A | B | D | E | G | K | H | I | J | L | M | N | O | P | R | S | T | U | V | W | Z |
(zich) Toebuigen (naar)
Het Hebreeuwse woord NgáNáH wordt algemeen met ‘antwoorden’ vertaald, maar er is een tweede Hebreeuws woord, met dezelfde drie medeklinkers, dat als een homoniem wordt beschouwd en met ‘buigen’ wordt vertaald. De stamverwantschap van beide werkwoorden wordt waarschijnlijk geacht. Van het tweede werkwoord zijn de woorden NgàNàW (een zich buigende) en NgáNieJ (gebogene) afgeleid. Hoewel ze beiden meestal met ‘ellendige’ worden vertaald, zijn ze niet echt synoniem. Ook het eerste werkwoord kan daarom beter met ‘zich toebuigen naar’ vertaald worden, omdat het veel vaker een initiatief aanduidt, dan een reactie. Ook daar waar veelal ‘zingen’ wordt vertaald, zal het gaan om bewegend zingen, samen naar elkaar gebogen zingen. Buigen is ook hier het verbindende element. Die betekenis hebben we ook proberen vast te houden in de vertaling van een vaak gebruikt voorztsel ofwel voegwoord: LeMàNgàN; we vertalen dat daarom met ‘ter toebuiging aan / dat’. Dezelfde overwegingen gelden evenzeer voor het Griekse woord apokrinoo, dat in de LXX gekozen is als vertaling van dit hebreeuwse woord. Het is in het Grieks wat ongebruikelijk als aanduiding van wat het begrip ‘antwoorden’; upokrinoo is gebruikelijker. Ook dit Griekse woord heeft niets van doen met ‘woord’ of met ‘zeggen’. Daar gaat het om ‘scheiden’; het Nederlandse ‘bescheid geven zou kunnen’. Het Griekse woord krisis, dat de kern ervan vormt, dienen we in het NT echter met ‘oordeel’ te vertalen, omdat het qua betekenis dichtbij het Hebreeuwse MiSh’PáTh ligt, dat met ‘stelregel(-ing)’ vertaald moet worden. Het zelfstandige naam woord apokrisis, dat in de LXX weinig voorkomt en dan ook nog als weergave van meerdere Hebreeuwse woorden, kunnen we wel met ‘bescheid’ vertalen, maar kiezen toch voor ‘oordeel’ (nu in de zin van standpunt) om de Griekse concordantie (‘hoorsamenhang’) te kunnen bewaren. We hebben echter de Griekse concordantie bij ‘apokrinoo’ niet consequent kunnen handhaven, omdat dat de lezer/hoorder te ver af brengt van het Hebreeuws.
Toeroepen / toeroep
Hier staat het Griekse woord paraklèsis, dat meestal met “troost” wordt vertaald. Het is in de LXX de vaste vertaling van de afleidingen van het werkwoord NáChàM, dat “troost behoeven” betekent. In het Griekse woord paraklèsis klinkt het werkwoord kaleoo = roepen mee. Datzelfde werkwoord klinkt ook mee in b.v. het woord “ekklèsia”, dat met “geroepenschap” is te vertalen. Omdat deze samenhang o.i. in Griekse Nieuwe Testament belangrijk is, kiezen we ervoor het griekse woord paraklèsis” niet met “troost”, maar met “toeroep” te vertalen. Voor het begrip van dit Griekse woord is de Hebreeuwse achtergrond even onmisbaar.
Toornmoedig
De vertaling van het Grieks thumos