A | B | D | E | G | K | H | I | J | L | M | N | O | P | R | S | T | U | V | W | Z |
Slachtse
Hebr. MiZeBàCh: de plek waar geslacht wordt, meestal met “altaar” vertaald (vgl het Nederl. woord “smidse”)
Eruit-Slepen
Hebr. NáTsàL: Dit werkwoord kent geen qal-vervoeging en komt meestal voor in de causatieve hiph’il-vervoeging. Het wordt meestal met “redden” vertaald. De basisbetekenis, die de lexica vermelden, is echter “ontrukken”, “weghalen”. We kozen voor “eruit slepen”, omdat in het Nederlands hier de notie “redden” meeklinkt. Bovendien kan de betekenis ook zijn “eruit doen slepen. In de pi’eel-vervoeging wordt het met “plunderen” vertaald; dat wordt dus “leeg slepen”. De niph’al-vervioeging kan het beste reflexief vertaald worden: “zich eruit slepen”; de hoph’alvervoeging passief met “eruit gesleept worden” en de de hithpa’eel-vervoeging met “bij zich doen wegslepen”. Het hiervan afgeleide zelfst.naamwoord HàTsTsiejLáH, komt alleen voor in Esth.4:14 en kan vertaald worden met “het eruitslepen”.
Stelregel(ing)
De vertaling van het Hebr. MiShePáTh
Sterkte
In TeNaKh: NgoZ onderscheiden van “kracht” (=KoàCh), van “macht” (=AóWD) en van “hard” (=CháZàQ). Het Griekse woord “kratos” is in de LXX overwegend de vertaling van NgóWZ en dat vertalen we in TeNaKh met “sterkte”. Het Griekse werkwoord “kratein”, dat hier staat, wordt in de LXX overwegend vertaald met CháZàQ, dat in Te NaKh met “hard maken” vertaald wordt. De betekenisvelden van de Hebreeuwse woorden ligt verschoven van die van de Griekse woorden, al overlappen ze elkaar ook. We houden voor het werkwoord “krateo” de Griekse concordantie aan en kiezen dus voor “sterk maken”, “versterken”. In het klasieke en het koinè-Grieks heeft “kratein” een veel breder betekenisveld, maar in het NT functioneert maar een deel daarvan (zie het artikel van Michaelis in ThWNT). Bovendien heeft de aanwending van dit woord in de LXX de aanwending in het NT duidelijk beïnvloed. Naast de betekenissen “sterk zijn” (intr.) en “sterk maken”, “versterken” (trans) vinden we in het NT de betekenis “overmeesteren”. Het is belangrijk om ook dan de samenklank met “sterk” te bewaren, daar om vertalen we dit werkwoord in andere teksten, met “te sterk zijn”. Voor deze passage uit Mc.3, betekent het, dat i.p.v. de gebruikelijke vertaling “vast houden” of “vast pakken” hier niet gekozen is voor “te sterk zijn voor” maar voor “versterken”; dat verleent een andere betekenis aan deze tekst, die bij Mt en LC zo niet voorkomt.
Stichtkind/zoon/dochter/jong
Hebr. BéN: dit woord, dat meestal met ‘kind’ of ‘zoon’ wordt vertaald, is waarschijnlijk afgeleid van het Hebr. werkwoord BáNáH, dat meestal met ‘bouwen’ wordt vertaald, maar beter met ‘stichten’ is vertalen; want het gaat niet om ‘construeren’. Ook het Nederlande stichten heeft een bredere betekenis dan het (al dan niet juridische) besluit om iets neer te zetten; het sluit ook de eerste daad in en de criteria waaraan de vorderingen moeten voldoen: ‘stichtend’ kan daarom ook een toespraak zijn of een samenkomst’. Kinderen zijn stichtingen. De vrouwelijke vorm in BàT (ontstaan uit BeNàT). Ook het Griekse huios vertalen we daarom, zo.