uitputtend~het-hart; 12
// . .
en-een-houtboom-van leven:
// !
(is)verlangen dat-aankomt.
\ fz \ . . . . . . .
die-minachting-heeft voor-een-inbreng is-te-gronde-aan’t-richten zichzelf; 13
// / . .
en-wie-ontzag-heeft-voor een-gebod:
\ !
hij is-aan’t-vervredigd-worden.
\ fz \ . . . . . .
uitleg-van een-wijze (is)een-spreng-van leven; 14
/ . .
om-te-wijken:
// !
vandaan-van-de-vallen-van gestorvenheid.
<> . . . . . .
onderwezenheid~goed is-aan’t-geven~gratie; 15
<> \ !
en-de-neemweg-van verkostumeerden (is)bestendig.
fz \ . . . . . .
al-af~slimme is’t-aan’t-maken met-volkènnis; 16
/ . .
en-een-slaplendige:
// !
is-aan’t-verspreiden zotheid.
\ fz \ . . . . . .
een-werkbode die-schendt is-aan’t-vallen in-kwaad; 17
<> \ !
en-een-afgevaardigde die-betrouwbaar-is (is)een-hersteller.
\ fz \ . . . . . . . . .
derven en-kleinering voor-wie-laat-varen onderricht; 18
SPR 13,14
<> \ !
en-wie-waar-houdt terechtwijzing is-zwaarte-aan’t-krijgen.
\ fz \ . . . . . . . . . .
verlangen dat-geschiedt is-aangenaam-aan’t-zijn voor-een-lichaamziel; 19
// / . .
en-een-gruwel-van slaplendigen:
\ !
wijken vandaan-van-kwaad.
\ \ . . . . . . . . . . . .
wie-gaat samen-met~wijzen en-wijs-wordt-hij; 20
<> \ !
en-een-metgezel-van slaplendigen is-aan’t-aan’t-stukgebeukt-worden.
fz \ . . . . . .
verwaarders is-aan’t-achtervolgen kwaad; 21
/ . .
en-enwel~de-rechtvaardigen:
!
is-men-aan’t-vervredigen~met-goed.
. .
een-goede: 22
// // . . . . . . . . . . .
hij-is-in-eigendom-aan’t-brengen stichtkinderen-van~stichtkinderen;
// / . .
en-opgeborgen-is voor-de-rechtvaardigen:
\ !
het-vermogen-van een-verwaarder.
<> \ . . . . . .
veel~eten (brengt) het-ontginnen-door wie-(alles)derven; 23
// . . .
en-er-is een-weggeraapte:
\ !
bij-geen stelregeling.
\ fz \ . . . . . .
wie-terughoudt de-stamstaf-zijner (is)beweigerend het-stichtkind-zijner; 24
/ . .
en-wie-bemint-hem:
// !
zoekt-donkervroeg-hem (met)onderricht.
. .
een-rechtvaardige: 25
<> \ . . . . . .
etend ter-verzadiging-van de-lichaamziel-zijner;
<> \ !
en-de-buik-van schenders is-tekort-aan’t-komen.
~
\ fz \ . . . . . .
wijs (zijn) vrouwmenselijken stichtend het-huis-harer; 14.1
SPR 14
/ . .
en-de-zotte:
// !
met-dehanden-harer is-zij-aan’t-slopen-dat.
\ fz \ . . . . . . . . . . .
wie-gaat in-recht-uitheid heeft-ontzag-voor die-JHWH-van-Israël; 2
<> \ !
wie-doet-afzwenken de-neemwegen-zijner (is)minachtend-hem.
fz \ . . . . . . . . . .
in-de-mond-van~een-zotte (is)een-spriet-van hoovaardigheid; 3
// / . .
en-de-lippen-van de-wijzen:
!
zij-zijn-aan’t-waar-houden-hen.
SEDER
\ fz \ . . . . . .
als-er-geen kuddedieren (zijn) (is)een-vetmesttrog[37] zuiver; 4
/ . .
en-veel~inkomsten;
\ !
met-de-kracht-van een-os.
\ fz \ . . . . . .
een-nogmaligsteller-van betrouwbaarheden is-niet aan’t-liegen; 5
// / . .
en-aan’t-blazen-is liegerijen:
\ !
een-nogmaligsteller-van leugen.
\ \ . . . . .
zoekt~een-bruut wijsheid dan(is-er)-geen; 6
<> \ !
en-volkènnis is-voor-een-onderscheid-makende rap-klein.
\ fz \ . . . . . . . . . .
ga vandaan-van-vóórgelegd voor-een-menselijke (die)slaplendig(is); 7
/ . .
en-zonder-dat~jij-volkènt:
!
lippen-van~volkènnis.
\ fz \ . . . . . .
de-wijsheid-van de-slimme onderscheidt de-neemweg-zijner; 8
<> \ !
en-de-zotheid-van slaplendigen (is)bedriegerij.
fz \ . . . . . .
zotten zijn-aan’t-geheim-houden[38] schuld; 9
SPR 14
<> \ !
en-onderscheidend recht-uiten (is-er)genadiging.
\ fz \ . . . . . .
het-hart is-aan’t-volkènnen de-bitterheid-van de-lichaamziel-zijner; 10
/ . .
en-met-de-vreugde-zijner:
// !
is-zich-niet~aan’t-mixen een-vreemde.
\ fz . . . . . . . . . . .
het-huis-van schenders is-aan’t-verdelgd-worden; 11
<> \ !
en-de-tent-van recht-uiten is-aan’t-bloeien.
/// \ fz . . . . . . . . .
er-is een-neemweg recht-uit voor-de-vertegenwendiging-van~een-menselijke; 12
/ . .
en-laat-achter-die:
!
neemwegen-van~sterfte.
// . . . . .
ook~bij-gelach is-hartzeer-aan’t-hebben~het-hart; 13
/ . .
en-aat-achter-dat:
\ !
is-vreugde aan’t-verkommeren.
\ fz
vandaan-van(vanwege)-de-neemwegen-zijn is-zich-aan’t-verzadigen 14
\ . . . . .
[het-zich-wegschuivende hart;
/ . .
en-vandaan-van(vanwege)-handelingen-zijner:
\ !
een-manmenselijke (die)goed(is).
fz \ . . . . . . .
een-toegankelijke is-aan’t-vertrouwen op-al-af~inbreng; 15
/ . .
en-een-slimmige:
// !
is-aan’t-onderscheid-maken voor-de-doelschrede-zijner.
\ fz \ . . . . . .
een-wijze heeft-ontzag en wijkt vandaan-van-het-kwade; 16
/ . .
en-een-slaplendige:
// !
(is)een-zich-overstékend en-een-zich-veilig-wetende.
fz \ . . . . . . .
een-geknotte-van~neuswalging is-aan’t-maken zotheid; 17
// / . .
een-manmenselijke-van bedriegerijen:
SPR 14
!
is-aan’t-beweigerd-worden.
\ \ . . . . . . .
in-eigendom-krijgen toegankelijken zotheid; 18
/ . .
en-slimmigen:
// !
zijn-aan’t-bekranst-worden-met volkènnis.
\ fz \ . . . . . . .
neer-bukken kwaden voor-de-vertegenwendiging-van goeden; 19
/ . .
en-schenders:
<> !
op~de-poorten-van een-rechtvaardige.
// \ . . . . . .
ook~voor-de-metgezel-zijner is-aan’t-beweigerd-worden een-derver; 20
<> \ !
en-minnaars-van een-rijke vele.
// . . . . . . . .
een-verachter-van~de-metgezel-zijner (is)een-verwaarder; 21
<> \ !
en-een-gratieëerder-van neergebogenen wordt-gelukgewenst.
fz \ . . . . . .
zijn-niet?~aan’t-omtuimelen bewerkeers-van kwaad; 22
<> / . .
en-goede-gunst en-trouw:
\ !
(voor-)bewerkers-van goed.
fz \ . . . . . . . . . . . .
bij-al-af~geboetseer is-aan’t-geschieden strakgeblevens; 23
/ . .
en-inbreng-van~lippen:
!
dus~voor-een-tekortdoende.
\ \ . . . . . . .
de-krans-van wijzen (is)de-rijkdom-hunner; 24
<> \ !
de-zotheid-van slaplendigen zotheid.
\ fz \ .
(iemand)die-eruit-sleept lichaamzielen(is) een-nogmaligsteller-van trouw; 25
<> \ !
en-(zo)blaast liegerijen bedrog.
\ fz . . . . . . .
bij-ontzag-voor die-JHWH-van-Israël (is-er)veiligheid-van~sterkte[39] ; 26
/ . .
en-voor-de-stichtkinderen-zijner:
SPR 14
// !
is-aan’t-geschieden een-bergplaats.
\ fz \ . . . . . .
ontzag-voor die-JHWH-van-Israël(is) een-spreng-van leven; 27
/ . .
om-te-wijken:
// !
vandaan-van-de-vallen-van sterfte.
// . . . . . .
om-veelheid-van~genotenvolk(is) de-luister-van~een-koning; 28
// / . .
en-bij-het-aan-de-rand-komen-van een-groepering:
// !
(is)zich-ontstellend een-waardendrager.
\ fz . . . . . . . . . . . . . . . .
gestrektheid-van neuswalging (is)veel~onderscheidingsvermogen; 29
/ . .
en-knotting-van~beluchting:
// !
(is)een-die-verheven-doet-zijn zotheid.
\ fz \ . . . .
leven-van vleselijken (is)een-hart-van herstel[40]; 30
<> \ !
en-verrotting-van harde-botten (is)naijver.
\ fz . . . . . . .
een-bedrukker-van een-arme hoont zijn-maker; 31
/ . .
en-(iemand)die-zwaarte-geeft-aan-hem:
// !
(is)gratiërend een-behoeftige.
fz \ . . . . . . . .
in-het-kwaad-zijner is-aan’t-gekraakt-worden een-schender; 32
<> \ !
en-geborgen-is bij-zijn-sterven een-rechtvaardige.
\ fz \ . . . . . . .
in-het-hart-van een-met-onderscheidingsvermogen is-aan’t-rusten wijsheid; 33
// / . .
en(wat-is)in-het-naderlijf-van zotten:
!
is-aan’t-volkènd-worden.
// . . . . . .
gerechtigheid is-aan’t-verheven-doen-zijn~een-natie; 34
<> \ !
en-goede-gunst (is)voor-groeperingen verwaarding.[41]
SPR 14,15
fz \ . . . . . . . . . . . .
de-genadiging-van~een-koning (is)voor-een-heerdienaar (die)onderwezen(is); 35
/ . .
en-de-overstèking-zijner:
// !
is-aan’t-geschieden vandaan-van(vanwege)-een-te-schande-maker.
<> \ . . . . . . . . .
een-toebuiging~zacht is-aan’t-doen-omkeren hittigheid; 15.1
/ . .
en-een-inbreng-van~krenking:
!
is-aan’t-doen-opgaan~neuswalging.
\ fz \ . . . . . . .
de-tong-van de-wijzen is-goed-aan’t-doen-zijn volkènnis; 2
// / . .
en-de-mond-van slaplendigen:
// !
is-aan’t-opbruisen zotheid.
fz \ . . . . . . . . . . .
op-al-af~de-opstaanplaatsen (zijn)de-wel-ogen-van die-JHWH-van-Israël; 3
/ . .
bespiedend:
// !
kwaden en-goeden.
\ fz \ . . . . .
wat-herstelt een-tong (is) een-hout-boom-van leven; 4
// / . .
een-verrompeling daarin:
\ !
(is)een-breuk in-de-beluchting.
. .
een-zot: 5
fz \ . . . . . .
is-aan’t-versmaden het-onderricht-van de-omvamende-zijner;
<> \ !
een-waar-houder-van terechtbrenging is-slim-aan’t-zijn.
\ fz \ . . . . .
het-huis-van een-rechtvaardige (is)een-krachtenbundeling veel; 6
<> \
en-in-het-inkomen-van een-schender ontreddert.
\ fz \ . . . . . .
de-lippen-van wijzen zijn-aan’t-uitwannen volkènnis; 7
<> \ !
en-het-hart-van slaplendigen (is)niet~vastzo.
\ fz \ . . . . . . . . . . . .
de-slachtgave-van schenders (is)een-gruwel-van die-JHWH-van-Israël; 8
SPR 15
<> \ !
en-het-zich-uitspreken-van rechtuiten is-aan’t-genadigen-hem.
\ fz \ . . . . . . . .
een-gruwel-van die-JHWH-van-Israël (is)de-neemweg-van een-schender; 9
<> \ !
en-een-achtervolger-van gerechtigheid is-hij-aan’t-beminnen.
\ fz \ . . . . .
onderricht (is)kwaad voor-wie-verlaat het-pad; 10
<> \ !
wie-beweigert terechtbrenging is-een-gestorvene-aan’t-zijn.
\ fz \ . . . . . . . . . . .
oergroeve en-teloorgang (zijn)vóór(-gelegd-aan) die-JHWH-van-Israël; 11
/ . .
voorwaar:
// !
ja~de-harten-van de-stichtkinderen-van~roodling.
\ <> \ . . . . .
niet is-aan’t-beminnen~een-bruut wie-terechtbrengt hem; 12
/ . .
naar~wijzen:
\ !
is-hij-niet aan’t-gaan.
\ fz \ . . . . . . . . .
een-hart dat-zich-verheugt is-goed-aan’t-doen-zijn de-vertegenwendiging; 13
/ . .
en-bij-krenkingen-van~het-hart:
\ !
wordt-de-beluchting(-ter) verslagen.
\ fz . . . . . .
een-hart dat-onderscheidt is-aan’t-zoeken~volkènnis; 14
// / . .
en-de-toegewendheid-van[42] slaplendigen:
// !
is-aan’t-beherderen zotheid.
\ \ . . . . . . .
al-af~de-dagen-van een-gebogene (zijn)kwaad; 15
/ . .
een-goede-van~hart:
// !
een-drinkmaal steevast.
SPR 15
fz \ . . . . . . . . . . .
goed(is)~weinig in-ontzag-voor die-JHWH-van-Israël; 16
// / . .
vandaan-van(anders-dan)-een-voorraad veel:
// !
en-beroering daarbij.
/// \ fz . . . . .
goed(is)padkost groen-geel en-minne~(is)daar; 17
// / . .
vandaan-van(anders-dan)-een-os vetgemest:
!
en-beweigering~ daarbij.
\ fz \ . . . . . . . .
een-manmenselijke-van hitsigheid is-aan’t-irriteren met-veroordeling; 18
// . .
een-gestrekte-van neuswalging:
// !
is-aan’t-kalmeren twist.
\ fz \ . . . . . .
de-neemweg-van een-trage (is)als-een-vlechting-van netels; 19
<> \ !
en-het-pad-van recht-uiten (is)een-opzetbaan.
\ fz . . . . . . . .
een-stichtkind wijs is-aan’t-verheugen~een-omvamende; 20
// . . . . . . .
en-slaplendig(is) een-roodling:
// !
minachtend de-moederende-zijner.
fz \ . . . . .
zotheid (is)vreugde voor-wie-tekort-heeft~het-hart; 21
// . .
en-een-manmenselijke-van onderscheidingsvermogen:
!
is-recht-uit-aan’t-zijn~om-te-gaan.
\ fz \ . . . . . . .
hij-verstoort berekeningen bij-geen overleg; 22
<> \ !
en-bij-een-veelheid-van raadverschaffers ben-je-aan’t-opstaan.
\ fz . . . . . . . . . .
vreugde voor-een-manmenselijke bij-toebuiging-van~de-mond-zijner; 23
<> \ !
en-een-inbreng op-het-tij-zijner wat~goed(is dat).
\ fz \ . . . . . . . .<