Woordenlijst – O

ABDEGKHIJLMNOPRSTUVWZ
Omtuimelen

Het Griekse woord planaoo betekent “dolen”, maar is in de LXX meestal de vertaling van het Hebr. werkwoord TáNGàH en dat kan het beste met “omtuimelen” vertaald worden. Het is ook de vertaling van het Hebr. TáLàL, dat “dolen” betekent. . “Planos” is eigenlijk een substantief, maar wordt in het NT vooral adjectivisch gebruikt. Het gaat om mensen die “misstappen maken”, in de verschillende betekenissen van dit Nederlandse woord. Daarom kiezen we ervoor via de LXX dichtbij TeNaKh te blijven en “omtuimelen” te vertalen

Omva(de)mende

Hebr. AàBh, dat meestal met “vader” wordt vertaald. Het Hebr. woord is echter meer te vergelijken met ons wooed “pa” of “papa”. Het is geen biologische begrip, maar een relationeel begrip, net zoals ons woord “vader” dat eigenlijk ook is.en het Griekse en Latijnse woord “pater”. Al die woorden gaan terug op een werkwoord, “omva(de)men”, waarin het woord “vadem” doorklinkt. Dat woord betekent (zie van Dale) zijwaarts uitgestrekte armen, waarmee mensen of dingen zijn te omvademen; en dat zo een lengtemaat wordt. Vader-zijn is zijn armen zo uitstrekken ofwel “omvamen”. Wie dat doet is een “omvamende”. Een verwekker is nog geen “vader”!

Onderdompelen

Gr. Baptizoo: dit werkwoord wordt meestal met “dopen” vertaald. Maar dan moet “dopen” verstaan worden zoals wanneer een pen in de inkst gedoopt wordt. Het gaat om dompelen, dat langer duurt en ook de betekenis van “verdrinken” kan krijgen. Het is de sterke vorm van het werkwoord Baptoo, dat “indopen”, indompelen” betekent. Het is de Griekse vertaling van het Hebreeuwse woord TháBàL, dat met name in Leviticus voorkomt (Lev.4:6, 9:9 etc.

Onderrichten

zie richten

Onderscheidingsvermogen hebben

In het Hebreeuws: BieJN, het komt in veel Hebr. vervoegingen voor: qal, niph’al, pileel, hiph’il en hithpa’eel. De bekendste afleiding is BéJN, dat meestal met “tussen” wordt vertaald, maar dat in het hebreeuws voor beide te onderscheiden zaken staat, dus: “onderscheidend”. Het subst. BieJNáH = het onderscheiden; het subst. TeBhieJNáH = onderscheidingsvermogen. De vertaling in de LXX is het Griekse sun-ièmi. De kern van dit Griekse woord, sun-ièmi, is “ièmi”, dat beter met het Nederlandse “duwen” overeenkomt dan met het Nederlandse “sturen”, zoals meestal wordt gezegd. Het in beide Nederlandse woorden om “met kracht ergens iets heen brengen”. Hier gaat het dan om “samen-duwen”: het bijeenbrengen van verschillende zaken; het is “con-structief”. In de LXX is deze samenstelling gekozen voor de weergave van het Hebreeuse BieJN, In dat woord ligt de nadruk op het onderscheiden van verschillende zaken, niet om ze te scheiden en uit elkaar halen, maar om juist zo zicht op het geheel te krijgen. We kiezen er bij dit woord voor, om de Hebreeuwse inhoud te laten klinken en verlaten hier dus de Griekse concordantie.

Ontlossen

De basis van dit Griekse werkwoord is “los maken”; het hier gebruikte Griekse werkwoord heeft een voorvoegsel “kata” en het werkwoord krijgt daardoor de betekenis die wij in het Nederlands kennen in b.v. een schip lossen en dat is niet een schip los maken, maar een schip van zijn vracht ontdoen. Zo werd het woord “ont-lossen” gevonden. In het NT komt in een aantal cruciale teksten voor, b.v. in Mat.26:61, waar Jezus” uitspraak: ik heb de kracht om te ontlossen de tempel van God. “Ontbinden” is de gebruikelijke vertaling in de zin van uiteen laten vallen. In Mat.24:2 spreekt Jezus over stenen, die ontlost worden, die los van elkaar raken. In Luc.9:12 zendt Jezus de mensen weg om zich in de dorpen te ontlossen: te ontspannen d.w.z. rust te nemen. In die betekenis komt dit woord meestal in de LXX voor. Om de hoorsamenhang in het NT te behouden is hier gekozen voor een nieuw woord in het Nederlands, waarvan de betekenis niettemin direct duidelijk is. Ook in het woord “kataluma”, dat in Lucas 2 mestal met “herberg” wordt vertaald, herkennen we hetzelfde werkwoord. Hert is een plaats waar je je vene van alle druk los kunt maken. Wij kennen in het Nederlands het woord “uitspanning” voor zo’n gelegenheid.Lucas gebruikt het ook in Luc.22:11 voor de zaal waar het laatste Pesachmaal wordt gevierd. We vertalen het met “ontlossingszaal”.

Ontzien / ontzag

Dit is de betekenis zowel van het Hebreeuwse woord JáRéA als van het Griekse phobeoo. De noties “angst’en “bang” zijn vreemd aan beide begrippen. Het gaat om (diep) respect, om besef van afstand en overmacht.

Oog-wel

Hebreeuws: MeNgàJieN: meestal wordt dit woord met ‘bron’ of ‘wel’ vertaald, maar het is sterkverwant met het woord NgàJieN, dat meestal met ‘oog’wordt vertaaldf, maar soms ook bron betekent. Een ‘oog’ is in deze taalcultuur een ‘wel’: daaruit wellen tranen op, water. Van een oog gaat wat uit, een oog is niet een ontvangstapparaat zioals in onze moderne taalcultuur. Van een oog gaat behalve water ook licht uit: het is een bron van licht en daarom zie je wat. Daarom kan Jezus het oog vergelojken met een lamp, een lichtbron (licht-‘wel’). In droge en woestijnachtige streken zijn bronnen ‘wellen’ van verre te ontwaren: er groeit een en ander om heen, ze zijn als ogen. Daarom vertalen we het bovenaan genoemde woord met ‘oog-wel’: de klemtoon ligt in het Nederlands wel op ‘oog’, maar het hoofdbegrip is ‘wel’ ( een tafelkleed is immers vooral een kleed; etc.). Het Hebreeuwse woord NgàJieN vertalen we daarom met ‘wel-oog’.

Oordeel

Het Griekse werkwoord krinoo en de Gr. zelfst.naamwoorde krima en krisis worden in in de LXX overwegend gebruikt als vertaling van het Hebr. SháPhàTh en MiSh’PáTh. Het Griekse werkwoord katakrino komt in de LXX niet voor, maar wel in het NT. Om die samenhang van het Grieks hoorbaar te maken, kiezen we als basis voor de vertaling van het Griekse krino/krisis het Nederlandse woord “oordeel”. Voor het verstaan van de tekst is echter het Hebr. SháPhàTh onmisbaar. Niet alle Griekse samenstellingen met krino kunnen we overigens in de vertaling herkenbaar maken. Zie ook bij Stelregel

Oostenvroeg

Hebreeuws: QèDèM, meestal wordt dit woord met “oosten” vertaald, maar het gaat tegelijk om een tijdsbegrip, nl. “vroeg”. Vroeger zijn dan iemand, iemand te vroeg af zijn. Deze verbinding van ruimtelijk en tijdelijk horen we ook bij het Hebreeuwse woord AàCheRieT, dat zowel later (en dus achter-aan) als westelijk betekent – zie daar.

Opgaander

Hebr. NgóWLáH, meestal vertaald met “brandoffer”, maar noch het woord “offer” noch het woord “brand”, klinken in dit hebr. woord. Daarin klinkt alleen het werkwoord “opgaan”, in de bija alle betekenissen die aan dit Neder. Woord gegeven kunnen worden, van omhoog gaan tot (in rook)opgaan..

Opstijg-oostenvroeg

De vertaling van het Griekse anatolè, devrtaling van het Hebreeuwse QèDèM

Ordegemeenschap

Hebr. NgéDáH: het is afgeleid van het werkwoord, dat het beste met “verordenen” kan worden vertaald. In dit zelfst naamwoord gaat het om een “orde” , zoals we dat woord kennen als aanduiding van een geordende monnikengemeenschap. Vgl het woord “gemeenschapsordening”.