Woordenlijst – Z

ABDEGKHIJLMNOPRSTUVWZ
(inbreng-)Zaak

Is de vertaling van et Griekse woord pragma, dat in de LXX bijna consequent de vertaling is van het Hebreeuwse DáBháR, dat het beste met “inbreng” te vertalen is, omdat zowel de vertaling “woord” als” zaak” eenzijdig zijn. Het werkwoord pratto komt in de LXX naar verhouding weinig voor en overwegend als vertaling van het Hebreeuwse NgáSsáH, dat maken betekent, maar komt in het NT wel veel voor in de betekenis “met zaken bezig zijn”, “zaken doen” en “tot je zaak maken”. In deze vertaling wordt geprobeerd de hier genoemde Griekse woorden en daarmee verwante Griekse woorden weer te geven met behulp van het Nederlandse woord “zaak”.. Het Griekse woord praxis = praktijkzaak. Het komt in de LXX weinig voor en is dan de vertaling van zowel DèRèK (= neemweg, het Gr. hodos) als van PáNgàL, dat werken betekent.

Zalven

Hebreeuws: MáShàCh, daarvan is het Hebreeuwse woord MàShieàCh afgeleid, dat we in de vergriekste vorm ‘messias’ kennen. Zie voetnoot bij Ex.29:2. Eigenlijk betekent dit werkwoord ‘bestrijken’of ‘insmeren’, maar vanwege de traditie houden we ‘zalven’ aan. Grieks: chrizoo en daarvan is het woord Christos afgeleid.

Zich zuiveren

Hebreeuws: BáRáH, zie bij zuivergang.

Zuiver

Hebreeuws: BàR

Zuiver stellen

Hebreeuws: BáRáA : volzuiveren ( in de zin van “vetmesten”) I = II – zuiver stellen (meestal wordt dit woord met “scheppen” vertaald, zie bij zuivergang).Zie “Op naar JHWH die-van-Israël” een onderzoek naar psalm 25, Bert van Kooij e.a. Maastricht 2007 blz.173- 190. Wat het Hebreeuwse woord BáRáA aanduidt, is meer dan tot stand brengen of “maken” (Gr. “poieoo” in sommige oude Griekse vertalingen wordt dit gekozen als vertaling van het Hebreeuwse woord), het is een kwalitateit aanbrengende activiteit. In de Talmoed wordt dit aangeduid met de woorde SéDèR BeRéAShieJT, letterlijk “ordening in het eerst”: “in het eerst” is het eerste woord van Gen.1:1. Maar met deze uitdrukking wordt in cde Talmoed de “geordendheid van de schepping” bedoeld. Gaat dan om een harmonie. Daardoor valt het begrip “schepping” niet samen met wat wij onder “natuur” verstaan”, die is namelijk niet in alle opzichten zo harmonieus. Wat in Gensis 1 verteld wordt krijgt een echo in wat in Jes.11:6-10 staat.

Zuivergang

Hebreeuws: BeRieJT. De etymologie van dit woord is omstreden. Zie voor een uitvoerige bespreking het hierboven genoemde boek. Grammaticaal is de afleiding van dezelfde stam BR heel goed verdedigbaar. Dat de algemeen gebruikelijke vertaling “verbond” niet correct is, daarover bestaat communis opinio. Het gaat om een eenzijdig initiatief en niet om een tweezijdig, het gaat om een proces en niet om een contract of afspraak, en het is in zich gekwalificeerd en niet neutraal. Het BeRieJT geschiedt en het brengt iets goeds teweeg: een zuivering van de verhoudingen. Vandaar onze vertaling “zuivergang”. De hoorsamenhang met het woord “zuiverstellen”, die in de Hebreeuwse taal onmiskenbaar is, blijft zo ook in het nederlands bewaard.

(dunk-)Zwaarte

Hebreeuws: KáBóWD. Het is afgeleid van een werkwoord dat “zwaar zijn” betekent. Het wordt meestal met “heerlijkheid” vertaald, maar het gaat om “gewicht” : iemand van gewicht. De LXX vertaalt het met “doxa”. Het Griekse doxa betekent eigenlijk “dunk” in de zin van “opvatting” over iemand of over een (toekomstige) aangelegenheid” en gaat dan ook “prognose” en “reputatie” betekenen. Hier staat het Griekse dokeo, dat in het gewone Grieks “dunken”, of “goeddunken” betekent. Het hiervan afgeleide zelfstandige naamwoord doxa is door de Joodse vertalers van de LXX gekozen voor de weergave van het Hebreeuwse begrip KáBóWD, dat meestal met “eer”, “glorie” vertaald wordt, maar eigenlijk de betekenis heeft van “zwaar zijn” in de zin van “van gewicht zijn”. Een ander van dokeo afgeleid zelfstandig naamwoord is het bekende woord dogma, dat in het Christendom het woord is geworden voor een onbetwijfelbare leerstelling, maar in het gewone Grieks van die tijd allereerst “goeddunken” betekent en dan “standpunt” kan gaan betekenen.. Om ook het Griekse idioom hier te laten horen vertalen we doxa met “dunkzwaarte” en dokeo met “dunken” in de zin van “uitdrukkelijk van mening zijn”. Het zelfstandige “dokei”, dat in Lucas 1:2 staat betekent dan “ het dunkt mij”.